Jongens
van nu
hebben
Feye
en b
noord
iljarten
tnjz<
plaa
jïlUcic
ts in hart
Piet
van de Pol
„Ik was er
steeds op
uit de
gevoelige
snaar
ff te raken
,,Ik kwam terug
als grimmige
en vrat iemand
met huid
en haar op
ZATERDAG 12 OKTOBER 1974
Amsterdam Jan Huppen kan er nog: wel
meesmuilend om lachen. In een met rollen
en pakken stof volgetouwd keukentje van
een kleine Amsterdamse confectiefabriek
in de buurt van de saneringswijk rond het
Waterlooplein plaatst hij zijn ellebogen op
tafel. „Ja", vertelt hij, „ik moest wel
weereven de tour maken."
Jan Huppen doelt op de manier waarop
hij vorige week zaterdag ii Dordrecht zijn
rentree maakte in de boksring. Zijn tegen
stander, de Belg Colman, was pas bereid
tussen de ringtouwen door te klauteren
nadat Huppen hem en zijn trainer een
fraaie verhaal had verteld. De kleine Am
sterdammer, die in zijn inmiddels al vijf
tien jaar durende carrière nog nooit een
partij voortijdig heeft verloren, laat staan
knock out is gegaan, moest enige ferme
onwaarheden opdissen. "Ik heb hem ver
teld dat ik twee jaar geleden zwaar knock
out was gegaan en sindsdien niet meer had
gebokst. Tegen hem wilde ik het weer eens
voorzichtig proberen. Ik vroeg hem zelfs
nog of hij het een beetje kalm aan wilde
doen." Het resultaat is bekend. Jan Hup
pen was veruit de meerdere van zijn Belgi
sche opponent, die bovendien zwaarwelter
was en won ruim op punten.
Triest
Terwijl de naaimachines in het aangren
zende vertrek driftig ratelen ondanks de
afwezigheid van toezichthouder Huppen
kijkt de Amsterdammer wat triest voor
zich uit. Hij gaat wat verzitten en zegt: "Ik
wil graag vechten. Maar er zijn hier geen
tegenstanders voor me. Niemand durft het
tegen me op te nemen. Daarom informeer
de ik twee jaar geleden eens in Duitsland.
Daar kon ik terecht. Ik schreef toen een
brief naar de boksbond. Maar ik kreeg
geen toestemming. Ze vonden dat Neder
landers niet in de Bundesliga moesten
gaan boksen. In een eerder stadium had
ik het plan om prof te worden. Maar er
werd me duidelijk gemaakt dat de finan
ciële perspectieven niet gunstig waren.
Toen die twee mogelijkheden op niets wa
ren uitgelopen ben ik maar gestopt. Ik wil
graag in de ring, maar als de bond niets
voor me organiseert houdt het op."
Bijgelegd
Een half jaar geleden werd het geschil
tussen Jan Huppen, die in zijn loopbaan
tegen vele groten stond, en de boksbond
bijgelegd. De Amsterdammer kreeg de toe
zegging dat er voor hem partijen zouden
worden gearrangeerd, maar pas afgelopen
zaterdag was het dan zo ver dat hij door
een foefje tussen de touwen kwam. Want
aan de situatie die twee jaar geleden be
stond is eigenlijk nog niets veranderd. "Er
zijn nog steeds geen tegenstanders voor
me", stelt Jan Huppen wat moedeloos vast.
Een tijdje terug zou ik in Purmerend
boksen, maar in heel Europa was niemand
te vinden. Dat ging dus ook niet door. Mijn
enige kans is nu het Hollandtoemooi dat
binnenkort begint. Daar komen Oost-euro-
pese boksers tegen wie ik graag wil vech
ten."
Jan Huppen kwam dankzij een foefje weer tussen de touwen.
