Dopingboek als een bom ingeslagen Direhteur generaal A. van Emden: Werken zit helemaal in me THEO KOOMEN SCHREEF OVER STIMULANTIA AFSCHEID VAN RODE KRUIS BETEKENT GEEN PENSIOEN |CHARLT01T- \WLWEEWU SPELEN W '-■IT* sU Tips Dumdigfciub f ■ÜB— DINSDAG 14 MEI 1974 LEIDSE COURANT HILVE „Vana 1 zendt. Het iv Wachtt prtsno; Piatch De heer Van Emden in de werkkamer, die hij zal „Als mijn boek verkeerd is overgekomen spijt me dat", zegt auteur Theo Koomen, de nu van vele kanten bedreigde sport verslaggever. DEN HAAG Voor de meeste mensen, be tekent het pensioen de levensperiode van rust. Dat zal niet opgaan voor de heer A. van Emden, nu nog dlrekteur-generaal van het Nederlandse Rode Kruis. „Na 14 septem ber, als ik afscheid neem, loopt mijn agenda al weer heerlijk vol", vertelt hij met zicht baar zin ln de nieuwe taken en funktles waarvan hij zich al overtuigd heeft. Toch zal hij 29 jaar Rode Kruis niet zonder spijtge- voel achterlaten, „want tenslotte wordt het een deel van Je leven. Tenminste wel bij mij". Met een weids gebaar rijn fraaie werkkamer omlijstend zegt hij: „Zo'n kamer ga je na tuurlijk missen. Ik kom hier ook op zondag en met feestdagen. Dan ga Ik hier nog een paar uurtjes werken. Werken zit nu eenmaal helemaal in me. Ik zou niet ergens niets kunnen gaan zitten doen. Daar ben ik de man niet naar. Daarom betekent dit pen sioen voor mij ook geenszins een terugtrek ken uit de werkende wereld. Er zijn een aantal instellingen die mij gevraagd hebben als voorzitter. Daarnaast zit ik in de com missie van de sporttoto, in de commissie van volksgezondheid, in de filmkeuring. Dat zijn allemaal dingen die ik zal blijven doen. En ik beheer een aantal vermogens waar ik ei genlijk nooit voldoende aandacht aan heb kunnen besteden". Negentwintig jaar Rode Kruis gaan toch een afgesloten periode vormen, hoewel de heer Van Emden wel adviseur blijft. Een periode waarvan hij vertelt dat hij er eigenlijk per ongeluk ingevallen is. Na 2^ jaar concentra tiekamp terug in Nederland anno 1945, trad hij eerst als vervanger van een zieke in diensz bij het Secretariaat Bedrijfsgroep Verzekeringen. „Toen mijn taak na een paar maanden daar ten einde was, kreeg in op één dag drie funkties aangeboden. Een daar van was directeur bij een verzekeringsmaat schappij. Maar ik heb het Rode Kruis geko zen, omdat ik daaraan twee maal mijn leven te danken had. Ik heb toen gezegd, dat ik het wel voor een paar jaar wilde doen, ei genlijk als tegenprestatie. En je ziet wat er van dat voornemen is geworden". In zijn lange Rode Kruisperlode heeft de heer Van Emden wel andere, zelfs beter be talende funkties aangeboden gekregen. Maar ik ben er eigenlijk nooit serieus op Ingegaan. Er zijn altijd zoveel verschillende dingen te doen geweest hier, dat ik gewoon niet wilde veranderen". Toen de heer Van Emden bij het Rode Kruis begon, was het nog een vrij kleine vereni ging met zo'n 23.000 leden. In de 29 Jaar van zijn dienstperiode is dat uitgegroeid tot rela tief één van de grootste. ,,We hebben tiental len taken in het totale Rode Kruispakket. En ook in de ogen van het publiek komen we er goed af. Dat vaak in tegenstelling tot andere langgevestigde Instellingen. Na onze laatste actie voor Vietnam onder de naam „Heel Vietnam" is er een enquete geweest, waarbij meer dan 95% van de ondervraagden zich positief uitliet over de activiteiten van het Rode Kruis", zegt de heer Van Emden dui- delijk vergenoegd. Een van zijn stokpaardjes is de neutraliteit tan het Rode Kruis. „Wat Rode Kruis-men- len bij wijze van spreken na zes uur doen, jnoeten ze zelf weten. Dan kunnen ze wat kiij betreft in een verzetsbeweging gaan of Jo, maar het Rode Kruis moet een neutrale, )nafhankelijkse instelling blijven. Zo gauw ve ons met politiek zouden gaan bemoeien, ioeven we nergens meer te komen, baar schieten de slachtoffers van welk conflict of welke ramp dan ook niets mee op. Het Rode Kruis er er alleen maar om slacht offers zo goed mogelijk te helpen. Of ze nu in Vietnam, in Biafra of in Nederland wo nen". Dat brengt hem op de watersnoodramp