voor de Britse huiskamer KERSTMIS Bij de gala-voorstel ling in 1955 in het Haagse Me- tropole-theater ter intro ductie in ons land van de film "Colditz", gemaakt naar het gelijknamige boek van de Britse offi cier Pat Reid, kreeg deze auteur van de aanwezige Nederlandse officieren de eensluidende vraag voor gelegd: "Hoe heb je dat kunnen doen? Colditz was een aangelegenheid van geallieerde krijgsge vangenen, Fransen, Po len, Nederlanders, Engel sen en Belgen. Maar in je boek eis je alle eer voor de Britten op. Bij de 19 geslaagde ontsnappingen bevonden zich zes Fran sen, zes Nederlanders en zeven Britten, terwijl de Britten nog gedeeltelijk met Nederlandse hulp de thuishaven konden berei ken". Het antwoord van Pat Reid luidde toen: "Ik heb het geschreven voor de Engelse markt. Had ik de Hollanders en de Fransen de eer gegeven die hun toekwam, dan had ik'dat boek aan de straatstenen niet kwijt gekund". Daarmee werd een af doend oordeel geveld over de film "Colditz", nu tien jaar geleden, ofschoon de ze film afgezien van de historische juistheid tal van kwaliteiten bezat. De tv-serie "Colditz" die de BBC vele jaren later maakte en waarvan de VARA alle 26 afleverin gen heeft aangekocht, gaat naar het inzicht van de Nederlandse officie ren, die Colditz aan den lijve hebben ervaren, mank aan hetzelfde euvel. Het is allemaal Brits wat de klok slaat en zittend voor hun tv moeten zij ervaren, dat er Britten ontsnappen op de manie ren, die de Nederlanders hebben uitgedacht, moei zaam voorbereid en ten slotte met succes toege past. Voor deze Neder landse officieren is het een duidelijke zaak: deze tv-serie werd gemaakt voor de Britse huiska mers. Met Nederlands, Frans of Pools helden dom zouden nooit zulke hoge kijkcijfers zijn be haald als thans in Enge land het geval is. Mild oordeel „Mijn persoonlijke le venservaringen, waaron der die in Colditz niet de minste zijn, hebben mij een mild oordeel gegeven. Ik kijk dan ook altijd met een zekere vertedering naar de Colditz-serie. Het is dertig jaar geleden en we hebben allemaal wil len vergeten. Maar het is goed, dat dit stuk geschie denis uit de vergetelheid wordt gehaald". Dit zegt de heer Ch. Douw v.d. Krap, momen teel leraar Wiskunde te Voorburg. Als luitenant ter zee, die in Soeraba- ja geboren op het einde van de '30-er jaren stu deerde aan de Hogere Krijgsschool te Breda, kwam hij in Colditz te recht. Hij ontsnapte ne gen maal en werd even zo veel keer gevat. Later overgebracht naar het kamp Stanislau lukte het hem daar pas te ont vluchten. Hij kwam toen bij de Poolse ondergrond se terecht en in september 1944 ook in Arnhem bij de ondergrondse juist toen daar de luchtlanding begon. De Colditz-serie spreekt hen aan, omdat het, zij het verengelsd en gedra matiseerd, een op waar heid berustend verhaal is over ontsnappingen, die voor het merendeel mis lukten. Hij vindt in deze serie terug het hele krach tenveld van spanningen en emoties, opgeroepen door de voortdurende po gingen om te ontvluchten. Dit wordt allemaal juist en effectief weergegeven naar zijn oordeel. Maar hij ziet vluchtpogingen, gedaan door Engelsen, die hij zelf heeft ondernomen. Het gat op de binnen plaats, vanwaaruit Britten vluchtten, wekt herinne ring aan het gat in het park, waarvandaan vier maal twéé paren Neder landers de vrijheid kozen. Het wegsluiten van twee man in de kerk onder de KNIL-kapt. thans gepensioneerd overste A. Dufour, ondernam verschil lende vergeefse vluchtpogingen uit Colditz. Hierbij was hij een keer gestoken in een Duits namaak-uniform. „Had ik de Hollanders en de Fransen de eer gegeven, die hun toekwam, dan had ik ^nijn boek aan de straatstenen niet kwijt gekund. preekstoel doet hem den ken aan dezelfde opzet, maar dan onder het to neel in de ontspannings zaal, waar hij zelf twaalf dagen heeft gezeten. Op waarheid berust het cata- pulteren over de omhei ning van een Franse offi cier. De man was in sport tenue, gapte buiten het kamp een sportfiets en reed zo naar zijn vader land. Geen mof die er aan dacht om een wielrennen de Fransman naar zijn papieren te vragen. De heer Douw heeft herhaal delijk over daken geslo pen en muren doorbro ken. Hij zat soms meer onder de grond dan er boven. Hij klom langs steile wanden met eigen gemaakte touwen, die nu nog te bezichtigen zijn in