Acht titels
Jan Huppen, die in 1964 de eerste van zijn
acht nationale titels in het veder-, bantam-
en vlieggewicht veroverde, heeft ondanks
zijn lange staat van dienst in eigeh land
slechts 35 partijen gemaakt. In totaal
kwam hij honderd keer in de ring, van
welk aantal gevechten hij er niet minder
dan tachtig won. "De jongens va» tegen
woordig durven niet meer", oordeelt Jan
Huppen (32). "Het is een kwestie van men
taliteit en training. De boksers van nu
worden te weinig op de verdediging ge
traind. Ze zijn bereid om twee klappen te
nemen om er een te kunnen geven. Maar
dat is een verkeerd uitgangspunt. Je kan
er beter niet één nemen en niet één geven.
Dat is veel gezonder. Op het ogenblik zijn
er eigenlijk geen talentvolle jongens. Ik zou
me zelfs schamen als ik tegen de huidige
Nederlandse kampioen in mijn gewicht zou
moeten boksen. Er is geen talent Mis
schien dat je een uitzondering moet maken
Eek. Maar verder zie ik
Volop kans
Jan Huppen, die zelf een boksschool heeft
in Amsterdam-Oost is ervan overtuigd dat
hij ondanks zijn leeftijd nog volop kans
Ton van Eek, een uitzondering vol
gens Jan Huppen.
heeft de volgende Olympische Spelen in
Montreal te halen. In Tokio en Mexico was
hij erbij, voor München viel hij af ondanks
goede prestaties in het Hollandtoemooi.
"Een bokser van 22 kan al oud zijn", meent
Huppen. "Als je zoals ik weinig hebt hoe
ven te nemen kun je makkelijk tot je 35e
doorgaan. Je moet echter wel een goede
verdediging hebben. Dat heeft bijvoor
beeld Rudi Lubbers. Die valt pas aan als
hij kansen ziet. Zo moet je boksen. Als er
één recht heeft op Montreal ben ik 't".
Jan Huppen bokst al vijftien jaar en heeft
velen zien komen en gaan. "Die jongens
van tegenwoordig hebben niet voldoende
durf', herhaalt de Amsterdammer. "Ik
vond het geweldig als ik in mijn beginpe
riode tegen erkende grootheden als Gerard
te Paske, Charles Gans en Pierre Kerkhofs
moest boksen. Dat was voor mij een uitda
ging. Maar als een bokser van nu tegen
iemand met reputatie moet staan zegt ie
gauw: mij niet gezien. Ik hoop dat ik in
mijn eerste partij van het komende Hol
landtoemooi meteen tegen een hele sterke
vent kom te staan. Ik heb tot dusver al
mijn wedstrijden op Olympische Spelen en
Europese kampioenschappen in de eerste
ronde verloren van latere winnaars. Laat
ik nu dan maar eens de eerste keer u
nen."
Voorlopig kan Jan Huppen dus uitkijken
naar het Holland-toernooi. Maar daarna
komt er weer één zoals hij het noemt "tijd
van leegte". "Dan krijg je weer het euvel
dat er geen tegenstanders zijn en dat ik
drie partijtjes per jaar kan boksen en een
demonstratie gevecht tegen een buitenlan
der om de titel. Maar ja, ik wil graag
vechten. Hoewel de intensieve training
vroeger er niet meer bij is. Wat dat betreft
neemt je ambitie wel af. Je houdt je vast
aan grote toernooien. Die zorgen ervoor
dat je er nog een beetje zin in hebt."
FRANK WERKMAN
•\~n rl ava
Piet van de Pol: „Biljarten is een eerlijke sport"
Piet van de Pol: „Ik bleef altijd geconcen
treerd, rechtop, keu stevig in de hand.
ROCKANJE - „Den Piet is den
besten zitter", zei men inBelgië
van de Rotterdamse biljart-
gTootmeester Piet van de Pol,
67 jaar nu en na de verkoop van
zijn biljartzaal aan de Goudse-
singel te Rotterdam een jaar of
vier geleden, teruggetrokken le
vend in het gerieflijke, rustieke
Rockanje tegen de rand van
Oost-Voome op een van de
i Zuidhollandse eilanden- De te-
I ruggetrokkenheid is slechts
schijn, want de 1.84 meter lan-
I ge, een kwieke indruk makende
voormalige hotel- en cdfehou-
I der trekt er nog al eens tussen
I uit en is nog altijd van top tot
teen geïnteresseerd in de sport.
