„Nederlandse ploeg alleen sterk als de clubteams het ook zijn" JOHNNY PLOF POLOCOACH NICO VAN DAM: ZATERDAG 7 DECEMBER 1974 LEIDSE COURANT, Jan Evert Veer: persoonlijkheid DEN HAAG Het Nederland se waterpolo zit in de lift. Er worden weer resultaten ge boekt, die het grote publiek aanspreken. Voor de meest re cente prestaties zorgde niet het nationale zevental, maar twee clubteams. ZIAN/Vitesse eind igde bijzonder eervol als twee de in het toernooi om de Euro pa Cup voor bekerwinnaars. HZC/De Robben drong door tot de eindstrijd van Europa Cup I dank zij een formidabele overwinning op de Russische kampioen, MGU Moskou. Dat de formatie van bonds coach Ivo Trumbic in het win terseizoen niet zo veel van zich laat horen, is de wens van Trumbic zelf geweest. In deze 'tijd van het jaar staat de compe titie op de eerste plaats. Als de buitenbaden hun poorten ope nen, wordt van de spelers, die eigenlijk oranje zwembroeken zouden moeten dragen, weer veel verwacht. In 1975 is dat nogal wat De wereldkampioenschappen in Cali (Zuid-Amerika) staan op het programma. Op zichzelf een belangrijk gebeuren, maar te vens sprinkplank naar de Olym pische Spelen van Montreal De beste 283 van Cali mogen in 1976 zonder meer aan het Olym- pisch polotoernooi beginnen. Trumbic is van plan om hard ■fs, - - met de door hem geselecteerde spelers aan de slag te gaan. „We zullen er voor moeten vechten om in cali bij de eerste zes te komen", zegt hij. „Wanneer je op de Europese kampioenschap pen vierde wordt betekent dat niet dat je automatisch bij de beste zes van de wereld hoort". Naast een goede voorbereiding streeft Trumbic er naar om de beste spelers van Nederland in zijn oranjeploeg te hebben. Dat is twee jaar niet het geval ge weest De Joegoslaaf was voor stander van centrale trainingen. Enkele potentiële spelers van het nationale zevental, onder wie die van ZIAN/Vitesse, kon den zich hiermee, vooral om praktische redenen (veel te lan ge reistijden), niet verenigen. Ivo Trumbic heeft onlangs spe ciaal aan die Hagenaars beloofd om te trachten niet meer uitslui tend trainingen op een centraal punt te houden. De Haagse spe lers zegden toe in principe voor het Nederlandse team beschik baar te zijn. Trumbic heeft er drie uitgenodigd voor de eerste bespreking over zijn plannen voor 1975: Wim van der Schilde; Jan Evert Veer en Jan Midden dorp. Enorm verschil Vooral met het feit, dat Jan Evert Veer waarschijnlijk weer gaat meespelen, is Harry Vriend, de voorganger van Ivo Trumbic, erg tevreden. .Jan Evert is vooral sterk als mi- dachter", meent Vriend. „De laatste tijd kon men tegen Ne derland doelpunten maken, zoals men dat wilde. Dat klinkt misschien gek, maar het ls zo". Over de snelheid van de lift. waarin het waterpolo zich be vindt. heeft Harry Vriend zijn twijfels. „Er wordt in de compe titie vaak ontstellend slecht ge speeld", vertelt hij. HZC/De Robben en ZIAN/Vitesse zijn dan misschien uitzonderingen. Als je echter het spelpeil van De Robben uit de wedstrijd tegen MGU vergelijkt met dat uit de ontmoeting tegen Neptunus Arnhem toen toch de num mer twee in de hoofdklasse is er ook nog een enorm ver schil". Vriend mist in het huidige top- polo vooral de persoonlijkhe den. „Slechts Jan Evert Veer, Wim Hermsen, Tonny Buunk en bij vlagen Nico Lande- weerd halen het peil van de grote mannen van vroeger,,. Daarbij denkt Vriend aan Fred van Dorp, Harry Lamme, Hans Aalbers en toch ook wel een beetje aan zichzelf. Aalbers be hoort met zijn 35 jaar bij DZV- Delft nog steeds tot de beste spelers. Harry Vriend (nu 36) kon in enkele wedstrijden van de vorige competitie nog zonder moeite met zijn vereniging Het Y in de eerste klasse mee draaien. Uitkiezen De coach van ZIAN/Vitesse, Ni co van Dam, heeft over de sterkte van de nationale polop- loeg een uitgesproken mening. Toen Van Dam nog bondstrai- ner was van de nationale zwem ploeg, had hij dezelfde opinie: „Een Nederlandse ploeg is al leen sterk als de clubteams sterk zijn. Waneer er clubtrai ningen op niveau zijn, hoeft er helemaal geen centrale training te zijn. De bondscoach kan dan bezoeken bij de clubs brengen en zijn mensen uitkiezen". De huidige competitie-opzet de laatste wedstrijden worden in april '75 gespeeld sluiten daarbij aan. Van Dam: „Als je