In 1953 in Zeeland. Niet zonder trots vertelt de heer Van Emden dat het Rode Kruis als eni ge kant en klaar stond te wachten op de din gen die komen gingen in die rampspoedige februari-nacht. „Midden in de nacht werd ik opgebeld, dat er een zware storm woedde. Ik dacht toen al een tijdje over het organiseren van een landelijke paraatheidsoefening. Dat leek me nu net de aangewezen nacht. Alle posten werden gealarmeerd en toen het wer kelijk menens bleek, was alles volledig in gereedheid m zo snel mogelijk hulp te bie den". Dat zich bij dergelijke massale acties, spontaan weer nieuwe moeilijkheden kunnen voordoen illustreert de heer Van Emden met het kledingverhaal tijdens de watersnood. „Overal vandaan kwamen zendingen kleding. Het werd uiteindelijk zoveel, dat we er heel Nederland van in de kleren hadden kunnen steken en dan nog een enorme berg zouden overhouden. Eerst kwam onze opslagplaats hier in de stad vol. Toen de hele tramremi se, de koninklijke stallen en uiteindelijk la gen zelfs de Houtrusthallen tot bovenaantoe gevuld met kleren van overal uit de wereld. Terwijl wij al niet eens wisten wat we ermee doen moesten, kregen we berichten, dat nog scheepsladingen onderweg waren naar Ne derland". Die kleding is toen tijdig van koers veranderd en er konden weer anderen mee geholpen worden. Het Nederlandse Rode Kruis heeft overigens nooit te klagen over vrijgevigheid. „De Ne derlander mag bekend staan als nogal gie rig, maar als er werkelijk nood is, kun je hier op veel geld rekenen. Kijk maar naar acties voor BangladesJ en India bijvoorbeeld. Binnen geen tijd stroomden de miljoenen binnen. Ook daardoor behoren we samen met de Rode Kruizen uit onder meer Ameri ka, West-Duitsland, Zwitserland en Scandina vië tot de grootste ter wereld. Die positie geeft dan weer een extra opdracht aan je zelf, want er zijn altijd nieuwe taken en nieuwe plaatsen waar we kunnen helpen". De heer Van Emden vindt, dat hij in zijn hele periode bij het Rode Kruis geluk heeft gehad. „Ik heb altijd prettig kunnen samen werken. Er zijn natuurlijk wel eens menings verschillen geweest, maar dat is normaal Maar echt gemeen geattaqueerd ben ik nooit", aldus de heer Van Emden, die eraan toevoegt een broertje dood te hebben aan in triges. „Fysiek moet je erg sterk zijn voor deze oaan. Je moet letterlijk een IJzersterke maag hebben, want je moet met iedereen aan tafel kunnen". Een directe opvolger heeft hij niet. Een tweemanschap zal aan de leiding van het Nederlandse Rode Kruis gaan fungeren. De helft van dat duo is bekend, de andere wordt nog gezocht. „Eén directeur-generaal wordt voorlopig niet benoemd", aldus de heer Van Emden, die kennelijk zich dolgraag wil gaan werpen op de taken die hij zich ge schapen heeft na 14 september. „En lezen", zegt hij vergenoegd. „Daar ben ik dol op en daar krijg ik dan ook meer tijd voor". ANK BENKO Enkele momenten voordat Tom Simpson, de sympathieke Britse tourrenner definitief door de doping geveld zal worden. Hij zou een waarschuwing moeten zijn voor anderen, maar is het helaas niet. HILVERSUM De dopmgpil is veel kleiner dan een atoombom, maar de explosieve kracht ervan ls voor het menselijk lichaam allesvernietigend. Tot deze overtuiging moet de lezer komen die bet boek „25 jaar do ping" heeft gelezen, dat sportverslaggever Theo Koomen heeft geschreven. De dood van de Britse tourrenner Tom Simpson bij voor beeld, is van die explosieve kracht een dui delijke exponent. Zijn dood, 'n drama op de Mont Ventoux, ls zo aangrijpend beschreven, alsof de auteur zelf de dood voor ogen heeft gehad. Het was aangrijpend, zoals op 14 juli 1967, een dag na het menselijk drama op de Ventoux, de karavaan huilend het overlijder van Simpson herdacht. Wat zich op de 13e juli allemaal bij de be klimming van deze vreselijke berg afspeelde, beschrijft Koomen als volgt: „Wel dames en heren tn België en Neder land, wij bevinden ons nu 4 km van de top en zojuist zijn Jimenez, Poulidor en Simpson gedemarreerd. De aanval is geopend door". De radioverbinding werd op dat moment verbroken. Wij