NOODLOT RUSTTE
OP AMSTERDAMS
GRACHTENHUIS
KOSTELIJK KOOK
BOEK VOOR HELE
MISJPOCHE
VOOR DE VROUW
Smakelijk lezen over eten
De tweelinghuizen Keizersgracht 672-674 uit een rijtje van drie, waarvan er maar twee bewaard zijn gebleven.
No. 676 is verloren gegaan.
AMSTERDAM Voor Ricci nu
eens niet naar Parijs, maar
naar een Amsterdams grach
tenhuis, dat nu „Stichting van
Loon" heet. Tussen het kost
baar beschilderd behang van
de stijlkamers met glanzend an
tieke meubels de presentatie
van een nieuw parfum „Farou
che". „Farouche" betekent de
„ongenaakbare" of iets daaraan
verwant geheimzinnigs. „Cette
femme est bien farouche", zeg
gen de Fransen dan ook beteke
nisvol, weet Monsieur B. de Vil-
morin van het Huis Ricci, die
in de Franse tuin een kleine
explicatie gaf. Waarom nu weer
een nieuw parfum toegevoegd
aan de lange rij uit de Ricci
laboratoria? Waarschijnlijk om
dat Monsieur Ricci (zoon van
de onlangs overleden Nina) het
brouwen van geuren niet laten
kan. Misschien omdat hij ter
gelegenheid van het 25e jaar,
dat de Ricci parfums en eaux
de toilettes in Nederland zijn
geintroduceerd (importeur:
Kennemer Handel My B.V.) met
een nieuwe schepping wil eren.
Welnu, hij is erin geslaagd een
vervoerend geurtje te compone
ren uit jasmijn, rozen, oosterse
vruchten en bosbloesems, zo
verlokkend, dat een vrouw zich
daarmee best een beetje onge
naakbaarheid kan veroorloven
om zich daarna genadiglijk de
hand te laten kussen. Zulke zin
nen vloeien uit de pen als een
introductie plaatsvindt in een
huis met zo indrukwekkende
historie, die begint in 1671—72,
direct na het graven van de
drie concentrische grachten
van ons mooie Amsterdam, he
laas nu ontsierd door het langs
de wallekanten geparkeerde
blik. Maar het intrigerende van
hetpatriciërshuis aan de Kei
zersgracht 672, dat een tweeling
vormt met 674, (in een rij van
drie gevels gebouwd door de
klassieke architect Adriaan
Dortsman) is dat er in particu
lier bezit, vroeger een fatum op
schijnt te hebben gerust. Zoals
Engeland zijn spookhuizen
kent, is er in Amsterdam een
huis dat zijn bewoners ongeluk
bracht.
De eerste eigenaar ging vijf jaar
na de bouw failliet, de dochter
van de tweede gelukkige bezit
ter, Geertruyd le Gillon stierf
ongetrouwd, wat toentertijd een
onaangename status was. Nute-
genwoordig het huwelijk een
zaak is, waarover een meisje
van negentien nog eens twee
maal nadenkt voordat ze er aan
begint m wil liever eerst wat
over de ..creld zwalken, werk
zaam zijn of studeren) werd er
vroeger over je gefluisterd als
je met zestien nog niet onder
de pannen was. Wie dan nog
geen echtgenoot had gevangen,
werd dan meewarig als „oude
vrijster" uitgekreten. Vrij
taald: „da's
krijgt geen
weliswaar ontving Geertruyd
van haar ex-verloofde Jonker
van Raesvelt 100.000 voor
verbreking der trouwbelofte,
maar ze zat toch verder mooi
in haar eentje.
De doem zette zich voort. Dr.
Abraham van Hagen kocht het
huis in november 1752, een
maand na zijn huwelijk met
Catherina Trip, die 5 jaar na
de trouwdatum stierf. Ze liet
haar hele vermogen, dat niet
gering
noot i
daarover tot het einde
eeuw, maar intussen stonden in
de koperen trapleuning in 18e
eeuwse krulletters de namen:
Van Hagen en Trip. Het echt
paar had niet stilgezeten de stee
te verfraaien. Later hebben de
zelfde ambachtslieden, waaron
der de beroemde Milanese stu-
cadoor Carel Sartori het „lift-
proces" voortgezet.
