DOLF BROUWERS
"Dit is de laatste kans van mijn leven,
deze deur moet ik open zien te houden"
"IK VOEL
ME NOG STEEDS
EEN SUKKELAAR
DIE NAAR
DE EINDSTREEP
STROMPELT"
"HET WAS
NIKS,
HET IS NIKS
EN HET ZAL
NOOIT IETS
WORDEN OOK"
|H| Ik hoor het Harry Touw nog- zeggen.
Wim Schippers had voor de Fred
|H Haché-show een Vlaams tiepetje
/M in zijn hoofd en toen riep Harry:
M m "Ik geloof dat ik wel iemand
weet". De week daarna kwam ie
op de Haagse artiesten-sociëteit
naar me toe en vroeg: "Dolf, heb jij trek om bij
mij op de televisie te komen?" Ik mocht hooguit
vier zinnen zeggen, maar ik dacht: "Dit is de
laatste kans van je leven Dolf Brouwers. De deur
staat nu op een kier en je moet zorgen, dat ie
open blijft".
Ik heb als kind vaak gedroomd: "Er komt nog eens
een kans om je waar te maken. Grijp hem dan
ook". Dat heb ik ook altijd tegen mijn vrouw
gezegd. We begonnen ons huwelijk met vijftien
gulden in de week. En als we per ongeluk in een
operette zaten, die het niet deed, konden we aan
het einde van de week ook naar dat geld fluiten".
"Je moet geduld hebben", zei ik dan, "er komt
heus een tijd, dat we het samen goed hebben".
In de grootste ellende heb ik altijd gedacht: ..Op
je zestigste begint er een nieuw leven Dolf". Ik
wilde geen ouwe man worden als mijn vader. Dat
was mijn grote spookbeeld. Ik ben eigenlijk nooit
echt volwassen geworden. Ik liep altijd met mijn
kop in de wolken en in feite voel ik me nog steeds
een groot kind. Het is raar, maar als de mensen
me vragen: "word je nog eens. ooit volwassen?",
denk ik: "née nooit. Ik word het nooit". Ik vind
me nog steeds een sukkelaar, die met vallen en
opstaan naar de eindstreep strompelt. Ik heb door
mijn rol van Sjefke van Oekel misschien wat
meer zelfvertrouwen gekregen dan vroeger. Maar
helemaal halen zal ik het toch niet. Voor de volle
honderd procent lukt het me nooit. Want daarvoor
ben ik te gevoelig. Ik word vaak beroerd van
mezelf. Dan zeg ik tegen mezelf: "doe nou asje
blieft niet zo zielig Dolf. Schei uit met dat ge-
dreins".
Grote verwarring
Daarom houd ik ook van de figuur van Sjefke van
Oekel. Sjefke, dat ben ik namelijk zelf. Hij komt
altijd in grote verwarring binnen, want dat is zijn
image. Hij is gespannen en overtrokken en daar-
j aan heeft hij zijn succes te danken. Wim Schip
pers heeft diezelfde trekjes in mij ontdekt en ze
van lieverlee overgeplant in Sjefke. Hij laat me
op een langspeelplaat zeggen: "Het was niks, het
is niks en het zal nooit wat worden ook. God zij
met mij". Als ik dat hoor word ik helemaal eng.
"Wat is dat raak", denk ik, "mijn God, wat zijn
dat ware woorden".
Wim laat me ook steeds roepen: "Heren, u mag nog
niet beginnen, want ik was er nog niet. Ach,
luistert u alstublieft even naar me". Als ik dat
zeg, word ik ontroerd, want in de praktijk heeft
I niemand ooit naar Dolf Brouwers geluisterd. Ik
zong soms voor duizend man, maar ik kwam er
niet bovenuit. Ik heb vaak serieus gedacht: "Als
J ik nou maar geld had, kocht ik een geluidsinstalla
tie en die zette ik wagenwijd open".-
Ik heb me altijd willen laten gelden. Ik moest en
zou wat doen. Het was altijd: "Zal ik wat voor
jullie zingen, zal ik eens wat voor jullie doen?
Ik kan veel hoor".
Inderdaad, ik heb geïmproviseerd, ik kon goed
mensen imiteren, maar het sloeg nooit aan.
