Tijd dringt
voorlan Smith
Martine Bijl
schrijft alle
sprookjes van
Andersen voor
bundel
Sir Michael Tippett wordt
in ons land onderschat
Schuld aan dood van Christus
in geding voor Franse rechter
HANDTEKENINGEN GEVRAAGD
VOOR STEUN AAN ISRAEL
Paus pleit voor
erkenning werk
Thomas v. Aquino
DINSDAG 10 DECEMBER 1974
Fantasie verder dan leuke liedje
Martine Bijl heeft een nieuwe
klus op zich genomen: voor
uitgeverij Amsterdam Boek is
zij bezig met het herschrijven
van alle sprookjes van An
dersen, van wie volgend jaar
de honderdste sterfdag wordt
herdacht. Augustus 1975 moe
ten de eerste door Martine
bewerkte sprookjes met teke
ningen van Eppo Doeve als
14-daagse magazine verschij
nen. Er komen 40 afleverin
gen, die later kunnen 'worden
gebundeld. Martine: „Ik ben
nu bezig met de vierde afle
vering, het zestiende sprookje.
Ja, begonnen wordt met de
meest bekende, zoals dat van
het meisje met de zwavelstok
jes".
Totaal zijn het nu 162 sprook
jes, bestemd voor kinderen
vanaf 7 jaar. Martine: „Het is
erg moeilijk om met deze leef
tijdsgroep rekening-te houden.
Ik dacht niet, dat Andersen
voor kinderen heeft geschre
ven, hij had een hekel aan
kinderen, geloof ik. Bovendien
wil ik de sfeer van Andersen
behouden en dat kan alleen,
wanneer je zijn woordgebruik
aanhoudt. Heel moeilijk".
Het zal Martine wel lukken.
Eerder schreef zij het boek
„Sprookjes van de Efteling",
„Elfje Twaalfje" en „Elfje
Twaalfje en het lentepenseel".
De fantasie van deze zangeres
gaat aanzienlijk verder dan
moge blijken uit de liedjes
waardoor zij bekend is gewor
den als het Bloemendaalse
Bos en Huil Marijke Pruil Ma
rijke of 't Straatje van Plezier.
Martine: „Maar ik hou er nog
steeds van. Ze zijn uitstekend
gemaakt".
Wie Martine beoordeelt naar
haar liedjes, doet haar drie of
vier onderwerpen te kort, er
nog van afgezien, dat zij niet
alléén vrolijke „huppelliedjes"
zingi Tegen haar gewoonte in
wil ze iets laten horen. Het is
aanzienlijk minder barok.
„Voor het onbegrepene" heet
het. „Dit vind ik zelf ook erg
mooi en nog een paar andere.
Maar je kan schrijven dat nie
mand het kent". Misschien te
weemoedig?
Martine Bijl, ook fantasierijke schrijfster.
Eilandje
Het begint erop te lijken, dat
Martine zich heeft terugge
trokken op een eilandje, waar
alleen zeer bevoegden mogen
aanleggen. Dat blijkt uit en
kele opmerkingen, als: „Ik
heb een hekel aan teamwork
wanneer ik de grote lijn niet
kan volgen". Of: „Ik bemoei
me overal mee, wil overal wat
over kunnen zeggen". En: „Ju
les de Corte belt me 's nachts
op. Zeg ik, Juul, ik sliep een
beetje. Zegt hij: „O ja, dat
dacht ik wel". Dreigend:
„Kom niet aan Jules de Cor
te!"
Martine Bijl kan erg dreigend
kijken, gewoon bóós. Zo on
schuldig als ze er gewoonlijk
uitziet. „Ja dat weet ik, dat
zeggen ze allemaal". Martine
haalt haar schouders op, want
van bozigheid is geen sprake.
Hoewel
„Vroeger, als ik het ergens
niet mee eens was, kon ik niet
uit m'n woorden komen en
wist ik pas later wat ik had
moeten zeggen. Dat heb ik af
geleerd. Maar het komt toch
nog wel voor, dat ik m'n mond
maar houd en boos weg ga.
Stom natuurlijk. Je moet iets
uit kunnen praten; ik ben re
delijk genoeg".
