Provincie wil per se randstad beschermen met geheim dijkenplan Het is een niet zo vrolijke gedachte, toegegeven, maar stel dat Nederland in oorlog is. Stel dat de vijand niet moedwillig onze dijken vernielt, maar dat toch bij toeval schade wordt aangericht aan de zeewering, die 4.20 meter boven NAP uit steekt. Stel ook, dat in die dijk door een „gewo ne" bom (over kernbom men praten we even niet) een gat wordt geslagen. Stel bovendien, dat het dan zeer hoog water is, zodat een overstroming ontstaat Geleerden heb ben uitgerekend, dat de kans Gp zo'n gebeurtenis éénmaal in de tiendui zend jaar is. Toch is de provincie Zuid-Holland bezig de Randstad tegen deze kans te beschermen. In het grootste geheim werd de afgelopen jaren een plan uitgebroed dat de aanleg van „tweede dijken" behelst. Deze zo genaamde „compartimen- teringsdijk" ligt enkele kilometers achter de offi ciële waterkering, de dijk langs Nieuwe Waterweg en Oude Maas, en ver deelt de provincie in een paar grote vakken. Bij dijkdoorbraak kan dan hoogstens één vak onder lopen, maar de rest blijft beschermd. Bij de aanleg van die dijken kan worden voorbijge gaan aan alle democratische procedures die we tegenwoordig kennen. Geen inspraak, geen hoorzit- ten. Wie gedupeerd wordt, kan schadevergoeding krijgen. Dat is alles. De dijkaanleg geschiedt name lijk op grond van de „wet bescherming waterstaats werken in oorlogstijd." de wet BWO. Toen van het dijkenplan eindelijk iets naar buiten doordrong, légen er al enkele stukken. Verontruste Vlaardingers en Schipluidenaren staken de koppen bij elkaar, vormden een aktiecomité en gingen bij de Kroon in beroep. De gemeente Vlaardingen neemt het ook niet en heeft ook een procedure bij de Kroon aangespannen. Koude oorlog In 1952, toen de koude oorlog op z'n heetst was, werd de wet BWO afgekondigd. Die wet verplicht Gedeputeerde Staten maatregelen te nemen om in tijd van oorlog de gevolgen van beschadiging van dijken in te perken. Provinciale waterstaat ontwierp daarom achter de officiële waterkering (Deltahoogte 4.20 meter boven NAP, breedte 40 meter) een tweede dijk, van 0.8 meter boven NAP en met een kruinbreedte van 3 tot 5 meter. Die dijk moet gaan lopen van Vlaardingen door het groene Midden- Delfland via Schipluiden en Wateringen naar Den Haag, en van Schipluiden via Pijnacker en Berg schenhoek naar Rotterdam. In totaal circa 48 kilo meter. In het niet zo erg laag gelegen Westland wordt de dijk 1,40 tot 1,80 meter hoog, maar bij Bergschenhoek moet er een dijk van 6,20 meter uit het polderland omhoog komen! De aanleg van de dijken zal 15 tot 20 jaar vergen. De kosten (in 1970 geraamd op 45 miljoen gulden) worden voor 75 procent door het rijk en voor 25 procent door de provincie gedragen. Bij de aanleg zal zoveel moge lijk gebruik worden gemaakt van bestaande hoogge legen objecten als wegen en kaden. In 1970 is het plan goedgekeurd door de Algemene Verdedigingsraad, een orgaan waarin zitting hebben de minister-president, de ministers van Binnen- en Buitenlandse Zaken. Defensie, Financiën, CRM, Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat, plus prins Bernhard en een staatssecretaris van Defen- Na de goedkeuring werden contacten gelegd met hoogheemraadschappen en colleges met een oliemaatschappij waarvan een pijpleiding de dijk doorsnijdt. Dat alles onder strikte geheim houding. De gemeenteraden hoorden niets, de bewo ners en eigenaren in het betrokken gebied nog minder. Het ging immers om ,,'s lands veiligheid". Wel ontstond in 1972 enige onrust toen ambtenaren argeloos bij bewoners van dijkwoningen en boerde rijen langs kwamen om de zaak te taxeren en voorzichtig informeerden naar een verkoopprijs. Tot oktober 1973 hebben de gemeenteraden van niets geweten. Op 31 oktober werd de Schipluidense gemeenteraad in een besloten vergadering ingelicht door de adjunct-direkteur van provinciale water staat, ir. A. G. Bruggcman. De raad toonde zich, getuige de notulen, nogal argwanend, inclusief bur gemeester Bolten. Het raadslid Bentvelsen vroeg of de dijk niet berustte op de vooroorlogse gedachte aan een soort waterlinie. De heer Bruggeman kon daar niet zo gauw een antwoord op geven, maar volgens hem was de dijk nu harder nodig dan ooit Op de vraag van de burgemeester waarom de dijk door Schipluiden moest lopen, antwoordde de inge nieur: „Men dacht in onschuld dat de gemeente Schipluiden misschien wel geporteerd zou zijn voor die dijk." Het leggen van die tweede dijk dichter bij de eerste wijst hij af: het vak daartussen zou dan veel te snel zijn volgelopen en zou een veel sterkere tweede dijk vereisen. Gevraagd naar het waarom van de geheimhouding zei de heer Brugge man: „Ik erken dat we toen het een en ander niet helemaal goed hebben gezien." Hij geeft ook toe, „dat de wijze van benadering, uit een democratisch oogpunt bezien, feitelijk onaanvaardbaar is." Na deze toelichting is de gemeente Schipluiden bij de Kroon tegen het plan in beroep gegaan. Kort geding In december 1973 wordt het eerste stuk dijk aanbe steed: langs de Vlaardingse Vaart, op het grondge bied van Vlaardingen. In die maand wordt ook een voorlichtingsavond gehouden voor bewoners van huizen en landeigenaren in het betrokken gebied. En dan horen de Vlaardingse raadsleden voor het eerst, uit de krant, wat er aan de hand is. In de Vlaardingse raad valt dat slecht, ook omdat b. en w. al een tijd van het plan op de hoogte waren. De raad dwingt b. en w. een bnet naar de provincie te sturen waarin stopzetting van de werkzaamheden geëist wordt. Gedreigd wordt met een kort geding als verder gewerkt wordt rechtbank staan. 