Tijd dringt voorlan Smith Martine Bijl schrijft alle sprookjes van Andersen voor bundel Sir Michael Tippett wordt in ons land onderschat Schuld aan dood van Christus in geding voor Franse rechter HANDTEKENINGEN GEVRAAGD VOOR STEUN AAN ISRAEL Paus pleit voor erkenning werk Thomas v. Aquino DINSDAG 10 DECEMBER 1974 Fantasie verder dan leuke liedje Martine Bijl heeft een nieuwe klus op zich genomen: voor uitgeverij Amsterdam Boek is zij bezig met het herschrijven van alle sprookjes van An dersen, van wie volgend jaar de honderdste sterfdag wordt herdacht. Augustus 1975 moe ten de eerste door Martine bewerkte sprookjes met teke ningen van Eppo Doeve als 14-daagse magazine verschij nen. Er komen 40 afleverin gen, die later kunnen 'worden gebundeld. Martine: „Ik ben nu bezig met de vierde afle vering, het zestiende sprookje. Ja, begonnen wordt met de meest bekende, zoals dat van het meisje met de zwavelstok jes". Totaal zijn het nu 162 sprook jes, bestemd voor kinderen vanaf 7 jaar. Martine: „Het is erg moeilijk om met deze leef tijdsgroep rekening-te houden. Ik dacht niet, dat Andersen voor kinderen heeft geschre ven, hij had een hekel aan kinderen, geloof ik. Bovendien wil ik de sfeer van Andersen behouden en dat kan alleen, wanneer je zijn woordgebruik aanhoudt. Heel moeilijk". Het zal Martine wel lukken. Eerder schreef zij het boek „Sprookjes van de Efteling", „Elfje Twaalfje" en „Elfje Twaalfje en het lentepenseel". De fantasie van deze zangeres gaat aanzienlijk verder dan moge blijken uit de liedjes waardoor zij bekend is gewor den als het Bloemendaalse Bos en Huil Marijke Pruil Ma rijke of 't Straatje van Plezier. Martine: „Maar ik hou er nog steeds van. Ze zijn uitstekend gemaakt". Wie Martine beoordeelt naar haar liedjes, doet haar drie of vier onderwerpen te kort, er nog van afgezien, dat zij niet alléén vrolijke „huppelliedjes" zingi Tegen haar gewoonte in wil ze iets laten horen. Het is aanzienlijk minder barok. „Voor het onbegrepene" heet het. „Dit vind ik zelf ook erg mooi en nog een paar andere. Maar je kan schrijven dat nie mand het kent". Misschien te weemoedig? Martine Bijl, ook fantasierijke schrijfster. Eilandje Het begint erop te lijken, dat Martine zich heeft terugge trokken op een eilandje, waar alleen zeer bevoegden mogen aanleggen. Dat blijkt uit en kele opmerkingen, als: „Ik heb een hekel aan teamwork wanneer ik de grote lijn niet kan volgen". Of: „Ik bemoei me overal mee, wil overal wat over kunnen zeggen". En: „Ju les de Corte belt me 's nachts op. Zeg ik, Juul, ik sliep een beetje. Zegt hij: „O ja, dat dacht ik wel". Dreigend: „Kom niet aan Jules de Cor te!" Martine Bijl kan erg dreigend kijken, gewoon bóós. Zo on schuldig als ze er gewoonlijk uitziet. „Ja dat weet ik, dat zeggen ze allemaal". Martine haalt haar schouders op, want van bozigheid is geen sprake. Hoewel „Vroeger, als ik het ergens niet mee eens was, kon ik niet uit m'n woorden komen en wist ik pas later wat ik had moeten zeggen. Dat heb ik af geleerd. Maar het komt toch nog wel voor, dat ik m'n mond maar houd en boos weg ga. Stom natuurlijk. Je moet iets uit kunnen praten; ik ben re delijk genoeg". Tekeningen Een illustratie van Martine uit haar boek „Elfje TWaalfje en het lentepenseel". Behalve de sprookjes van An dersen heeft Martine zich voorgenomen verder te gaan met schrijven. En tekenen. „Nee, ik heb geen tekenles gehad. Ja, een blauwe maan dag, met naakttekenen, maar dat was