Aart Staartjes KERSTMIS *j 1974 „TELEVISIE IS AL LANG NIET MEER DE GROTE WAARZEGGER" Afscheid in stereo van Stratenmakeropzee-show AMSTERDAM Dansschool De Jong ligt er mateloos triest bij aan de wat winderige Mokumse Reguliersgracht. Er wordt niet meer gedanst want daarbij is tegenwoordig een gebrek aan scholing alleen maar een bevrijdend voordeel. De vloer van de bene denzaal ligt dan ook nutteloos van parket te wezen en mijmert licht krakend na over de beginnende danslustigen die jarenlang hem, hun partners en de regels van de ballroomdancing met voeten hebben getre den. Buiten hangt een wat kriegelig bordje met „Te huur" en de heer De Jong zelf houdt zich onledig als huisbaas en zorgt met een perfectgevoel voor timing dat de lichten niet te lang blijven branden en dat de verwarming naar nul wordt gedraaid als de huurders weg zijn. Eén van die huurders heet „Stratenmakeropzee-show" en laat zich vertegenwoordigen door Aart Staartjes, Wie- teke van Dort en Joost Prinssen. Ze zijn aan het repeteren voor de allerlaatste uitzending op de Tweede Kerstdag en om de wat me lancholieke sfeer kracht bij te zetten laat eén bandrecorder dan ook weemoedig door Harry Bannink getoonzette liedjes over „Af scheid" in stereo horen. hebt cht, e av ogeli bezi aridi nde tra Kle geval 3EB Aart Staartjes: „We stoppen met de Stratenmakeropzee- show, Niemand heeft ons dat bevolen, maar we hebben ons dat zelf opgelegd. Er zitten 55 uitzendingen van een half uur op en de kans is groot dat je vast gaat lopen. De wereld om je heen verandert zo waanzin nig snel. Wie praat er bijvoor beeld nog over taboes door breken? Dat hoef je toch al lang niet meer te doen? Je kunt op het ogenblik al over alles praten. Ik weet best dat er hier en daar kritiek is losge barsten, zoals na die uitzen ding over sex. Maar daar rea geer ik niet op, dan breek je een beerput open. Kijk, in Ne derland moet je over sex altijd somber doen. Zo van: Dat is iets móóóis van de natuur. Na tuurlijk is het mooi, maar je kunt erover ook best slap lig gen van 't lachen. Kinderen praten over sex als over een kilo suiker". Zedenpreken „Wat ik met m'n werk voor de televisie wil is op een andere manier over de dingen praten. De grote begrippen waarover je op school niks hoort. Het leren kennen van emoties en vooral je eigen emoties. Een kind moet uitvinden dat een ander vaak net zo'n last van die emoties heeft als hijzelf. Een hoop mensen hebben me verweten dat ik vlak na die Stratemakeropzee-show een uitzending van „Woord voor woord" voor het IKOR doe. Maar dat is onzin. Ik benader daarin de bijbel toch ook an ders dan zoals dat gewoonlijk gebeurt? Zedenpreken wordt er al genoeg gedaan. Ik ga niets in die bijbel uit de weg. Die staat toch ook vol oorlog en haat en nijd. Allemaal men selijke eigenschappen. Ik ben met „Woord voor woord" al aan het zevende jaar bezig. En ik blijf het graag doen. 't Is erg goed en erg nuttig. Daar naast werk ik als samensteller en soms als regisseur aan het IKOR-programma „Heeft de regen een vader?". Dat is ei genlijk een handwijzing voor ouders en kinderen hoe met grote emotionele begrippen en vraagstukken om te springen. We hebben een uitzending ge had over de dood en de begra fenis van een achtjarig meisje. Zoiets gebeurt en geen kind weet hoe hij op zoiets moet reageren. Onze vormgeving wijkt volkomen af van wat gebruikelijk is. Stukken inter- vieuws, liedjes en commen taar. We hoesten niet zomaar een paar probleempjes op, maar het moet wérkelijk zijn. Mary Michon doet 't research- werk. We hebben een uitzen ding gemaakt over gevange- 1 Aart Staartjes: „Wie praat er nou nog over taboes doorbreken?" nisstraf. We praten niets goed, we veroordelen het gevange niswezen niet. We laten wel zien dat als je een vader ge vangen zet, je dan een kind óók straft. En op niet geringe wijze. Kinderen worden over het algemeen weggehouden van zulke dingen. Wij willen laten zien wat het is of ge woon: hoe je je in zulke geval len moet of kunt gedragen". Grote waarzegger „Ik geloof niet dat je met tele visie kinderen kunt verande ren, Misschien dat je indirect kleine veranderingen teweeg brengt en dan is het