zouden voorlopig geen verbin ding krijgen en ik prees de hemel gelukkig. Hoe had ik enigszins sober kunnen weerge ven wat vlak onder mijn ogen gebeurde? Tom Simpson hield het niet in de kopgroep. Hij begon te drinken en dronk weer. Altijd een kwalijk teken. Als een beschorskene zig zagde hij over de smalle weg, ontredderd, en leeg. De tweede groep ving Ihem op en heel even klampte de Brit zich aan deze renners wast. Toen boog hij opnieuw het hoofd. Drie kilometer voor de top van de Ventoux was Simpson van zijn fiets gevallen. Ploeg leider Taylor sprong uit zijn auto. „Mijn god", mompelde hij. „Put me back on my bike", stamelde Simpson. „Zet me terug op de flets!!". Het zouden zijn laatste woorden zijn. In sa menwerking met die mecanicien hees Taylor de doodzieke renner in het zadel. Ze gaven hem een zetje en moedigden hem aan: „Vooruit Tom, rijden. Je bent er zo." Twin tig meter verderop smakte hij andermaal te gen het wegdek, helemaal aan de andere kant, vlak langs de gapende afgrond. „Wij dachten dat hij recht het ravijn zou indui ken", zed later een toeschouwer. Het was niet in hem opgekomen de renner af te stop pen. Ploegleider Taylor en zajn mecaniciën snelden opnieuw toe. Ze letten niet op het ge zicht van Simpson, dat volgens ooggetuigen tot een masker was verstijfd. Ze letten ook niet op de benen, die doormaal den, alsof hij nog fietste. Tom Simpson moest gewoon zo gauw mogelijk weer in het zadel. Hij mocht de Ronde van Frankrijk ln een vlaag van zwakte niet verliezen." „Kom aan Tom". „Zijn jullie helemaal gek geworden? Willen jullie hem misschien vermoorden?", brie send van woede was de Belgische mecani ciën Feraand Tuij tens uit de auto gestapt. „Een kind kan toch zien dat deze jongen aan het einde is?" gromde hij. De mecaniciën til. de voorzichtig het uitgevochten lichaam oji en legde 't aan de andere kant van de weg. Een toeschouwer paste mond-op-mond-beade- mimg toe. Verder beschrijft Theo Koomen de trieste chxd van een bekend renner. Het stervende gezicht van Tom Simpson is Theo Koomen altijd bijgebleven. Als de TROS-verslaggever er aan denkt, ziet hij „het doek van Veroni ca", met het stervende gezicht voor zich. In de kantine van de TROS-studio in> Hilver sum vertelt hij over andere dopingaffaires, die niet ln het boek beschreven zijn. Theo Koomen weet zoveel te vertellen en zo aan grijpend, dat er weer voldoende kopij zou zijn voor een nieuw boek. Koomen zegt: „Ik ben een liefhebber van dc wielersport, ik heb in mijn carrière zoveel gezien, het is voor mij een obsessie gewor den. Af en toe heb ik tegen mij vrouw ge- USSEI PRESTON Bobby Charlton, vermaarde oud-internatlo[ van het Engelse elftal, verklaard het volgende sety weer In de League te spelen. De 3S-jarige Charl die een jaar geleden met vi bal stopte, zal voor het j van de tweede naar de derde visie gedegradeerde Pres North End uitkomen. In het gelopen seizoen was Charl manager van deze club. „Ik heb vrijdag de benodigde muiieren ingevuld en ik wacht het hele seizoen v Preston te kunnen spelen", dus Charlton. „Ik voel me fit noeg om de negentig minuti gel eg vol te maken en de twi lenen maanden rust hebben me gi jtsland gedaan. Ik wil proberen Pres ,e 0p j\ te helpen direct weer naar jje tweede divisie terug te kerf. Voorzitter Allan Jones zei De~ heugd: „Blijkbaar heeft Ch *er» ton de drang om weer Leag vele voetbal te spelen niet kunfegst y< weerstaan. Wij zijn er in le^jj ^at geval erg bU)jn«e". naties Dotn-llKt- T«, rennen en aehl dr rijen staan er woensdagTnJddat 1 er het programma van de Wassenai wordt C baan Duidigt. De rennen rijn MarV bezet. In de Monlqoeprijs ko D MarK' slechts vier paarden aan de starij Sterren in de Mount Klscaprijs a< ht pw,; aJ -vi** De eerste start 1a om half twee en 00 Mar! te verwachten winnaars zijn: MO QUEPRIJS: GaUabocco, In' en Red Countess. MOUNT J TRIJS: Patrick, Marko en Statesman. MKNORCAPRM8: Buitenzorg, Mola G en LuiteJ Dlky. CORSIC APRUSMaf Hess. Martha R en M^s Holll PALM A PRIJS: Kear Jet Wcstfandla en Leny Special. I GOUDEN ARMBAND III: Icaa Java