niks. Moeder schil dert goed". Daar moet Martine iets van hebben opgestoken, want de tekeningen bij haar twee „Elf je Twaalfje"-boeken tonen dromerig talent, vakkundig uitgewerkt „Zijn ze zo goed? O nou, ik weet het niet". Het „Lentepenseeltje" is een aardige bundeling van hetgeen Martine beroepshalve kan pro duceren. Het boekje bevat een grammofoonplaatje waarop Martine in haar stijl zingt en waaraan zij haar naam heeft te danken. De tekst, speels en vriendelijk, met stukjes humor die Engels aandoen, is van Martine en ook de tekeningen zijn gemaakt door de zange res. Toch blijft Martine Bijl in de eerste plaats zingen en snel wordt duidelijk waarom. „Ik houd het meest van zingen en financieel is het ook aantrek kelijker dan schrijven en teke- Martine treedt per week twee avonden op. „O, ze denken vaak dat ik rijk ben en schat ten verdien. Maar dat is niet waar. Ik haal in de verste verte niet, wat collega's soms verdienen. Martine streeft er ook niet naar. Zodra het gaat over haar schrijf- en tekenwerk, wordt ze prompt huiselijk en zit ze als een klein meisje op het tapijt haar werk te rangschik ken. „Ik ben erg aan m'n flat gebonden. Ik houd niet van reizen, België vind ik al var'V Bescheiden Op velen maakt Martine Bijl een aardige, bescheiden in druk en dat klopt ook wel, al is haar succesvolle begin stor machtig verlopen. „Ik was ze ventien en zat in de vijfde van het lyceum. Tijdens een schoolavondje werd ik ont dekt". Er kwam een e.p.'tje van: „Chansons". Toen een l.p.: „Martine Bijl" en toen was er geen houden meer aan. Het aantal platen op vertaalde tek sten en van Jules de Corte, Henk van der Molen en ande ren zoals Erst van Altena, dat Martine maakte kan ze zelf niet meer bijhouden; er zijn chrysanten en tulpen naar de Buitenveldertse zangeres ge noemd en het aantal onaardi ge reacties die ze tot nu toe heeft gekregen, is op de vin gers van één hand te tellen. Het laat haar allemaal rijke lijk koud. „Als ik later groot ben, wil ik blijven doen wat ik nu doe, alleen hopelijk be ter". Waarbij Martine de be kende glimlach toont die haar „zo aardig" maakt „Maar", zegt ze nu weer met boze ogen, „laten ze me in een zakelijk gesprek geen schatje noemen. Daar heb ik een verdomde hekel aan". F.J. BROMBERG Jljllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllll In het Indonesch Ethnografisch Museum Delft wordt van 14 de cember tot 27 april een tentoon stelling gehouden met als thema „W.O.J. Nieuwenkamp, etno- graficus van Bali". De expositie belicht vooral het werk als etno- graaf van de graficus-schilder Nieuwenkamp (1874-1950). IIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIl iiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De Hongaarse pianist Ballnt Vazsonyi, de laatste leerling van Eenst von Dohnó nyi, geeft op zondagmiddag 15 december een recital in Diligentia. Hij speelt werken van Brahms en Schu bert IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Van onze correspondent SALISBURY Na de mislukte besprekingen In Loesaka, de hoofdstad van Zambia, zullen de nationalistische leiders Ndabaningi Sithole, lei der van de ZANU, en Joshua Nkome, leider van de ZAPU, weer naar hun cellen in Rhodesië terugkeren, waar ze al elf jaar lang hebben doorgebracht zonder gerechtelijk vooronder zoek en zonder tenlastelegging, alleen maar op bevel van premier Smith. Zonder twijfel zullen ze een vriendelijker behandeling krijgen dan ze gewend zijn één van hen