NEDERLAND
WAS IN 1945
BIJZONDER
GROOTMOEDIG
yitse krijgsgevangenen vonden hier paradijs
Bonn Wanneer men
enig idee heeft van de
haatgevoelens, die de Ne
derlanders vooral gedu
rende de eerste jaren na
de oorlog tegenover de
Duitsers koesterden, dan
leest men het rapport van
de Westduitse regering
over de Duitse krijgsge
vangenen in ons land bij
na als een lofrede. Het
woord onmenselijk duikt
wat de behandeling en de
onderbrenging betreft
geen enkele keer op en
over de verpleging wordt
er opgemerkt, dat de
krijgsgevangenen het be
ter hadden dan hun land
genoten in Duitsland zelf
De uitstekende behandeling die
Duitse krijgsgevangenen in
1945 en 1946 in Nederland heb
ben genoten, is onderwerp van
een vertrouwelijk Duits rap
port „Die Deutschen Kriegsge-
fangenen im Gewahrsam Bel-
giens, der Niederl&nde und Lu
xemburgs". Het rapport is en
kele jaren geleden opgesteld,
maar pas sinds kort aan enkele
vertrouwenspersonen ter inzage
gegeven. Daardoor kan onze
correspondent in Bonn, Frans
Wennekes, na een eerdere publi
catie in onze krant, vandaag
nogmaals vrij gedetailleerd
verslag doen van het wel en
wee dat de Duitsers in de moei
lijke na-oorlogse jaren hier on
dergingen.
Geallieerde troepen brengen Duitse krijgsgevangenen nu ontdaan van hun glorie naar auto's voor vervoer naar de kampen. Boeren
uit de omgeving van Hengelo kijken toe.
/oor de Nederlandse omstandigheden in die tijd,
ïarin de meesten van ons zelf nog op een houtje
vergelijking met het lot van de Duitse
ijgsgevangenen elders is dit een opmerkelijk ge-
i, waarop men vooral achteraf nog enigszins
ïts kan zijn. Bijzonder typerend is de opmerking
het rapport dat de zwaarste straf bij disciplinaire
[ivertreding hierin bestond, dat de betreffende Duit-
ers naar Britse krijgsgevangenkampen terugge-
jurd werden.
drie Duitse groepen genoten nagenoeg zelfbe
stuur, regelden in grote lijnen zelf het werk, hadden
eigen disciplinaire rechtbanken en de hogere
fficieren genoten een uitzonderlijk grote bewe-
igsvrijheid in ons land, waarbij zij over eigen
beschikten. Uniek voor de geschiedenis van
et krijgsgevangenwezen is het wel, dat de manne
neden van kapitein ter zee Bonatz recht hadden
jp twee weken vakantie per jaar. Zij voeren op
[Duitse schepen van IJmuiden naar Hamburg en
dan ook prompt weer terug om de vakantie
hun kameraden niet in gevaar te brengen. Het
;e rapport: „De primitieve onderbrenging op
schepen werd door de mannen graag op de
(coop toe genomen."
>k de korte duur van de krijgsgevangenschap was
'oorbeeldig. Reeds in de loop van 1945 keerden
alrijke Duitsers naar huis terug, maar dit was
'oornamelijk het gevolg van de haastige spoed,
vaarmee zij hun opdracht het ruimen van mijnen
- uitvoerden en waarvoor hun van Nederlandse
ijde toen al openlijk lof werd toegezwaaid. Reeds
n september 1946 was Nederland grotendeels vrij
ran mijnen en dit was op zijn beurt weer het gevolg
ran de nauwkeurigheid, waarmee het Duitse leger
ie ligging van de mijnen had geregistreerd.
Incident
Lfgezien van het incident, waarbij twee Duitse
narinesoldaten kennelijk zonder doorslaggevende
edenen doodgeschoten werden en ondanks onop-
ïoudelijke wrijvingen was de behandeling van de
trijgsgevangenen bepaald niet ongunstig, in aan-
nerking genomen dat er onder hen ook heel wat
astige knapen waren. Dit moest, zo geeft de Duitse
apporteur toe, wel kwaad bloed zetten. Zo maakt
lij melding van een voorval in het kamp te Roer-
nond, waarbij een Nederlandse onderofficier een
)uitse onderofficier een opdracht gaf. De Duitser
•eriep er zich op, dat de Nederlandse soldaten
dleen maar bevoegd waren voor de bewaking en
laatste arrogant terug: „Wie is hier de baas, jij of
k? Ik regel het werk en niet jij."