Tekeningen
Een illustratie van Martine uit haar boek „Elfje
TWaalfje en het lentepenseel".
Behalve de sprookjes van An
dersen heeft Martine zich
voorgenomen verder te gaan
met schrijven. En tekenen.
„Nee, ik heb geen tekenles
gehad. Ja, een blauwe maan
dag, met naakttekenen, maar
dat was niks. Moeder schil
dert goed".
Daar moet Martine iets van
hebben opgestoken, want de
tekeningen bij haar twee „Elf
je Twaalfje"-boeken tonen
dromerig talent, vakkundig
uitgewerkt „Zijn ze zo goed?
O nou, ik weet het niet".
Het „Lentepenseeltje" is een
aardige bundeling van hetgeen
Martine beroepshalve kan pro
duceren. Het boekje bevat een
grammofoonplaatje waarop
Martine in haar stijl zingt en
waaraan zij haar naam heeft
te danken. De tekst, speels en
vriendelijk, met stukjes humor
die Engels aandoen, is van
Martine en ook de tekeningen
zijn gemaakt door de zange
res. Toch blijft Martine Bijl in
de eerste plaats zingen en snel
wordt duidelijk waarom. „Ik
houd het meest van zingen en
financieel is het ook aantrek
kelijker dan schrijven en teke-
Martine treedt per week twee
avonden op. „O, ze denken
vaak dat ik rijk ben en schat
ten verdien. Maar dat is niet
waar. Ik haal in de verste
verte niet, wat collega's soms
verdienen.
Martine streeft er ook niet
naar. Zodra het gaat over haar
schrijf- en tekenwerk, wordt
ze prompt huiselijk en zit ze
als een klein meisje op het
tapijt haar werk te rangschik
ken. „Ik ben erg aan m'n flat
gebonden. Ik houd niet van
reizen, België vind ik al var'V
Bescheiden
Op velen maakt Martine Bijl
een aardige, bescheiden in
druk en dat klopt ook wel, al
is haar succesvolle begin stor
machtig verlopen. „Ik was ze
ventien en zat in de vijfde
van het lyceum. Tijdens een
schoolavondje werd ik ont
dekt".
Er kwam een e.p.'tje van:
„Chansons". Toen een l.p.:
„Martine Bijl" en toen was er
geen houden meer aan. Het
aantal platen op vertaalde tek
sten en van Jules de Corte,
Henk van der Molen en ande
ren zoals Erst van Altena, dat
Martine maakte kan ze zelf
niet meer bijhouden; er zijn
chrysanten en tulpen naar de
Buitenveldertse zangeres ge
noemd en het aantal onaardi
ge reacties die ze tot nu toe
heeft gekregen, is op de vin
gers van één hand te tellen.
Het laat haar allemaal rijke
lijk koud. „Als ik later groot
ben, wil ik blijven doen wat
ik nu doe, alleen hopelijk be
ter". Waarbij Martine de be
kende glimlach toont die haar
„zo aardig" maakt „Maar",
zegt ze nu weer met boze ogen,
„laten ze me in een zakelijk
gesprek geen schatje noemen.
Daar heb ik een verdomde
hekel aan".
F.J. BROMBERG
Jljllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllll
In het Indonesch Ethnografisch
Museum Delft wordt van 14 de
cember tot 27 april een tentoon
stelling gehouden met als thema
„W.O.J. Nieuwenkamp, etno-
graficus van Bali". De expositie
belicht vooral het werk als etno-
graaf van de graficus-schilder
Nieuwenkamp (1874-1950).
IIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIl
iiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De Hongaarse pianist Ballnt
Vazsonyi, de laatste leerling van
Eenst von Dohnó nyi, geeft op
zondagmiddag 15 december een
recital in Diligentia. Hij speelt
werken van Brahms en Schu
bert
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Van onze correspondent
SALISBURY Na de mislukte besprekingen In
Loesaka, de hoofdstad van Zambia, zullen de
nationalistische leiders Ndabaningi Sithole, lei
der van de ZANU, en Joshua Nkome, leider van
de ZAPU, weer naar hun cellen in Rhodesië
terugkeren, waar ze al elf jaar lang hebben
doorgebracht zonder gerechtelijk vooronder
zoek en zonder tenlastelegging, alleen maar op
bevel van premier Smith. Zonder twijfel zullen
ze een vriendelijker behandeling krijgen dan ze
gewend zijn één van hen zou binnen enkele
jaren premier kunnen zijn.