zou binnen enkele jaren premier kunnen zijn. Premier Smith zit voor het blok. Aan de er.e kant bereidt Mozambique zich voor op onafhankelijk heid onder het gezag van het Frelimo, de guerrilla- organisatie die gedurende drie jaar de zwaarste aanvallen van de Rhodesische veiligheidstroepen heeft doorstaan en die nu het beheer gaat voeren over de twee meest vitale spoorwegverbindingen voor Ian Smith. Het is duidelijk dat de Rhodesiërs niet langer kunnen rekenen op de havens van Beira en LourenC o Marques en andere moeten vinden voor het grootste deel van hun export en voor meer dan de helft van hun olie-import. Zuid-Afrika is de enige andere mogelijkheid, maar Smith is nu aan het ontdekken dat hij een hinder paal geworden is voor apartheid. Het is natuurlijk erg moeilijk voor de Zuidafri- kaanse premier Vorster om openlijk te zeggen dat hij niet verder mee zal helpen aan de overlevings- mogelijkheid voor Rhodesië. Maar het is duidelijk dat hij dit binnenskamers heeft laten weten. De Zuidafrikaanse havens zijn momenteel overladen; aan Smith hoeft alleen maar verteld te worden dat er geen grotere verschepingen in welke rich ting dan ook mogelijk zullen zijn en dat Rhödesie- voor een economische ineenstorting staat. Zuid-Afrika is begonnen te vechten voor zijn bestaan een lange strijd, maar intussen zal de regering in Pretoria concessies moeten doen. Eén daarvan is het opgeven van Rhodesië zoals Smith een paar maanden geleden al opmerkte: „Gooi ons voor de wolven". Een tweede concessie is afstand te doen van Zuidwest-Afrika, een derde is geld en energie te pompen in de opbouw van de zwarte Thuislanden. Daarna is er geen buffer meer tussen Zuid-Afrika en de wereld, en staan de blanken met hun rug tegen de zee. Als het zover is hopen ze voldoende vrienden in Afrika te hebben gekregen om zeker te zijn van hun eigen overlevingskans. De eerste stap is echter Rhodesië. Als een niet-vij- andig gezinde regering gevestigd kan worden aan de noordelijke grens zoals in Botswana en Lesotho is Zuid-Afrika veiliger. Er is veel dat Vorster aan een onafhankelijke zwarte regering in Salisbury te bieden heeft. Net zoals in Mozambi que het geval was met het Frelimo, mogen de toekomstige leiders in Rhodesië de apartheid wel haten, maar de economie van hun land maakt hen onmachtig daartegen op te treden. Ongetwijfeld is het plotselinge besluit van Smith om Nkomo en Sithole verlof te geven om naar Loesaka te gaan, genomen op aandringen van Zuid-Afrika. Het was ook een Zuidafrikaans toe stel dat hen naar Zambia vloog. De twee leiders hadden veel stof om te bepraten. Bovenaan de agenda stond eenheid tussen de twee onderling strijdende organisaties. Beide organisaties, de ZA PU en de ZANU, zijn sedert het begin van de zestiger jaren buiten de wet gesteld niet zozeer omdat hij zich tegen het minderheidsregime ver zetten, maar omdat ze verwikkeld waren in bloedi ge stammenoorlogen in de stadsgebieden van Rho desië. Het is gewoon om de rivaliteit toe te schrijven aan verschillen in ideologie en persoonlijkheid, maar dat is maar een deel van het verhaal. Beide organisaties willen onafhankelijkheid voor Rho desië op basis van algemeen kiesrecht, en hierin is voldoende grond voor eenheid tegen een ge meenschappelijke blanke vijand. Ondanks pogin gen van Nkomo en Sithole vanuit hun gevangenis sen zijn de twee organisaties er niet in geslaagd de eenheid te bereiken. Beide hebben tegenstrijdige guerrillalegers: