;n -
r'r^~Jg
-•""■* ■V-"
.-
1 a Tal
De kop van Noord-Holland ruikt naar het land, waar
het leven nog steeds goed Ujkt. Geen modern kapsel
siert het geplooide boerenhoofd, maar een verwaaide
haardos van rietpluimen, gras en knotwilgen. Geen
eeuwig leven uit de potjes van een chemische tove
naar, maar de vochtinbrengende crème van de na
tuur heeft zijn wangzakken die gezonde, groene blos
bezorgd. De huizen achter dijken zijn te hooi en te
gras bijeengelopen rondom grijze Godshuizen, die
indertijd zijn gebouwd met een te optimistische visie
op de toekomst. De wijde verten, die van plint tot
plint tot aan de horizon zijn uitgerold hebben als
vaste zetstukken de blaarkoppen, die hun telkens
herkauwd „blabla" in de Breitnerluchten zien ver
waaien
Achter de borstwering, die het dorp Oudendijk ten
zuiden van Hoorn beschermt tegpn uitvallen van de
gemuilkorfde Zuiderzee houdt zangeres Imca Marina
zich schuil in een vierkante, witbepleisterde boerderij,
die achter zijn voordeur rigoreus aan zijn agrarische
bestemming is onttrokken. De ruimte, waar vroeger
de vrouw watergruwel op de platte buiskachel aan
de kook bracht alvorens met haar boer in de bedstee
te stijgen is door een meesterhand herschapen in een
hofzaal met donkere ikonen en gobelins aan de
wanden. Op ranke bijzettafels staan olielampen uit
diverse stijlperioden en als de avond valt worden op
de rode plavuizen vóór de schouw de kaarsen in de
zevenarmige kandelaars ontstoken. Dan wordt het
licht in de kristallen luchters gedempt tot schemer
duister en verleent de gastvrouw audiëntie op de
brug, die van het zitgedeelte over de open wijnkelder
leidt naar keuken en deel, waar de bouvier Oscar
zijn eenzaamheid bezingt met de kandij bruine stem
van Iwan Rebrov.
„In dit huis laat ik de tijd bewust stil staan," zegt
ze, „als ik het hek open doe en over mijn erf loop
vallen de spanningen vanzelf van mijn lijf. Dan ben
ik een boerin in hart en nieren, die tijm en marjolein
kweekt in haar kruidentuintje en zorgt, dat de weck
flessen vol komen met het oog op een strenge winter.
Ik weet, dat het allemaal overbodig is en dat de mens
allang niet meer afhankelijk is van de seizoenen. We
hebben de natuur mooi te grazen gehad en gezorgd,
dat ons kropje sla ook op tafel staat, als buiten de
sneeuw meters hoog tegen de muren ligt Toch doe
ik het Ik blijf in die dingen koppig ouderwets. Ik
ben blij, dat ik aan de bloem nog steeds kan zien,
wat voor aardappel er onder zit Een bintje of een
eigenheimer. Ik kan het je zo vertellen. Ik heb ook
geen zangeressenhanden. Kijk zelf, dit zijn werkhan
den. Ik kan niet leven met handschoenen aan. Ik
wroet graag in de grond. Voel me echt happy als
mijn planten bloeien.Ik geef ook mijn laatste centen
uit aan bloemen. En daar naast heb ik een ongenees
lijke tic voor vazen. Ik blijf vazen kopen, omdat
ik het gevoel heb, dat mijn rozen een fijner lot
verdienen. Als ze eenmaal beeldschoon op tafel staan
zoek ik toch weer een andere vaas, omdat ik denk,
dat ze daarin beter uitkomen.
beetje maf
Ik wil best bekennen, dat ik in vele dingen ouderwets
ben. Ik ben dol op ouwe kleren. Ik heb een duidelijke
voorkeur voor hoeden en jurken uit de periode 1880
tot 1928. De sfeer van „The Sting" kan er nog net
mee door. En zoals de vrouwen er in „The Great
Gatsby" bij lopen, dat vind ik geweldig. In dat soort
kleren kan ik adem halen. Als je daarin loopt hoefje
niet meer bang te zijn, dat de avond niet gezellig
wordt Dat komt vanzelf.
