De
getraliede
toren
van
Babel
KERSTMIS
Zijn cel, zijn wereld, is acht vierkante meter klein. Tafel, twee
stoelen, divanbed, kast, lamp, mes, lepel, vork. Dat is alles. Geen
uitzicht, want voor het raam zit matglas. Het schuin openstaande
tochtraampje laat alleen een reepje lucht zien. Bij het luchten
tweemaal daags ziet hij de tuin. Wat heesters en bloemen in
de zomer; 's winters een kaal gazon.
Directeur H. H. Postma van het Huis van Bewaring: „Hij is
inderdaad verschrikkelijk geïsoleerd. Hij kan niet eens met zijn
advocaat praten - hoogstens via een tolk en het is de vraag
in hoeverre er dan iets van de communicatie overblijft. Je kunt
nooit in het hart van een Chinees kijken. Je weet niet wat er
achter zo'n masker omgaat. Maar het moet vreselijk deprime
rend zijn - een lijdensweg. En de taalbarrière maakt ons
machteloos. We moeten ons erbij neerleggen. We kunnen er niets
aan doen. Gelukkig heeft hij de geluiden. Het geluid van de
bajes zelf en dat van het Leidseplein en het Kleine Gartman-
plantsoen die ons Huis van Bewaring omringen. De geluiden
zijn het enige waardoor zijn geestelijke isolement doorbroken
„En zij zeiden: kom aan, laat ons
voor ons een stad bouwen en een
toren welks opperste in den
hemel zij, en laat ons een naam
voor ons maken opdat wij niet
misschien over de ganse aarde
verstrooid worden..."
(Genèsls, 11:4)
De metamorfose van het Amsterdamse Huis van Bewaring I
in een toren van Babel kwam drie jaar geleden op gang. Voor
die tijd bestond gemiddeld 5 percent van de gedetineerden uit
buitenlanders. Nu is dit 50 en soms 60 percent. Directeur Postma
geeft de tussenbalans zoals die er op de dag van dit interview
uitzag: 4 Italianen, 2 Spanjaarden, 9 Duitsers, 1 Guinees, 2
Britten, 3 Marokkanen, 3 Tunesiërs, 2 Grieken, 3 Chinezen, 2
Egyptenaren, 3 Algerijnen, 3 Fransen, 1 Chileen, 3 Joegoslaven,
1 Maleisiër, 1 Singaporees, 1 San Salvadoraan, 1 Indiër, 1 Belg
en 4 statenlozen. De gemiddelde leeftijd is 33 jaar, de gemiddel
de verblijfsduur vijf tot zes maanden. De delicten waarom het
gaat, variëren in ernst van zakkenrollerij via handel in drugs
en roofovervalletjes tot bankroof met dodelijke afloop. Zogoed
als er in het Huis van Bewaring I alle talen gesproken worden
zo goed bestrijkt de populatie alle criminele schakeringen
waaraan de samenstellers van het wetboek van strafrecht maai
hebben gedacht. Volgens directeur Postma is dit het gevolg
van het feit dat het internationale gangsterdom drie jaar geleder
Nederland in het algemeen en Amsterdam in het bijzondei
begon te ontdekken omdat de banken hier makkelijk te beroven
zijn. Vooral vanuit Italië en Spanje zei men: de banken zijn
minder beveiligd, er wordt minder streng gestraft en de gevan
genissen zijn goed; waarom zouden we ons geluk niet eens in
Nederland beproeven? Voor de rest veel smokkel - heroïne en
allerlei ander soorten drugs. Daarnaast is het in de visie van
directeur Postma zo dat Amsterdam de naam heeft van een
stad waar alles mag, waar het er vrolijk toegaat. Een Amerikaan
die zich een beetje respecteert, wil Amsterdam gezien hebben.
Ze komen dan al gauw met de justitie in aanraking door heling
of andere misdrijfjes.
„En de Heere zeide: kom aan,
laat Ons nedervaren en laat Óns
hun spraak aldaar verwarren,
opdat een iegelijk de spraak zijns
naasten niet hore..."
