Wim Sonneveld
heeft de laatste,
beslissende bocht
in ziin carriere
niet kunnen nemen
AMSTERDAMS
TONEELMUSEUM
BRENGT
ERESALUUT
AAN UNIEKE
GABARETIER
iTEI 1
ISTERDAM In oktober
55 richtten de dan 18-jarige
uidenierszoon Wim Sonne-
Id en zijn vriend Hans Goos-
is zich voor het eerst recht-
eeks tot het hooggeëerde Ne-
rlandse publiek. De gebrek-
gestencilde brief, die ze
ar relaties, theaterbureaüs en
bilerende voetbalverenigin-
n, viscolleges en klaverjas-
sturen, begint zonder enig
;idend gemékker: „Wij zul-
maar met de deur in huis
en!. Mogen wij ons even
orstellen: Wim Sonneveld' en
is Goossens. Misschen kent
ons ofwel van radio-uitzen-
^ngen of van optreden op an-
avonden. Het seizoen van
zellige avonden breekt nu
eer aan en wij hebben ons er
uiig op voorbereid u een pro-
amma te kunnen voorzetten,
it klinkt als een klok, boven-,
en uiterst beschaafd is en be
aat uit Hollandse liedjes, in-
mationale samenzangen met
ano- (Wim Hoonte) en gitaar-
•geleiding. Dus: elck wat wils.
ij arrangeren ook gehele
ronden voor u in elk gewenst
Wij garanderen u dat
ook AF zijn. Onze minie-
voorwaarden helpen u al-
de brug. Even een
ichtje en wij geven u gaarne
gewenste inlichtingen. Het
■licht u tot niets. Laat u
wat van u horen. Zo niet
bewaar ons schrijven dan
th nog een ogenblik".
treffend getuigenis van
i beschaafde luim (tegen
êtaalbare prijzen) is één van de
ple curieuze documenten op de
jcpositie „Wim Sonneveld", die
nsdag 2} mei in het Toneelmu-
tum aan de Amsterdamse He-
fengracht 168 geopend wordt.
de hand van foto-montages,
Iffiches, brieven, kostuums en
ïcorontwerpen heeft samen-
teller Jacques Klöters (zelf ac-
ïef cabaretier bij de groep Don
(uiscocking) geprobeerd een
■orlopige inventarisatie te ma-
i het unieke talent van
i op 8 maart overleden klein-
[unstenaar Sonneveld. Daarbij
1 hij ook gebruik maken van
Geluidsbanden, radio-interviews
tn een video-weergave van het
esprek, dat Kees Brusse inder-
de KRO-televisie met
e cabaretier heeft gevoerd.
en sensatie
Eerwacht op deze tentoonstel -
ig geen goedkope sensatie",
aarschuwt Klöters bij voor-
lat, „geen persoonsverheerlij-;
ting, geen gesnotter over „de
ivergetelijke, helaas te vroeg
terleden kleinkunstenaar". Ik
al van overtuigd, dat
over een paar jaar een beter
[efundeerde expositie van het
Sonneveld gemaakt
al kunnen worden. Toch heb-
we gemeend nu reeds aan
dacht aan hem te moeten beste
len, omdat anders het gevaar
«staat, dat een hoop waardevol
nateriaal voortijdig op de vuil-
üsbelt terecht komt. Op deze
entoonstelling beperken we ons
>ok doelbewust tot de „kunste-
Sonneveld". Voor een le
vensecht, betrouwbaar portret
van de „mens Sonnéveld" is het
nog te vroeg dag. Daarom beste
den wij ook geen aandacht aqn
de dood en de begrafenis van
Sonneveld".
Klöters, die de cabaretier per
soonlijk alleen in zijn laatste
one-man-shows heeft gezien
„gewoon te laat geboren. Soms
kan zelfs je jeugd nog een han
dicap zijn") heeft desondanks
een eigen visie op het fenomeen
Sonneveld: „Hij was onbetwist
de beste Nederlandse chanson
nier, had een stem, waar hij
alles mee kon doen. Daarbij ont
dek je in zijn optreden onophou
delijk de raarste wisselingen.
moment was hij super-
beschaafd, op het bekakte af.