Als je daarna de werklijst voor de volgende week
ziet. Al die contracten voor avonden in afgelegen
zalen. „Ik vraag u een hartelijk applaus voor de
zangeres Imca Marina". Een buiging naar links. Een
buiging naar rechts. Dan schrik je je blauw". Dan
denk je: „waar doe ik het in hemelsnaam voor?". Je
brengt een onredelijk deel van je verdiensten naar
de belasting en pleegt voortdurend roofbouw op je
lichaam en je ziel.
Wat zou je in diezelfde tijd niet voor zalige dingen
kunnen doen. Al is het maar ganzeborden met goeie
vrienden. Of scrabbelen. De kaarsen aan, een flesje
wijn opentrekken, nadat je eerst gezorgd hebt dat
er geen grote voorraad is, want wat er is wordt toch
maar opgedronken. Ik zie het helemaal vóór me, want
ik ben een gezelligheidsdier. Ik creeër gezelligheid en
houd van een huis vol mensen Natuurlijk wel de
mensen die ik zelf uitzoek. De rest merkt bij het hek
wel, dat ze niet welkom zijn.
Zulke avonden heb je nodig. Avonden, waarop de
warmte langs de muren dampt. Waarop je samen
luistert naar fijne muziek. Waarop je harrewart en
voor de zoveelste keer verliefd wordt.
extreme tijd
Toch stap je weer in die auto om ergens in het land
te zingen. En je beseft nauwelijks, dat je iets krank
zinnigs doet. Dat je je lijf dwingt tot prestaties, die
je geest nauwelijks kan bijbenen. Je bent er al aan
gewend, omdat je al zoveel jaar in die extreme tijd
meedraaft. Je rijdt tweehonderd kilometer heen en
tweehonderd terug en je vindt het de gewoonste zaak
van de wereld. Dat doe je effe. Je staat er niet bij
stil, dat het in feite te gek is om los te lopen.
Vroeger deden de mensen drie dagen over zo'n
afstand. Ze stapten in de koets en stopten onderweg
bij een herberg om warme punch te drinken. Of ze
lieten de koetsier stoppen om langs de kant een bloem
te plukken. En 's avonds waren ze zeventig kilometer
gevorderd en zakten ze onderuit bij het haardvuur
en maakten ze zich bezorgd over de familie, die was
achtergebleven.
Steeds vaker denk ik: „waarom doe je dat dan
allemaal?". Gisteren ben ik nog opgetreden voor de
soldaten. Vlak voordat ik op moest had ik de zenu
wen. Ik dacht, dat ik mijn stem kwijt was. Ik stond
te sterven op dat podium. Was bang. dat ik zou af
gaan als een gieter. Het leger is namelijk niet meer
zoals vroeger. Toen zei de kapitein: „het is wit". En
dan was het wit Nu staat er één op en die roept:
„Ik heb het idee, dat er toch ook wat zwart doorheen
zit". „Oké, denkt die kapitein, „ik wil geen gezeur
aan mijn kop: „je hebt gelijk Willemsen, het is
inderdaad meer zwart". Waarop Willemsen zegt: „Sor
ry kapitein maar volgens mijn waarnemingen is het
spierwit". Als je zulke dingen weet begin je vanzelf
te twijfelen. Achteraf blijkt dan, dat je je bang hebt
gemaakt voor niks. Ik werd door die soldaten op
handen gedragen en kon geen kwaad bij ze doen.
Maar zij wisten alleen niet, wat me dat gekost had.
In die minuut, voordat ik op ga voel ik me trouwens
toch altijd doodongelukkig. Je zit meer dan tien jaar
in dat vak. Je hebt van alles meegemaakt. Je weet
wat honger is, je hebt de diepste armoe geleden. Je
hebt bij een platenmaatschappij gezeten, waar je geen
enkele kans kreeg, omdat er toevallig wat producen
ten rondliepen, die vonden, dat je geen stem had en
dat je te dik was. Je weet zo langzamerhand ook
best, wat eenzaamheid betekent. Op een gegeven
moment kon ik de huur van mijn huis niet betalen.