en Leonard. SICILlEr" Kees Verkerk. Lido Bultcnzc ten va zijn va Dick J gramn woordi zijn ge Het gi talent best g sche i Feyem op Rei ius w( „Voeti te ver markt de dal scout logere nation lijk v< van d j verklc j Roon. j De tij zegd: „Moet ik dat nog meer zien?" Ik kon het niet langer voor mij houden. Toen ik drie jaar geleden aan het boek ben begonnen, be sefte ik dat het weieens het einde van Thee Koomen kon zijn. Bij veel renners en ploeg leiders ben ik door dit boek verkeerd over gekomen. Ik heb het boek geschreven voor de jonge generatie. Het was ndet mijn bedoe ling om de doping aan te pakken. Zoiets kan Theo Koomen niet alleen. Dat moeten we met z'n allen doen." Het onthullende boek van de TROS-verslag- gever is als een bom ingeslagen. Theo Koomen 'is bedreigd, heeft telefoontjes gekre gen en voelt zich nu ongelukkig. „Ik heb een aantal vrienden in de wielersport verloren. Het is echter een eerste reactie. De mensen die het boek goed lezen, zullen begrijpen waarom ik het heb geschreven. Ik heb ook positieve reacties gekregen. Peter Post heeft mij gebeld. Hij vertelde me dat het een inte ressant boek was. Dr. Mosterd heb ik aan de lijn gehad. Ook hij was erg enthousiast", al dus Theo Koomen. zelfs: „Het is een giandioos boek. Alles wat er in staat is de waautheid." Een paar dager later lees ik in een aantal bladen dat Thee Sijthoff een aanklacht wil indienen. Mijr vrouw was er kapot can. Twee dagen eerder waren we nog gezellig bij elkaar op bezoek geweest. Ik bel Theo op en toon. mijn verba zing. Sijthoff zegt: „Oh ja, staat dat in de krant? Allemaal onzan. Ik ben vol lof ovei het boek." Een kwartier later word ik opgebeld door een verslaggever. Mijn collega vraagt ovei de aanklacht van Theo Sijthoff. Ik stel hem gerust en zeg dat er niets van waar is. Nog geen tien minuten later belt dezelfde college terug en zegt: „Ik heb Sijthoff aan de tele foon gehad en hij blijft bij zijn aanklacht." Nu snap ik er niets meer van, ik heb Thee niet meer opgebeld. Het is nu een kwestie van afwachten", aldus Theo Koomen, die in zijn boek beschrijft hoe de oud-renner uit Arnhem bij zijn opname in het ziekenhuis muizen en ratten met hprentjes ziet. Ook hoe Theo Sijthoff de „zwarte sneeuw" heeft ge zien. „25 jaar doping" is een aangrijpend boek. De dramatiek van de wielersport, maar ook van de paardesport, wordt er op een typi sche Koomen-stijl beschreven. Als het boek 100 gulden zou kosten, dan was het nog goed koop. Een schat aan gegevens, kranteknip- sels en meningen van doktoren, ploegleiders en renners worden in „25 jaar doping" toege licht. Theo Koomen wil met dit boek de jeugd waarschuwen voor het grote gevaar van stimulantia. Hij wil de doktoren, bonds- offioials, de ploegleiders bewust maken dat er meer gedaan moet worden aan de medi sche begeleiding van de jonge topsporter. WIL VAN DER PLAS Kanovedstrij den op Rijn- Scliiekanaal Van onze sportredactie DEN HAAG A.s. zondag mei) worden op het Rijn-Sch kanaal bij Rijswijk weer jaarlijkse kanowedstrijden de vereniging De Windhappt gehouden. Voor deze kortebaanwedstri) die reeds om 10.00 uur begii met races over 500 en 1000 ter, werd ingeschreven doori groot aantal leden van kam enigingen uit het gehele De sprintwedstrijden (125 ter) beginnen omstreeks uur. De startplaats bevindt vlak bij de Hoornbrug. De grootste teleurstelling kreeg Theo Koo men te verwerken toen hij door oud-renner Theo Sijthoff werd opgebeld. Theo Sijthoff, die in het boek uitvoerig vertelt over zijn ervaringen met doping, heeft zich aangeslo ten uij de grote gioep renners en oud-ren ners, cue een aanklacht wil Indienen. Theo Koomen zegt daarover: „In het boek beschrijf ik de ervaringen van Theo Sijthoff. De oud-renner heeft de drukproeven doorge lezen en deze met een paar kanttekeningen naar mij terug gestuurd. Al zijn kantteke ningen zijn verwerkt. De presentatie van „25 jaar doping" heeft bij TTieo Sijthoff plaats gevonden. Ik heb hem het eerste boek over handigd. Sijthoff was enthousiast. Hij zei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 12