het museum, dat na Col ditz door de Duitsers is ingericht. Naar de opgave van de VARA zal in geen der nog komende aflever ingen speciaal de onver zettelijke vindingrijkheid van de Nederlandse offi cieren in beeld worden gebracht. Het werken met' de namaakpop in uni form, waarmee op appèls de vlucht van Nederland se officieren werd verdoe zeld, zou dan onvoldoende uit de verf komen. Het was een moeilijke zaak om door muren en prik keldraad heen te breken en stond je eenmaal bui ten, vaak uitgeput van de obstakels die je had moe ten nemen, dan begonnen de problemen pas goed, omdat je onder spannin gen leefde, achter elke boom een vijand ver moedde. De Engelsen wa ren hierbij bijzonder in het nadeel. Als Nederlan der, Fransman, Belg of Pool kon men zich voor doen als Fremdarbeiter, zoals er zovelen in Duits land rondliepen. Dat was de Britten niet gegeven. Het hele Duitse volk maakte jacht op neerge schoten RAF-vliegers en dat waren er nogal wat volgens de Duitse legerbe- De heer Ch. Douw wijst op de Colditz-da- ken waarover hij naar de vrijheid vluchtte. (Foto VARA-Niewen- huis) richten. Een vent met een Engels accent kwam der halve niet ver. Daarom toonden de Hollanders zich later bereid om bij elke ontsnapping zoveel mogelijk telkens een Brit mee te nemen, die als strikte opdracht kreeg zijn mond te houden. De Engelsen keken op zeker moment tegen een grote achterstand aan, omdat bij de eerste tien ontsnap pingen geen Brit betrok ken was. Engels gedoe Eerste luitenant KNIL Fr. Claassen, momenteel di recteur van een Haags vertaalbureau, die na stu die op de Hogere Krijgs school, mobilisatie en oor log eveneens in Colditz te recht kwam en daar al die tijd verbleef van juli '41 tot juli '43, stoot zich met alle waardering voor de Colditz-serie vooral aan de verheerlijking van al dat Engelse gedoe. Totnu- toe ving hij slechts twee maal even een glimp op van een Hollander. De Britten gedragen zich of ze zich in een Engelse ka zerne bevinden in plaats van in een Duitse gevan genis. Overste John Pres ton heeft werkelijk in Col ditz gezeten, maar voor ontvluchtingen was hij tenslotte aangewezen op Hollandse breinen, vooral voor wat betreft de orga nisatie van de ontvlucht ingen, op de Hollandse ontsnappingsofficier Van den Heuvek die later sneuvelde bij de politiële actie in Indonesië. De heer Claassen, die Van den Heuvel terzijde stond in de Colditz-tijd, schetst deze officier als een kei van een organisator, een dictator ook die juist daar volkomen op zijn plaats was. In samenwerking met de Engelsen eiste en verkreeg hij van hen strikte discipline, zoals hij gewend was van de Hol landse officieren. Elke ontsnapping had zijn con sequenties voor de achter blijvers, verharding van het regime, nachtelijke appèls en strenger toe zicht. Daarom ook mocht geen enkel risico geno men worden. De heer Claassen noemt Van den Heuvel een compleet mens, die niets aan het toeval overliet, alles goed overdacht en jn zijn zorg voor anderen vaak vergat te eten. Hij was het die de ontsnappingen via de put ontdekte en regelde, waar de Engelsen al evenmin Wanneer een ontvluchte officier op het appèl ontbrak, dan namen de Duit sers direct tegenmaatregelen. Om de lege plaats op het appèl aan te vullen, hadden de Nederlandse officieren een wassen pop laten maken, die door middel van een handsteun overeind werd gehouden. Men noemde die pop (links) „kille Kobus". Hij is tientallen malen gebruikt en door de Duitsers nooit ontdekt. Kapt. ter zee b.d. Douw v.d. Krap (links) en luit.-kol. b.<± F. Claassen schrijven beiden een boek over hun eigen ervaringen in Colditz. (foto Milan Konvalinka) als de Duitsers iets van begrepen. In de Colditz-serie mist de heer Claassen ook het beeld van alledag, het al tijd opgescheept zitten met elkaar. De meeste op namen zijn trouwens niet in Colditz gemaakt, maar in een Schots kasteel, waar de werkelijkheid was nagebootst. Voor wie elke steen in Colditz kent, komt dat vaak onecht voor. De Colditz-serie maakt wel iets in hem wakker, maar vaak moet hij denken: zo was het niet helemaal. Een En gelsman ontsnapte na te hebben aangepapt met de assistente van een Duitse tandarts, een Brit die geen woord Duits sprak nota bene. Daarom luidt het oordeel van de heer Claassen over deze serie: voor mensen die niet be ter weten