life'*
Guus Bi
betaald
niet wo
>x: „Als
voetbal
gecomprimeerd
gaan we
moeilijke tijden
tegemoet."
Er is niemand
die niet over
zijn contract
komt praten
„En dan
zeggen
ze
dat wij
misgekleund
hebben..."
Rotterdam— „Ik heb een be
roep", zegt Guus Brox," dat uit
de lucht is komen vallen. Sinds
1964 ben ik manager van Feye-
noord en met Beltman van Go
Ahead behoorde ik tot de man
nen van het eerste uur in dit
beroep, dat je net zo goed, duide
lijker misschien ook, directeur
kunt noemen. Want je hebt de
verantwoording van een heel
voetbalbedrijf." Guus Brox zegt
het met een natuurlijkheid of hij
niet eerst een amateurloopbaan
bij Feyenoord moest doormaken
om als manager gelouterd ten
tonele te kunnen verschijnen.
Hij is al veertig jaar lid van de
club, was bestuurslid van 1949
tot 1959 en had zitting in tal van
commissies, diende van 1959 tot
1964 zijn club als administrateur
en sindsdien is hij manager, wel
ke functie voor hem synoniem is
aan duizendpoot. Een (goede)
manager dient administratief
onderlegd te zijn en daarbij be
hoort ook het financiële vlak,
hij moet zijn woordje buiten de
grens kunnen doen, kunnen on
derhandelen, verantwoordelijk
heid durven dragen, zakelijk
zijn maar ook „zich openstellen
voor de belangen en de moeilijk
heden van de spelers", volkomen
op de hoogte zijn van de gang
van zaken in de vereniging en
nog wat onontbeerlijke kwalitei
ten meer bezitten.
De man buiten de vereniging ziet de
manager veelal als de goudvink die in
een min of meer luxueuze kantoorruimte
zetelt en in actie komt als over de con
tracten van spelers moet worden gepraat
of reizen gemaakt moeten worden. Dat
ontlokt Guus Brox, afwisselend graaiend
in een pakje sigaretten zonder filter en
een buideltje shag omdat verandering
van tabak doet roken, een meewarige
glimlach. Hij is ervan doordrongen dat
de manager de Kop van Jut is als er iets
fout gaat maar weet ook dat de kwalifi
catie van ombudsman te ver voert. Hij
helpt waar hij kan, stelt zich coulant op
tegenover oud-gedienden die hem zonder
schroom van zijn werk komen houden
omdat ze al een heel leven aan Feye
noord gebakken zitten en „dus" reoht
hebben op een praatje-voor-de-vaak,
maar verliest de hoofdzaken van zijn
beroep nimmer uit het oog. De noodzake
lijke franje neeifit hij op de koop toe
want die hoort er toevallig ook bij.
Guus Brox heeft zo zijn eigen gedachten
- en hij denkt graag en diep om dan
plotseling met een wijsgerige uitspraak
te voorschijn te komen - over de voetbal
maatschappij en wat daarmee samen
hangt. Zoals deze:„We zitten in een enor
me ontwikkeling met de profvoetballerij.
Bij ons is dat gekomen na het winnen
van de Europa Cup. Toen gingen de
spelers maatstaven aanleggen die pasten
bij vergoedingen en salarissen die in het
buitenland worden betaald. Ze richten
zich dan op Duitsland, Italië, Spanje
maar niet op Engeland. Ze slaan dat land
over omdat ze weten dat daar heus niet
van die kapitalen worden betaald. Dat is
een kwestie van opvoeding. Als een jon
gen in Engeland kan voetballen, hoort hij
dagelijks van zijn vader dat hij hier en
gunter zijn uiterste best zal moeten doen
om boven de grond te blijven en te
zorgen dat hij zijn voetbalbazen niet te
leur stelt. Zo ja, dan ,zit hij binnen de
kortste keren onder de grond want ze
barsten daar van de mijnen. Ze kijken
naar de luxe voetballers in Italië of Span
je en dan vraag je je toch af of die
ontwikkeling niet afgeremd moet worden
ten bate van het voortbestaan van het
betaalde voetbal".
De salarissen aan de top stijgen maar de
rest wordt daardoor meegetrokken. En
het is nu eenmaal een vaststaand feit dat
je niet meer kunt uitgeven dan je hebt,
hoewel ik moet zeggen dat dit in onze
betaalde voetbalmaatschappij al lang niet
meer opgaat. Men geeft gerust uit als er
niet is. Wij hebben als beleidsgroep be
taald voetbal van Feyenoord een budget.
Willen we erboven, dan moeten we het
fiat van het hoofdbestuur hebben. Let op,
als het betaald voetbal niet gecompri
meerd wordt, gaan we moeilijke tijden
tegemoet De exploitatie moet toch slui
ten, of niet soms. Je kunt alleen uitgeven
als je ontvangt We lopen de kans dat
particulieren en overheid die steun verle
nen zich gaan afvragen of het nog wel
verantwoord is met die steun voort te
gaan als de spelers zulke enorme bedra
gen verlangen."