Sommige erfgenamen van Dr.
Abraham zaten er met de erfe
nis naast. Er waren geen huwe
lijksvoorwaarden en de echtge
noot vaneen der meisjes Hagen,
Baron van Pallandt, kocht van
-r
Kaptafel in de slaapkamer met hemelbed. Hemels kijkt „Mannequin 1974" in velotirs
rok met zijden mousseline rucheblouse. (Boetiek maison Kuiper, Zeist).
de erfenis een landgoed buiten jonas Witsen, baron Straalman,
onze grenzen. Nichten en neven die er met zijn veel oudere
hadden het nakijken, want het vrouw, een actrice, van 1842 tot
huis, kwam op de veiling en in i860 in woonde,
handen van Duitse Hendrik S„ Nog een faillissementsschandaal
in 1884 kwam het huis op
die fortuin in Indonesië had
gemaakt (van hem komt de ver
siering in de westelijke slaapka
mer van verschillende dooreen-
gestrengelde S'en).
lelijkerd, die Na zijn dood (1776) krakeelden
Goed dus: z'Jn twee zonen en een met La
Fargue getrouwde dochter
erom. De jongste zoon had
meer dan genoeg van de twist
en ging op kasteel Drakesteyn
wonen, het paleisje van prinses
Beatrix en prins Claus. Het
echtpaar La Fargue kwam als
overwinnaar uit de strijd, maar
ging failliet met een sleep onbe
taalde rekeningen achter zich Maar
aan. La Fargue kwam in de weel,
Gevangenpoort en stierf later
in het „beterhuis",
haar echtge- Intussen werd Jan Trip, een van
De familie griepte de laatste leden van de familie,
die zich 21 jaar geleden het huis
uit de vingers zag glippen, ac
tief. Hij kocht het huis plus
inventaris (1778), maar kwam
ook in het „beterhuis" terecht,
wat in die tijd nog minder aan
genaam was dan in de huidige
gevangenis met kleurtelevisie.
Zijn hartstocht voor paarden
en de intolerantie van paarden-
kopers en zadelmakers ten aan
zien van vorderingen, werd de
spilzieke Jan noodlottig. Doch
nu stond zijn schoonvader Al-
bertus Schuyt op de barrica
den. Hij kocht het huis, dat-
daarna in handen kwam van
Hendrik van Loon,
die er zijn jongste zoon mee
verblijdde. De familie Van
Loon, die er sedertdien woont,
heeft er door de e
gepaard gaande a
de staat houden van een zo
kostbaar pand, een Stichting
van gemaakt, zodat het met de
steun van Monumentenzorg in
zijn laat 18e vroeg 19e eeuwse
staat kon worden gerestau
reerd. Dat dit een kluif was,
blijkt uit het feit dat dé rflltBU-
ratie van 1964 tot 1973 duurde.
is het dan ook een ju-
aarin de portretten van
alle gelukkige, maar veelal on
gelukkige bewoners en hun ver
wanten op de bezoekers neer
kijken. Het is museum gewor
den, open voor publiek. De
prachtige ruimte beneden kan
ook worden gehuurd voor
500,— (exclusief drankjes etc.
natuurlijk) voor partijen, brui
loften, recepties, die er dan ook
veelvuldig worden gehouden.
Romantischer kan het niet! Een
dwaaltocht door het huis lever
de confrontatie op met een an
tiek betegelde badkamer, warin
een badje niet groter da-
nl.50 m. Onze voorvaderen wa
ren korter dan wij. Prachtige
hemelbedden in de slaapka
mers met gobelins en kamer
schermen De „rode kamer"
met rood linnendamast behang
bespannen, de „tuinkamer",
waarin een geschilderd portret
van Frans van Loon
(1613—1633), die als 20-jarige
luitenant aan depest stierf toen
hij tegen de Spanjaarden vocht.