goede competitiewedstrijden speelt, moet je al een goede conditie hebben. De spelers krij gen daar een goede techniek en een goed taktisch inzicht bij. Wanneer de beste mensen dan geselecteerd worden, heb je vanzelf een goede nationale ploeg". Kunst De waardering voor de presta ties op Europees niveau van HZC/De Robben en ZIAN/Vites se is alom aanwezig. Het is te hopen dat de verrichtingen van het Nederlands zevental weer teruggaan naar het niveau uit het eind van de jaren veertig. Nederland won in 1948 (Londen) de enige Olympische polome daille, die tot nu toe veroverd werd: de bronzen. In 1949 werd Nederland door het winnen van de Trofeo d'Italia officieus we reldkampioen (officieel was er nog geen w.k.). Ivo Trumbic heeft de capacitei ten om het nationale zevental naar nieuwe roem te leiden. Ne derland heeft toch wel voldoen de spelers, die in het water voor de resultaten kunnen zorgen. Nico van Dam zegt het zo: „Het is nu alleen nog de kunst om het juiste waterpolo te spelen". ROEL PRAAT Bondscoach Ivo Trumbic laat in het winterseizoen niet zo veel van zich horen. Invitatie twintig poloërs (Van onze waterpolomedewerker) Den Haag Zaterdagmorgen 14 december ls er op het bondsbu- reau van de KNZB te Utrecht een eerste bespreking over de voorbereidingen op de wereldkampioenschappen waterpolo van 1975. Een twintigtal spelers kreeg de uitnodiging voor deze bijeen komst gisteren in de bus: Evert Kroon, Alex Boegschoten, Hans Smits, Hans de Gruyl, Ronald Meier, Wim Hermsen, Nico Lande- weerd, Gerard Keetelaar, Gijze Stroboer, Dick Nieuwenhuizen (allen HZC de Robben); Wim van der Schilde, Jan Evert Veer, Jan Middendorp (ZIAN/Vitesse); Mart Bras, Wim Keeman (VZCl- Ritmeester); Jan den Boer, Andy Hoepelman (Zwemlust den Hom mel); Ton Buunk (Meeuwen); Hans van Zeeland (Neptunus Arn hem); Piet de Zwarte (AZPC); Eelco van Schaik (Het Y) en Rob van de Hogenband (PSV). Jan Middendorp: om te Ieren (Van onze waterpolomedewerker) Den Haag Jan Middendorp is naast Veer en Van der Schilde de derde Hagenaar die tot de voorlopig uitverkorenen van Ivo Trumbic behoort. Middendorp: „Ik behoor tot diegenen uit het jeugdzevental die overgebleven zijn. Van de A-selectie maak ik echt nog geen deel uit. Ik ben er bij om veel te leren. Je werkt er natuurlijk wel naar toe om in het A-team te komen". HZC de Robben gokt op de 2e plaats (Van onze waterpolomedewerker) Den Haag ZIAN/Vitesse heeft in het Europa Cup gebeuren van 1974 de sporen verdiend. HZC de Robben deed dut in het verleden al. Dit weekeinde kunnen de landskampioenen het in Belgrado in de finale om Europa Cup I opnieuw bewijzen. Coach Jan Bultman: „Het zal erg zwaar worden. We kennen de tegenstanders en ik gok op een tweede plaats". ALKMAAR Bijna was John ny Olof niet meer op het Ijs verschenen. Eind vorig seizoen kreeg de pas 23-jarige Westza- ner te horen, dat hij beter met schaatsen kon stoppen. Een slij tage In de wervelkolom was de conclusie van een specialist maar over rugblessures wil de mfedlsche wereld nogal eens van mening verschillen. Johnny Olof nog uithijgend van een training op de Alkmaarse kunstijsbaan; „Ik ben doormijn huisarts naar een specialist ge stuurd en die ontdekte de slijta ge. Het is veroorzaakt door de zware gewichtstraining waar mee ik vorig seizoen was begon nen. Daarvóór had ik nooit met gewichten getraind en wellicht zijn daardoor de rugklachten ontstaan, althans naar boven ge komen, want zoiets loop je niet zo maar op. Ik ben daarna op aanraden van de KNSB-arts Lap naar een specialist in het Rotterdamse St. Clarazieken- huis gegaan en die constateerde dat er geen sprake was van slijtage, maar dat een wervel verschoven was". Voor Johnny Olof, in het dage lijks leven vertegenwoordiger bij een houthandel, een pak van het hart. Want hij doet niets liever dan schaatsen. Toch moet hij zich op verschillende punten een beetje ontzien. Johnny Olof: „Ik mag niet meer met gewich ten trainen en niet te snel over eind komen uit de gebogen hou ding. Toen ik dat hoorde, kreeg ik wel een mentale opdonder. Je weet dat je een rugblessure kimt krijgen want het komt veel voor in de sport, maar je schrikt toch als het bij jezelf gebeurt" NADEEL Johnny Olof: „Ik hoop dit jaar Internationaal een woordje J„ohr^,™.01°]'„,^ S kunnen