Premier Smith zit voor het blok. Aan de er.e kant
bereidt Mozambique zich voor op onafhankelijk
heid onder het gezag van het Frelimo, de guerrilla-
organisatie die gedurende drie jaar de zwaarste
aanvallen van de Rhodesische veiligheidstroepen
heeft doorstaan en die nu het beheer gaat voeren
over de twee meest vitale spoorwegverbindingen
voor Ian Smith. Het is duidelijk dat de Rhodesiërs
niet langer kunnen rekenen op de havens van
Beira en LourenC o Marques en andere moeten
vinden voor het grootste deel van hun export en
voor meer dan de helft van hun olie-import.
Zuid-Afrika is de enige andere mogelijkheid, maar
Smith is nu aan het ontdekken dat hij een hinder
paal geworden is voor apartheid.
Het is natuurlijk erg moeilijk voor de Zuidafri-
kaanse premier Vorster om openlijk te zeggen dat
hij niet verder mee zal helpen aan de overlevings-
mogelijkheid voor Rhodesië. Maar het is duidelijk
dat hij dit binnenskamers heeft laten weten. De
Zuidafrikaanse havens zijn momenteel overladen;
aan Smith hoeft alleen maar verteld te worden
dat er geen grotere verschepingen in welke rich
ting dan ook mogelijk zullen zijn en dat Rhödesie-
voor een economische ineenstorting staat.
Zuid-Afrika is begonnen te vechten voor zijn
bestaan een lange strijd, maar intussen zal de
regering in Pretoria concessies moeten doen. Eén
daarvan is het opgeven van Rhodesië zoals
Smith een paar maanden geleden al opmerkte:
„Gooi ons voor de wolven". Een tweede concessie
is afstand te doen van Zuidwest-Afrika, een derde
is geld en energie te pompen in de opbouw van
de zwarte Thuislanden.
Daarna is er geen buffer meer tussen Zuid-Afrika
en de wereld, en staan de blanken met hun rug
tegen de zee. Als het zover is hopen ze voldoende
vrienden in Afrika te hebben gekregen om zeker
te zijn van hun eigen overlevingskans.
De eerste stap is echter Rhodesië. Als een niet-vij-
andig gezinde regering gevestigd kan worden aan
de noordelijke grens zoals in Botswana en
Lesotho is Zuid-Afrika veiliger. Er is veel dat
Vorster aan een onafhankelijke zwarte regering
in Salisbury te bieden heeft. Net zoals in Mozambi
que het geval was met het Frelimo, mogen de
toekomstige leiders in Rhodesië de apartheid wel
haten, maar de economie van hun land maakt hen
onmachtig daartegen op te treden.
Ongetwijfeld is het plotselinge besluit van Smith
om Nkomo en Sithole verlof te geven om naar
Loesaka te gaan, genomen op aandringen van
Zuid-Afrika. Het was ook een Zuidafrikaans toe
stel dat hen naar Zambia vloog. De twee leiders
hadden veel stof om te bepraten. Bovenaan de
agenda stond eenheid tussen de twee onderling
strijdende organisaties. Beide organisaties, de ZA
PU en de ZANU, zijn sedert het begin van de
zestiger jaren buiten de wet gesteld niet zozeer
omdat hij zich tegen het minderheidsregime ver
zetten, maar omdat ze verwikkeld waren in bloedi
ge stammenoorlogen in de stadsgebieden van Rho
desië.
Het is gewoon om de rivaliteit toe te schrijven
aan verschillen in ideologie en persoonlijkheid,
maar dat is maar een deel van het verhaal. Beide
organisaties willen onafhankelijkheid voor Rho
desië op basis van algemeen kiesrecht, en hierin
is voldoende grond voor eenheid tegen een ge
meenschappelijke blanke vijand. Ondanks pogin
gen van Nkomo en Sithole vanuit hun gevangenis
sen zijn de twee organisaties er niet in geslaagd
de eenheid te bereiken.