Ik ging met Wim Schippers naar België en onder
weg was ik aan één stuk aan het woord. Ik zat
mezelf maar op te peppen: praten, lachen, lolletjes
maken. Na afloop zei Wim: "Dit tiepetje moet je
vasthouden Dolf. Die rare, drukke man heeft iets
ontroerends. Het lijkt een opschepper, maar in
feite is hij in en in zielig".
Klapstuk
Ik dacht: "Dit hoef ik helemaal niet vast te houden,
want dat ben ik zelf". Ik moest zaterdag in Het
Luifeltje in Lochem optreden. Barend Servet kon
digde me aan: "En beste mensen, hier komt het
klapstuk van de avond: "Sjefke van Oekel". Ik
hoor die zaal brullen. Zeshonderd mensen in een
ruimte, waar er normaal 250 in gaan. Vooraan
zaten de invaliden uit het dorp, want die wilden
Sjefke ook in het echt zien. De deur van het
zaaltje was ook nog te smal voor die invalidenwa
gentjes en daarom waren ze op hun kant naar
binnen gereden.
Terwijl die zaal schreeuwt om Sjefke zie ik de
laatste twee treetjes over het hoofd en gelijk
donder ik languit op het podium. Dat heb ik nou
mijn hele leven al. Ik denk aan mooie dingen en
rijd tegen een boom. Ik neem bij de HAL een
baantje aan als kapper en hang de hele reis
zeeziek over de railing. Ook dat heeft Schippers
i verrekte goed door. Die man ontroert me. Hij
I vroeg, of ik in de vijfde "Van Oekel's Disco-hoek"
even languit wilde vallen. Dat leek hem leuk voor
1 de kijkers. Ik zeg: "Oké Wim, als jij denkt, dat
j het leuk is moet het gebeuren". Ik wacht op een
I teken van de floormanager en val daarna zo
ongenadig op mijn bek. dat gelijk het bloed over
mijn smoking stroomde. Ik was met mijn hoofd
tegen een traptree gedonderd en dacht: "nou sterf
ik ter plekke". Ik had dat gevoel al eerder gehad,
toen Wim vroeg, of ik in een bak met water wilde
vallen. Ik dacht: "als ik mijn ouwe smoking
aantrek is er niks aan de hand". Maar toen zag
ik die betonnen rand van die bak weer niet en'
daarom loop ik nog steeds rond met een gekneus
de rechterarm.
Die vijfde show gaat er uit op 22 augustus en je.
moet het zelf maar bekijken. Wim riep na afloop
i-nthousKisl"dat knippen we <-r niet uit Dolf. Dat
is zo verschrikkelijk goed". Maar ik lag wel als
een stervende soldaat op het veld van eer en
dacht: "redden, wat er te redden valt". Ik ben
inderdaad met die bebloede kop nog naar het gat
gestrompeld, waar ik doorheen moest roepen: "en
dat was ik". Maar zover kwam ik niet meer. Ik
ben van de week apart naar Hilversum geweest
om dat laatste scènetje op te nemen.
In de vernieling
Soms weet mijn eigen familie niet eens, of het echt
is of niet. Mijn jongste dochter zat in de zaal.
toen ik aan het einde van mijn optreden nep:
"help, ik word niet goed". Dat staat zo letterlijk
in de tekst, die Wim voor me schrijft en daar
houd ik me aan. Ik kan trouwens geen zin
onthouden en moet alles van het papier lezen.
Vroeger raakte ik daardoor in de vernieling en
stond ik op de bühne te zweten als een os. Maar
nu denk ik: "Ze moeten er maar wat voor over
hebben, als ze Dolf in hun show willen zien". Als
ik in de studio een paar zinnen uit mijn hoofd
moet opzeggen, staan er mensen met borden,
waarop mijn tekst is geschilderd. En dat doen ze
met liefde.
Mijn dochter zag me die avond wegstrompelen en
springt gelijk op het podium. Ze riep: "lk moet
naar mijn vader". Ik zat net in de kleedkamer
een sherrytje te drinken, toen ze binnenstormde.