Ik kwam 85 gulden tekort en dacht: als er nou maar
een wonder gebeurt. Laat er in vredesnaam een
wonder gebeuren", 's Avonds trad ik op in een club
en na afloop stopte de eigenaar me honderd gulden
in mijn hand. De jongens van het orkest vroegen:
„heeft ie nog wat afgeschovc Imca?". Want dat
waren ze zo gewend. „Ja", ze» ik „maar vanavond
is het de moeite niet En ik gooide 15 gulden op tafeL
Ik had het geld tevoren gewisseld en 85 gulden in
mijn eigen zak gestopt voor de huur. Ik heb het ze
pas jaren later durven te vertellen. „Meid. wat maak
je ons nou", riepen ze, „dat had je ook meteen kunnen
zeggen. Wij hebben best begrip voor jouw situatie".
Als je dat hebt meegemaakt Als je weet. wat ellende
is, wil je niet meer terug. Ik weet niet of ik nu adem
genoeg heb om weer van voren af aan te beginnen
en die lange weg af te strompelen. Je moet natuurlijk
rekening houden met de dag, dat je een stap terug
moet doen. Maar je hoopt wel dat het jou bespaard
blijft
Daarom sluit ik ook bewust compromissen en neem
ik met minder genoegen om maar te kunnen overle
ven. Ik ben bereid een week te lijden om één dag
te kunnen leven, zoals ik wil. Ik geloof trouwens, dat
het niet eens zo slecht is, wat ik doe. Natuurlijk zijn
er zangeressen, die een mooiere stem hebben dan ik.
En er zijn ook Engelse en Franse chansons, waar
ik niet aan toe kom. Maar wat ik doe, doe ik wel
met mijn hart Ik gooi er mijn hele hebben en houwen
tegenaan. En dat voelt het publiek verdomd goed.
In dit vak gaat het er om, dat je over het voetlicht -
komt...Dat je herkend wordt
Een zekere sleutel voor succes is ook de humor. Je
moet kunnen relativeren. Geen mens kan zonder gein
leven. Een mens, die niet lachf, leeft op zijn spaar
brander. Gelukkig heb ik die humor van thuis mee-
gerkegen. Ik ben in Groningen geboren, maar ik kom
wel uit een allegarige familie. Ik werd in de tweede
wereldoorlog geboren maar ik herinner me nog goed,
dat mijn ouders onderduikers hadden. Zelfs in 1944
en vlak vóór de bevrijding werd er door die mensen
lol getrapt. Ik was een kind van drie jaar, maar ik
hoor hun lach nog duidelijk. Ze stikten er bijna in.
eindelijk rust
Het zal aan mijn familie liggen, dat ik graag weg
ga en even graag weer thuis kom. Ik draai het
tuinhek in en denk: „zalig, eindelijk rust". Maar na
een tijdje wil ik toch weer weg. Dingen beleven,din
gen zien. Ik kan dat turbulente leven niet meer
missen. De moet creatief bezig zijn. Zingen. En als
dat niet meer lukt ga ik glazenieren of schrijven. Dat
heb je met een nazaat van mensen, die uit alle
windstreken zijn gekomen. Ik heb een grootmoeder
uit Valadolid in Spanje. En mijn ene grootvader was
een jood en de moeder van vader kwam weer uit
Embden in Oost-Friesland. Weet je, dat de Duitsers
altijd grappen maken over de Oost-Friezen? Dezelfde
grappen, die wij nu over de Belgen maken. Weet je,
waarom een Oost-Fries altijd stokstijf gaat zitten, als
het bliksemt? Omdat ie denkt, dat er dan een flitsfoto
van hem gemaakt wordt. Voilé.