En dan opeens viel hij uit die
rol en maakte hij wat ordinaire
grimassen, stak hij zijn tong uit
en trapte hij moedwillig zijn
eigen broze sfeertje in elkaar.
Bij hem grensde pure poëzie
altijd aan baldadige kolder.
Een andere kant van zijn talent
was het ontdekken en stimule
ren van cabaretiers. Hij heeft
het applaus nooit exclusief voor
zichzelf gereserveerd, nooit ge
zocht naar een eenzame per
soonsverheerlijking. Als je zijn'
carrière volgt ontdek je, dat hij
zich alleen maar kon ontplooien,
als hij mensen om zich heen
had, vrienden, met wie hij sa
men theater kon maken".
Op de tentoonstelling „Wim
Sonneveld" staat juist die car
rière centraal. In 1936 maakt hij
zijn debuut bij Louis Davids in
de Hollandse Schouwburg in.
Amsterdam. In het programma
boekje komt zijn naam twee
keer voor: vet gedrukt als admi
nistrateur en in bijna onleesba
re letters als aangever in een
sketch. Voorlopig is hij in de
schaduw van de kleine man Da
vids een nog kleinere man, die
in zijn vrije tijd moet schnabbe
len om aan de kost te komen.
Met zijn vriend Hubert Janssen
(die opereert onder de schuil
naam Han Hal) sticht hij een
eigen gezelschapje „De Rare-
kiek", waarmee de vaderlandse
feestzalen worden afgeschuimd.
Met Janssen trekt hij in 1938
ook naar Frankrijk om de ge
boorte van prinses Beatrix voor
de Nederlandse kolonie in Pa
rijs te omlijsten met „beschaafd
en betaalbaar amusement". En
passant pikt hijer ook twee
piepkleine engagementjes bij in
de cabarettempels van Suzy So-
lidor en Agnes Capri.
Na een optreden in Alkmaar
voor de jubilerende toneelver
eniging U.L.V.A.D.E.R.O. (waar
schijnlijk eens opgericht door
een ongeneeslijke letter-feti-
chist) schrijft een plaatselijke
recensent: „Lezer, kent u Wim
Sonneveld, den chansonnier
niet? Maar dan zult u hem on
getwijfeld leerèn kennen en
hem tezijnertijd begroeten als
den opvolger van onzen grooten
Louis Davids. Misschien denkt
u, dat we hier wat al te boud
■•preken en dat Wim Sonneveld
een liedjeszanger is zooals er
tientallen in ons land te vinden
zijn. Maar dan vergist u zich. En
dan weten wij, dat u zaterdag
avond 26 maart 1938 niet in
„Het Gulden Vlies" was. Want
ware dat wel het geval geweest,
u zoudt ons ongetwijfeld gelijk
geven. Wim Sonneveld is een
jongeman van naar schatting 25
jaar (de recensent zit er slechts
vijf jaar naast, want de cabare
tier is dan twintig) en hij is nog
betrekkelijk weinig bekend, al
heeft hij dezen zomer in het
Kurhaus-cabaret te Scheven in-
gen reeds succes mogen oogsten
(Davids heeft hem trouwens ook
al gelanceerd tijdens een uit
koop voor de R.K. Vereeniging
voor hulp in de huishouding).
Bij zijn optreden in Alkmaar
heeft hij ons sterk aan Louis
Davids doen denken. Een rusti
ge, oogenschijnlijk kalme
knaap, een confectiepakje aan
(wij bedoelen een doodgewoon
colbertje). En hij zong zonder
eenigen opschik, zoo zonder
bombarie. Maar juist zoo heel
'gewoon, waardoor hij een tjok
volle zaal in één slag volkomen
veroverde. Hij zong met heldere
stem (misschien een tikje te
zacht voor hen, die achter in de
zaal zaten) zijn chansons in het
Nederlandsch. Fransch, Duisch
en Engelsch. Hij deed dat pret
tig en beschaafd en verkreeg
een welverdiende ovatie mee.
