In het centrum van Parijs zit kat pas goed in de gordijnen GEEN HANDELSCENTRUM OP DE PLAATS VAN DE HALLEN Miljard franc in 23 meter diepe put 1 s-fc m trIT*- referendum uit te schrijven. Het volk is wel voor :mindere zaken geraadpleegd. Parijs is van de Parij zenaars, dus waarom zouden die niet een kleine duit in de zak mogen doen Maar de hoge heren en architecten van naam beslisten onder elkaar. De gemeenteraad van Parijs had maar weinig stem in het kapittel. En zo kwam er een plan, een groots plan uit de bus om het centrum van Parijs een geheel nieuwe bestemming te geven, waarbij er zoveel mogelijk rekening mee zou worden gehouden, dat het nieuwe niet vloekte tegen het oude. Om niet te veel plaats in beslag te nemen vermelden wij dat plan in grote trekken. men al gauw een kleinigheid over het hoofd. En zo'n mug wordt later een olifant. Bij al dat graaf werk hadden de promotors van het handelscen trum vergeten het advies te vragen van een veilig heidscommissie en daar kwam een andere bouw maatschappij, de Union des Champeaux, achter. Die diende bij een administratieve rechtbank een verzoek in om de verstrekte bouwvergunning in te trekken en bevel te geven het werk bij het handels centrum te staken. De rechtbank heeft dat verzoek moeten inwilligen en sedertdien ligt al het werk bij het centrum stil. Aangemoedigd door dat eerste succes ging de Union des Champeaux nog veel verder en schreef over het hoofd van de Parijse gemeenteraad heen een brief naar Giscard d'Estaing als president van de republiek om zich persoonlijk met het geval te bemoeien. En niet alleen met het handelscen trum, maar met het hele plan, inclusief het Pompi- dou-museum en het ondergrondse forum. En toen dat ene schaap over de dam was, volgden er nog veel meer. Verenigingen voor stadsschoon staken de koppen bij elkaar en schreven op hun beurt naar Giscard. Wat Het roemrijke centrum van Parijs, waar eens de Hallen hadden gestaan, opofferen aan die vermaledijde verbruiksmaatschappij Was het geen reine schande, dat de stad Parijs, zelf op zoek naar terreinen, zó maar waardevolle gronden af stond aan het particulier kapitaal Moest Parijs nóg meer bedorven worden door nieuwe Montpar- nasse-torens Het handelscentrum zou 50 meter hoog worden, hoger dan de Notre Dame (42) en hoger dan de Are de Triomphe (49.6). Giscard d'Estaing hakte de knoop door en besliste: er komt geen internationaal handelscentrum. Het ondergrondse forum mag blijven, het Pompidou- museum zal worden afgebouwd, maar het centrum komt er niet. Dat was je wat De Parijse gemeenteraad vond het goed, maar sputterde wat tegen, omdat Giscard zijn beslissing had genomen zonder er Parijs in te kennen. De communistische „Humanité" schreef in één artikel, dat het volk van Parijs had gezege vierd tegen het privé-kapitaal, maar in het andere, dat geen enkele koning in Versailles er ooit zó in geslaagd was tuinen en parken aan te leggen als Giscard d'Estaing. De „Figaro" schreef, dat de leden van de Parijse gemeenteraad met vakantie waren en dat Giscard er in geslaagd was hen voor een voldongen feit te stellen. De „Combat", die toen nog leefde, constateerde: V. G. E. heeft het groen gekozen". V. G. E. is de tegenwoordige afkorting voor Valéry Giscard d'Estaing. Het groen duidde op de beslissing van het staatshoofd, dat het voor malige Hallenterrein ruimschoots beplant zou wor den met bomen en parken. Een miljard Na de beslissing van Giscard zat de kat pas goed in de gordijnen. Geen sprake van, zeiden de promo tors van het handelscentrum, dat wij de bouwput gaan dichtgooien. Dat moet Giscard maar zelf doen -of de staat opdracht geven het te doen. Bovendien hebben wij. promotors, een aardige vordering op de stad Parijs. Wij hebben grondrechten betaald en die moeten wij terug hebben. En niet alleen de grondrechten, maar ook alles wat wij tot dusver aan het handelscentrum hebben gespandeerd. Die rekening werd opgemaakt. Aanvankelijk waren het 100 miljoen, maar al rekenende en cijferende meent het centrum op de stad Parijs een vordering te hebben van bijna één miljard. Die centen - ach, dat is nog niet het