"Pap, wat heb je?" "Wat ik heb" riep ik, "ik heb
niks. Ik voel me prima". "Nee", zegt ze, "u liegt.
U werd niet goed. Ik heb het zelf gezien".
Dat kind heeft me al zoveel jaar in de ellende zien
zitten, dat zo zich niet kan voorstellen, dat ik een
grapje maak. Ik begon er trouwens zelf ook aan
te wijfelen. Misschien was ik wel niet goed
geworden.
Nou komen er na die show in Lochem mensen naar
me toe, die vragen, of ze me even aan mochten
raken. Ik moest foto's ronddelen en handtekenin
gen zetten. Dat ontroerde me geweldig. Moet je
je voorstellen. Ik zak tabak, die nooit wat bereikt
heeft MAG IK EVEN AAN U KOMEN? Hoe is
het mogelijk.
Van de week sleept Wim Schippers me weer mee
naar een popfestival. "Goed voor je image", zegt
te, "je hoeft alleen maar even over het terrein
te wandelen". Binnen twee minuten was ik inge
sloten door een tierende menigte, die de smoking
bijna van mijn lijf trok. "Niks aan de hand Dolf",
zei ik tegen mezelf, want ik had toevallig een
fantasie-onderbroek aan, die me geweldig staat.
Konden ze ook eens de naakte feiten van Sjefke
zien.
Als ik daarna thuis zit na te hijgen denk ik aan
vorig jaar. Ik kijk mijn vrouw aan en zeg. "Hoe
is het mogelijk". Ze is gelukkig een heel nuchtere.
Ze is eng zelfstandig en stond als klein meisje
al op d'r eigen benen. Persoonlijk heb ik daar
nooit goed tegen gekund en na 38 jaar huwelijk
houd ik er eigenlijk nog niet van.
Ik ben altijd een ander tiep geweest. Ik zat in de
Haagse artiesten-sociëteit met de collega's te
wachten op niks. Op een wonder, dat nooit zou
gebeuren, Dat wist je verdomd goed, maar als
iemand vroeg, hoe het met je ging riep je toch:
"lk mag niet mopperen. Het is momenteel wel wat
slap vanwege de vakanties, maar van de week
kwam ik bij de Avro Frans nog tegen. Frans
Poptie dus. En die zei: "We moeten gauw weer
eens wat samen doen voor de radio". Dan dacht
ik: „Vuile leugenaar. Verdomme, zeg toch
de' waarheid".- Zeg. dat je niks te doen hebt,
dat je van armoe al bij de Cemsto hebt willen
solliciteren.
1
Maar nee hoor. Gewoon blijven doordromen. Klet
sen over vroeger: "Henk schenk de heren nog
eens in". En 's avonds huilend thuis komen. Mijn
vader en twee broers waren al dood, een beroerte,
een hartaanval. "Het zou een zegen zijn," dacht
ik, "als het nu ook gauw met mij gebeurd is".
Mooie tijd
In mijn armoe heb ik toen mijn ouwe vak maar
weer opgenomen. Ik ben tot mijn 22e kapper in
Rijswijk geweest. Een heel goeie kapper. Meer een
artiest Ik wilde er altijd wat moois van maken.
Daarom vroeg de directeur*van Scala ook, of ik
bij hem in het operettekoor wilde komen. Die was
ook klant bij ons. Op vrijdagmiddag stond ik nog
te knippen en de avond erna zong en danste ik
in Het Witte Paard. Voor 15 gulden in de
week of minder. Maar dat gaf niet, want je vond
zingen het mooiste wat er was en liet donderde
niet, wat je ermee verdiende. In de crisis ben ik
met een orkest van werkloze musici op het Huy-
gensplein in Den Haag opgetreden. Twee accor
deons, één slagwerk en twee geldophalers. want
die stijl zat er toen ook al bij ons in. Het ordinaire
mansen lieten we graag aan anderen over.
Ik beleef die periode nog wel eens in mijn dromen..*
Dan sta ik weer in mijn megafoon te brullen over
"sneeuwwitte rozen pluk ik voor jou". De mensen,
staan tot aan het Rijswijkseplein. De tram kan
er niet door en politie te paard moet de weg vrij
maken. Dan denk ik: "Toch had je toen ook al
klasse".