ZAPU is getraind door de Russen, ZANU met meer moed en meer succes door de Chinezen. Het is niet duidelijk dat een verschillende communisti sche ideologie de beide groepen gescheiden houdt Het is in wezen een zaak van stamverschillen. Het ging in de afgelopen dagen om de minimumei sen voor de onderhandelingen. ZAPU, de zwakste van beide groepen, zou genoegen hebben genomen met een vrij langdurige overgangsperiode naar een meerderheidsbestuur, maar de strijdlustige ZANU wil één man één stem, en spoedig. De eis van ZANU kreeg de doorslag. Van zijn kant wilde Smith proberen de nationalisten het idee te verko pen van een stap naar parlementaire pariteit m.a.w. een situatie waarin de meerderheid van 5,5, miljoen zwarten 50 zetels zou verkrijgen tegenover de 50 zetels voor de 250.000 blanken. De ZANU van dominee Sithole had dit plan al verworpen en Smith zou het aan de onderhande lingstafel officieel horen. En zonder het aanvaar den door de blanken van een meerderheidsbestuur en algemeen kiesrecht voor de volwassenen zou er geen einde komen aan de guerrillastrijd. Smith heeft gezegd dat er nooit een meerderheids bestuur zal komen in Rhodesië. Hij noemde het „schapen tellen", en hij gelooft dat het onbe schaafd en oneerlijk is. Voordat op dit punt wordt toegegeven zal Smith waarschijnlijk moeten zijn afgetreden. Daartegen over zou hij kunnen besluiten om dit tot het laatst uit te stellen en Vorster uit te dagen de Rhodesiërs te laten vallen. Maar een dergelijke politiek zou levens riskeren en de economie en stabiliteit van het land in gevaar brengen. In elk geval kan Rhodesië niet ver meer verwij derd zijn van een zwarte regering: misschien één of twee jaar. Het is jammer dat de blanken zo weinig tijd hebben besteed aan het opleiden van Afrikanen voor verantwoordelijke posities. Maar veel zwarte nationalisten hopen dat er voldoende blanken bereid zullen zijn om in Rhodesië te blijven, en naast de Afrikanen te werken aan een gezamenlijke toekomst Er hangt nog steeds veel af van Smith. Prijsuitreiking Jan Campert-stichting Den Haag De Wethouder voor Jeugd, Sport, Recreatie en Kunst, de heer P. Vink, zal op donderdag 19 december de let terkundige prijzen 1974 van de Jan-Campcrtstichting uitreiken tijdens een bijeenkomst in het gebouw Javastraat 26. De prij zen zijn door de Jury, bestaande uit Gerrit Borgers, Pierre H. Dubois, Jacques den Haan en Harry Scholten, toegekend aan M. Vasalis, Hugues Pernath, William Kuik en dr. P. J. Buijn- sters. M. Vasalis, krijgt de Con- statijn Huygensprijs, groot 6.000,—, voor zijn gehele oeu vre. De Jan-Campertprijs van 3.000,— gaat naar de Belg Hu gues Pernath voor zijn dicht bundel „Mijn Tegenstem". Wil liam Kuik komt met zijn roman „De Held van het Potspel" in aanmerking voor de Vijverberg prijs van 3.000,—. Een bijzon dere prijs tenslotte van even eens 3.000,— is toegekend aan dr. P. J. Buijnsters voor zijn Biografie over Hieronymus van Alphen. Kunst en kunstenaars De vlaamse auteur Hubert Lampo zal op vrijdagavond 13 december in de zaal v. Stolkweg 35, Scheveningen voor de twee de maal aanwe^g zijn in de BZZTOH-schrijverscvclus. Het Salvatorkoor o.l.v. Freek Ad. de Boer geeft op zaterdag 21 december een advent-kerct concert in de Lutherse Kerk te Den Haag. Medewerking verle nen organist Ben van Oosten, sopraan Bep van der Kooy en alt Adri Huisman. Galerie Mokum, O.Z. Voorburg wal 334, Amsterdam, exposeert van 13 december tot 8 Januari