ALS WIJ NOU ECHT SCHOOIERS WAREN ZOUDEN WE DAN EEN VERGUNNING KRIJGEN? yoocsoo Bewoners Leids jeugddorp maken eigen krant Orgelman Broers uit Leiden: GEOPEND ZATERDAG 27 JULI 1974 LEIDSE COURANT PAGINA 5 ADVERTENTIE UNICON BV - Wetenschappelijk instituut voor kontaktlenzen STEENSTRAAT 16-LEIDEN-TEL. 01710-41166 werk was het wel; moorde naarswerk eigenlijk, want je was je eigen paard in die tijd. Een trekdier konden we nog niet betalen en als je je orgel van Leiden naar Rotterdam moet douwen, is dat een hele ruk. En het was toen 's zomers natuurlijk veel heter en 's win ters veel kouder dan tegenwoor dig. Een eitje bakken op de straatstenen dat gebeurt im mers nu niet meer. En met de kannonnen oefenen op het ijs, zoals ze deden toen ik op de Doelenkazerne in dienst lag ook niet. Nou, die kou en die hitte maakten het allemaal nog zwaarder. Bloed en tranen zweette je af en toe. Maar toch zou ik het niet hebben willen mis sen. Elke morgen ging ik vrolijk het leven in." Zijn vrouw beaamt dat: "Want trots al dat beulswerk zijn we er nog steeds. Of niet dan?". LEIDEN Orgelman Broers uit de Lege Werff- straat laat het volkomen koud of je nu wel of niet een munt in zijn bakje stopt. Als hij op straat zijn J>usje aan je voorhoudt, kijkt hij je korte tijd recht in de ogen, bijna in je geweten. Maar zodra hij merkt dat je geen aan stalten maakt een greep naar je portemonnee te doen, slaat hij zijn blik weer naar links of rechts. En terwijl bij jou het ge voel een bekrompen cen- tendief te zijn nog maar net opkomt, is hij je al weer vergeten. Broers heeft dan ook vaker te ma ken gehad met passanten die zijn uitnodigend gebaar negeerden. Deze zomer beoefent hij zijn vak op de kop af 70 jaar. Toen hij griffel en lei terzijde schoof en halfjes en centen ging "man zen" voor het orgel van zijn va der, was hij negen. En nu, nu hij zijn zoon Martin (31) helpt bij het collecteren van dubbel tjes en kwartjes, is hij 79. Ze-' ven decennia spijkerhard wer ken hebben zijn gestel niet ver mogen aan te tasten. De trap naar de bovenverdieping waar hij samen met zijn 73-jarige echtgenote sinds 1934 woont, neemt hij afwisselend met twee en drie treden tegelijk. Verbijsterend De inrichting van die woning Is verbijsterend. Afhankelijk van de kunstzinnige smaak van de bezoeker adembenemend mooi of lelijk. Alle tafels, stoelen en kasten, alle klokken en ook alle niet-functionele pronkstukken, hebben dezelfde stijl als die van een draai-orgelkast. Met dit ver schil dat ze zijn getooid met nog meer engeltjes, amors, her derinnetjes, friemeltjes, fratsel- tjes en duizend andere tierelan tijntjes. Voor het grootste deel van hout dat is gespoten met verschillende varianten goud- en koperverf. In het midden hangt een lamp van het soort dat in .Chinees-Indische eethuizen voor dè verlichting pleegt te worden gebruikt. Dit is vrijwel het eni ge kunstwerk dat niet door or geldraaier Broers zelf is ver vaardigd. Alle andere stukken heeft hij zelf uitgebeiteld en be schilderd: "Het komt gewoon uit mezelf. Ik zie ergens buiten een voorbeeld en dat flans ik dan zelf na". „Flanswerk" waarvoor antiquairs naar Broers zeggen niet zonder inte resse zijn. Zelfs is hij al gepolst voor een vaste baan als "an tiekmaker". Maar zijn grote liefde voor het orgel stond hem niet toe daarop in te gaan. Ruilen Nog zeer onlangs hebben zijn zoon en hij hun outje instrument verruild voor een Belgisch exemplaar van heel superieure kwaliteit. Verruild in letterlijke zin, want verkocht worden or- De «Leidse orgelman Broers met v gels alleen aan schatrijke ver zamelaars in het buitenland. "Wij orgeldraaiers onder elkaar regelen de zaak met wat ruilen en rommelen: daaraan komt bijna nooit geld te pas" aldus zoon Martin. „Amazone" heet Jt nieuwe pronk stuk dat als motto draagt: „Op zwier met de mortier" Vader en zoon Broers zijn er apetrots op. "Dat ding is niet gewoon maar een draai-orgel", getuigt de vader, "wat daar op straat staat is een compleet orkest. Daarmee speel je concerten. Kijk, voor de meeste mensen is een orgel gewoon leut, aardig heid. Maar wij léven ervoor. Wij horen niet wat eruit komt. wij voelen het. Vooral bij die oude marsen van vijftig, zestig jaar geleden. Zoals de Max Me- ling-mars, de Intocht der Gla diatoren, de Molto Vivase, de Polonegri-mars. Ik weet niet hoe ik het moet zeggen, maar die gaan helemaal door je De waarde van de "Amazone" wordt geschat op 40 A 50 mille. Maar al zou een Amerikaane patser er een miljoen gulden voor willen geven, hij zou het orgel niet in zijn bezit krijgen. i zoon voor hun nieuwste aanwinst (foto links). Broers in zijn pronkkamer (foto links) "Als we ons draai-orgel niet meer hadden zouden we echt dood gaan", bekent Broers ju nior op een toon waarin abso luut niets van badinerende over drijving doorklinkt. Behalve hun ervaring moet het wel deze huwelijksband tussen de draaiers en hun orgel zijn, die