Zijn vol-geslaagde imitaties van
Maurice Chevalier, Mariene Die
trich, Willy Derby, Lou Bandy
en Fien de la Mar waren prach
tige momenten op dezen avond.
De liedjes van dezen jongen
zanger werden door Olof Hans-
sen bescheiden maar precies op
den vleugel begeleid".
schnabbelen
Wat speciaal opvalt op de expo
sitie „Wim Sonneveld" is de
koortsachtige haast, waarmee
de reeds vroegtijdig kalende
kruidenierszoon uit Utrecht
metselt aan zijn carrière. Hij
pakt elk engagement aan, werkt
op een breed front, schnabbelt
tot diep in de nacht met zijn
eigen kleinkunst-theater en
speelt ondertussen rollen bij
„Het Masker" van Ko Arnoldi
De tentoonstelling „Wim
Sonneveld" in het Toneel-
museum aan de Amster- *-"j
stijden maandag tot en Vv iA
met zaterdag 10—17 uur. 1
en „Het Nederlandsch Tooneel".
In 1940 sluit hij zich aan bij het
emigrantentheater der promi
nenten, dat elke week een pre
mière uitbracht. Zijn honora
rium bedraagt zes gulden per
Tijdens de tweede wereldoorlog wierp Wim Sonneveld zich
met zijn inderhaast geformeerd gezelschap "Tierelantijn"
op de stripfiguur Tom Poes. Maanden lang trok hij volle
zalen met steeds nieuwe avonturen van deze slimme kat.
Zelf speelde hij de rol van Ollie B. Bommel.
dag. En passant werkt hij ook
bij de „Sprookjes-spelers" van
Abraham van der Vies en be
dient hij jubilerende verenigin
gen met zijn eigen „Sonneveld's
Kleinkunst Theater", waaraan
sinds 1941 ook de Haagse zange
res Conny Stuart verbonden is.
In het tweede oorlogsjaar werpt
Sonneveld zich manmoedig op
het kindertoneel. Zijn gezel
schap, dat hij inmiddels heeft
opgezadeld met de naam „Tiere
lantijn" adopteert de stripfiguur
Tom Poes, die dan reeds bij het
krantelezend publiek enige furo
re heeft gemaakt.
Hella Haasse wordt aangetrok
ken als huis-dichteres, die in
snel tempo de avonturen van de
slimme poes uit haar typema
chine ranselt: „Tom Poes en de
sprekende koe", „Tom Poes en
de tooverbril", „Tom Poes en de
verdwenen kroon" en „Tom
Poes en de betooverde prins".
Tot aan de aanvang van de
voorstelling verkoopt Sonneveld
de entreebiljetten en leidt hij
)iet leerplichtig publiek naar
hun plaatsen in de zaal. Daarna
trekt hij zich bliksemsnel terug
achter de coulissen om daaruit
even later te voorschijn te ko
men als de enige echte Ollie B.
Bommel. De rollen van minister
Harrewar en Koning Sudders-
mul de Zevende worden be
kwaam vervuld door Guus Ver-
straete en Pierre Myin.
Van een nationale populariteit
is er op dat moment voor Sonn-
neveld geen sprake. Hij zweeft
nog steeds in het vacuum der
vaderlandse schnabbelaars,
speelt mee in de laatste Bouw
meester-revue „Maskerade"
(zonder Buziau, maar wel met
Stoethaspel) en in de klein-
kunstshow „Dromen zijn be
drog" naast Louis Gimberg, Sa
rah Heyblom en Mary Dressel-
huys.