Beide hebben tegenstrijdige guerrillalegers: ZAPU
is getraind door de Russen, ZANU met meer
moed en meer succes door de Chinezen. Het
is niet duidelijk dat een verschillende communisti
sche ideologie de beide groepen gescheiden houdt
Het is in wezen een zaak van stamverschillen.
Het ging in de afgelopen dagen om de minimumei
sen voor de onderhandelingen. ZAPU, de zwakste
van beide groepen, zou genoegen hebben genomen
met een vrij langdurige overgangsperiode naar een
meerderheidsbestuur, maar de strijdlustige ZANU
wil één man één stem, en spoedig. De eis van
ZANU kreeg de doorslag. Van zijn kant wilde
Smith proberen de nationalisten het idee te verko
pen van een stap naar parlementaire pariteit
m.a.w. een situatie waarin de meerderheid van 5,5,
miljoen zwarten 50 zetels zou verkrijgen tegenover
de 50 zetels voor de 250.000 blanken.
De ZANU van dominee Sithole had dit plan al
verworpen en Smith zou het aan de onderhande
lingstafel officieel horen. En zonder het aanvaar
den door de blanken van een meerderheidsbestuur
en algemeen kiesrecht voor de volwassenen zou
er geen einde komen aan de guerrillastrijd.
Smith heeft gezegd dat er nooit een meerderheids
bestuur zal komen in Rhodesië. Hij noemde het
„schapen tellen", en hij gelooft dat het onbe
schaafd en oneerlijk is.
Voordat op dit punt wordt toegegeven zal Smith
waarschijnlijk moeten zijn afgetreden. Daartegen
over zou hij kunnen besluiten om dit tot het laatst
uit te stellen en Vorster uit te dagen de Rhodesiërs
te laten vallen. Maar een dergelijke politiek zou
levens riskeren en de economie en stabiliteit van
het land in gevaar brengen.
In elk geval kan Rhodesië niet ver meer verwij
derd zijn van een zwarte regering: misschien één
of twee jaar. Het is jammer dat de blanken zo
weinig tijd hebben besteed aan het opleiden van
Afrikanen voor verantwoordelijke posities. Maar
veel zwarte nationalisten hopen dat er voldoende
blanken bereid zullen zijn om in Rhodesië te
blijven, en naast de Afrikanen te werken aan een
gezamenlijke toekomst Er hangt nog steeds veel
af van Smith.
Prijsuitreiking Jan
Campert-stichting
Den Haag De Wethouder
voor Jeugd, Sport, Recreatie en
Kunst, de heer P. Vink, zal op
donderdag 19 december de let
terkundige prijzen 1974 van de
Jan-Campcrtstichting uitreiken
tijdens een bijeenkomst in het
gebouw Javastraat 26. De prij
zen zijn door de Jury, bestaande
uit Gerrit Borgers, Pierre H.
Dubois, Jacques den Haan en
Harry Scholten, toegekend aan
M. Vasalis, Hugues Pernath,
William Kuik en dr. P. J. Buijn-
sters. M. Vasalis, krijgt de Con-
statijn Huygensprijs, groot
6.000,—, voor zijn gehele oeu
vre. De Jan-Campertprijs van
3.000,— gaat naar de Belg Hu
gues Pernath voor zijn dicht
bundel „Mijn Tegenstem". Wil
liam Kuik komt met zijn roman
„De Held van het Potspel" in
aanmerking voor de Vijverberg
prijs van 3.000,—. Een bijzon
dere prijs tenslotte van even
eens 3.000,— is toegekend aan
dr. P. J. Buijnsters voor zijn
Biografie over Hieronymus van
Alphen.
Kunst en
kunstenaars
De vlaamse auteur Hubert
Lampo zal op vrijdagavond 13
december in de zaal v. Stolkweg
35, Scheveningen voor de twee
de maal aanwe^g zijn in de
BZZTOH-schrijverscvclus.
Het Salvatorkoor o.l.v. Freek
Ad. de Boer geeft op zaterdag
21 december een advent-kerct
concert in de Lutherse Kerk te
Den Haag. Medewerking verle
nen organist Ben van Oosten,
sopraan Bep van der Kooy en
alt Adri Huisman.
