y/z/j£ Heer Deftigheid met de rechte rug [1 Ep ~r JUNIORHOEK 6 ■CjQ PAULUS DE BOSKABOUTER EN DE BUITENBORREL SUSKE EN WISKE DE POEZELIGE POES LUCKY LUKE „DE GROOTVORST' ZATERDAG 16 NOVEMBER 1974 LEIDSE COURANT Laetitiasul Loos duinen, 20.00 „Hoekse en Kabeljouwse twis ten" (Toneelver. St Bonifa- tius) In een tijd toen deftige heren nog onderdanige dienaren had den. was er eens een heer die om de haverklap ,een nieuwe dienaar zoeken moest Want ie dereen die in zijn huis werkte, werd al gauw ziek en zó Zwak dat hij heen ging. Dan zocht de heer weer een opvolger, maar het werd in de kleine stad waar deze Heer Deftigheid woonde steeds moeilijker voor hem nog een bediende te vinden. Nie mand wilde immers kans lopen bij hem ziek te worden en mis schien van zwakte dood te gaan! Zo kwam deze deftige man zon der hulp te zitten en hij wist zich geen raad. Op een dag zei een arme vrouw tegen hem: „Ik heb een zoon die wel heel jong is, maar toch een beste dienaar worden kan. Geef mij geld en ik zorg ervoor dat hij uw knecht wordt". De heer was gierig, maar hij had geen keus. Daarom gaf hij de vrouw een grote fooi en zie: dóór kwam haar aardige, vlugge jon gen al aan om elk soort werk aan te pakken. Meestal at de heer buitenshuis met vrienden. Maar de eerste avond wilde hij wel eens zien wat zijn nieuwe knecht in de keuken kon klaar spelen. Toen hij zich aan tafel zette bracht de jongen met trots een flink maal binnen. Maar Heer Deftigheid zei: „Dit is te veel, deze over daad is verspilling. De helft zou voldoende zijn en dan hield ik nog genoeg over voor jou. Maar bovendien: weet je waarom ik er zo deftig uitzie? Door mijn kaarsrechte rug en mijn neus in de wind. Maar wie veel eet, wordt dik en kan niet kaars recht blijven en verliest zijn def tigheid" (Dit nu was heel onaar dig gezegd tegenover mensen die geen rechte rug en geen neus in de wind hadden!) Maar de jongen begreep dat het waai- was, wat de mensen in de stad vertelden: Dat zijn meester onaardig was van deftigheid en afschuwelijk van gierigheid. Zó gierig was hij, dat zijn bedien den ziek van hónger waren ge worden. De volgende avond zette de jon gen kleine muizehapjes op tafel met droog brood. De meester nam het enige kleine stukje vlees op zijn bord, maar de dienaar merkte beleefd op: „Is dat geen verspilling. Heer? Dit stukje kan voor twee dagen die nen, mag ik het verdelen?" Zon der antwoord af te wachten, nam hij een mes en sneed het stukje vlees in twee gelijke de len; daarna sneed hij van elk stukje nog een heel dun plakje af en zei: „Kijk, twee grote por ties voor u, twee kleine voor mij en genoeg voor twee dagen". „Uitstekend", prees de meester en dacht verheugd: „Zo'n zuini ge jongen heb ik nog nooit in huis gehad. Hij zal me heel wei nig kosten". De jongen dacht intussen ook iets: „Zie je wel! Zijn bedienden gingen allemaal op sterven na dood van de honger. Heer Def tigheid moest Heer Gierigheid heten, maar ik zal het hem nog wel eens betaald zetten". De jongen deed het hele huis houden van Heer Deftigheid en was zo ontzettend zuinig, dat de meester bijzonder in zijn schik was. Deze heer kreeg geen hon ger, want hij at met vrienden in de stad. Maar wat deed de jon gen? Die wist al gauw waar het huishoudgeld lag en telkens als hij bijna flauw viel, nam hij een geldstukje en kocht goedkoop maar stevig voedsel om op de been te blijven. Op een dag kocht hij een goed kope koek die wel allerheer lijkst gekruid was, maar als lood in de maag lag. Dat stilt de honger uitstekend. Terwijl de jongen het bed van zijn