)e Nederlandse onderofficier, die dit voorval in het
apport meldde, voegde er aan toe: „Ik dacht dat
plotseling weer in de bezettingstijd leefden."
lieraan en aan de onervarenheid van het meestal
jonge bewakingspersoneel wijt het Duitse rap-
»rt het, dat er vaak spanningen optraden en wel
'ooral gedurende de eerste weken na de overgang
Nederlandse krijgsgevangenschap,
ratterlijk wordt er gezegd: „De oorzaken van derge-
ijke incidenten die overigens niet gegeneraliseerd
nogen worden, ook wanneer zij niet onvermeld
tunnen blijven - lagen in de diepe verbittering van
Ie Nederlanders over de brutale methodes van het
liviele Duitse bestuur en van de Duitse veiligheids-
nstanties gedurende de oorlog. Deze verbittering
verd scherper door de verontwaardiging over de
'emielingen, die uitgerekend nog tijdens de laatste
veken van de oorlog aangericht waren. Vooral de
iverstromingen en het opblazen van havens, die nog
n april 1945 van Duitse zijde bevolen werden,
ladden de Nederlanders diep getroffen. De vijandi-
e houding van brede bevolkingslagen tegen alle
katsers was daarom absoluut begrijpelijk. Te be
keuren is het echter, dat hieronder krijgsgevange-
te lijden hadden die geen schuld aan het leed
'an het Nederlandse volk hadden."
Lekkernijen
)p het menu-lijstje van de zevenduizend Duitse
"ijgsgevangenen stonden vooral voor die tijd lek-
lernijen zoals vlees, spek, ham en thee, maar ook
•rood, meel, margarine, vet, suiker, melkpoeder,
ardappelen, groenten, erwten, vruchten, zout, mos-
erd, peper en havermeel.
rater kwamen daar zelfs nog chocolade, kaas,
dringen, melk, jam, koffie, eipoeder, vanille-poe-
ler, nootmuskaat en azijn bij.
het rapport wordt gezegd dat de verpleging
lanzienlijk beter werd toen de krijgsgevangenen
'an Brits onder Nederlands bevel kwamen te staan.
Meer afwisseling en vitaminen". Ook worden de
antsoenen in overeenstemming met de internatio-
iale voorschriften voor krijgsgevangenen die zware
""beid moeten verrichten, eenoemd. hoewel ..het
'oornaamste van de maaltijd 's-avonas een soep''
ras.
len lid van de internationale commissie van het
lode Kruis, dat in Bergen op Zoom was gaan
'roeven stelt tevreden vast, dat het ruimschoots
joldoende was. Daarom luidt het oordeel van het
Westduitse regeringsrapport: Het dient vastgesteld
worden, dat de rantsoenen voor de leden van
Langs een autobaan die voor militaire doeleinden is aangelegd trekken krijgsgevangenen naar kampen in het westen onder andere
omstandigheden dan vijf jaar vroeger.
dé brigade hoger waren dan die van de Duitse
bevolking in diezelfde tijd". De eigen Nederlandse
soldaten hadden het niet beter, zegt het rapport,
en terwijl de Duitse krijgsgevangenen van de Engel
sen geen sigaretten gekregen hadden, ontvingen zij
deze onder Nederlands bestuur wei, al was het
aanvankelijk dan maar een pakje per week.
De meeste klachten worden er in het Duitse rapport
geuit over de kleding en het schoeisel, „Maar het
Nederlandse leger beschikte zelf niet over voldoen
de voorraden. Velen moesten het zonder ondergoed
en kousen stellen en dat in de barre koude", merkt
het rapport op. Het kledingprobleem was vooral
nijpend, omdat de slijtage bij het moeilijke en
levensgevaarlijke ruimen van mijnen uitzonderlijk
groot was.
Eigen postvervoer
Een lange klachtenlijst wordt ook gevoerd over de
slechte postverbinding, waardoor de soldaten vele
maanden lang geen enkel kontakt met thuis hadden.