In 1943 werpt hij zich op het
cabaret en formeert hij een ei
gen gezelschap, dat de recensen
ten verrukt met het programma
„Alleen voor dames" (met onder
meer Connie Stuart en Lia Do-
rana). Aan het tweede program
ma „Sprookjes" werkt ook Sop
hie Stein mee.
stroomversnelling
Carrière en leven van doordou
wer Sonneveld komen daarmee
in een stroomversnelling, die
hem tot aan zijn dood zal opja
gen. Elk jaar een nieuw pro
gramma. Elk jaar nieuwe ge
zichten: Hetty Blok, Albert Mol,
Tqn Lensink, Joop Doderer en
Luc Lutz. Ook trekt hij onbe
kende tekstschrijvers aan: Guus
Vleugel, Michel van der Plas en
Annie Schmidt.
Hij neemt met zijn groep panto-
mimelessen bij Sonia Gaskell en
de Franse grootmeester De-
croux. Verrast het vaderland
met de show „We spelen panto
mime", waarin hij naast Cruys
Voorbergh, Georgette Hage-
doorn, Luc Lutz en Guus Ver-
straete onder regie van Marcel
Marceau stommetje speelt.
Na deze zwijgende happening,
die geen financieel succes blijkt
te zijn, stort Sonneveld zich
weer in het verbale vakwerk:
„Iene Miene Mutte", „Het is mij
een raadsel", „Herhalingsoefe
ningen", „Artistenpension",
„Gastenbqek", „Het meisje met
de grote voeten", enkele bloem
lezingen, „In de Winckel van
Sinckel", „Waar de blanke top",
„Huis tuin en keuken", „A la
Carte", en Rim Ram".
Tussen die bedrijven door heeft
Sonneveld zelf nationale ver
maardheid verworven met zijn
creatie van Willem Parel in Va
ra's Showboat; op 10 februari
1955 gaat de „Parel-film" in pre
mière, die volledig flopt. Sonne
veld windt zich hevig op over
de afbrekende recensies, die de
film regelrecht naar de financië
le afgrond dirigeren.
producer roept: „Nee, meneer, u
bent toevallig niets". Sonneveld
trekt hieruit zijn conclusie en
reist terug naar het land achter
de malse dijk, waar hij met Kan
en Hermans allang tot één van
de grote Drie is geconsacreerd.
Een jaar later probeert hij toch
weer een sprong naar buiten
landse successen te maken. Dit
maal zoekt hij het echter dich
terbij en maakt hij enkele televi
sieshows voor de Engelse BBC.
moordend
In 1960 breekt het eindeloze,
voor Sonneveld moordende „My
fair lady"-tijdperk aan. Op zijn
eigen verzoek is de musical naar
Nederland gehaald en dol ent
housiast werpt hij zich op zijn
rol als professor Higgins. Op
dat moment weet hij nog niet,
dat deze creatie hem meer dan
duizend keer in een ijzeren
houdgreep zal houden. Als in
1964 eindelijk de bevrijding
gloort spreekt hij de historische
woorden: „Higgins heeft me niet
alleen de hik bezorgd. Hij heeft
een wrak van me gemaakt".
Niettemin ziet bovengenoemd
wrak kans om in de volgende
tien jaar drie avondvullende
„One Man Shows" te brengen,
de musical „De kleine parade"
te regisseren en een hoofdrol te
silk stockings
Toch levert zijn filmdebuut in
Nederland Sonneveld een intro
ductie voor Hollywood op. Hij
maakt de testfilm „De babysit
ter", verkent het terrein in Cali
fornia en maakt in 1957 zijn
enige Amerikaanse film „Silk
Stockings" naast Frank Sinatra.
Toch blijkt al gauw, dat Sonne
veld in de bordkartonnen we
reld van Hollywood geen blij
vertje zal zijn. Hij wordt voort
durend besprongen door produ
cers en agenten, die hem voor
schrijven, hoe hij moet leven,
welke kleren hij dient te dragen
en in welke auto hij zich moet
voortbewegen. Terwille van zijn
„image" worden er ook voortdu
rend ongedwongen onderonsjes
gearrangeerd met belangrijke
sterren, die wellicht een goed
woordje voor hem kunnen doen.