Guus Brox is met die materie de laatste
maanden weer geconfronteerd: de tijd
van nieuwe contracten of verlenging. Hij
geeft het onomwonden toe: „Contractver
lengingen komen altijd moeizaam tot
stand. Het is een zenuwachtige tijd vol
spanningen, vooropgezet dat ik het niet
irreëel vind als een speler zegt dat hij
andere werkgever wil zoeken die wel aan
„Er zijn te veel clubs die vóór "een
manager geen geld over hebben".
zijn eisen zou willen voldoen. Want weet
wel dat er niemand is die niet komt
praten, ook als zijn contract nog loopt
De wens tot meer is altijd aanwezig. Dan
stel ik me formeel op. Dat doet de speler
tenslotte ook. Zoiets wordt volkomen za
kelijk afgehandeld. Ik geef een voor
beeld. Destijds speelden Henk Groot en
Piet Kruiver bij ons. Zodra Groot weg
was, begon Kruiver te draaien. Hij schop
te er nogal wat in. Op een dag komt hij
hier op kantoor en zegt: „Ik heb er dit
seizoen veel gemaakt voor Feyenoord,"
Je hebt er zeker heel wat ingeschopt,
Piet geef ik als antwoord. Kan er dan
niet wat bij? vraagt Piet Kruiver. Ik heb
hem eens aangekeken en gezegd: „Moet
je eens goed luisteren, Piet. Toen je ze
er niet inschoot, heb ik toen aan jou
gewaagd of er niet wat af kon?" Hij keek
me aan, begon te lachen, draaide zich om
en riep: „Je hebt gelijk, praten we niet
meer over." Dat vind ik reëel en dat blijft
bij mij vooropstaan: het moet redelijk
blijven, met wie en over wie je ook praat.
Nogmaals, de exploitatie moet üluiten,
anders ga je de vernieling in, gegaran
deerd."
Telefoon: Fred Blankemeijer, met Ge
rard Kerkum en Brox de beleidsgroep
betaald voetbal vormend. Kort en zake
lijk gesprek. „Waar waren we ook al
weer?"
„Contractbesprekingen, hè. Dat heeft ook
met aan- en verkoop te maken. De trai
ner heeft natuurlijk wensen. Daarom ook
al moet je iemand hebben die in full time
dienst is zodat hij dagelijks contact met
de trainer kan hebben. Die twee, mana
ger en trainer, moeten weten wat ze aan
elkaar hebben. Dat voorkomt ook dat de
trainer onmogelijke eisen gaat stellen.
Maar de manager moet zorgen voor het
evenwicht. Bij ons zijn Boskamp, Israel
en Wery weggegaan. Er kwamen Kreuz
en Olsen. Jongeren als Jan Everse en
Wim van Til zijn definitief in de groep
opgenomen, zodat we in aantal niet ach
teruit zijn gegaan, ook al niet als je
bedenkt dat we in het vorige seizoen vele
maanden niet konden beschikken over
Schneider, Wery en Israel. We hebben
jeugd weg laten gaan. Dat moet je doen
als je ervan overtuigd bent dat ze niet
in Feyenoord 1 zullen gaan spelen. Je
moet die jongens wel zo gauw mogelijk
laten weten hoe je erover denkt Als ze
naar onze mening niet voldoende hebben,
moet je hen vertellen dat ze voor het
betaalde voetbal toch niet in aanmerking
komen. Beroerd, maar het moet".
„We hebben tegen een full profje - van
onze negenentwintig contractspelers zijn
er zeventien full prof en er zijn er bij
die je nog nooit in het eerste hebt gezien
- tegen dat full profje hebben we gezegd
dat hij maar semiprof moet worden en
moet gaan werken in zijn oude beroep.
Die jongen loopt dan minder risico als
het er toch niet uit mocht komen. Daar
entegen hebben we ook tegen een paar
jongens gezegd dat ze zich nou maar eens
een of twee jaar volledig op voetbal
moeten concentreren. We hebben ze een
full profcontract gegeven. Overigens is
ook dat vertrek van jongeren, het waren
er vijf, gecompenseerd. We hebben er vijf
uit onze eigen jeugd gehaald en twee van
buiten, De Jong van Leerdam en Van
Rosmalen van Blerick. Dus ook meer
erbij dan er weggingen."
Telefoon: Gerard Kerkum. Kort en zake
lijk gesprek met de afspraak dat Brox
zeer binnenkort met Kerkum bijeen zal
komen omdat er een bespreking is ge
weest tijdens Brox' vakantie waarvan hij
toch het nodige wil weten.
„Ja, en dan wat ze noemen de grote
- W
m&i
Sfe a»
8>- -V
De aankopen beperkten zich tot
Kreuz (foto) en Olsen.
aankopen. Ze bleven beperkt tot Kreuz
en Olsen. Voor ons genoeg want het
potentieel moet voldoende zijn. Toch heb
ben we, volgens kranten, veel meer on
derhandeld en ook veel misgekleund. Wat
is onderhandelen? We vragen aan de
voorzitter van zijn club of, ik noem maar
een dwarsstraat, Grabowski te koop is.