grafiek, tekeningen en een schil derij van Jan Mankes. Het Publlekstheater geeft op maandag 23 december in de Ko ninklijke Schouwburg de eerste voorstelling voor Den Haag van Tsjechows Iwanow in de regie van Hans Croiset Medespelen- den zijn Mariëlle Fiolet (a.g.), Nell Koppen, Anny de Lange (a.g.), Petra Laseur, Annet Nieu- wenhuyzen, Theu Boermans, Hans Boswinkel, Hans Croiset, Max Croiset, Herman van Elte- ren, Gerard Hartkamp, Chiem van Houweninge, Jan Retèl, Eric Schneider (titelrol), Hans van den Berg, Ed van Gils, Maya Kunst, Marian Lamb- rechts en Henk Henalng. De componist Michael Tip pett, de Engelsman die in 1966 werd geridderd heeft in ons land veel minderweerklank gevonden dan zijn landgenoot Benjamin Britten. Even, kort na de bevrijding, was Tippett hier populair door zijn in de eerste oorlogsdagen geschre ven oratorium „A Child of Our Time" dat over verdrukte minderheden handelt en de monstratief negro-spirituals toepast in plaats van koralen. Wat Tippett echter verder maakte symfonieën, concer ten, kamermuziek deed het bij ons niet, en kwam dus zelden aan bod, hoewel de op de traditie voortbouwende muziek in zijn soort origineel, vitaal, intelligent en vinding rijk Is. Met een bewonderenswaardige vasthoudendheid blijft Philips het werk van de onderschatte Tippett onder de aandacht van de kopers van grammofoon platen brengen. Zojuist ver scheen cassette 6700 063 met, op twee platen compleet zijn' derde opera „The Knot Gar den", waarvoor hij, als ge woonlijk, zelf de tekst schreef. Tippet kan zich niet neerleg-, gen bijandermans tekst on raakte dus, zich inspirerend op T. S. Eliot en Virginia Woolf, oen moderne zeden- fcommedie met het mislukte huwelijk als centraal thema. De tekst is niet sterk maar de muziek wel, zeker in de fantas tische vertolking onder Colin Davis met de bezetting van de première in 1971 in Covert Garden. De civiel-ingenieur. zijn vrouw die zoveel van tuin ieren houdt, haar militante zuster, de neger die schrijft en zijn blanke vriend die muziek maakt, de analyst en het jonge meisje: al die personnages krijgen een markante gestalte, zowel door de muziek als door de creaties van de voortreffe lijk zingende sopranen Jill Go mez en Josephine Bartsthow, de tenor Robert Tear, en bari tons Raimund Herincx. Tho mas Carey en Thomas Hem- sley en last but not least de mezzo Yvonne Minton. Tegelijk met deze cassette ver scheen Philips-plaat 6500 534, •waarop alle drie pianosonates zijn opgenomen. De rechtbank in' het Franse Troyes zal morgen uitspraak moeten doen in een geding tussen de voormalige verdedi ger van maarschalk Pétain, mr. Jacques Isorni en de ex- priester George de Nantes. De eerste heeft de tweede aange klaagd wegens laster. Op zich niets uitzonderlijks. Het op merkelijke ligt in de omstan digheid, dat de rechtbank in zijn uitspraak impliciet zou vaststellen of de joden al dan niet voor de dood van Chris tus verantwoordelijk gesteld kunnen worden. Maltre Isorni had in 1967 een werk gepubliceerd onder de titel „Het ware proces van Je zus", waarin hij tot de conclu sie kwam, dat het joodse volk onschuldig is aan de dood van Christus. George de Nantes, die op felle wijze de nieuwe oriëntatie van de katholieke kerk aanvalt, pauls Paulus van ketterij heeft beschuldigd en door zijn bis schop uit zijn priesterlijke ambt is ontzet, publiceerde vo rig jaar een artikel, waarin hij stelde, dat alle niet bekeerde Israëlieten collectief verant woordelijk