Galerie Mokum, O.Z. Voorburg
wal 334, Amsterdam, exposeert
van 13 december tot 8 Januari
grafiek, tekeningen en een schil
derij van Jan Mankes.
Het Publlekstheater geeft op
maandag 23 december in de Ko
ninklijke Schouwburg de eerste
voorstelling voor Den Haag van
Tsjechows Iwanow in de regie
van Hans Croiset Medespelen-
den zijn Mariëlle Fiolet (a.g.),
Nell Koppen, Anny de Lange
(a.g.), Petra Laseur, Annet Nieu-
wenhuyzen, Theu Boermans,
Hans Boswinkel, Hans Croiset,
Max Croiset, Herman van Elte-
ren, Gerard Hartkamp, Chiem
van Houweninge, Jan Retèl,
Eric Schneider (titelrol), Hans
van den Berg, Ed van Gils,
Maya Kunst, Marian Lamb-
rechts en Henk Henalng.
De componist Michael Tip
pett, de Engelsman die in 1966
werd geridderd heeft in ons
land veel minderweerklank
gevonden dan zijn landgenoot
Benjamin Britten. Even, kort
na de bevrijding, was Tippett
hier populair door zijn in de
eerste oorlogsdagen geschre
ven oratorium „A Child of
Our Time" dat over verdrukte
minderheden handelt en de
monstratief negro-spirituals
toepast in plaats van koralen.
Wat Tippett echter verder
maakte symfonieën, concer
ten, kamermuziek deed het
bij ons niet, en kwam dus
zelden aan bod, hoewel de op
de traditie voortbouwende
muziek in zijn soort origineel,
vitaal, intelligent en vinding
rijk Is.
Met een bewonderenswaardige
vasthoudendheid blijft Philips
het werk van de onderschatte
Tippett onder de aandacht van
de kopers van grammofoon
platen brengen. Zojuist ver
scheen cassette 6700 063 met,
op twee platen compleet zijn'
derde opera „The Knot Gar
den", waarvoor hij, als ge
woonlijk, zelf de tekst schreef.
Tippet kan zich niet neerleg-,
gen bijandermans tekst on
raakte dus, zich inspirerend
op T. S. Eliot en Virginia
Woolf, oen moderne zeden-
fcommedie met het mislukte
huwelijk als centraal thema.
De tekst is niet sterk maar de
muziek wel, zeker in de fantas
tische vertolking onder Colin
Davis met de bezetting van de
première in 1971 in Covert
Garden. De civiel-ingenieur.
zijn vrouw die zoveel van tuin
ieren houdt, haar militante
zuster, de neger die schrijft en
zijn blanke vriend die muziek
maakt, de analyst en het jonge
meisje: al die personnages
krijgen een markante gestalte,
zowel door de muziek als door
de creaties van de voortreffe
lijk zingende sopranen Jill Go
mez en Josephine Bartsthow,
de tenor Robert Tear, en bari
tons Raimund Herincx. Tho
mas Carey en Thomas Hem-
sley en last but not least de
mezzo Yvonne Minton.
Tegelijk met deze cassette ver
scheen Philips-plaat 6500 534,
•waarop alle drie pianosonates
zijn opgenomen.
De rechtbank in' het Franse
Troyes zal morgen uitspraak
moeten doen in een geding
tussen de voormalige verdedi
ger van maarschalk Pétain,
mr. Jacques Isorni en de ex-
priester George de Nantes. De
eerste heeft de tweede aange
klaagd wegens laster. Op zich
niets uitzonderlijks. Het op
merkelijke ligt in de omstan
digheid, dat de rechtbank in
zijn uitspraak impliciet zou
vaststellen of de joden al dan
niet voor de dood van Chris
tus verantwoordelijk gesteld
kunnen worden.
Maltre Isorni had in 1967 een
werk gepubliceerd onder de
titel „Het ware proces van Je
zus", waarin hij tot de conclu
sie kwam, dat het joodse volk
onschuldig is aan de dood van
Christus.