Zijn lege plaatswordt op het
groepsportret gemarkeerd door
een omgevallen stoel,
kosten Natuurlijk hebben de Van Loons
toen het huis in familiebezit
kwam, allefamilieportretten
naar de Keizersgracht overge
bracht, om ze te voegen bij die
van de voormalige bewoners en
hun relaties van buskruitkoop-
man tot burgemeester. Er han
gen vier generaties Van Loon
en met hun intrede schijnt de
doem gebroken. Momenteel wo
nen er mevrouw Ghislaine van
Loon—de Valloismet haar echt
genoot Jhr. Maurits Nanning
van Loon. Ze hebben hun ap
partementen op de bovenste
etage. Hun keuken onder
scheidt zich qua inrichting niet
van die uit welk herenhuis ook,
maar ze heeft toch de persoon
lijke signatuur van een gran
deur die niet is klein te krijgen.
Madame Ghislaine, fran?aise
van gebborte, in lange, in
groene tintengedessineerde, zui
ver zijden japon, bijpassende
kousen en satijnenschoentjes, is
een charmante gastvrouw in
het huis van haar echtgenoots
voorvaderen, dat zich qua func
tie hééft aangepast aan de tijd
maar zijn allure behouden
heeft.
TINY FRANCIS
Roberta di Camerino wordt wel eens de „Tovenares van
i de Italiaanse Haute Couture" genoemd. Zij heeft die faam
te danken aan haar „illusionaire" ontwerpen. Bijna al haar
creaties worden gekenmerkt door grafische grapjes, gecom-
bineerd met verrassènd mooie kleurschakeringen,
j Veel van haar ontwerpen en dat geldt speciaal voor
haar herfst- en wintercollectie geven de indruk dat zij
i uit meer delen bestaan (blouse, jasje en rok), maar bij
nadere beschouwing blijkt alles bedrieglijk, maar zeer
natuurgetrouw in de stof te zijn geprint. Zelfs revers, zakjes,
ceintuurs, linten en strikken zijn geraffineerd in de stof
gedrukt.
Ook wordt dé schijn gewekt, dat over een blouse een
pullover wordt gedragen, terwijl wederom de schijn be
driegt, doordat het geheel uitsluitend uit één kledingstuk
bestaat.
Lezen over eten kan (gelukkig!)
net zo smakelijk zijn als eten
j zelf. Beccy de Vries en Esther
Wertheim leveren met "Wel
moge het u bekomen" niet al
leen een aantal leuke recepten
uit de doodgewone Joodse keu
ken, ze maken er af en toe een
kostelijk buurvrouwenpraatje
van doorspekt met enkele ori
ginele uitspraken van familie
leden.
Zo zegt Oma Hamel blijkbaar
over een nietJoodse boter-
I koek dat je "daar met een satij
nen jurk op kan gaan zitten".
I De koek van Tante Bep die dan
volgt zal beslist wel een paar
vetvlekken achterlaten bij een
I dergelijke, nogal ongebruikelij-
ke handeling.
j Mager worden zal je dan ook niet
van de recepten uit dit boekje.
Voornoemde Oma Hamel - je
raakt benieuwd hoe welgedaan
I die er wel niet heeft uitgezien -
I zegt bijvoorbeeld van de "Ku-
gel" (stoofperen met gember in
deeg): "Kugel moet hui jen van
het vet".
Beide schrijfsters hebben met
hun boekje geprobeerd op te
tekenen wat er onder hun
vriendinnen en familie nog leeft
van de echte Joodse keuken,
j Wie wat wist, mocht het zeggen.
En onder het Jiddische motto
"Het die memme meer gekocht,
I het ich meer gegessen" volgen
I dan de kippesoep van groot
moeder Bloeme, de petrojeum-
I soep van tante Rebecca, kosjere
I erwtensoep, snelzuur van oma
j Wertheim en de zure uitjes van
Hetty, zoals Oma Jet het haar
I leerde.
Simpele gerechten voor de hele
"misjpoche" (familie) waar nie
mand moeite mee zal hebben
en die er allemaal even gezellig
uitzien. Alleen de "Gefillte Fi-
seh" is wat lastiger, al zal het
ook wat moeilijkheden opleve
ren dat oude petroleumstelletje
I te vinden waarop grootmoeder
j Bloeme de kippesoep de hele
j middag liet trekken.