Na de oorlog had ik zo weinig te doen, dat ik een
baantje aan moest nemen in een Haags bejaarden
huis. Ik scheerde daar op een ochtend 200 ouwe
mannetjes en kon dan weer een paar dagen warm
eten. Ik word nog beroerd, als ik nan die tijd
donk. Onder het scheren zag ik mezelf steeds:
"Daar zit jij straks Dolf. Jc vrouw dood, je hondjo
afgenomen en alles, wat over is in een rieten
koffertje."
In die tijd kwam ik vaak builend thuis. Je had 's
middags op de sociëteit weer je potje volgelogen
en daarna was je op. Je mag het best weten. Ik
stond te aarzelen: wel WW, geen WW. Ik vond
het een afgang cn solliciteerde in mijn armoe toch
weer naar een portiersbaantje bij Madurodam.
Dat is 2 jaar geleden. Nou is de ellende met mij.
dat ik altijd zo'n keurige indruk maak op mensen
en ik werd dan ook prompt aangenomen. De
volgende maandag meld ik me bij een man, die
zegt: "Daar liggen je uniform en je pet". Ik kijk
hom aan en zeg: "Zie je op dit hoofd dan echt
een pet staan? Dat is niet de bedoeling hoor".
Ik voelde me net een man, die aan de portier
van een gevangenis vraagt, of hij voor de lol even
binnen mag kijken en gelijk vastgehouden wordt.
Omdat ik zo'n keurige indruk maakte hebben ze
me uiteindelijk een ander jobje gegeven. Ik mocht
in Madurodam op alle wegen nieuwe zebrapaden
schilderen en de poppetjes in een fris jasje steken.
Ja, dat was leuk werk.
Een agenda
Ik had in die tijd wel een eigen agenda, want elke
artiest flikte dat. Als je vroeg, of ze op die of
die datum vrij waren keken ze eerst in hun boekje
of zc wel vrij waren. In mijn boekje stond nooit
wat. Elke pagina bleef leeg en tenslotte heb ik
er wel eens zelf wat ingeschreven. Gewoon din
gen, die me invielen. Wat voor weer of het was
en wat we de dag ervoor hadden gegeten.
En dan opeens ben je wat. Wim heeft het van do
week nog tegen me gezegd: "Met Sjefke houdt
het uiteraard eens op". Ik dacht: "Dit is het begin
van het einde". Maar Wim zei: "Maar Dolf, je
moet één ding goed onthouden: wat je nu bereikt
hebt kunnen ze je niet meer afnemen. Je bent
een begrip, een fenomeen, van wie de mensen
later zullen zeggen: "Hij heeft bestaan in 1974".
En ze zullen je platen draaien en kijken naar
ouwe televisiefilms. En begrijpen, dat Dolf Brou
wers niet voor niets geleefd heeft".
En dat vind ik nou toch zo'n geweldige troost.
Verdomme, zul ik het niet helemaal maken. Maar
wie zegt, dat je per se de hoogte moet bereiken
van een Rudi Carrell? Een Wim Kan? Een veger
bij de gemeente-reiniging kan er toch ook wat
moois van maken.
Vraag het aan mijn vrouw. In de diepste depressies
heb ik toch tegen haar gezegd: "Er komt een
moment, dat je hot goed bij me hebt, Dut ik je
een kleurentelevisie kan geven en met je op
vakantie kan. Nou, voilé, daar staat hij. Door
Sjefke verdiend. Dus door mij. Van harte welkom
en hartelijk gefeliciteerd.
Ik vind het geweldig, dat een man dat op zijn 6Jo
jaar nog kan bereiken. Op 31 augustus word ik
al 62. Jazeker, ik ben gelijk jarig met de oude
koningin Wilhelmina. Vroeger als kind zag ik op
mijn verjaardag altijd mensen met oranje sjerpen
op straat lopen cn dan zei moeder;
"Die dragen ze, omdat Dolf van
daag jarig is". Ik vind dat eigenlijk
geen werk, want als Je later dóór
hebt, dat ze die sjerpen helemaal I
niet voor jou dragen, krijg je toch: I
een mooie klap.
LEO THURING. M M
Foto Simon E. Smit m