En daaronder verstaat hij niet
alleen het biljarten, al heeft hij
de tijd gekend, dat hij voor
deze binnensport letterlijk alles
liet staan. Als hij het nodig
vond te trainen zette hij alles
opzij. Ook de bestevoetbalwed
strijd.
Piet van de Pol mag onder meer
graag een partijtje dammen en
schaken, is niet weg te slaan bij
Feyenoord en is als enige Ne
derlander in het bezit van een
paspoort dat hem bij elk groot
biljarttoemooi in binnen- en
buitenland recht geeft op een
gereserveerde plaats. Die ver
wantschap met Feyenoord zit
Piet van de Pol erg hoog, want
als de arbitrage in de biljart-
sport ter sprake komt, kan hij
het niet laten de arbitrage in de
voetbalwereld er bij te betrek
ken. Hij maakt van zijn hart
geen moordkuil door te zeggen
dat Feyenoord er heel wat be
kaaider afkomt dan Ajax. Maar
dat moet men Piet van de Pol
eigenlijk niet kalijk nemen. Hij
is Rotterdammer van origine en
heeft bepaald iets tegen Amster
dam.
Liefde
Hoewel vaak afdwalend omdat
de liefde voor Rotterdam en
voor Feyenoord een bijzondere
plaats in zijn hart inneemt, wil
gevoelige Piet van de Pol nog
wel graag praten over zijn
meest geliefde sport, waarin hij
dertig Nederlandse titels behaal
de, zeven keerEuropees kam
pioen werd en zich tweemaal (in
Zaragossa en in Amsterdam) de
beste van de wereld toonde.
Hij praat graag en vlug die Piet
van de Pol, die er md voor
uitkomt er bijzonder trots op te
zijn, dat hij in het kader 47/2
de eerste ter wereld was, die de
400 caramboles in één beurt uit
maakte. Dat was in Gent in een
partij tegen Galmiz. „En met
invoren ballen", voegt Van de
Pol er met zijn uit vroeger jaren
zo bekende superioriteitsgevoel
aan toe. „Dat is een heel wat
betere prestatie dan nadien van
een Henk Scholte en een Hans
Vultink. Die hebben het gedaan
met kunsthallen, maar zeg nou
eens eerlijk, we drinken toch
ook geen theesurrogaat. Bij
ivoor komt het juiste gevoel pas
tot uiting. Die ballen hoor je".
Eerlijk
„Den Piet is den besten zitter",
zoals de Belgen zeiden, is de
aanleiding wat uitgebreider stil
te staan bij dp waarden van de
biljartsport. „Biljarten" zegt
Piet van dePol, „is bovenal een
eerlijke sport Het is een strijd
van nwn tegen man die elkaar
testen. Deze sport vraagt
kracht conditie en vooral con
centratie.
Je moet je mentaal steeds ster
ker maken. De kans zit erin, dat
je 20, 30, 40 minuten op de stoel
moet zitten wachten op een fout
van je tegenstander. Op dat
ogenblik ben je machteloos. Je
kunt je niet in de strijd mengen.
Maar er is verschil in de manier
waarop je op de stoel zit. Ik heb
tegenstanders gekend, die hoe
langer hoe verder uit de stoel
wegzakten en bijna lagen. Die
dreigden in slaap te vallen. Dan
dacht ik al bij mezelf, ik pak
je makker".