zijn voor de dood van Christus. In zijn maand blad, dat een oplage heeft van 37.500 exemplaren, leverde George de Nantes kritiek op het boek van maltre Isorni, die hij een leugenaar, een afvalli- noemde. evangelievervalser Deze liet dit niet op zich zitten en eiste een schadevergoeding van 10.001 francs. Isorni ver klaarde ter zitting dat de be schuldiging van De Nantes verbijsterend was, omdat de hoogste kerkelijke autoriteiten zijn werk hadden goedge keurd. Tijdens het proces kwam in tussen het ware onderwerp naar voren: een open contr overse over het nog altijd ac tuele probleem van het anti-se- mitisme. Rome heeft indertijd de uitdrukking „godsmoorde naars" aan het adres van het joodse volk uit een aantal tek sten verwijderd en maltre Isorni had als jurist willen aantonen dat deze beschuldi ging ook op grond van histori sche feiten niet houdbaar was. Volgens de auteur waren de Romeinen verantwoordelijk voor het ter dood brengen van Jezus Christus. In zijn vertoog De Nantes dat het judaisme „een valse gods dienst is, die, omdat zij anti- Christus is, noodzakelijkerwij ze satanisch is". Hij ontkende echter anti-semiet te zijn en zei: „De joden van hun mis daad vrijpleiten (zelfs ten be hoeve van betere oecumeni sche verstandhouding) bete kent ingaan tegen alles was het katholieke dogma vormt. Ik heb slechts mijn geloof en mijn kerk te verdedigen". Uit een aantal theologische disputen tussen aanklager en beschuldigde, waaruit bleek dat de geestelijke tenslotte toch beter in deze materie thuis was dan de advocaat en tal van spitsvondige argumen teringen, moet de rechtbank nu een oordeel vellen. Volgens De Nantes wisten de joodse rechters van Jezus zeer goed dat deze „de zoon van God" was toen zij hem ter dood veroordeelden en dientenge volge maakten zij zich schul dig aan godsmoord. Maltre Isorni had op de eerste zitting van het proces tegen het hof verklaard „Als u De Nantes vrijspreekt, rechtvaar digt u daarmee de oproepen tot haat van een fanaticus". De Nantes verklaarde dat het hof de openbare mening zou misleiden als het hem schuldig verklaarde. „In een rechtszaak die in wezen een zaak van ideeën over een probleem van religieuze dogmatiek is zou de openbare mening kunnen gelo ven dat, via een veroordeling wegens laster, in werkelijk heid tevens geoordeeld wordt over de verantwoordelijkheid aan de dood van Christus". KERK EN WERELD KORTE METTEN Het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken wordt uitgenodigd om in 1976 in Finland bijeen te komen. Het besluit voor die uitnodi ging is genomen door de syno de van de lutherse kerk van Finland. Het centraal comité zou oorspronkelijk vorig Jaar al in Helsinki bijeengekomen zijn. De dollarcrisis was toen echter aanleiding tot het be sluit zo goedkoop mogelijk te vergaderen en dat was in het hoofdkwartier van de wereld raad in Geneve. Het beroemde en kostbare gouden altaar, toegewijd aan de kerkvader Ambrosius, in de Ambrosiuskerk te Milaan moet worden gerestaureerd, Het heeft ernstig geleden on der de luchtvervuiling. Het al taar, een kostbaar voorbeeld van goudsmeedkunst uit de Karolingische tijd, is ruim elf eeuwen oud. Een woordvoerder van het aartsbisdom Brussel en Me- 'chelen heeft het onder meer in het Napolitaanse blad "II Ma- tino" verschenen bericht, dat kardinaal Suenens spoedig zou aftreden om zich geheel te gaan wijden aan de charisma tische vernieuwingsbeweging in de Kerk, volledig uit de lucht