Zolang er zee is
ook redders
zijn
onmisbaar
Een schip verdwijnt in de golven. De opvarenden zijn echter al veilig
aan wal gebracht
De redder ter zee: onverstoorbaar op het doel af
(Van een onzer redakteu-
ren)
De jonge Klaas Wijker
balanceert voortdurend
tussen twee grote liefdes.
In normale doen staat hij
graag achter de tap van
zijn bruine café tussen
Bergen (N-H.) en Egmond
aan Zee. Maar als de
windkracht dreigt toe te
nemen tot zeven, acht, ne
gen of tien, dan is dezelf
de rustige Klaas Wijker
bijna niet meer te hou
den. Zijn oliegoed ligt
dan onder handbereik en
bij het eerste teken is hij
al op weg naar Egmond
aan Zee, naar de motor-
reddingboot. Dat is dan
zijn tweede liefde: de zee.
Maar dan vooral de zee,
die een schip dreigt te
vermorzelen. Die tegelijk
de opvarenden ervan in
de golven wil meesleu
ren. Klaas Wijker is na
melijk een van de vele
redders ter zee, die de
reddingmaatschappijen
langs de gehele Noordzee
kust en die van het Us-
selmeer gereed hebben
om zo nodig zelfs eigen
leven in te zetten bij het
redden van anderen. Hon
derdvijftig jaren langl
werken nu de Koninklij
ke Noord- en Zuidhol
landse Reddingmaat
schappij en de Koninklij
ke Zuidhollandse Red
dingmaatschappij aan de
veiligheid ter zee door in
moeilijke ogenblikken
schepen en zeelieden in
nood bij te staan. Op deze
manier hebben deze red
dingmaatschappijen tus
sen november 1824 en he
den zeker 16.000 zeelieden
in doodsnood kunnen red
den. Zelfs door redders
ter zee zeeridders,
zoals de annalen vermel
den die hun eigen le
ven geriskeerd en gege
ven hebben.
De Jonge Klaas Wijker,
wonend tussen Bergen
(N.H.) en Egmond aan
Zee is een van deze red
ders ter zee. In gewone
doen hebben de meesten
normale burgerbanen.
Maar bij windkracht ze
ven tot zelfs elf of twaalf
stappen zij tussen Oost-
mahom en Cadzand
(Zeeuws Vlaanderen) op
hun reddingboten en ste
ken in de meest woelige
zee. Als het op dat barre
moment moet, laten ze al
les achter zich, zonder er
bij na te denken. „Als we
zouden denken, zouden
we thuisblijven", aldus
één van de vele opvaren
den van de reddingboten.
Het is dezelfde instelling
als waarmee befaamde
zeeridders als Dorus Rij
kers, Janus Kuiper, Coen
Bot, Mees en Klaas Toxo-
peus, de familie Knop, de
Wijkers, de Cupido's en
vele andere tientallen,
soms honderden schip
breukelingen wisten te
redden. In die voorbije ja
ren soms met onbegrijpe
lijk kleine roeireddingbo-
ten. Thans met modern
materiaal, zelfs met zelf-
richtende boten, met be
hulp van de helikopters
van de Marine Opspo-
rings- en reddingsdienst,
met de onmisbare bij
stand van Radio Scheven-
ingen en niet te vergeten
ook met de vele vrijwilli
ge reddingbrigades op de
stranden langs de Neder
landse kust.
Dorus Rijkers en Janus
Kuiper kregen als belo
ning hun eigen zitbank in
een plantsoen in Den Hel
der, Coen Bot sleet zijn
laatste rustige levensjaren
aan de Loosdrechtse Plas
sen, Toxopeus legde de
avonturen ter zee vast in
een boek. En Klaas Wij
ker bedient met gastvrije
hand de vakantiegangers
in zijn bruine café. Waar
de vele schilderijen en fo
to's evenzovele herinne
ringen zijn aan het red
den van schipbreukelin
gen.
Zij konden het niet meer
laten de befaamde zeerid
ders uit het verleden, zij
kunnen het nog niet laten
de moderne redders ter
zee. Goed, ze krijgen soms
na een moedige redding
een onderscheiding. Ze
worden soms met bewon
derende ogen nagekeken
en soms ook noemt men
met respect hun naam.