geestelijk vrij
Met zo'n vóórland heb je automatisch een andere
instelling dan de doorsnee mens. Ik voel me ook geen
typische Groningse. Ik kan me moeilijk binden aan
iets of iemand. Ik moet geestelijk vrij zijn om me
op mijn gemak te voelen. Als iemand me erg graag
mag en me overlaadt met attenties krijg ik een gevoel
van verstikking. Dan vlucht ik als een zwerfkat met
de staart tussen mijn benen. Wat wil je met een
grootvader, die paardenhandelaar was met donker
bruine ogen en ravenzwart haar. Die man was een
echte zigeuner. En dat is weer overgeslagen op mijn
moeder. Met haar kan ik kibbelen of samen
zingen. Een tussenweg is er niet. Moeder is nog steeds
een nauwelijks getemde wilde kat. Maar aan de
andere kant lijk je toch ook op je vader en van hem
heb je ook dingen overgenomen. Pa is de rust zeive
en laat zijn dochter nooit zakken. Met hem ga ik op
stap en dan lachen we ons te pletter. We slempen
in een kroegje en verlinken elkaar nooit
Het resultaat zie je vóór je. Imca Marina de zangeres.
Of „die griet van Bijl", zoals ze me nog steeds in
Groningen noemen. Een vrouw met één eenmans-be-
drijfje, dat ze met schade en schande heeft leren
runnen. Ik weet, dat ik in die tien jaar een stuk wijzer
ben geworden. Een stuk beter ook als zangeres. Ik
geloof niet in tiepetjes, die op hun achttiende aan
de top zitten. Dat is strovuur. Een kind, dat een h'tje
maakt warmt zich aan brandend zaagsel. Maar ik ben
nu zover, dat ik bijna kan voorspellen, of een liedje
succes heeft of niet Ik zit twee jaar geleden in de
auto en hoor het orkest van Francis Bay een Passo
Doble spelen. Het melodietje gaf me een schok van
herkenning. Het was volks en het had karakter. Ik
ben er gelijk achteraan gegaan en heb het toon zelf
opgenomen. Dat was „Viva Espana". Er zijn er alleen
al in Europa twee miljoen van verkocht En pas is
die plaat uitgebracht in Amerika met een beeldige,
pikante tekst"
ongefrankeerd
In de hal van haar boerderij hangen haar twee
gouden platen (voor Harlekino" en „Lass mein Herz
nicht weinen") en de platinaplaat voor „Viva Espana"
recht tegenover het toilet. In de kelder staan de
weckflessen en liggen tijm en marjolein klaar voor
de maaltijden met vrienden tijdens lange winteravon
den.
Naast de schouw wachten uitpuilende pakken met
brieven op beantwoording. De Duitse fans sluiten
geld of een postzegel in voor antwoord en formuleren
hun wensen in twee, drie regels. De Nederlanders
schrijven twee kantjes en laten de frankering graag
aan de zangeres over: „oh oh, wat hebt u een mooie
stem. Ik ben er echt jaloers op. Mijn moeder vindt
jouw stem ook mooi. En als u op de teevee bent zegt
ze steeds: „wees toch even stil". En als ik dan vraag
om koffie zegt ze: „schudt zelf maar in. Of je moet
wachten tot Imca niet meer zingt". Wij hadden het
ook zo moeilijk, toen u uw enkel verstuikt had".
Imca glimlacht hulpeloos als die brief wordt voorgele
zen. Het gezicht, dat ze daarbij trekt omschrijft ze
zelf als „een van Mellc-smoeltje van de toffee-dozen".
„Ik ben ook uit die tijd gevlucht", verduidelijkt ze
nog.
„Volmaakt gelukkig zijn lijkt me geweldig", zegt ze
bij het afscheid, „gewoon gelukkig zijn trouwens ook.
Ik ben al blij, dat ik zo nu en dan tevreden ben".
Het is een gedachte, waarmee je ruimschoots de tijd
kunt vullen, die je daarna nodig hebt om uit het
polderland te geraken, waar het leven zo goed lijkt
LEO THURING
FOTO'S. MILAN KONVALINKA.