„Een omstandigheid, die hen zeer deprimeerde",
maar waaraan ook de Nederlanders, gezien het
ontbreken van postverbindingen en de bevoegdhe
den van de Engelse bezettingsmacht, niets konden
veranderen.
De Nederlanders waren zelfs zo grootmoedig, dat
Duitse officieren brieven van krijgsgevangenen met
een eigen legerauto in Duitsland op de post mochten
doen. Meestal was dat Kleef, maar het gebeurde
herhaaldelijk, dat dergelijke officieren hun vrijheid
al te royaal interpreteerden en in de „Heimat"
bleven.
Ook de noodzaak, dat de Duitse legerauto's in
Duitsland gerepareerd moesten worden, leidde er
nog wel eens toe, dat de chauffeurs verder dan hen
was toebedacht de benen namen. „Vluchtgevallen
en hun behandeling" nemen trouwens een apart
hoofdstuk in, hoewel gezegd wordt, dat hierover
slechts onvolledige cijfers voorhanden zijn. Volgens
het Duitse rapport kwamen ontsnappingen in fe
bruari en maart 1946 nog maar zelden voor, „namen
echter in april bedenkelijk toe en bereikten in mei
met een massa-uitbraak van 21 man uit het kamp
Blerick een hoogtepunt.
De naoijheid van de Duitse grens was voor veel
krijgsgevangenen, die onder heimwee en de onze
kerheid van hun lot leden, een al te grote bekoring.
Zij poogden langs veie wegen de vrijneid te berei
ken. Zo verstopte een krijgsgevangene in het kamp
Blerick zich op de melkwagen, die dagelijks in het
kamp kwam, en probeerde hierin te ontsnappen,
maar hij werd ontdekt"
Het rapport maakt er ook melding van, dat de
vluchtpogingen vaak mei een grote'listigheid luKien.
In Blerick ging er een Duitse officier van door, die
op weg naar het te ruimen mijnenveld irj plaats
van dc gcbruikeujke acm manschappen er heimelijk
negen had meegenomen. Bij de terugkeer van de
Duitse colonne in het kamp telde de Nederlandse
wachtpost als normaal acht koppen en constateerde
dus dat alles in orde was. Later ontdekte men
echter, dat de commanderende officier ontbrak.
Het werk op de mijnenvelden zelf, vooral op de
onoverzichtelijke, bood tenslotte vaak de gelegen
heid bij uitstek voor de krijgsgevangenen om op
de vlucht te slaan. Het animo steeg vooral, zoals
het Westduitse rapport vermeldt, omdat de verant
woordelijke Duitse commandanten.geen bijzondere
ijver meer voor de bestraffing van gesnapte vluchte
lingen aan de dag legden.
'Dit punt veroorzaakte regelmatig ernstige proble
men. In feite waren de Duitsers wel krijgsgevange
nen, maar de Britten hadden hun de theoretische
status van „gecapituleerd vijandelijk personeel" ge-
Öndanks de verontwaardiging van sommige Neder
landse officieren tilde men in ons land kennelijk
niet al te zwaar aan de ontsnappingen. In geen enkel
geval vermeldt het rapport van de Duitse regering,
dat er een krijgsgevangene op de vlucht werd
neergeschoten. Daarentegen bericht het over de
toestanden in België op taktische wijze, dat er op
één krijgsgevangene, die bij zijn ontsnapping werd
doodgeschoten, honderd waren, die ongedeerd
Duitsland bereikten.
Snel naar huis
Geen enkel land, zo blijkt uit het rapport van de
Westduitse regering, heeft de krijgsgevangenen zo
snel naar huis terug laten Ken-u uis Nederland.
Sociaal-voelend als wij zijn, gold de bijzondere
clementie kinderrijke vaders cn mannen van boven
de veertig. Anderzijds kon Nederland makkelijk een
groots gebaar maken, want onder de Duitse krijgs
gevangenen elders waren er reservisten genoeg, die
maar al te graag naar Nederland wilden.
De vele honderden vaders en veertigplussers, die
twee maanden na de capitulatie in 1945 al ontslagen
werden, konden volgens de Duitse kapitein Groh
vervangen worden door soldaten „uit een honger
kamp van de Engelsen in België." Wij konden deze
soldaten door goede verpleging weer in orde bren
gen."