Het zegt deze redders ei
genlijk niets. Want de zee
en het redden van schip
breukelingen zit hun in
het bloed gezogen. Zij
kunnen gewoon niet an
ders. Als de wind begint
aan te zetten luisteren ze
op de 32 reddingstations
langs de Noordzeekust en
het IJssclmcer gespannen
naar iedere windstoot en
ieder sein. „Wij denken
niet. Als we zouden den
ken zouden we thuisblij
ven..." Het is eigenlijk een
verhaal, dat zich alleen
afspeelt tussen redders en
geredden. De duizenden
geredden, die veilig aan
land gebracht werden
door dat handjevol Ne
derlandse zeeridders van
de thans 150 jaar bestaan
de K.N.Z.H.R.M. en de
Z.H.R.M. Deze maat
schappijen hebben hun
werkzaamheden netjes
verdeeld. De K.N.Z.H -
R.M. tussen Oostmahorn
en Rotterdam, de Z.H.
R.M. ten zuiden van Rot
terdam.
Dat hele verhaal van suc
cessen en verdriet ter zee,
van reddingen en van on
dergang is na 150 jaar
Links: Snelle red
dingboot volle kracht
vooruit
Rechts: Redders ter
zee en in de lucht. Op
de voorgrond de red
dingboot, geassisteerd
door twee helikopters
van de Marine
redden thans vastgelegd
in het boek „Redden" van
Evert Werkman (tekst) en
Cees van der Meulen (fo
to's) bij de uitgeverij
Ploegsma te Amsterdam.
Dit boek is gisteren ver
schenen.
Daarin leest men voor
34.50 dat ene niet eindi
gende verhaal van wat er
gebeurt tussen kust en
volle zee, tussen redders
en geredden. Men leest
staaltjes van bijna niet te
geloven zecmansmoed,
maar ook van wanhoop,
wanneer noch schip noch
opvarenden in nood be
reikt konden worden.
Men leest ook in een af
zonderlijk hoofdstuk Over
de slachtoffers aan red
ders, die het redden ter
zee in 150 jaar geëist
heeft. Geen enkel werk is
zonder gevaar, zeker niet
het redden van schip
breukelingen. Want het
werk van de redders be
gint pas daar, waar ande
re middelen gefaald heb
ben. En bijna altijd bij
een weersgesteldheid, die
andere Nederlanders
dwingt veilig thuis te blij-
Men leest dit spannende
relaas van 150 jaar red
den ter zee soms adem
loos. Te beginnen bij het
redden nog voordat in
1824 de reddingmaat
schappijen opgericht wa
ren. En als dan in 1824 de
Noord- en Zuidhollandse
Reddingmaatschappij er
is blijkt station Egmond
de eerste te zijn, die onder
het reglement van deze
maatschappij reddingen
verricht. Op 26 december
1824 brachten de Eg-
mondse redders namelijk
zes zeelieden van een ge
strand schip veilig uan
wal. En dat nadat kapi
tein Feike Sipkes kort
daarvoor op inspectie
tocht langs de kust na
mens de pas opgerichte
maatschappij in zijn rap
port kon vermelden, dat
Schevcningen behoorlijk
voorzien was en dat Eg
mond en Noordwijk aan
Zee beschikten over ieder
drie boten. Aan de hand
van diens rapport besloot
de maatschappij daarom
tien nieuwe boten aan te
schaffen voor Ameland,
Terschelling, Texel, Huis
duinen, Callantsoog, Pet
ten, Wijk aan Zee, Zand-
voort, Katwijk en Noord-
wijk.
De Zuidhollandse maat
schappij kocht zeven bo
ten aan voor de stations
ten zuiden van Rotter
dam. En de bemanningen
zouden hun diensten op
vrijwillige basis verrich
ten. Maar daarom pastte
het niet, aldus een uit
brander in 1825 van de
Noord- en Zuidhollandse
Maatschappij, om zoals
in Wijk aan Zee gebeurde
met de sloep van de
maatschappij ter vis
vangst ti' gaan. En even
min om loodsen over te
brengen, of goederen te
Dat is toen ook niet meer
gebeurd Alleen in de
Tweede Wereldoorlog,
toen op 14 mei 's avonds
vier studenten de redding
boot ..Zccmanshoop" in
de Scheveningse haven
kaapten, met 40 vluchte
lingen aan boord naar
Engeland ontsnapten. Be
gin april 1945 stak schip
per Jan Bakker met de
Texelse reddingboot Joan
Hodson over naar Enge
land met aan boord leden
van de Binnenlandse
Strijdkrachten en enkele
Georgiers, die toen als
krijgsgevangenen ge
dwongen geweest waren
bij de Duitse Wchrmacht
te vechten. Dat waren in
feite slechts randgebie
den. Het redden bleef ook
in de oorlogsjaren door
gaan.
„De zee van vandaag is de
zee van gisteren en mor
gen. En zo lang de zee er
zal zijn, zullen er redders
moeten zijn". Aldus de sa
menstellers vnn het boek
„Redden" in de laatste re
gels ervan.