ergste. Kom je over de hond, dan kom je over de staart. La Villette heeft een verlies opgeleverd van een mil jard, en dat miljard van het handelscentrum kan er ook nog wel bij. Maar dat andere gat, dat van 23 meter diep, dót is het ergste. Het is weliswaar gestut door betonnen muren, maar dat beton houdt het niet langer dan een jaar uit. Dan dreigt het niet geringe gevaar, dat de Saint-Eustache gaat verzak ken en in het gat terecht komt. En gaat de Saint- Eustache zakken, dan beginnen ook de huizen te glijden, die er in de buurt staan. Wat moeten we in Parijs: lachen of huilen over zoveel onverstand De Parijzenaars zelf hebben voorlopig de middenweg gekozen, wat er tot dusver met de Hallen gebeurd is noemen zij: „de onvoltooi- de symfonie". LUCAS KLEUN Het zou bestaan uit drie onderdelen. Er zou komen een groot, internationaal handelscentrum van acht verdiepingen hoog, bestemd voor kantoorlokalen. Giscard d'Estaing, toen hij nog minister van finan ciën was, verklaarde er zich vierkant voor, want andere steden, Brussel bijvoorbeeld, hadden ook zulk een handelscentrum en daar kon Parijs niet bij achterblijven. Een bezwaar was, dat dit centrum recht tegenover de Saint-Eustache zou komen te staan, een der merkwaardigste kerken uit de zes tiende eeuw. Maar daar vonden de architecten dit op: tussen het centrum en de kerk zou een rij bomen worden geplant. Wie er van hoorde en op stadsschoon was gesteld voelde de koude rillingen over het lijf lopen, want het betekende in de prak tijk, dat de kerk zou worden ingekapseld en aan het oog zou worden onttrokkenMaar de promo tors van het plan zetten door en begonnen vast een gat te graven, dat 23 meter diep zou worden. Dat was één. Een eind verder werd de grond uitgediept voor een forum. Daar zou aangelegd worden het nieuwe express-Métro-station Halles- Chatelet en daar bovenop een winkelcentrum voor meubelen, kleren, boeken bloemen, een cinema, cafés, restaurants en winkels voor kleine huisdieren. Ook die bouwput is zo goed als klaar. Wie aan de rand naar beneden kijkt wordt er duizelig van. En dan is er nog een derde bouwwerk, waar komt het Centre National d'art contemporain met een uitge breide bibliotheek, dat genoemd zal worden naar de overleden president Pompidou. De ruimte tussen die drie bouwwerken zal worden opgevuld met parken, fonteinen, hotels en luxe-flats. Wat er staat aan huizen gaat tegen de vlakte. De afbraak is in volle gang. Wie er van verre tegenaan kijkt denkt onwillekeurig aan de stad Agadir, die een paar jaar geleden door een aardbeving werd verwoest. De \Toegere bewoners zijn naar andere wijken overge bracht, wat zonder al te veel moeilijkheden is verlopen. Rondom de Hallen waar niet gesloopt wordt, lagen de speculanten op de loer. Bestaande gebouwen zouden, naar rij verwachtten, straks in prijs stijgen zodra het nieuwe centrum klaar zou rijn. Daar heeft de gemeenteraad van Parijs bijtijds een stok voor gestoken. Wie rijn huis of appartement verkopen wil, moet daarvan aangifte doen bij de gemeente raad en als die de prijs te hoog vindt, heeft de gemeenteraad een pré bij de aankoop. Stopgelegd Typisch straatje bij de Hallen, waar alleen de kleinhandel is overgebleven. Tot zo ver alles goed. Maar bij zulke enorme plannen, waar dag en nacht aan is gewerkt, riet Afbraak van de huizen rond de Hallen. Men krijgt de indruk van een gebombardeerde wijk j Parijs Het loopt in deze wereld nooit zoals men zich dat had voorgesteld. Daar zullen de ouderen wel zo langzamerhand van overtuigd zijn geraakt. Sceciaal in Frankrijk gaat de weg menigmaal met kronkelgangen. Nuchtere volken staan wat vaster met de voeten op de grond. Neem het voorbeeld van La Villette, de slachthuizen van Parijs. De Gaulle, met rijn hoofd in de wolken, wilde er hypermoderne abattoirs van maken, waar Chicago jaloers op zou zijn. Grootse plannen wer den gemaakt en ook uitgevoerd, maar toen de zaak ging draaien bleek, dat de deskundigen zich schro melijk hadden vergist. Omdat het voordeliger is het vee in omliggende of provinciale abattoirs te slach ten dan het levend naar Parijs te transporteren. Vriesinctallaties