De toestanden in Nederland moeten wel heel erg
rooskleurig afgestoken hebben tegen die in andere
landen, want ondanks het levensgevaar waaraan zij
zich bij het ruimen van mijnen blootstelden, stonden
er massa's Duitse krijgsgevangenen in de Britse
kampen te popelen om naar ons land te komen.
Uit deze vrijwilligers konden tenminste ruimschoots
voldoende mannen gerecruteerd worden om do
teruggekeerde gevangenen, de zieken, de 200 doden
en bijna 500 gewonden te vervangen.
Deze „paradijselijke" toestanden worden ook geïl
lustreerd door een bericht van een gedelegeerde van
het internationale Rode Kruis, die over het kump
te Hoog Soercn bericht: „Dit detachement is midden
in het jachtreservaat van de koninklijke familie
gestationeerd, in een uiterst gezonde streek.
De gevangenen staat het jachthuis, dat zeer goed
gebouwd is, ter beschikking, en bovendien een
barak, waarin zich dc wasruimten bevinden en een
andere barak die als badhuis dient Twee, drie of
vier gevangenen bewonen een kamer. „In een later
bericht van het Rode Kruis heet het over Hoog
Soeren: „De verblijven zijn niet bewaakt cn dc
gevangenen icunncn allen in een kring van een
kilometer vrij in het bos wandelen. Zij hebben zich
echter verplicht drie maanden lang geen vluchtpo
ging te ondernemen
Lie Nederlandse instanties waren het er ook hele
maal met de Duitse commandant Draeger over eens,
dat het geen zin meer had de krijgsgevangenen nog
vast te houden wanneer de mijnenvelden geruimd
waren. Dat was eerst in het westen van het land
het geval cn daarom luidt een Nederlands bericht
van 26 december 1945 al: „Nu de eigenlijke mijnen
velden gezuiverd zijn, verblijven zij (de krijgsgevan
genen) in het kamp achter een prikkeldraadversper
ring en verrichten nagenoeg geen arbeid, zodat zij
zich vervelen." In januari 1946 was de hele brigade
Draeger met 3000 man weer thuis en dat was nog
„laat", omdat de Engelsen moeilijkheden maakten.
In Duitsland wilden zij de krijgsgevangenen trou
wens ook nog als „dienstgroep" inpalmen, maar de
door Nederland ontslagen Duitsers weerden zich zo
hardnekkig, dat men zc maar liet lopen
Ook het ongeveer duizend koppen tellende regiment
van kapitein Kaschta, dat in het zuiden dc taak van
de brigade Draeger overgenomen had, genoot in dit
opzicht de grootste welwillendheid van de Nederlan
ders. Majoor de Jagers L.V.A. de Leau, comman
dant van het bataljon technische bcwakingstrocpen
met zetel in de Tilburgse „Generaal Kromhout-ka-
afzienbare tijd ontslagen zou worden. De in het
regeringsrapport veel geprezen majoor moest echter
wekenlang moeizaam met de Britse bezettingsauto
riteiten onderhandelen, zodat het nog oktober werd
voordat het regiment Kaschta op transport naar
Duitsland gesteld kon worden.
Vrijwilliq gebleven
i onder kapitein bonatz in
het westen merkt het Westduitse regeringsrapport
op, dat hier ontslagen al aan de lopende band in
de tweede helft van 1945 plaatsvonden. In januari
verbleven er nog 600 man in Nederland, „die onder
goede levensomstandigheden en met een bevredi
gend geregelde bezoldiging" langs de kust van
noord tot zuid mijnen en fortificaties ruimden.
Op basis van volledige vrijwilligheid bleef tenslotte
het „detachement Duitse mijnenruimers" met
hoofdkwartier in Tilburg en een afdeling in Mook
tot oktober 1947 in Nederland. Het rapport: „De
leden van dit detachement werkten onder wezenlijk
verbeterde levensvoorwaarden". Hun kampen wer
den nauwelijks nog bewaakt en de „legerambtc-
naar" Marotzki, die het detachement leidde, beviel
het in ons land zelfs zo goed, dat hij verlof vroeg
om er te mogen blijven. Het werd hem minzaam
toegestaan.
'Neemt men dit alles bij elkaar, dan is het moeilijk
te begrijpen waarom de Westduitse regering dit
rapport geheim'blijft houden uit vrees de Nederlan
ders op dc tenen te trappen.
ïKAfis WENNhis.ES.