Zegt de voorzitter: „Hij heeft nog een
contract, je blijft van hem af." In Duitse
kranten staat dan dat Feyenoord belang
stelling heeft voor Grabowski want daar
zorgt de speler heus wel dat hij in de
publiciteit komt omdat het zijn waarde
verhoogt. Er staat niet bij dat de voorzit
ter meteen de zaak heeft afgekapt. An
der voorbeeld. Er belt een voetbalmake
laar dat hij een uitstekende speler heeft.
'Voor een koopje, hoor. Dat is alleen het
verstrekken van een informatie over een
speler. Volgende dag in een buitenlandse-
krant: Feyenoord in contact met, noem
maar op wie. Die voetbalmakelaar moet
die speler tenslotte ook kwijt en als
Feyenoord in contact is, hapt er mis-
schien wel snel een ander. Zo gaat dat
in de voetballerij. En omdat in Nederland
ook buitenlandse kranten worden gele
zen, kleunen wij dan mis. Ja, ja, dat zijn
nare dingen voor mij want er worden
verwachtingen gewekt terwijl er hele
maal niets aan de hand is. En dan must
Feyenoord, Brox wel te verstaan, we^r
een kans. Nare dingen".
Er stapt een heer van een fiets. Even
later komt hij binnen, trekt de draaistoel
voor Brox' bureau bij en zet rustig een
boom op. Brox: „Ons oudste lid van
verdienste, tachtig jaar. Heeft zijn hele
eigen gebit nog." Lid van verdienste
:„Nooit gerookt, nooit gedronken, daar
om sta ik er nog zo goed op." Blijft een
tijdje, haalt herinneringen op. Hoort bij
het vak van manager want zo'n oudge
diende wijs je niet de deur.
„Ja, zegt die man dat het oefenprogram
ma wel wat te zwaar is. Misschien heeft
hij gelijk, hoewel we vroeger in de inter-
totocompetitie speelden en daarin trof je
ook sterke clubs. Is niet aantrekkelijk
meer omdat de vergoeding voor de uit
wedstrijden is vervallen. Om geld te ver-'
dienen moet je naar het buitenland. Aan
biedingen genoeg en daaruit doe ik dan
een keus. De manager regelt ook het
oefenprogramma. Ditmaal zijn we in het
Limburgs sportcentrum geweest, hebben
tegen wat amateurclubs gespeeld en zijn
daarna aan het grotere werk begonnen:
Chelsea, toernooi in Spanje, FC Brugge
en zo voort. Een druk programma, dat
wel. (tussen haakjes: Wim van Hanegem
vindt dat niet erg „want dan heb je geen
tijd om te kankeren"). De trainer wordt
daarbij natuurlijk wel ingeschakeld. Zie
je weer dat er elke dag contact moet
kunnen zijn".
„Mijn mening is dat elke club een man
moet hebben in full time dienst die de
leiding heeft over het hele voetbalbedrijf,
dus ook het kantoor, ook de trainers voor
de amateurs, alles. Die manager, in feite
dus de directeur, moet aanvulling naar
behoefte krijgen wat kantoorpersoneel
betreft. Ik ben korte tijd administrateur
en manager geweest, was onmogelijk te
combineren. Er zijn te veel clubs die voor
'een manager geen geld over hebben of
er zijn mensen die als amateur voor een
vereniging werkzaam zijn en dat werk
niet willen afstaan aan een beroopsman.
Ik blijf erbij: het tegenwoordige voetbal
bedrijf kan niet meer door amateurs
worden gerund. Het is veel te arbeidsin
tensief. Ik ben ook van mening dat het
't beste is als een manager uit de vereni
ging voortkomt zodat hij volledig met de
gang van zaken op de hoogte is. Zo is
dit vak in ons land ook gegroeid. Wij
maken de fout de Nederlandse manager
te vergelijken met de Engelse, iets heel
anders. De Nederlandse is min of meer
voortgekomen uit de bestuurlijke sector.
Ik noem dan Van Gelder van PSV, I iart-
mann van FC Den Haag en mezelf. Wij
moeten duizendpoten zijn, en we zijn het
nog graag ook."
Rescrvedoelmiin Ger Reitsma komt bin
nen. Vervult zijn militaire dienstplicht en
is als arts met keuringen belast. Heeft
altijd zonder meer extra-verlof kunnen
krijgen voor een wedstrijd maar dat is
nu geweigerd. Ger Reitsma heeft een
briefje mot het telefoonnummer van de
overste die er misschien nog wat aan kan
doen. Brox achter de telefoon. Moet je
doen als manager.
Managers, zoals ik, van de oude stempel
mag ik wel zeggen. Wij zijn nog uit de
tijd dat er een dienende wereld was, nu
is er alleen een eisende."
Guus Brox heeft zo zijn eigen gedachten
en komt af en toe plotseling met een
wijsgerige uitspraak te voorschijn.
Herman van Bergem.^
,,Ze kijken naar de luxe voetballers in Italië en Spanje en dan vraag
je je toch af of die ontwikkeling niet afgeremd moet worden."