en vrachtwagens met koelkasten rijn tegenwoordig zó modern ingericht, dat tran sport over lange afstanden geen probleem meer is. La Villette, bijna een paleis, werkte met zoveel verlies, dat al vele malen overwogen is de zaak af te breken. De strop van La Villette is hoger dan één miljard (nieuwe) frank geworden. Het tweede voorbeeld is dat van de Parijse Hallen, door Emile Zola, terecht, de buik van Frankrijk genoemd. Lang hebben de Hallen hun taak vol bracht. Rondom de Hallen ontstond een geheel aparte, schilderachtige wijk van groot- en kleinhan del, van winkeltjes, kleine cafétjes en restaurantjes. Daar zaten de zware jongens, die gemakkelijk met een half karkas van 120 kilo op hun schouders weglopen, 's morgens vroeg te ontbijten, royaal te ontbijten zelfs, en ook de middagmaaltijd deden rij alle eer aan. Maar met de groei van Parijs werd het bij de Hallen toch te bar. Door de honderden en honderden vrachtwagens, ook uit het buitenland, liep het ver keer er helemaal in de war. Door uitlaatgassen, hitte in de zomermaanden, opgewaaid stof en vuil en ook door oud materiaal werd de kwaliteit van het vlees er niet beter op. De Hallen moesten weg uit Parijs. Een jaar geleden is dat een feit geworden. In Rungis langs de autoroute van Parijs naar het vliegveld Orly, werden moderne Hallen gebouwd, waar al het van buiten - of uit het buitenland - aangevoerde' vlees heenging. La Villette mocht voor in Parijs geslacht vee nog doordraaien - met verlies -, maar voor de rest nam Rungis alles over. De kleinhandel bleef in Parijs, de .groothandel verhuisde. In één weekeind brachten de grossisten hun administratie en kleine werktuigen naar Rungis, de grotere machi nes werden verkocht, want Rungis begon met een schone en moderne lei. Wie van de oudere grossisten de verhuizing niet kon en wilde meemaken - oude bomen laten zich niet gemakkelijk verplanten verkocht rijn boeltje en ging stil leven, 't Was voor 1200 grossisten welletjes: in 1972 hadden ze verhan deld 220.000 ton vlees in carcas (koeien en schapen), 110.000 ton vlees in stukken, 70.000 ton varkensvlees, 80.000 ton gevogelte plus wild en 50.000 ton triperie ingewanden, maag, lever enz.). Totaal 450.000 ton, totaal in omzet drie miljard frank. Etenswaar en ratten Stuk voor stuk werden de oude paviljoens (overdek te opslagplaatsen) afgebroken. De Parijzenaars ke ken er met weemoed naar, want voor hun ogen verdween een brok Parijse geschiedenis. Ook een stuk eigen ambiance, want men liep - ook de buitenlandse toerist - graag door al die nauwe en toch zo gezellige straatjes in de buurt van de Hallen. In ieder winkeltje, binnen en op straat er vóór, was een heleboel te zien. Cézanne, de kleurenschilder, St. Eustache bij de Hallen. De kerk dreigt te verzakken. moet er met welbehagen naar hebben gekeken. De armen uit de buurt konden er terecht bij de Noord- Afrikanen, die nog eerbare afval van fruit en groente op een sinaasappelkistje hadden uitgestald en daar een habbekras mee verdienden. Langzaam stierven uit de mannen en de vrouwen van de Quatre Saisons met hun jarretjes op twee wielen, volgepropt met etenswaar of bloemen. De politie was voor die tobbers niet gemakkelijk, want het karretje mocht maar zó lang en zó breed zijn en als het die afmetingen door een extra uitschuif- plankje te buiten ging kwam het bonnenboekje voor de dag. Vroor het 's winters, dat het kraakte, dan stond zo om de twee of drie karretjes een potkachel tje op straat. Er zat in veel van die winkeltjes meer rijkdom en welvaart dan men oppervlakkig gezien zou denken, al werd er hard voor gewerkt Boven de grond" van de Hallen woonden de mensen en verdienden ook de prostituees een goed belegde boterham. Onder de grond, in de riolen, krioelde het van de ratten. Men kon er van gemeentewege honderdduizenden vergiftigen, er kwamen er een miljoen terug. Onderdehand, al ver vóór de verhuizing naar Rup- gis, waren plannen gemaakt voor wat er zou gebeu ren, als de Hallen weg waren. Het zou best aardig zijn geweest over de toekomst van de Hallen een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 17