George de Nantes, die op felle
wijze de nieuwe oriëntatie van
de katholieke kerk aanvalt,
pauls Paulus van ketterij heeft
beschuldigd en door zijn bis
schop uit zijn priesterlijke
ambt is ontzet, publiceerde vo
rig jaar een artikel, waarin hij
stelde, dat alle niet bekeerde
Israëlieten collectief verant
woordelijk zijn voor de dood
van Christus. In zijn maand
blad, dat een oplage heeft van
37.500 exemplaren, leverde
George de Nantes kritiek op
het boek van maltre Isorni, die
hij een leugenaar, een afvalli-
noemde.
evangelievervalser
Deze liet dit niet op zich zitten
en eiste een schadevergoeding
van 10.001 francs. Isorni ver
klaarde ter zitting dat de be
schuldiging van De Nantes
verbijsterend was, omdat de
hoogste kerkelijke autoriteiten
zijn werk hadden goedge
keurd.
Tijdens het proces kwam in
tussen het ware onderwerp
naar voren: een open contr
overse over het nog altijd ac
tuele probleem van het anti-se-
mitisme. Rome heeft indertijd
de uitdrukking „godsmoorde
naars" aan het adres van het
joodse volk uit een aantal tek
sten verwijderd en maltre
Isorni had als jurist willen
aantonen dat deze beschuldi
ging ook op grond van histori
sche feiten niet houdbaar was.
Volgens de auteur waren de
Romeinen verantwoordelijk
voor het ter dood brengen van
Jezus Christus.
In zijn vertoog De Nantes dat
het judaisme „een valse gods
dienst is, die, omdat zij anti-
Christus is, noodzakelijkerwij
ze satanisch is". Hij ontkende
echter anti-semiet te zijn en
zei: „De joden van hun mis
daad vrijpleiten (zelfs ten be
hoeve van betere oecumeni
sche verstandhouding) bete
kent ingaan tegen alles was
het katholieke dogma vormt.
Ik heb slechts mijn geloof en
mijn kerk te verdedigen".
Uit een aantal theologische
disputen tussen aanklager en
beschuldigde, waaruit bleek
dat de geestelijke tenslotte
toch beter in deze materie
thuis was dan de advocaat en
tal van spitsvondige argumen
teringen, moet de rechtbank
nu een oordeel vellen. Volgens
De Nantes wisten de joodse
rechters van Jezus zeer goed
dat deze „de zoon van God"
was toen zij hem ter dood
veroordeelden en dientenge
volge maakten zij zich schul
dig aan godsmoord.
Maltre Isorni had op de eerste
zitting van het proces tegen
het hof verklaard „Als u De
Nantes vrijspreekt, rechtvaar
digt u daarmee de oproepen
tot haat van een fanaticus".
De Nantes verklaarde dat het
hof de openbare mening zou
misleiden als het hem schuldig
verklaarde. „In een rechtszaak
die in wezen een zaak van
ideeën over een probleem van
religieuze dogmatiek is zou de
openbare mening kunnen gelo
ven dat, via een veroordeling
wegens laster, in werkelijk
heid tevens geoordeeld wordt
over de verantwoordelijkheid
aan de dood van Christus".
KERK
EN
WERELD
KORTE METTEN
Het Centraal Comité van de
Wereldraad van Kerken
wordt uitgenodigd om in 1976
in Finland bijeen te komen.
Het besluit voor die uitnodi
ging is genomen door de syno
de van de lutherse kerk van
Finland. Het centraal comité
zou oorspronkelijk vorig Jaar
al in Helsinki bijeengekomen
zijn. De dollarcrisis was toen
echter aanleiding tot het be
sluit zo goedkoop mogelijk te
vergaderen en dat was in het
hoofdkwartier van de wereld
raad in Geneve.
Het beroemde en kostbare
gouden altaar, toegewijd aan
de kerkvader Ambrosius, in
de Ambrosiuskerk te Milaan
moet worden gerestaureerd,
Het heeft ernstig geleden on
der de luchtvervuiling. Het al
taar, een kostbaar voorbeeld
van goudsmeedkunst uit de
Karolingische tijd, is ruim elf
eeuwen oud.