(Genesis, 11:7)
Een Griek van omstreeks 30 jaar. Acht uur per per dag houdt
hij zich in een van de werkplaatsen onledig met eenvoudige
montage-arbeid. Op de zaal wordt gewerkt door acht of negen
gedetineerden. De bezigheden zijn niet geestdodend, maar ne
men anderzijds nauwelijks de gedachten helemaal in beslag. Er
is tijd en gelegenheid genoeg voor een babbeltje over en weer.
Alleen: de Gnek spreekt louter Grieks. Hij mist, net als die
oude Chinees, iedere verbale communicatiemogelijkheid. Hij is
gedwongen zichzelf bezig te houden - te piekeren over zijn
situatie, zijn delict, de onzekerheid van de toekomst. Misschien
leert hij een paar woordjes van een taal die de andere gedeti
neerden of de bewaarders ook spreken, meestal Engels of Duits.
Met Frans wordt het al moeilijker, al volgen een tiental
bewaarders daar een cursus in. Dan nog zal het bij communica
tie op het allerlaagste kleuterniveau blijven. Ik heet Spyros; hoe
Hij is overgeleverd aan de Nederlandse eetgewoonten. Een
Griekse maaltijd is er niet bij. Ook daarin schuilt een stuk
vereenzaming. De vrije tijd probeert hij te vullen met dammen
of schaken. Dat zijn tenminste spellen die internationaal begre
pen worden. Drie avonden per week kan hij naar de Nederland
se televisie kijken waar hij ook niet veel wijzer van wordt. Hij
mag Griekse kranten kopen en met thuis telefoneren, voor zover
er een thuis is. Maar hij verdient maximaal 2"i gulden 40 per
dag en daarvan moet ook nog zijn rokertje, zijn extra broodbe
leg, zijn after-shave betaald worden. Dan blijft er weinig voor
kranten of opbellen over. Bovendien gaat het telefoneren niet
zomaar. Directeur Postma: „Je moet vreselijk uitkijken naar
wie gebeld wordt. We hebben het met Italianen meegemaakt
die vaak naar Rome moesten bellen. De een moest zijn zieke
moeder hebben, de ander zijn zieke opoe. Op het laatst kwamen
we tot de ontdekking: verrek, het is altijd hetzelfde nummer.
Dat bleek het nummer van een of ander kroegje te zijn waar
ze hun relaties met de Mafia hadden."
„Alzo verstrooide hen de Heere
van daar over de ganse aarde; en
zij hielden op de stad te
bouwen..."
(Qrnwsls, 11:8)
Een Turk, door alcoholmisbruik tot een geweldsdelict gekomen.
Iets onvergeeflijks voor iemand met zijn religieuze en sociale
achtergrond. En hij kan er niet over praten, want hij spreekt
alleen Turks. Hij blijft altijd in zijn cel. Het enige wat hij doet,
is veel tobben en bidden.
Een neger, ergens uit Zuid-Amerika. Maandenlang scharrelt hij
rond door het Huis Van Bewaring I zonder dat iemand hem
opmerkt, contact met hem heeft. Dan komt er een popgroep
op bezoek. Hij gaat naar het podium en vraagt of hij ook even
mag drummen. Het worden drie uur en al die tijd zit iedereen
sprakeloos, met tranen in de ogen, te luisteren. Wat er opeens
uit die jongen komt... De overgave, de ziel die hij in zijn s'
legt. Hij is niet achter het drumstel weg te krijgen. Hij is ope
een ander mens. Wanneer de overige gedetineerden met zac
hand de zaal uit en naar hun cellen zijn gedirigeerd, keert
langzaam terug uit zijn trance en daalt hij weer af in n
isolement. Directeur Postma spijtig: „Een ongelooflijk g<
musicus. Hadden we dat nou maar geweten, dan hadden
misschien ergens een gitaar op kunnen scharrelen. Kijk, als
gedetineerde niet veel geestkracht heeft, werkt het isolem
dat de taalbarrière veroorzaakt, afstompend. Zo'n man lo
de kans dat hij gaat vegeteren. Ofwel hij wordt nerve
gespannen, hetgeen zich uit door slapeloosheid waardoor
nog grotere irritatie ontstaat. Dit kan tot verbale agressie leid
Zulke gedetineerden, vooral die uit zuidelijke landen, kuru
vreselijk emotioneel opvliegen. Vooral als ze geen bericht h
ben gehad van hun familie of van een vriend of vriem
Gewonen huis-, tuin- en keukendingen. Neem 'n natuurra
hun geboorteland. Ik noem Bangladesh. De onmacht om i
te kunnen doen, om iets aan de weet te kunnen komen, we
enorm benauwend en frustrerend op ze."