Culinair kunstje
Wat "kooktechnischer" van opzet
zijn de bekende boekjes uit de
Van Dishoeckreeks, waarin
nu "Het Soepenboekje" ver
scheen van Ria Holleman en
"Flam in de pan" van Arne
van Onck.
j Het laatste wil het flamberen als
klein maar belangrijk culinair
kunstje wat meer onder de
mensen brengen. Het blijft wel
een zaak voor de echte genie-
V Holleman in Het Soepenboekje.
Uit alle landen, in alle dunne,
dikke, heldere of gebonden va-
f) riaties.
I V -y^S) Opvallend is haar mededeling dat
IV, bouillon helemaal niet verster-
kend of voedzaam is. Het is
eerder een genotmiddel, dat
V/S door de stimulerende werking
pA op de afscheiding van maag-
I sappen tot méér eten stimu-
I Bij de koude soepen staat ook de
Jf Bulgaarse Tarator en die kom
je niet vaak tegen in kookboek-
jes: fijngeraspte komkommers
U M 1 in niet water aangelengde yog-
hurt, daarin gehakte walnoten
met fijn gesneden kruizemunt
en/of uitjes. Zeer koel serveren,
heerlijk voor een verhit li-
Regio recepten
S ■■■"1 Met "Plaatselijke en gewestelijke
V4 specialiteiten uit Nederland"
heeft Anton van Oirschot een
m - -v 1' klein zakencyclopedietje ge-
J ft schreven over alles wat ty-
L 1 O I Pisch Hollands is. Streekge-
I W rechten, antiek, volkskunst,
dranken, je kan het niet zo gek
M bedenken of er staat wel iets
van in. Alles gerubriceerd per
Illustratie bij „sope uit de provincie en plaats van her
jaren der duisternis" uit het _komst.
boekje „Wel moge het u be- Boreulose bolussen. Doesburgse
kome" moppen, Haagse beschuitjes,
ters, die ook thuis aan tafel de
vlam wel eens beheerst in de
pan willen laten slaan. Want om
te flamberen zijn in elk geval
een restaurantréchaud nodig
van een paar honderd en een
flambeerpan van rond de tach
tig gulden.
Voor wie het niet mocht weten:
Bij het flamberen verdwijnt de
alcohol, maar het parfum van
het destillaat blijft geconcen
treerd achter op de spijs terwijl
daarvan het overtollige vet ver
brandt.
Arne van Onck geeft bovendien
vlees— en visgerechten, voor—
en nagerechten zeer overzichte
lijk als recepten: duidelijk het
werk van een ervaren kookkun-
dige. Voor de buitenlandse gas
ten heeft hij bovendien nog een
aantal recepten te flamberen
met onze eigen Hollandse jene
ver achter de hand.
Alkmaarse kaassoep, Friese ou
de wijven en onnoemelijk veel
meer vreemdnamige zaken, die
eens onze nationale trots wa
ren. Jammer is het dat er geen
index—je achterin staat. Voor
wie niet bij voorbaat weet wat
waar vandaan komt is het vaak
oeverloos bladeren geblazen.
Het boekje van Van Oirschot is
beslist geen kookboek, maar
een Jantje van Alles op folklo
ristisch gebied. Hier en daar is
het een historische handleiding
maar daarnaast staan er, voor
zover bekend, (kleine) recepten
van de diverse specialiteiten.
Van Oirschot heeft medewerk
ing gehad van talrijke plaatse
lijke en gewestelijke V.V.V.'s,
diverse musea en een folklo
re—kenner als K. ter Laan.
De onvolledigheid blijft natuur
lijk een tikje jammer, maar
Van Oirschots werk is wel enig
in zijn soort en daarom erg aan
te bevelen.
BERT JANSMA
Anton van Oirschot
Plaatselijke en gewestelijke
specialiteiten uit Nederland,
Uitg. Helmond, f 5,90
Ria Holleman Het Soepen
boekje, f 4,90 Van Dishoeck
Arne van Onck Flam in de
pan, Van Dishoeck, f 4,90
B. de Vries en E. Wertheim
Wel moge het u bekomen. De
Bezige Bij, f 4,90
Soepenboekje
Wat er maar aan soepen bestaat „Flam in de pan" en „Het soepen boekje", twee deeltjes
is geïnventariseerd door Ria uit de Van Dishoeck-reeks.