„Als ik op de stoel zat, bleef ik
geconcentreerd. Altijd de keu
recht op voor me, stevig in de
hand. Aan de manier waarop de
keu in dergelijke situaties werd
vastgehouden, kon ik zien hoe
het met de concentratie van de
tegenspeler was gesteld. Die
concentratie was ook duidelijk
te zien aan de manier waarop
ik speelde. Ik had altijd een
ernstig gezicht. Er kon geen
lachje af. Dat bezorgde me de
bijnaam van de grimmige. Men
heeft mij wel eens gezegd: lach
toch eens een keertje. Nou, dat
heb ik geprobeerd. Ik bracht er
niks van terecht Toen ben ik
kwasi even naar het toilet ge
gaan en heb ik nadrukkelijk in
de spiegel gekeken. Toen zei ik
tegen mezelf; zo gaat het niet
Piet je bent jezelf niet. Ik kwam
terug als de grimmige en vrat-
mijn tegenstander met huid en
haar op".
Kwetsbaar
De mentaliteit rekent Piet van
de Pol tot de hoogste waarden
roezemoes in de zaal. Tegen
woordig speelt men in sporthal
len en zit het publiek vaak op
grote afstand. Vroeger zat het
publiek bovenop je. Je zag alles
en je hoorde alles. Als er dan
weer eens gefluisterd werd,
maakte ik met mijn arm en
achter mijn rug het gebaar rus
tig te blijven. Die karakteristie
ke houding kende men".
„Mentaal heb ik mij ook tegen
de arbiters moeten wapenen.
Men telt steevast: 97, 98 en dan
plotseling met stemverheffing
99. En als dat 99 er uit kwam,
kreeg je het gevoel dat er alleen
nog maar de honderste kon vol
gen. En wat is nou 100? Maar
als eenarbiter op een dergelijke
manier telde, was het vaak bij
102 of 103 gebeurd. Daar heb ik
mij tegen gewapend. Ik vond er
een foefje op. Zodra ik de hon
derd caramboles naderde, zorg
de ik er voor de bal vlak bij
in de biljartsport: „Je bent nu
eenmaal kwetsbaar. Zo heb ik
me moeten wapenen tegen ge-
elkaar te hebben. Dan volgden
er vlot twee of drie tikjes en
kreeg de arbiter de gelegenheid
niet mij door een verkeerde in
tonatie uit het spel te halen".
Gevoelig
Piet van de Pol is een erg ge
voelig mens die het vermogen
heeft ook de gevoelens van een
tegenstander te doorzien en er
gebruik van te maken. „Ik deed
niets anders dan mijn tegen
stander observeren", zegt Van
de Pol. „Ik was er steeds op uit
de gevoelige snaar bij de ander
te treffen. Mijn voornaamste
wapen was mijn enorme vecht
lust die mij, ik zei het al, de
naam van de grimmige bezorg
de".
„Mijn tegenstanders waren
bang van mijn gezicht, want ze
wisten dan dat er wat broeide.
Vaak konden ze daar niet tege
nop. Ik voelde mij nooit verlo
ren. Ik heb in belangrijke toer
nooien partijen gespeeld, waar
in mijn tegenstander bijvoor
beeld op 378 stond en ik op 44.
Dan ging ik met een grimmig
heid van stoot, waar vaak niets
tegen bestand was. Dan was ik
op mijn sterkst. Vaak maakte ik
dan de partij in de volgende
beurt ineens uit".
„Wat de mentaliteit, en dan be
doel ik niet de wedstrijdmentali
teit, overigens betreft, is er te
genwoordig wel wat veranderd.
Als broekie moest ik in hetzelf
de toernooi stoten als Jan Dom-
mering. Dommering was een
vheel grote. Daar keek men tege
nop. Ik durfde hem amper goe
dendag te zeggen. En als dat
gebeurde, zei ik nog heel be
deesd mijnheer Dommering.
Dat is er tegenwoordig niet
meer bij. Toen de jonge Henk
Scholte zich aandiende was het
meteen „ha, die Piet". Ik vind
dat helemaal niet erg, maar ik
wil er slechts mee zeggen, dat
er tegenwoordig in dat opzicht
wel wat veranderd is".
