Ludieke Belgen steken de draak met gezelschaps spelen Geen centen voor Hollandse Graven LIGA OPGERICHT TER INSTANDHOUDING VAN DE BEOEFENING VAN HET GANZENBORDSPEL IN DE NEDERLANDEN SOMPW66. Dr. C. Kruyskamp schrijft in het Van Dale groot woordenboek der Neder landse taal, 8e, geheel opnieuw be werkte en zeer vermeerderde druk, 7e oplage: gans .2. (oneig.). De fi guur van de gans, die op dertien vakjes van het zogenaamde Ganzen bord voorgesteld is. Op een gansje komen, door een gelukkige worp met dobbelstenen het nummer van zulk een vakje treffen, waarop een gans staat, waardoor dan het getal dat men geworpen heeft, dubbel telt en men aldus dichter bij de pot komt te staan. BRUSSEL - De legendarische Van Dale zal nooit bevroed hebben dat anno 1974 in de Nederlanden zich twee opmerkelij ke verschijnselen voordoen rond het stokoude gezelschapsspel, het ganzenbord. In Nederland scharen zich weer hele volks stammen rondom de tafels om pionnen te verschuiven en dobbelstenen in rijen van twee te rollen over bedrukte karton nen platen. In België inspireert het ganzenbord enkele Vlamin gen tot ludieke experimenten. Drie auteurs, Marcel Boon, Julien Weverbergh en Jeroen Brouwers hebben de hausse in de gezelschapsspelen aangepakt om een liga ter instandhouding van de beoefening van het ganzenbordspel in het leven te roepen. Wij Nederlanders hebben nu eenmaal sterk de neiging om alles wat bij onze zuidelijke buren gebeurt, te bagatelliseren of op zijn minst niet serieus te nemen. Een nadere kennismaking met de liga leert ons dat we ditmaal het volste gelijk hebben ofwel de,wijsheid van de domme in pacht hebben. Dit in tegenstelling tot de Belgen, die de verschijning van de liga zuiver als een rariteit beschouwen, de kolommen van de schrijvende pers 'onwaardig. En dat terwijl de peetvaders van deze liga binnen de statige muren van uitgeverij Manteau hun boreling allesbe- halve louter grappig beschouwen. Julien Weverbergh, auteur, journalist en nu directeur van de uitgeverij Manteau, speelt in zijn directiekamer met allure de rol van secretaris van de liga. Hij zegt, terwijl hij zich laaft aan koffie en bier: „Het ludieke element van onze liga wortelt in het de draak steken met de gezelschapsspelen. In België, maar zeker ook in Nederland is op het ogenblik een duidelijke hausse waarneembaar in gezelschapsspelen. Hele families blijven thuis gekluisterd aan het bord van een of ander geestdodend spelletje. Dat is zelfs zo etg, dat wat eens spontaan door talrijke gezinnen werd gedaan, nu wordt aangepakt door wetenschapsmensen, die het verschijnsel wetenschappelijk gaan benaderen. Dat is ons al te bar." „We hebben ons gerealiseerd dat deze opleving van de gezel schapsspelen een direct gevolg moet zijn van de angst voor alles wat er in onze wereld gebeurt. We leven in een tijd van geweld, terreur en misdaad. Ga je daar over nadenken, dan kom je tot de conclusie dat de mensen achter de gezelschapsspelen hun hoofd buigen voor het geweld in plaats van naar buiten te gaan, de straat op, om dat geweld het hoofd te bieden. De mensen blijven liever thuis en willen zich geen zorgen maken over wat rondom hen gebeurt Zorgeloos het dobbelsteentje gooien en pionnetjes verzetten op het ganzenbord, betekent een vlucht voor de realiteit. Als bewust levend mens in deze maatschappij kun je dan twee dingen doen om dat geweld en de kwalijke nevenverschijnselen daarvan, tegen te gaan. Je kan actief zijn en het geweld bekampen, zowel lichamelijk als geestelijk, of je kunt de zaak en alles wat