een goed kijk- stemming met de werke lijkheid is het bepaald niet. Aan ontsnappen kwam de heer Claassen niet toe. Als naaste mede werker van Van den Heu vel kon hij niet gemist worden, maar bovendien was hij een landman en gingen de zeelieden voor. De heer Claassen bewon dert de Britten om hun gevoel voor good sport en stelt: "Als ze dan zo graag willen geuren met onze ontsnappingen, nou dan mag het van mij. Maar aan de unieke mens Van den Heuvel hadden ze best een aflevering mogen wijden". Niet gebeurd KNIL-kapitein A. Dufour te Den Haag, momenteel gepensioneerd overste, verbleef wegens studie aan de Hogere Krijgs school eveneens in ons land, toen de oorlog uit brak. Ook voor hem draaide dat uit op Colditz. In de Colditz-serie her kent hij in vele opzichten de sfeer, die daar heerste, maar hij ziet ook dingen, die bij zijn weten nooit hebben plaats gehad. In Colditz. zaten 37 Engelsen, 99 Polen, 160 Fransen, 40 Belgen en 65 Nederlan ders. Die bepaalden sa men de sfeer, ieder in de geaardheid van zijn eigen nationaliteit, onverschilli ge Belgen, insubordinaire Fransen, heetgebakerde Polen, gedisciplineerde Nederlanders en Engel- sen, die nu blijkens de tv-serie het bijna alleen gemaakt schijnen te heb ben. Bij de Engelsen heer ste in hoge mate ook de sfeer van het verzet, maar zij gunnen een ander moeilijk het held-schap. De solidariteit tussen de officieren uit de verschil lende landen was voort durend een probleem, niet uit onwil, maar als gevolg van afwijkende nuances in nationale gebruiken en gewoonten. Ook dat druk te een stempel op Colditz en dat komt er niet uit. Daarom bekijkt de heer Dufour verschillende ge beurtenissen in de Col- ditz-tv-serie met schou derophalen, ofschoon het gezien vanuit de Britten misschien allemaal wel goed getroffen is. Toch zitten er heel wat onwaar schijnlijkheden in. De heer Dufour heeft aan heel wat vluchtpogingen meegedaan, maar kwam betrapt in de cel terecht. Dat onderging hij dan als een verademing. Buiten het kamp leefde je op je n. Gepakt worden betekende soms een op luchting. En in de cel er voer de heer Dufour het als een weldaad om einde lijk eens alleen te zijn en niet de hele dag het gezel schap van altijd dezelfde mannen te ondergaan. Meermalen zocht de heer Dufour een vertrek op vanwaaruit hij door het raam de weilanden en de bossen kon zien. De drang om vrij te zijn beleefde hij dan als een gevoel van even zichzelf te zijn. Ook die betekenis had Colditz voor hem, maar die komt hij in de tv-serie niet te gen. Volgens de heer Du four moet je in Colditz zijn geweest om te weten dat er heel wat meer speelde en in je omging dan de gemiddelde tv-kij- ker kan bevroeden. De Engelsen dachten altijd het eerste aan tunnels, de Nederlanders als laatsten. De meeste tunnelplannen mislukten. Waar Nederlanders en Engelsen het wel met el kaar over eens zijn is de houding van dé Duitse be wakers, overwegend ui termate correct. Het was dan ook de Duitse officier Reinhold Eggers (Ulheim in dé serie), die in zijn te boek gestelde ervaringen de meeste eer aan de Ne derlanders gaf. Hij schreef: „De Neder landse officieren waren enig in hun soort. Geen flauwekul, het hoogste ontsnappingsgemiddelde. Je kunt ze beter als bond genoot hebben dan als vij- En vooral na het zien van Qolditz op de tv slaan zij het waarheidsgehalte van Eggers kijk op Colditz erg hoog aan. TON OLIEMULLER Binnen afzienbare tijd verschijnen er twee boeken van twee Nederlandse officieren, waarin zij verslag zullen doen van hun erva ringen in Colditz, het Duitse kamp waar die officieren terecht kwamen die het vluchten niet konden laten. Luit.-Kol. b.d. F. Claassen, die twee jaar in Colditz verbleef, vindt, dat de Britten in de tv-serie de eer te zeer naar zich toehalen. Hij wil speciaal het Nederlandse aandeel in de ontsnappingen uit de doeken doen. Het andere boek wordt geschreven door kapi tein ter zee b.d. Charles Douw v.d. Krap die eveneens in Colditz verbleef en daaruit negen maal (tevergeefs) ontsnapte. Hij schrijft een boek over al zijn oorlogsbelevenissen, waarin ook Colditz aan de orde komt. Beiden zijn aangezet tot het schrijven van hun boeken doordat in het boek van de Brit Pat Reid weinig recht wordt gedaan aan andere dan de Britse officieren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 24