Gewone pakje
De waarde en de waardigheid
van de sport heeft Piet van de
Pol reeds vroeg leren onderken
nen. „In mijn tijd", zegt hij,
stond ledereen in zijn gewone
pakje aan de wedstrijdtafel. Ik
was er voor mezelf al vlot van
overtuigd, dat dat eigenlijk
geen gezicht was. Ik verscheen
altijd in zwarte broek met wit
overhemd en zwarte das aan de
tafel".
„Ik heb nu eenmaal gevoel voor
stijl en waardigheid. En omdat
men thuis steeds zat te moppe
ren dat mijn manchetten altijd
blauw waren van het krijt, ben
ik er toe overgegaan een vest
met lange mouwen te gaan dra
gen. Later volgden anderen en
nu is het verplicht „gekleed" te
gaan. Maar ik ben er nog altijd
trots op, dat ik in de biljurtsport
ook wat de kleding betreft,
voorop ben gegaan. Als je daar
zo eens aan terug denkt, doet je
dat toch nog wel iets".
Veel geld
Plet van de Pol heeft er geen
moeite mee te zeggen, dat de
biljartsport en dan vooral de
uitzending naar toernooien,
handenvol geld heeft gekost
Hij acht bet niet nodig diep op
de onkonstenvergoedingen in te
gaan, maar geeft toch wel dui
delijk als zijn mening, dat dit
voor tallozen eenvoudig niet op
te brengen is.
„Toch zal er", zegt Van de Pol,
„gelukkig nooitprofbiljarten ko
men. Let wel, er zijn profbiljar
ters geweest zoals bijvoorbeeld
de Fransman Marty, maar die
is later weer amateur geworden.
Waarom? Omdat aan dat prof
biljarten geen kampioenschap
verbonden was. Dat kent men
alleen bij de amateurs. En bo
vendien: profbiljarten is gewoon
onmogelijk".
„Biljarten is geen sport die dui
zenden toeschouwers trekt, om
dat het als kijkspel niet aantrek
kelijk is. Wat is er nu voor
aardigheid aan een speler in
razend tempo caramboles te
zien produceren terwijl de bal
len nauwelijks van hun plaats
komen. Dat wordt op den duur
stomvervelend. Natuurlijk, dat
spel is moeilijk, oneindig veel
moeilijker dan men denkt. Het
is veel eenvoudiger een paar
caramboles „op afstand" te ma
ken. maar daar maak je geen
series mee. Het bandenspel en
dan speciaal het driebanden
maar dat werd in mijn tijd nog
niet gespeeld is aantrekkelij
ker om te zien en daarom geloof
ik, dat steeds meer biljarters
zich op het bandenspel zullen
gaan toeleggen".
„Op libre, kader 47/2 (in mijn
tijd aanvankelijk 45/2) en kader
71/2 raakt men uitgekeken. Het
wordt nu allemaal al bijna als
libre gespeeld en dan zullen er
steeds meer komen die mede
door die kunsthallen de partij
ineens uit kunnen maken. Er is
voor het publiek geen ardigheid
aan daarnaar te kijken. Het pu
bliek blijft dus weg en daarom
zal profbiljarten er nooit kun
nen komen".
NOTEER BIJ DE RADIO
Eredivisie
O NAC-Excelsior
0 Wageningen-Sparta
0 Telstar-MW
0 FC Twente-FC Den Haag
0 FC Amsterdam-Ajax
0 Roda JC-De Graafschap
0 Feyenoord-AZ'67
0 Go Ahead Eagles-Haarlem (1210)
0 PSV-FC Utrecht (12-10)
Eerste Divisie
PEC Zwolle-Veendam
SC Amersfoort-FC Dordrecht
SW-FC Den Bosch
0 Volendam-Heerenveen
0 SC Cambuur-Eindhoven
0 NEC-Heracles
Willem II-FC Vlaardingen
0 FC Groningen-Fortuna SC
FC VW-Helmond Sport
De wedstrijden aangeduid met ecn0 komen voor
op uw totoformulier.