E LANGE ZOMER iARZELT ER OSSEN DANSENDE LUIZEN EN ALLENDE ERFSTBLADEREN ACHTERLAND VAN RIMINI IS EEN DWARSLIGGER, MET DE KOP VAN EEN RAM, DE WELDOORVOEDE BUIK VAN STAMBOEKVEE EN DE IJDELHEID VAN EEN PAUW. Kun- - imkm S .vi; W3Mfc M -I4 <*-/»* Voor eten en drinken neemt de Romagnees royaal de tijd en overal ln het heuvelachtig land vindt hij de koele pleisterplaats, waar afgod Buik afdoende i rijn trekken komt Hier vast een paar suggesties als wegwijzers op uw volgende reis door dit gebenedijde vakantieland: Voor de Visllefhebbers: Da Laura, aan de Zeeboulevard In San Giuliano. Penslone Danny uitstekend en oergezellig eethuis in een zijstraat van de zeeboulevard in San Giuliano. Da Tonino, Piazetta, over de brug van Tiberius in San Giuliano. Da O berd an, Porie Canale schuin tegenover de vuurtoren van Rimini, Al Gufa, onder de vuurtoren. Ittico Molo, prijzig maar aanbevelenswaardig aan het Porto Canale in Rimini. Dal Nonno onder de Arco d' Augusto in Rimini, Vecchia Rimini, prijzig, maar goed bij Piazzi Ferrari in Rimini. Dan Nando, Cabicce Mare (bekend om zijn uitstekende vissoep). Voor de liefhebbers van konijn en ander wild: Grotta Rossa, aan de oude straatweg naar San Marino onder Conaco, Da Pacini in Montebello (via Torrianoa). Vecchia Fonte, achter Riccione bij Besamgo, Sal Contadino, even Conano aan linkerkant Boschetti, achter Riccione aan de linkerkant richting San Lorenzo. Voor de liefhebbers van vleesschotels. Da Zanni, Villa Verucchio, weg nr. 258. Basti e Contrario, weg nr. 258 in Vergiano, La Casecchia, Cradara, 5 kilometer van Cattolica. gulle muil vol zeewind blaast duizen- katoenen pluizen als vederlichte en tjes over Rimini's kilometers lange ilevard: het is de aanvangsscëne van lini's jongste succesfilm „Amarcord" oor „ik herinner mij", deze film roept hij niet alleen visioenen uit de twintiger jaren, maar hij plaatst ook middenin het leven van zijn ge- «testreek, zoals die nu nog is. Want u niet: Rimini is geen cycloop, geen ogige toeristeneter. Het barst van de gelijkheden, maar de gouden bol, die >r de hemel zeilt, verleidt de toerist en te vaak tot een zalig nietsdoen aan fijnste zandstrand van Europa. Slechts enkeling gaat de pluizen achterna het terland in, dat zo warmbloedig is in zijn taan en zo schatrijk aan historie. Ro- jna vormt het gebruinde middenrif van Adria en van alle landstreken in Italië iet de uitbundigste, de meest spontane, ar ook de minst religieuze. Het is de termat van Mussolini en van San Mari- de bedelmonnik, die het Vaticaan de toekeerde en op een berg van Romag- zijn eigen republiekje stichtte, nagna is een dwarsligger: met de weer- stige, krachtige kop van een ram, de Idoorvoede buik van stamboekvee en de ilheid van een pauw. idat de Via Adriatica de bijsmaak heeft cregen van „Real English team" en vom Fass" verwisselen we de zwem- *k uit voorzorg voor een pak van ons t en daarin gaan we op zoek naar de tklep van Romagna nieuwsgierig naar onbekende horizon achter de heuvels bij vlagen dronken van aanstekelijke tezorgdheid. gedetailleerde kaart van dit gebied is rbij onontbeerlijk. Uitstekende diensten Rijzen de Carta Automobilistica no. n de Touring Club Italiano of de Uwaggids nummer 1 „Adria". Eigen ver- t is natuurlijk ideaal. De heuvels zijn l hoog en de wegen worden landin- »rts steeds stiller. Ie Bloemenberg eerste pluisje vliegt vooruit naar Mon- 'ore aan de rivier Conca, twintig kilome- ten zuiden van Rimini. Via een geasfal- rde weg, die even voor Coriano onder autostrada doorschiet is Montefiore, de emenberg, gemakkelijk te bereiken. Er een krakende bus, die een zeer In de kronkelende straat, die naar de burcht van de Bloemenberg voert staat de lemen hut van de pottenbak ker. Daar boetseert hij het verdriet weg om de vrouw, die hij acht jaar geleden heeft verloren. Tussen zijn karaffen, borden en vazen berust hij nu in het leven. onregelmatige verbinding