meespreken." krachttraimng.n moet laten Meer nog dan de all-rounders moeten pure sprinters als Olof het hebben van kracht. Alle an dere sprinters oefenen wel met gewichten. „Natuurlijk is het een nadeel, maar ik ben er vorig seizoen pas mee begonnen. Daarvoor heb ik het ook niet gedaan en toch ging het goed. Dat moet dus nu weer lukken, maar een nadeel blijft het". „LANGE AFSTAND NIETS VOOR MIJ' Johnny Olof: „Mijn conditie is ook nog niet voldoende. Ik ben pas na de vakantie begonnen met de training. Ik heb de voor jaarstraining gemist en zal mijn vorm helemaal op het ijs moe ten terugkrijgen. De IJsselcup was voor mij de eerste wed strijd sinds Davos in januari. Daarna kwam die rug en heb ik twee en een halve maand niets gedaan". Olof heeft talent Dat bleek een jaar of zes geleden al, toen hij alles en iedereen verraste met een tijd van even 42 seconden op de 500 meter. Terstond werd hij door schaatsminnend Neder land omgedoopt tot de Zaanse Suzuki. Olof: „Die tijd is voorbij. Men sen als Schenk, Verkerk en Jor- ritsma waren net begonnen met de training, terwijl ik al in top vorm stak". Die topvorm is er' dit seizoen nog niet. Johnny topsprinters in Nederland. GEVAAR „Ik hoop dit jaar internationaal een woordje te kunnen meespre ken. Voorlopig ben ik echter met mezelf bezig en tegen de tijd van de kampioenschappen aden we wel weer. Nu streef ik slechts naar plaatsing voor de Nederlandse kampioenschap pen. Daarna komt de volgende etappe". Johnny Olof heeft doorgezet. Ook nadat het na de explosie van een paar jaar geleden wat minder ging. Olof: „Er schuilt een duidelijk gevaar in zo'n plotseling top prestatie. Je wordt enorm opge hemeld en dan ga je er zelf in geloven, vooral omdat je nog vrijwel geen ervaring hebt Ik kwam terstond In de jeugdploeg en het ging allemaal vanzelf. Ik ben in die tijd erg goed opge vangen door Egbert van 't Oe ver, de jeugdtrainer van de KNSB. Hij heeft me in bescher ming genomen, omdat hij derge lijke dingen al eerder had mee gemaakt". Johnny Olof is vanaf zijn eerste schuchtere schreden op het ijs een sprinter geweest Vroeger, als beginnend hardrijder, heeft hij zich ook op de lange afstand geworpen, maar dat was snel voorbij. Olof: „Het sprinten trekt me, waarschijnlijk ook omdat ik het goed kan. Iets waar je goed in bent, trekt altijd meer. Als junior heb ik wel wat INHOUD Die tweede plaats heeft Johnny Olof tot nu toe nog niet gehaald. De bronzen plak was het hoog ste dat voor hem was wegge legd. „De concurrentie is na tuurlijk erg groot. Jos Valentijn is er weer bij. Weliswaar mag hij internationaal nog niet mee doen (het gevolg van zijn prof- avontuur/red.) maar to chEn dan natuurlijk jongens als Andrë Kraayeveld, Piet de Boer en Eppie Bleeker. Ik hoop op een plaatsje bij de eerste vier. Nu kan ik elke dag weer trainen en voor eventuele grote wedstrijden heb ik de vol ledige medewerking van mijn baas. Ik krijg behalve de vakan ties tweemaal twee weken vrij voor de grote toernooien en de trainingskampen". Internationaal is vooral vorig jaar nog al eens gesproken over de kleine vierkamp. Velen vin den de 1000 meter een te lange afstand voor sprinters en zien graag een viertal korte sprints. Olof: „Persoonlijk zou dat voor mij wel gunstiger zijn. Ik ben van nature erg explosief en heb moeite met de kilometer. Maar toch moet je daarvoor tenminste schaatsen. Op de 500 meter zie je meestal alleen van die ren ners, die nauwelijks schaatsen. Voor de 1000 meter moet je een stuk inhoud hebben. Meer kun nen dan alleen maar hardlopen op schaatsen". JAN VAN DER NAT „Op de 500 m. zie je meestal van die renners, die nauwelijks schaatsen." Jos Valentijn (foto), weer terug in de amateurrijen, bewijst het tegendeel. NOTEER BIJ DE RADIO Eredivisie O TC Twente—PSV (17/12) O Telstar—FC Amsterdam O Wageningen—Roda JC NACFeyenoord O Excelsior—Go Ahead Eagles O Sparta—FC Utrecht O MVV—Haarlem O FC Den Haag—AZ '67 AjaxDe Graafschap Eerste divisie O SVV—FC VW O'SC Amersfoort—SC Cambuur O PEC Zwolle—NEC Veen dam—Willem II O FC Dordrecht—FC Groningen O FC Den Bosch—Vitesse O HeerenveenFortuna SC Helmond Sport—FC Vlaardingen Eindhoven—Heracles De wedstrijden, aangeduid met een komen voor op het totoformulier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 11