Als hij op een gegeven dag een
uur heeft gewacht op een ster,
die goedmoedig een interview
heeft toegezegd, verlaat Sonne
veld de wachtkamer. Als zijn
briesende producer hem daarna
om opheldering vraagt, zegt het
Nederlandse, van een fraai tou-
petje voorziene filmidool: „Ik
ben niet gewend om een uur
voor Piet Snot in een wachtka
mer te zitten. Ik ben toevallig
Wim Sonneveld". Waarop de
Jacques Klöters (zelf cabaretier bij het gezelschap Don Qui-
schocking) heeft een werkzaam aandeel gehad in de ten
toonstelling "Wim Sonndveld". "Hij was ongetwijfeld de bes
te chansonnier van Nederland. Daarnaast was hij een vat
vol tegenstrijdigheid. Bij hem lag poezie altijd naast baldadi
ge kolder".
vervullen in de genadeloze film
flop „Op de Hollandse toer".
wel gezien
Er is beweerd dat de massale
vernietigende kritiek op deze
film zijn dood versneld heeft.
Zijn naaste vrienden echter we
ten beter. De schilder Friso Wie-
gersma zegt achteraf: „Hij had
het wel gezien. 1 lij werd de laat
ste tijd steeds onrustiger. Hij
rende zijn eigen schaduw voor
bij. Kon geen minuut op één
plaats blijven. Ik ben er van
overtuigd, dat hij wist: „Ik ga
misschien sterven". Op een och
tend werd hij wakker en zei: „Ik
wil dood". Hij zei dat heel vre
dig en met volle overtuiging".
En Annie Schmidt, die vele va ft
zijn succes-nummers op zijn lijf
schreef zei: „Zijn leven was
langzamerhand een chaos ge
worden, waar hij niet meer uit
kwam. Hij zat in een onontwar
bare knoop. Alles viel op het
Jaatst van zijn leven. Niet alleen
die laatste film, maar ook die
laatste show. Hij richtte zich tot
wen ander publiek en het pij-
bliek, waar hij in feite meer van
hield bleef weg. Sinds hij ddt
enorme huis in Vence had, werd
hij minder vitaal, minder hard.
Hb gebruikte de laatste tijd oojc
grovere middelen, nam steeds
minder zijn toevlucht tot de fijn
zinnige middelen, die hem tot
een grote onaantastbare kunste
naar hadden gevormd. Zijn
kunfit werd huisvlijt. Hij flanste
zijn programma's in elkaar".
veiwend
Zijn vrienden, die hem werke
lijk missen, weten het: „Wim
heeft er net op tijd een punt
achter gezet. Hij was ver-wend
door zijn successen, maar hij
was ;te op het laatst ook beu.
Hij braakte bij het idee aan een
nieuwe toernee. Begon het con
tact roet de tijd te verliezen.
Hield ïliet meer van het Amster
dam, dat hem in de vijftiger
jaren z» vertrouwd was. Hield
ook nicrt meer van het publiek,
dat hem op handen droeg".
troubadour
Sonneveld, de troubadour, de
bekkentrekker, de onnavolgbare
typeur is voltooid verleden tijd
geworden. Wat overblijft is eefi
handvol herinneringen, een
handvol nostalgie platen met
zijn stem, affiches en program
ma's met zijn naam, foto's van
zijn weemoedig gezicht - die sa
men op de tentoonstelling „Wim
Sonneveld" de eerste vage con
touren zichtbaar maken van een
unieke kwetsbare kunstenaar.
De laatste, beslissende bocht in
zijn carrière heeft hij niet kun
nen nemen. Hij voelde, dat hij
in brak water zwom. Zo is hij
ook gestorven".
Leo Thuring