ze voor negatieve reacties op straat zo ongevoelig maakt. Die negatieve reacties beperken zich niet tot de weigering een geldstukje te offeren. "Smeer hem vuile kermisklant", "ga maar werken", "jullie verdie nen zat" zijn aantijgingen die de Broers vrijwel dagelijks naar het hoofd geslingerd krij- gn. Geliefkoosde belediging aan het adres van Petronella Broers (51), die haar vaders broer dikwijls assisteert bij het manzen, luidt: "Zo zus, dat is een leuk jurkje wat jij daar aanhebt. Heb je dat geschooid of is het van de W.W.?" Bij de Hartebrugkerk treft de or gelfamilie zelfs elke week de zelfde man die hen bij het ver laten van het Godshuis aan spoort naar een andersoortige werkkring om te zien. "Bid jij maar tot je eraan sterft" is hier hun steevast repliek. Zich er geren aan dit soort onmuzikale lieden kunnen de Broersen niet. "Dat hoort nou eenmaal bij het manzen" is de enige verklaring van de oude Broers. Je moet er in geboren zijn om het te dur ven en te kunnen. Als je het nie'. goed doet vang je geen stuiver. Mijn vrouw is ook zo'n 40 jaar meegeweest op straat. Daar schooien ze ook bij het le ven, maar daar krijg je er hele maal niks voor terug, laat staan muziek "Natuurlijk waren er vroeger en zijn er tegenwoordig ook genoeg mensen die wel voldoende muzi kaal zijn om voor orgeldraaiers de waardering te kunnen opbrengen die zij verdienen". Foto's: Kees v. d. Burg Maar ze is er niet in geboren, ze is pas begonnen toen ze mij leerde kennen; ze heeft het nooit goed geleerd." In de jonge jaren van Broers se nior werden orgeldraaiers overi gens nog veel vaker beschimpt dan tegenwoordig. "Toen werd ons vak echt beschouwd als be delarij" herinnert hij zich. Ik heb me daar nooit wat van aan getrokken want ik zei altijd: "Als wij nou echt schooiers wa ren, zouden we dan een vergun ning krijgen van de gemeente? En tenslotte geef je de mensen een stuk muziek. Moet je nou eens op de televisie kijken. "We hebben echt wel een hoop vaste klanten", vertelt Martin, "die we elke week op een vaste plaats en een vaste tijd treffen. En die als je eens een week niet hebt gespeeld omdat je ziek was, de volgende week daar over klagen. Uit Leiderdorp komt er elke za terdag een wat oudere dame naar ons luisteren. Dat mens wandelt helemaal van haar huis naar de Haarlemmerstraat om ons orgel te horen. "Draai nog eens dat mooie concertlied", vraagt ze dan."Dichter und Bauer" heet dat en daar krij gen we elke keer een gulden voor. Dat hoeft helemaal niet, een stuiver is ook goed, maar we pakken het natuurlijk wel aan. Tien losse dubbeltjes be taalt ze altijd. En dan hebben we een ouwe man uit de Gre- venstraat. Die zegt elke week: draai effe de lichte cavalerie" en geeft dan een kwartje. Zwaar Broers senior had in zijn jonge ja ren vooral veel boeren als vaste klant. "We gingen vaak vonr een week of langer de dorpen en steden in de omgeving af" vertelt hij en dan hadden we vaste boerderijen waar we slie pen. Van logementen hield ik niet, omdat daar allerlei jene verklanten en ander gespuis zat. Die boeren vonden onze muziek prachtig. Die gaven ons j pap, tarwe-brood en koffie. En we mochten slapen in hun schuur, met een paardendeken tegen de kou. Vaak wilden ze I nog wat geven ook, voor de mu ziek, maar dat pakte ik nooit aan. De volgende dag gingen we dan weer verder. Naar Zoe- termeer, Schiedam, Hillegers- berg en Rotterdam. Of naar j Koudekerk en Alphen. Zwaar i Dagelijks vergadert de redactie over de krant van de volgende dag. Elders in het dorp is de jeugd bezig met ander creatief werk. EIDEN In het Jeugddorp Zuid-west worden elke dag nog steeds een groot aantal kinderen beziggehouden. In h;t dorp ver schijnt iedere dag een krant, die door de kinderen zelf wordt ge schreven. Op het terrein staan verschillende huisjes. In een daarvan is de perskamer ingericht met een stencilapparaat, typemachine, foto toestellen, kortom alles wat nodig is om een krant te maken is aanwezig. Dat er onder de kinderen geboren vertellers zijn, kan uit de volgende stukjes, die wij uit de „jeugdvakantiedorpkoe- rier" knipten. De Prins En De Medicijnflesjes Er was eens een prins die reg ziek was. En op een dag kwamen er dokters Het waren twee geleerden en een dokter. De prins dacht dat ze alleen maar spuitjes haddon. Toen was de dokter aan de beurt en maakten wat grapjes, nij schreef een receptje op. I oen moest hij naar de volgende patient, de prins keek een beetje dromerig voor zig uit. En toen ineens zag hij een leger van medicijnflesjes Die een verbitterde strijd voerde tegen de boze ziekte. En toen ineens gaf de ziekte zig over. en toen was de prins weer BETER. Joost de Vries. Generaalspoorlaan 34,1.eiden. HET IS LEUÏI IN JEUGDDORP JE KAN ER EEN HUT BOUWEN Lti JE KAN ER OOK NIEMONNADXEN KOPEN HOOR EN ER LIGT EEN BOOM OM DAR KUN JE OP SPELEN en je kan er ook op zitten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 5