Een woordvoerder van het
aartsbisdom Brussel en Me-
'chelen heeft het onder meer in
het Napolitaanse blad "II Ma-
tino" verschenen bericht, dat
kardinaal Suenens spoedig
zou aftreden om zich geheel te
gaan wijden aan de charisma
tische vernieuwingsbeweging
in de Kerk, volledig uit de
lucht gegrepen genoemd. Het
is totaal uitgesloten, zo zei hij,
dat de kardinaal, die zeventig
jaar oud is, zijn ambt zal neer
leggen.
Het moderamen van de her
vormde synode heeft zich ge
steld achter de oproep van
eind vorige maand van 86 Ne
derlanders voor steun aan Is
raël en de plaatselijke her
vormde gemeenten en voorts
veertien andere Nederlandse
kerken en geloofsgemeen
schappen gevraagd zich er
met een handtekenlgenactle
bij aan te sluiten.
De oproep van de 86 Neder
landers is vorige maand uitge
geven in verband met de moei
lijke positie van de staat en
het volk Israël te midden van
de politieke ontwikkeling in de
werejd.
Het moderamen vraagt deze
verklaring plaatselijk in over
weging te nemen en de kerk
gangers na de kerkdiensten
die omstreeks Kerstmis wor
den gehouden de gelegenheid
te bieden met een handteke
ning adhesie te betuigen. Het
moderamen wil de lijsten met
handtekeningen verzamelen,
want "wij achten het van
groot belang, dat regering en
volk van Nederland weten hoe
de inhoud van de genoemde
verklaring gehoor vindt bij ve
le landgenoten".
Voorts heeft het moderamen
de andere kerken, die lid zijn
van de landelijke Raad van
Kerken, evenals de kerken die
samenwerken in het Interker
kelijk Contact in Overheidsza
ken, op de hoogte gesteld van
de hervormde handtckeninge-
nactie voor Israël en uitdruk
kelijk gevraagd zich erbij aan
te sluiten. Dit omdat, aldus het
hervormd moderamen, "de po
sitie van het volk Israël in de
huidige wereldsamenleving
een zaak is, die naar onze
mening alle kerken gelijkelijk
aangaat. Wij zijn zelfs van me
ning, dat de aspecten van ge
rechtigheid en een rechtvaar
dige samenleving der volkeren
deze problematiek van' wezen
lijk belang doen zijn voor alle
Nederlanders".
In een 29 pagina's lange bood
schap aan de magister gene
raal der orde der Dominica
nen heeft Paus Paulus met
grote nadruk onderstreept,
dat de filosofische en theolo-
gischc arbeid van Thomas
van Aquino haar geldigheid,
ook voor deze tijd, volledig
heeft behouden. Paus Paulus
zond zijn boodschap ter gele
genheid van de zevenhonderd
ste verjaardag van het overlij
den van Thomas van Aquino.
Hij constateerde een wijd ver
breid wantrouwen of zelfs af
keer jegens de dertiende eeuw
se kerkleraar, maar deze vin
den volgens de paus vooral
hun oorzaak in een slechts op
pervlakkige of sporadische
kennismaking met het werk
van Thomas, of zelfs in de
volledige onbekendheid ermee.
Uitvoerig schildert Paus Pau
lus de verdiensten van Tho
mas van Aquino, vooral in
-diens verzoenende arbeid tus
sen het fideisme, dat de ge
rechtvaardigde eisen van het
verstand wilde blokkeren ten
gunste van geestelijke zaken,
en het naturalisme, dat de we
reld en vooral de cultuur wilde
vrij maken van iedere relatie
met God.
Het werk van Thomas van
Aquino heeft ook betekenis
voor deze tijd, zo vervolgt de
paus zijn boodschap. Maar de
actualiteit van het Thomisme
komt echter dan pas aan haar
trekken, wanneer men de
moeilijkheden overwint, die
het gevolg zijn van de histori
sche gebondenheid van zijn fi
losofie, en men doordringt tot
de kern van zijn denken. De
paus noemt het de plicht van
eenieder, die zich met het
werk van Thomas van Aquino
bezighoudt, dit niet te beper
ken tot een verwijzende of for
malistische manier, maar dit
te doen op een wijze, die aan
gepast is aan deze tijd en open
staat voor de richtlijnen van
het tweede Vatikaanse conci
lie.