daar indirect omheen cirkelt, belachelijk maken. En daarmee bedoelen wij, het gebeuren, zoals het thuis lekker, spelen met het ganzenbord, zo geweldig opblazen dat je het door het belachelijk te maken, ondermijnt Julien Weverbergh glimlacht voortdurend bij zijn tekst en uitleg, niet omdat hij zelf de betrekkelijkheid inziet van zijn loffelijk streven, maar omdat hij met zijn ludieke liga ervan overtuigd is dat hij slechts een miezerig molecuul opraapt van deze onverdraagzame wereld. Hij zegt dan ook: „Natuurlijk geloven wij niet dat wij met onze liga het doeltreffende wapen hebben gevonden om het geweld met succes te bestrijden. Ons element is slechts een splintertje van het totaal. Van het hele alfabet dat we in onze geestelijke strijd kunnen gebruiken, zijn we nog niet toe aan de letter a. Maar ergens moet je beginnen. Als iedereen op maandag begint met zijn eigen tuintje om te spitten, is de wereld aan het eind van de week milieuzuiver. Door het ganzenbordspel te institutio naliseren en daardoor belachelijk te maken hopen wij een steentje bij te dragen aan de geestelijke weerbaarheid van de mensen." De achtergrond van de liga ter instandhouding van het ganzen bordspel in de Nederlanden wordt dus door de geestelijke vaders op ^en bijzondere wijze geinterpreteerd. Als je het eenmaal weet. is het vrij begrijpelijk, maar de vraag rijst toch De Liga vond een oude Litho van een ganzenbord, voor stellend een reis rond Belgie. Een Belgisch kunstenaar heeft het bord opnieuw ingekleurd. Dit kunstwerkje is de premie voor de winnaar van het gigantische Ganzenbord- tournooi óf iedereen het wel begrijpt, een voorwaarde om de geestelijke, strijd tegen de gewelddadige wereld met succes te kunnen aanknopen. Julien Weverbergh denkt van wel. „Je kunt natuurlijk nooit alle mensen duidelijk maken wat je wilt en wat je doet", zegt hij. „Het feit dat u uit Holland komt en vraagt wat is hier eigenlijk aan de hand, is al meer dan genoeg. De reacties op onze liga bewijzen ons dat het doel reeds is bereikt Men mag niet vergeten dat het tevens het ludieke element is dat we willen behouden. Dat is zelfs zeer belangrijk. We kunnen ook stellen: we grijpen het ganzenbordspel aan om iedereen te tonen dat we tegen het gezellig nietsdoen zijn. Dan verdwijnt het ludieke en daarmee veel van het beoogde doel. Voor de Vlaamse auteurs, die zich verenigd hebben in de liga is het ludieke niet uit te sluiten en waarom dat zo is, legt Julien Weverbergh uit: „We zitten nu in de rechtse jaren. We zijn na de opleving van de late jaren zestig op een dood punt beland. Waar zijn de provo's, waar is de popmuziek, waar is in het algemeen het alternatieve gebleven? Alles is monddood en zonder creativiteit Er wordt niets nieuws meer ontdekt. Talen ten onder kunstenaars krijgen de kick niet meer om hun kunnen uit te dragen. Onze generatie van 70 is slapende. De creativiteit is aan het verdwijnen en daarvan is men zich niet bewust. Dat is altijd gevaarlijk. Begrijpt u, daarom willen wij per se het ludieke behouden in deze liga. En alles wat de liga gaat organiseren, moet gewoon een vrolijke boel worden. De liga is geen leven op papier beschoren, maar zal daadwerke lijk met het ganzenbordspel aan de weg timmeren. Een groots gebeuren is daarbij de organisatie van een gefingeerd ganzen- bordtoernooi in België. Het ligt in de bedoeling van de initiatiefnemers om iedere week een lijst met uitslagen te publiceren in de Belgische krantewe reld. Gespeeld wordt er natuurlijk niet Dat gebeurt voorlopig alleen tijdens de plechtige opening van dit mammoet-toernooi. De Vlaamse schrijver Ward Ruyslinck neemt het op tegen de bekende zuiderbuur John Bultinck, in gewone doen advocaat van linke en linkse zaakjes en tevens een bekend t.v.