meester opmaakte, knabbelde hij van de koek. Maar opeens herinnerde hij zich dat hij een boodschap moest doen. Hij legde de rest van de koek op het bed en liep vlug de straat op naar de win kel. Juist toen hij weg was, kwam Heer Deftigheid geheel tegen zijn gewoonte, midden op de morgen van zijn kantoor naar huis omdat hij hoofdpijn had en op bed wilde gaan liggen. Daar viel zijn oog op het stuk koek. „Wat ligt hier op mijn bed?" vroeg hij zich af en nam de koek in zijn hand. De kruiden geurden verleidelijk, hij proefde ervan en het smaakte zo goed dat hij de koek opat. Maar na dat hij was gaan liggen, kreeg hij verschrikkelijke maagpijn, want aan zulk goedkoop en zwaar verteerbaar bakwerk was hij niet gewend. De jongen kwam weer thuis en hoorde hoe zijn meester in bed lag te ker men. „Wat is er aan de hand. meester?" „Ooooh. au au! Mijn maag, ik heb zo'n pijn, dat komt van die koek", steunde hij. „Hebt u van mijn koek gegeten? Dat zou een ramp zijn!" riep de jongen. En vlug verzon hij: „Het is een kamelenkoek. Die geven ze ka melen te eten om ze mooie dik ke bulten te laten krijgen. Wat zal er met uw rug gebeuren???" „O, o, wat moet ik doen..." kermde Heer Deftigheid, „een bültü" „Ik zal u een drank geven om de maagpijn te stillen", zei de jongen en mengde in de keuken een sterke slaapdrank, die de heer met bevende mond op dronk. Terwijl hij sliep naaide de die naar een dikke laag zaagsel in zijn meesters hemd en tornde de rug van zijn zijden vest en flu welen jas een klein beetje los. Toen de heer pas de volgende morgen wakker werd, kwam de vlugge dienaar hem te hulp, waste hem en trok hem het hemd over zijn hoofd. Maar daama sprak hij ernstig: ,Jk zag het vannacht al en nu weet ik het zeker: u hebt een bult gekregen". Heer Deftigheid werd doods bleek en keek over zijn schou der in de spiegel, maarkon het niet goed zien en riep: „Geef mijn vest en jas!" Hij trok het vest aan en „krak", de naden sprongen open. Hij trok de jas aan en „krak", de panden barst ten los. De jongen zei gediensti- g: „Ik zal jas en vest vermaken, zodat ze over de bult passen. Maar ik heb al een middel ge kocht om u te genezen, een gor del die dient om kamelenbulten dunner te maken", en hij liet een leren korset met riemen zien. „Als u dit een jaar lang onafgebroken draagt, zal uw rug weer kaarsrecht geworden zijn", zei hij en sjorde zijn mees ter in de riemen vast „Een jaar..." steunde de man die altijd zo had opgeschept over zijn rechte rug en de neus in de wind. Wat zou hij uitgelachen worden door zijn vrienden... Dat kon hij niet verdragen. Daarom besloot hij een jaar lang op reis te gaan. Hij gaf de jongen geld om intussen op het huis te pas sen en vertrok in stilte. De dienaar liet dadelijk zijn ar me moeder bij zich wonen in het mooie huis en vertelde over al rond wat Heer Deftigheid was overkomen. Nadat de meester al een maand op reis was, kon hij de verlei ding niet weerstaan eens een bad te nemen. Hij trok het leren korset en het hemd uit.. Toen zag hij dat hij was beetgeno men! Spoorslags keerde hij te rug naar zijn stadje. Maar daar aangekomen,' hoorde hij alle straatjongens roepen: „Heer Deftigheid, waar is je bult ge bleven? Iedereen scheen alles te weten. Toen vluchtte hij weer snel de stad uit en sedertdien zijn de slimme jongen en zijn arme moeder in het mooie huis blij ven wonen. Je hebt de zwarte en de witte neushoorn maar ze zijn eigenlijk alle twee grijs. De zwarte neushoorn wordt ook wel spitsbekneushoorn genoemd. Hij heeft achter de hoorn nog een soort hoorntje, waarmee