90 procent van het Vlaardingse trajekt is dan al aangelegd. De gemeente eist stop zetting, omdat de dijk niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan Holy-Zuid. De provincie stelt dat de wet BWO de wet op de ruimtelijke ordening buiten spel zet, dat de dijk niet in strijd is met het bestemmingsplan en dat de rechter hierover niet kan oordelen. De rechter vindt dat hij wél bevoegd is te oordelen en dat de wet BWO niet de wet Ruimtelijke Ordening doorbreekt, maar vindt dat stopzetting van het werk een te ingrijpen de eis is. Beide partijen hebben daarna besloten hun onenigheid als een bestuursgeschil voor te leggen aan de Kroon. Intussen had ook een aantal inwo ners van Vlaardingen en Schipluiden zich tot de Kroon gewend. De inmiddels opgerichte aktiegroep Midden-Delf land beschuldigt de provincie van onbehoorlijk bestuur. Men vindt dat de zaak helemaal terugge draaid moet worden en dat 'n democratisch begelei dingsproces in gang gezet moet worden. Volgens de aktiegroep was het niet nodig de wet BWO te hanteren, maar had men ook de wet Waterstaats werken kunnen gebruiken, met de bijbehorende inspraakprocedure. Niet juist vindt de groep het, dat al delen van het plan klaar zijn, terwijl het volledige plan nog bewezen moet worden. Men verdenkt de provincie ervan, door alvast stukken aan te leggen, de zaak door te willen drukken. Aan de andere kant schijnt de haast weer niet zo groot te zijn, want ieder jaar wordt er maar één of twee miljoen gulden voor uitgetrokken. Voorzichtig laat de groep het woord „werkverschaffing" vallen. Vol gens de groep verzwijgt men ook, dat de bestaande landscheidingen tussen de hoogheemraadschappen Delfland, Rijnland en Schieland ook als de gewenste waterkeringen zouden kunnen dienen. De groep heeft ook wat moeite met de uitspraak van provin- ciewege, dat alle aandacht geschonken wordt aan inpassing van de dijk in het landschap. De provincie zegt ook, dat in samenwerking met de gemeenten ook alternatieve tracé's worden onderzocht De ge meentelijke ervaringen daarmee zijn niet geweldig; tot nu toe werd het dreigement gehanteerd, dat de meerkosten van een alternatief tracé door de ge meente zouden moeten worden gedragen. De reacties van de betrokken gemeenten op het dijkenplan zijn erg verschillend. Vlaardingen en Schipluiden zijn erg verontwaardigd op de ketting gesprongen en hebben de zaak bij de Kroon aan hangig gemaakt In andere gemeenten is er nauwe lijks drukte om gemaakt In Den Haag is er amper over gesproken; Wateringen ziet er ook geen pro bleem in omdat het grootste deel van het trajekt al jarenlang bestemd is een weg te worden, zodat dijk en weg gemakkelijk gecombineerd kunnen worden. Ook Delft heeft geen stelling genomen - alleen de commissie stadsontwikkeling heeft c keer over gesproken. Voor Rotterdam is de dijk ook geen probleem, omdat het trajekt daar fcamcnvalt met de rijkswegen 16 (het verlengde van de Van Brienenoordbrug) en 14. Bepaald ongelukkig echter zijn Pijnacker en Bergschenhoek. Pijnacker vecht al jaren tegen de aanleg van de vierbaans Kruithuis- weg en heeft deze weg nu opgelucht van het wegenplan afgevoerd. Maar op de provinciale kaart volgt de dijk nog de route van de Kmithuisweg. Ook in Bergschenhoek blijft het probleem bestaan: jarenlang ageert men daar al tegen aanleg van rijksweg 14 die het dorp dwars doorsnijdt en die nu tegelijkertijd de dijk moet vormen. Overigens is het gemeentebestuur van Bergschenhoek pas vier weken geleden van het dijkenplan op de hoogte gesteld - de gemeenteraad weet officieel nog van niets. Intussen ligt er langs de Vlaardingse Vaart al 2,5 kilometer dijk. Een stuk daarvan is al voorzien van fietspad en verlichting. Op enkele plaatsen houdt de dijk ineens op omdat daar nog een huis in de weg staat. Een paar meter na het huis gaat de dijk dan weer verder. Tot nu toe zijn er geen huizen afgebroken, wel moesten tientallen knotwilgen hun bestaan opgeven. De provincie wil doorgaan, want Holland moet beschermd worden. Stel dat er iets gebeurt Morgen, of over tienduizend jaar.... WILUBRORD RUIGROK Fietsen langs de dijk, die er van de provincie zonodig moest komen. Het dijklichaam bij Vlaardingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 15