onderhoudt met Rimini en om de paar uur hijgend in de richting van het dorpsplein kruipt. Dit slaperige dorp met zijn vierkante architec tuur wordt beheerst door een burcht uit de roemruchte tijd van de Malatesta-heer- schappij. Vanuit zijn plompe klokketoren en zijn vensters als schietgaten kijk je uit over met brem begroeide hellingen: een vredige rapsodie in geel. In Montefiore lijkt het altijd mei. De statige muren krij gen in het stekende zonlicht de kleur van versgebakken brood. Onder de boog van de inrijpoort schuilen enkele mannen voor het warmste uur van de dag. Een jonge vroegoude juffrouw houdt een paar kinde ren aan de hand, gestoken in keurig geste ven internaatkleren. Onder een parasol volgen twee kaartende jongens haar dei nende gang. Een Franciscaan zit aan één van de terrastafels als een vaste requisiet van het dorpsgebeuren. Zijn handen preve len het dagelijks gebed: één omvat de glazen kelk met wijn, de ander aait een foeilelijke hond. Hij is de enige pater, die het dorp rijk is, want steeds als ik de rust opzoek van de Bloemenberg kom ik hem tegen en staart hijime boven zijn stoffige pij aan met zalvende berusting. Soms deel ik met hem de pecorino (schapekaas) en de karaf Sangiovese (rode land wijn), die de gesnorde bazin sloffend serveert. Het is goed toeven op de Bloemenberg, waar je doezelig luistert naar steeds dezelf de verhalen. De pater komt overal en hoort alles; ook dat Giacomo van de Trattoria gisteren uit pure nood kat voor konijn heeft verwisseld. Zijn rode geiteogen ver geven bij voorbaat deze zonde tegen vlese lijke lusten. De Franciscaan is ook erg gesteld op een goedmoedige, dikke pottenbakker. Halver wege het kronkelende straatje, dat naar de ■burcht voert, staat zijn lemen hut met keramiek. Daar boetseert hij samen met zijn broer het verdriet weg om zijn gestor ven vrouw die hem zo lief was. Zijn doch tertje speelt aan de achterzijde met de houtblokken, die de klei in de eeuwenoude i doen stollen. Tussen zijn karaffen, borden en vazen berust hij in zijn leven, dat hem zo bitter weinig meer te bieden heeft: de verdwaalde lach van zijn kind en de kreten van kooplustige toeristen. Hij schenkt een glas wijn in en duwt de luiken open om wat meer licht binnen te laten. Achter het raam ontvoüwt zich dan een ongedrcamd panorama in de vlammende middaggloed. Ver weg in het Oosten ont waar je de wazige kustlijn, onderbroken door Rimini's enige wolkenkrabber. Hoe simpel en primitief kan het leven nog zijn op een steenworp van het Acapulco van de Adria. Spook met drie hoornen Zoals elders in Europa alle wegen naar Rome leiden, zo voeren die in Romagna onveranderlijk naar San Marino, de oudste en kleinste republiek ter wereld: zestig op elkaar gestapelde vierkante kilometers. De zeventienduizend inwoners zijn uit het ge lijknamige stadje weggetrokken en hebben zich verspreid rond de Monte Titano (750 meter). De Sanmarinezen vormen een pe dant volk, dat het toerisme verafgoodt als een heilige koe, maar tegelijkertijd heel cynisch toeziet, hoe men zich voor honderd liren een stempel in het paspoort laat drukken. De postzegelverzamelaar vind* «r weinig waardevols, maar toch wor*'e e in de talloze winkeltjes beste zal n e- daan. De pelgrim struikelt in San Marin vele platgetreden pittoreske paden, to. u-i hij de top bereikt heeft, vanwaar hij een grandioos uitzicht heeft over de grillige Montefeltrogebied. Waar men zich ook be vindt in het achterland van Romagna: overal doemt de Monte Titano op als een angstaanjagend spook met drie hoornen en wijd gespreide armen. Zit het weer mee dan kringelt er ook nog een aureool van schaapjeswolken om zijn eigenzinnig hoofd als een verlaat symbool van heiligverkla ring. Het republiekje ligt zeven en twintig kilometer westwaarts van Rimini. Wonderbaarlijke visvangst In plaats van de matineuze makreelvis vangst, die diverse bootondernemingen vanuit