al veel. Televisie is niet meer de Grote Waarzegger, gelukkig maar. Kinderen kijken teevee en le zen een boek tussendoor. Wat wil je, ze zien 72 uur televisie per week. Het is normaler ge worden, geïntegreerder in hun leven. Ze beschouwen het niet meer als de Absolute Waar heid. Televisie is ook maar een medium, dat soms net zo stijf staat van de leugens als een krant. Het tijdperk van de fan mail is dan ook wel voorbij. Als iets goed is hoor je er bijna niets over. Alleen als de mensen zich ergeren krijg je op je donder". Felrode lipjes „Televisie zegt me oneindig veel meer dan toneel. Je kunt ermee inhaken op wat er nü leeft in de maatschappij. Ik heb sterk het idee dat toneel jaren achter de feiten aan loopt. Je ziet er figuren die allang niet meer bestaan. Die historische stukken zeggen me niets. Wat moet ik met een Spaanse Brabander? Als je op het toneel een dame van lichte zeden ziet, zie je nog altijd een juffrouw met felrode lipjes, zwarte netkousen en een lange sigarettepijp in de mond. Kijk, daar kan ik weinig garen uit spinnen. Niet dat ik met televi sie nou beslist de opvoeder moet spelen. Maar ik kan er allerlei eigenwijze uitingen van mezelf kwijt. Ik kan din gen mededelen die je elders niet kwijt kunt. Natuurlijk kan ik geen kinderen een leven lang begeleiden met de proble men die de maatschappij ze voorlegt. Ik kan ze niet aan de hand houden, daar heb ik niet t zoals met een boek. Je leest het, je vergeet het misschien, maar als je tachtig bent denk je er nog wel eens aan terug". Terreur „Nee, ik doe géén televisie om dat ik vind dat je daar per se Eigen Inbreng kwjjt kunt. In die IKOR-uitzending „Heeft de regen een vader?" ben ik we! medesamensteller, maar in die Stratemakeropzee-show speel ik gewoon m'n rol. We hebben er een serie schrijvers voor gehad, die hun teksten maak ten op basis van de inter- vieuws die wij met kinderen hadden. En daarna doe je je vak, ben je gewoon acteur. Dat gepraat over inbreng is ook een mode-verschijnsel. Die verrekte democratisering is meestal gewoon een excuus voor onmacht, onwil en lui heid. Een terreur van mensen die het geheel niet zien zitten. Ik ben echt niet tegen demo cratie, maar ik vind wel dat kleine groepen mensen af en toe met terreur te werk gaan. Want dat is het toch als drie arbeiders een hele fabriek kunnen plat leggen?" Ver-Tros-sing „Ik geloof echt niet dat je- bang hoeft te zijn, omdat uit zendingen zo als die Stratema keropzee-show, of die IKOR- programma's gaan verdwij nen. Ik geloof niet zo in kreten als „de ver-Tros-sing van de televisie". Zolang er program ma-makers zijn die zulke din gen willen maken, zullen ze er. ook blijven. Een TROS heeft toch ook een erg mooi pro gramma als Music-All-In? Ik geloof alleen dat er bij de omroepen op het ogenblik meer mensen zijn die preten tieloze programma's willen maken. Maar dat ligt meer aan die mensen dan aan de omroe pen. Als er iemand opstaat, die iets anders kan brengen, dan gebeurt dat gewoon. Zo'n IKOR is natuurlijk ideaal om dat je geen grote publiekspro gramma's hoeft te maken. Het enige punt is: Beantwoordt zo'n uitzending aan z'n doel? Zoja, dan gaan we verder". Niet principieel „Ja, ik doe ook reclame voor radio en televisie. Voor melk onder andere. Maar niet prin cipieel voor melk alleen. Toe vallig ligt die vorm van die spot me goed, maar ik heb niets tegen reclame hoor. Ik vind het prima. Ik kan niet in de toekomst kijken. Wie weet hebben we in 1984 wel staats televisie of commerciële televi sie. Weet ik veel. Misschien ga ik ooit wel eens opnieuw in het theater spelen. Maar voorlopig is dit voor mij de ideale ma nier om m'n vak uit te oefe nen, Ik ben nu bezig aan de voorbereidingen van een 13- delige televisieserie naar het boek „Oorlogswinter" van Jan Terlouw. Ik kan er nog niet veel van vertellen, maar ik hoop dat het doorgaat. Er is over die Tweede Wereldoorlog namelijk wel veel geschreven, maar helemaal niets voor kin deren". „Het enige dat ik graag wil, is op ipijn emotionele manier met de dingen bezig te blijven. Want ik ben niet zo'n verstan delijk type". BERT JANSMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 21