„Daarom noemde men haar naar
Babel, want aldaar verwarde de
Heere de spraak der ganse aard»
en vandaar verstrooide hen de
Heere over de ganse aarde..."
(Genesis, 11
Het Babel van vandaag staat aan het Kleine Gartmanplantsi
in Amsterdam en heet Huis van Bewaring I. Een vergaar!
van eenzaamheid en geestelijk isolement. Zonder een spran
medemenselijk erbarmen? Het tegendeel blijkt waar. Direct
Postma: „We hebben ons bijvoorbeeld afgevraagd wat we i
het oog op al die buitenlanders aan het eten kunnen doen. T<
hebben we de Hollandse pot aangepast. We zijn de gerech
zwaarder gaan kruiden. We geven een paar keer per week r
inplaats van aardappelen en smaakverfijnende middelen zo
sambal vormen een belangrijk artikel in onze kantinewinl
Mohammedanen die tijdens de ramadan overdag moeten vast
krijgen de maaltijd 's avonds laat op een ongebruikelijk i
opgediend, en aan het eind van de vastenmaand mogen ze
feestmaaltijd uit de stad laten komen. De Chinezen met Chin
nieuwjaar idem dito. Zo probeer je ze een beetje uit 1
isolement te halen, maar het blijft een geweldig probleem."
Er gebeurt meer. Studenten van de Vrije Universiteit hebl
een zogenaamd „huiskamerproject" van de grond gebracht,
wil zeggen: een avond en binnenkort waarschijnlijk twee av
den in de week komt een groep studenten in alle mogeli
talen praten met buitenlandse gedetineerden die nooit bezi -
krijgen. Een ander project is de wetswinkel, het juridi
spreekuur. Hoewel ook iedere gedetineerde uit den vreemde -
raadsman heeft, is die er alleen maar voor zijn rechtzaak. 1
betrokkene kan echter onder een scala van andere problen
gebukt gaan. Hij kan in echtscheiding liggen, zijn huis uitge
worden, failliet zijn. Of hij kan geen flauwe notie hebben
het Nederlandse strafproces. Allemaal initiatieven om te tra
ten het isolement in de toren van Babel aan het Kle
Gartmanplantsoen te doorbreken. Maar de spraakverwarii
de verstrooiing in de zin van het Bijbelverhaal blijft. Direct
Postma: „De communicatie is voor ons in bepaalde geval
nog steeds een kwestie van handen- en voetenwerk." L
PIET SNOEB
„En de ganse aarde was van
enerlei spraak en enerlei
woorden..."
(Genesis 11:1)
Wat een onbereikbaar ideaalbeeld voor die oude Chinees in het
Huis van Bewaring I te Amsterdam Eén taal met louter dezelfde
woorden. Zijn werkelijkheid is dat hij de talen van twintig tot
vierentwintig nationaliteiten om zich heen hoort spreken. En
hij verstaat er allemaal niets van. Noch kan hij anderen
vertellen wat er in hem omgaat. Hij zit opgesloten, niet alleen
in zijn cel, maar nog meer in zijn eigen, onvertaalbare dialect.
Hij is afgegrendeld van iedere mogelijkheid tot communicatie.
Zijn eenzaamheid moet even groot zijn als die van de bouwers
van de toren van Babel toen plotseling de algemene spraakver
warring uitbrak.
Hoe oud hij precies is, weet niemand. In ieder geval te oud
om te kunnen werken in een van de werkplaatsen van het Huis
van Bewaring I waar de gedetineerden desgewenst bezigheid
kunnen zoeken. Hij is arbeidsongeschikt. Dus zit hij elke dag
van nul tot nul uur in zijn cel te denken, te mediteren. Waaraan
of waarover weet weer niemand. Hij mist de woorden om het
te duiden. Zijn geestelijke isolatie is bijna even compleet als
wanneer hij gezeten zou hebben op een godverlaten plek in de
Gobiwoestijn.