Rimini organiseren, is het beter op een warme zomerdag de uitdaging aan te nemen om te gaan vissen in de hónderdar- mige rivier de Marecchia. Deze wispelturi ge stroom, die in het regenseizoen honder den rotsblokken omlaag sleurt, mondt uit in het Riminese Porto Canale. In de herfst beschrijft de rivier de fraaiste zilveren bochten, maar in de zomer ligt hij uitgeteld in zijn kalkwitte beddiqg en dorst hij naar regenwolken. De rit gaat over de kronkelende straatweg nummer 258 naar Novafeltria en volgt konsekwent de loop van de Marecchia. De picknick is niet compleet als je hier geen kolossaal Toscaans broodkoopt en een geurig _kruidenbaksel van rozemarijn. Brood is hier nog-brood^ vaardig gekneed en bestoven door de Romagnese vrouw, die haar donkere haar tegen het meel beschermt met een eenvoudige witte hoofddoek. De tocht voert langs wonder lijk geknede hoogten, vreemd ingedeelde akkers en ruines van Byzantijnse wachtto- i. Elke heuvel heeft hier of een burcht of een godshuis en zeker een kudde scha pen, die bijbelvast de wacht houdt, alsof Betlehem vlakbij is. Waar de Monte Carpegna de bovenlopen van de Foglia en de Marecchia scheidt daal je af naar de brede bedding. Een ogenblik je je ten oosten van Eden, waar Eufraat en Tigris samenvloeien. Slechts de appelboom en de verleidelijke slang ont breken. Zover het oog reikt is geen levende ziel te bekennen. Er ligt geen plastic afval van slordige eters. Er is slechts het suizen van de bergwind, die de zeebries volkomen doet vergeten. De koelkast is er één van schoongewassen stenen die een muur vormen tegen het wegdrijven van de flessen wijn en het meegenomen verse fruit. De rivier is hier als een lilliputter in een circustent De vette visvangst lijkt er des te wonderbaar lijker door. Tientallen riviervissen met de meest vreemde namen laten zich hier met de "blote hand vangen. Ver weggedoken in hun zomerholen onder het struikgewas langsde oever of ingegraven onder de keien laten ze zich gewillig „plukken" voor een pastorale lunch. Als de zon wegschuift achter de grijze olijfgaarden wordt de vangst zorgvuldig bereid in een oven van bij elkaar gezochte stenen. San Leo Het is de zoete schuld van een organist, dat ik verliefd ben geraakt op San Leo. Op een zondagmiddag in het vroege voor jaar de bloesem verspreidt een zware geur beland ik in deze dwergstad, die op zeshonderd meter hoogte ligt te mijme ren in de schaduw van een grimmig fort Toen Felice Orsini hier gevangen zat we gens zijn aanslag op Napoleon gold San Leo als een onneembare vesting. Het is een beschermd zwaluwnest tegen de rand van een peilloos ravijn geplakt Als de commu nicantjes de jaarlijkse lichting van de strijdende kerk in fluweel en wit satijn zich hebben teruggetrokken in hun don kere huizen ga ik de oude Romaanse Dom binnen, die dag en nacht open is voor de zondaar, die op zijn schreden terugkeert De ruimte is sober, leeg en koel. Maar opeens waait tussen de dikke pilaren het Adagio van Albinoni, een hemels orgelspel, dat als spinrag tegen de gewelven blijft hangen. De vlammen van tientallen kaar sen wiegen mee op de tonen van dit vroege achttiende eeuwse werk. Het is, alsof de Venetiaanse meester zelf op dat moment de toetsen en pedalen beroert. Een avondwandeling door deze menselijke nederzetting tussen hemel en aarde is een 'nieuwe belevenis. Als de schemering bezit neemt van het pleintje, waar Dan te menig glas wijn heeft geledigd, lijkt het, alsof het hier altijd avond is geweest. Flauw licht lekt uit vensterholen, geen enkel mecha- Het slaperige dorp op de Bloemen berg wordt beheerst door een vier kante burcht uit de roemruchte tijd van de Malatesta-heerschappij. Van uit zijn plompe klokketoren en zijn vensters als schietgaten kijk je uit over met brem begroeide heuvels: een vredige rapsodie in geel. nisch geluid durft de gruwelijke klim aan. Hier in San Leo vergaat de tijd te snel om