hij gemakkelijker takken kan omtrekken door die tussen de grote en de kleine hoorn vast te pakken. De zwarte neushoorn weegt tweeduizend kilo en valt sneller aan dan de witte. De zwarte neushoorn leeft in de steppen ten zuiden van de Sahara. Oplossing van vorige week De pianist speelde Beet hoven. Zaterdag 16 nov Koninklijke Schouwburg, „20.15 „De Venetiaanse twee ling" (Haagse Comedie) HOT, 14.30 Heinrich Boll-mid- dag (Bzztóh Theater) 20.30 „Atika, Atika" (Haagse Come die) (J) Diligent ia, 20.15 Vioolrecital door Mincho Minchev, aan de vleugel Gordon Back Congresgebouw, 20.30 Het Re sidentie Orkest o.l.v. Vilem Tansky solist is Lelie Pamas, cello. Toneelzaal (Toneelzaal) 20.15 „Twee op de wip" (Toneel- groep Inter Nos) Theater In de Steeg, 21.00 „Makker, rakker, stakker" door De Rotterdamse Straat muzikanten Poppentheater Guido van De- th, 14.30 „Jessie en de grijze koning" 20.30 .Aarde, vuur water en licht" (voor volwasse nen) Poppentheater Frank Koo ro an, 14.30 „Het Brandnetelei land" Zeiss Planetarium, 14.30 Kin dervoordracht „Zwerftocht door het heelal" 16.00 „Sterren en melkwegen" 21.30 Hun- t Engeland |^M|. ten, 20.15 DTS) K Zondag 17 nov Koninklijke 14.00 „Begeerte onder de ol men" (Haagse Comedie)" 20.15 „Potverteren" (Haagse Come die) HOT, 14.00 „Piccolo en de On-F derstebo venbaas" (Pssstt) 20.30 „Geen mannen meer"! (Theater) J) Dillgentla, 11.30 Recital door[ Emmy Verhey, viool en Carlos I Moerdijk, piano 14.30 Pianore-1 cital door Pi-Hsien-Chen. Kursaal,- 21.00 „Dummies"! door de NederL Operasücb- ting Elandstraatkerk, 15.30 Bruc- knerconcert door Gem. Koor „Deo Sacrum" uit Poeldijk oJ.v. Jos Vranken, jr. mmv. Jan Schmitz, orgel Laetitiaxaal-Loosduinen, 20.00 „Hoekse en Kabeljouwse twis ten (Toneelver. St Bonifatius) Poppentheater Guido van De- fli, 14.30 „Jessie en de grijze Koning" Je eigen stempel maken, hoeft niet veel te kosten. Je hebt nodig; een aardappel, een stempelkussen of verf. Je snijdt de aardappel doormidden en tekent erop wat je wilt. Dat kan zijn je voorletter of iets waaraan men je herkent. Bijvoorbeeld een voetbal als iedereen weet dat je gek op voetballen bent; een boek als je graag leest, enz. Dan snijd je. niet meer dan een paar millimeter, met een gewoon keukenmesje om in de tekening weg wat er niet bij hoort. Zo komt wat je hebt getekend bovenop de aardappel te liggen. Laten drogen, afbeelding op stempelkus sen en je kunt drukken. Of je kunt verven wat je hebt getekend en dan afdrukken. Maar een stempelkussen is natuurlijk veel eenvoudiger. Nee, die man is niet aan het slaapwandelen. Hij weet alleen niet meer waar hij woont. Hij is een beetje kippig en heeft wat vergeten. „Ligt in de kamer", roept hij steeds maar. Als je weet wat hij heeft vergeten, weet je ook of hij in kamer A. B. C of D woont. L—25: „Paulus halen om Eucalypta te bev- mocht dan van plan zijn om Paulüs niets vreselijk klem onder die ellendige rijden',, lachte Krakras, „dat is een goeie te vertellen, Paulus had het allemaal zien Help me alsjeblieft!" „Ik zal mijn mop. Ik weet nou al dat ik hem toevallig gebeuren en hij kwam vliegensvlug uit zijn doen,"hijgde Paulus, uit alle macht duw-, nergens zal kunnen vinden. Laat dat ouwe boom glijden en snelde te hulp. „Lieve „maar je had er verstandig aan gedaan e wijf maar een flinke poos vastzitten, dat is Paulussie," mummelde Eucalypta, ,jk zit zo wat minder zware steen te gebruiken!" heel gezond voor haar!" Maar Krakras wd zo. Idtnbik 5n ij) hetnarpdfdl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 16