gegrepen genoemd. Het is totaal uitgesloten, zo zei hij, dat de kardinaal, die zeventig jaar oud is, zijn ambt zal neer leggen. Het moderamen van de her vormde synode heeft zich ge steld achter de oproep van eind vorige maand van 86 Ne derlanders voor steun aan Is raël en de plaatselijke her vormde gemeenten en voorts veertien andere Nederlandse kerken en geloofsgemeen schappen gevraagd zich er met een handtekenlgenactle bij aan te sluiten. De oproep van de 86 Neder landers is vorige maand uitge geven in verband met de moei lijke positie van de staat en het volk Israël te midden van de politieke ontwikkeling in de werejd. Het moderamen vraagt deze verklaring plaatselijk in over weging te nemen en de kerk gangers na de kerkdiensten die omstreeks Kerstmis wor den gehouden de gelegenheid te bieden met een handteke ning adhesie te betuigen. Het moderamen wil de lijsten met handtekeningen verzamelen, want "wij achten het van groot belang, dat regering en volk van Nederland weten hoe de inhoud van de genoemde verklaring gehoor vindt bij ve le landgenoten". Voorts heeft het moderamen de andere kerken, die lid zijn van de landelijke Raad van Kerken, evenals de kerken die samenwerken in het Interker kelijk Contact in Overheidsza ken, op de hoogte gesteld van de hervormde handtckeninge- nactie voor Israël en uitdruk kelijk gevraagd zich erbij aan te sluiten. Dit omdat, aldus het hervormd moderamen, "de po sitie van het volk Israël in de huidige wereldsamenleving een zaak is, die naar onze mening alle kerken gelijkelijk aangaat. Wij zijn zelfs van me ning, dat de aspecten van ge rechtigheid en een rechtvaar dige samenleving der volkeren deze problematiek van' wezen lijk belang doen zijn voor alle Nederlanders". In een 29 pagina's lange bood schap aan de magister gene raal der orde der Dominica nen heeft Paus Paulus met grote nadruk onderstreept, dat de filosofische en theolo- gischc arbeid van Thomas van Aquino haar geldigheid, ook voor deze tijd, volledig heeft behouden. Paus Paulus zond zijn boodschap ter gele genheid van de zevenhonderd ste verjaardag van het overlij den van Thomas van Aquino. Hij constateerde een wijd ver breid wantrouwen of zelfs af keer jegens de dertiende eeuw se kerkleraar, maar deze vin den volgens de paus vooral hun oorzaak in een slechts op pervlakkige of sporadische kennismaking met het werk van Thomas, of zelfs in de volledige onbekendheid ermee. Uitvoerig schildert Paus Pau lus de verdiensten van Tho mas van Aquino, vooral in -diens verzoenende arbeid tus sen het fideisme, dat de ge rechtvaardigde eisen van het verstand wilde blokkeren ten gunste van geestelijke zaken, en het naturalisme, dat de we reld en vooral de cultuur wilde vrij maken van iedere relatie met God. Het werk van Thomas van Aquino heeft ook betekenis voor deze tijd, zo vervolgt de paus zijn boodschap. Maar de actualiteit van het Thomisme komt echter dan pas aan haar trekken, wanneer men de moeilijkheden overwint, die het gevolg zijn van de histori sche gebondenheid van zijn fi losofie, en men doordringt tot de kern van zijn denken. De paus noemt het de plicht van eenieder, die zich met het werk van Thomas van Aquino bezighoudt, dit niet te beper ken tot een verwijzende of for malistische manier, maar dit te doen op een wijze, die aan gepast is aan deze tijd en open staat voor de richtlijnen van het tweede Vatikaanse conci lie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 11