hem te gebruiken: een kat springt weg over brokkelige muur, de klapstoelen in de Osteria blijven onbezet en niemand waagt een blik aan de bonte fresco's. Aan het einde van de hellende straat houdt een zwaluw de cirkelwacht boven het oorlogs graf. Pasklare coulissen voor een onbeken de donkere film. Hoofdrolspeler San Leo ligt hier begraven en hij is nog steeds van mening dat het hier goed rusten is. Eten bij de viespoets Aan de kust van Romagna wordt ook de maag in ere gehouden met de rijke buit aan Adriatische zeevruchteen. Strijk eens neer in Tonio's Trattoria aan een fotoge niek pleintje in San Giuliano op een steen worp afstand van Rimini. Wie de brug van Tiberius oversteekt vindt dit lokaal na zo'n honderd meter aan de rechterkant Achter de Trattoria stuit je op een kleurige kas- bah, een doolhof van oeroude straatjes. Tonino wordt door zijn vaste klanten Luri- do, de viespoets genoemd, maar nooit, uls hij er bij is. Sinds hij overigens een potige poetsvrouw in dienst heeft genomen wor den de tafellakens en servetten weer op gezette tijden verwisseld. Wie het te warm heeft eet buiten op het pleintje, dat de sfeer ademt van de oud-Romeinse volks buurt Trastevere. Tot middernacht slente ren de kinderen er rond, ijs likkend en de straatkatten pestend. Een toerist wordt hier nog bekeken als een wezen van een andere planeet, vooral als hij om een menukaart vraagt Dat geeft geen pas, want Tonino weet precies, wat het beste is voor zijn gasten. Als zijn voorraad verse vis van die dag op is verkoopt hij gewoon „neen" en sluit hij de zaak. Wie één gerecht bestelt of vier, mineraalwater drinkt of een paar liters koele Trebbiano (witte wijn): de rekening is altijd en voor iedereen hetzelf de. Die avond sluit Lurido de viespoets tegen middernacht: het is broeiwarm en een extra fles is op zijn plaats, („zet de glazen straks maar in de vensterbank" zegt Luri do). Je verwacht al drinkend, dat nu elk ogenblik Feliini met zijn leeuwenkop om de hoek kan komen aanstappen. Aan de overkant ontsteekt de oude Jo- landa het laatste licht van die nacht in haar stoelenmatterij. Haar uitgezakte li chaam steekt hobbelig af tegen het sche- merlioht in haar rommelige werkruimte. Als ze me aankijkt zie ik hoe de immense wrat op haar wang een blinkende traan doormidden splijt Met trillende stem ver telt ze, dat de gravin haar de rieten mat ting van deze stoel al drie keer heeft over laten doen. „Maar Onze Lieve Heer weet, dat dit echt de allerlaatste keer is" zegt de snikkend, terwijl haar handel de droge rietstengels uit de jutezak vóór haar blij ven trekken. Naast de Trattoria, die nu donker en verla ten is, zit de oude bakker Primo op zijn stoep te roken. ,Hot is te broeierig in huis" mompelt hij, „en om vier uur móet ik toch weer de ovens vullen" Ik wens hem - n koele nacht en zet de glazen in de venster bank. Gevallen bladeren Terug in het Rimini van de toeristen drink je nog een kruidige Montenegro in de piano-bar van het Grand-hotel. Beneden in de nachtclub Lady Godiva is dc voorstel ling juist begonnen, want slapen lijkt in deze stad zomers een ongewone bezigheid. In de sprookjestuin rond de verlichte fon tein keuvelen dames met briljanten over het zomertoilet van Renata Tebaldi. Een punctueel geboetseerde Italiaanse leunt in adoratie over de vleugel, waar de pianist voor de zoveelste maal op verzoek „Les feuilles mortes" speelt De muziek doet weer denken aan de film Amarcord. Als je nu je ogen sluit zie je de schooljongens van Feliini voor je, tussen de herfstblade ren rond het Grand Hotel dromend van een luxe leven. In Rimini rond Romagna aarzelen de lange zomers tussen de dan sende pluizen en gevallen bladeren. Voor alle waardevolle Inlichtingen over het verrukkelijke vakantie-paradijs Emi lia Romagna: Italiaans Verkeers Bureau, Rokln 52 In Amsterdam, telefoon 020-249732.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 17