-figuur. De openingszetten worden becommentarieerd door Mare Galle, doctor in de letteren en gewaardeerd Couperuskenner. Een gesloten televisiecircuit zal er voor zorgen dat de spanning tussen de twee verwoede ganzenbordspelers niet alleen te snijden valt in het toernooizaaltje. Weverbergh voorziet wel dat er na deze plechtige opening een voortzetting zal komen van het ganzenbordtoernooi. De twee schrijvers Mamix Gijsen en Jef Geeraerts, hebben zich bereid verklaard om de dobbelstenen met elkaar te kruisen. Weverbergh zegt: De spelers doen het niet voor niets. Los van het doel, ligt voor de winnaar een prachtige premie te wachten. We hebben een jaar geleden een ganzenbordspel van tachtig jaar oud gevonden op een oude litho. Het spel, overigens in het Frans, stelt een reis door België voor. Een bekend Belgisch kunstenaar heeft dit ganzenbord opnieuw ingekleurd. Dus hele maal geen gekke prijs voor de beste ganzenbordspeler in de Nederlanden. Weverbergh spreekt wel over de Nederlanden, maar het ludieke ganzenbordspeltoernooi speelt zich louter en alleen af in België. Waarom? Wel, zegt Julien, het idee is geboren bij mensen die allemaal bij uitgeverij Manteau onder dak zijn. Op de eerste plaats zijn wij een Belgische uitgeverij. De laatste jaren is er wel een kentering gekomen, 60 tot 70 percent van onze werken gaan naar Nederland, maar onze relaties liggen toch in België en niet in Nederland. Wellicht dat enkele ludieke Nederlanders het idee overnemen en het toernooi bij jullie voortzetten. Dat zouden we alleen maar toejuichen. Voorlopig staat dat nog niet op ons programma. Wel hebben wij het voornemen om binnenkort een eigen ludiek ganzenbordspel uit te geven, compleet met vervalste dobbelstenen. Het is namelijk mogelijk om dobbelstenen te maken die bij elke worp een zes tonen. Dat spel )cun je dan ook weer op verschillen de manieren interpreteren. Over het zesje kun je heerlijk filosoferen. Ik heb me jaren met Ufo's beziggehouden. Niet om .te weten of ze werkelijk bestaan, dat interesseert me minder, maar om de vraag wat is waarheid en wat is werkelijk de waarheid? Wat is het gegeven? Ik geloof dat wij niet iets doen omdat het gebeurt, maar omdat we denken dat het gebeurt" In dat filosofietje van Julien Weverbergh schuilt veel van het verdere verloop van deze unieke Belgische liga. Het gefingeerde toernooi zal wel of niet bestaan, de dobbelstenen worden wel of niet gegooid. Iedereen mag het interpreteren zoals hij het wil, al zijn de geestelijke vaders van deze liga ervan overtuigd dat men zal begrijpen dat dit een ludiek spelelement is om de ernst van het spelen terug te brengen tot de juiste proporties in deze maatschappij, die meer van ons vraagt dan gezellig het hoofd te buigen boven een ganzenbord. LEO VANKAN RIJNSBURG Wanneer Floris de Vierde, Floris de Vijfde en Willem de Eerste op dit n on ent weer op deze aarde zou den kunnen terugkeren, zou het moeilijk te raden zijn wat hun eerste daad zou zijn geweest. De drie Hollandse graven, vecht jassen tot en met, zou den zonder dralen hun strijdros hebben beste gen, richting Den Haag zijn gegaloppeerd en met veel wapengekletter de Ridderzaal zijn binnenge stormd. Daar zouden ze, met het zwaard, angstval lig dicht bij de keel van Kamervoorzitter Vonde ling, hun eis op tafel heb ben gegooid: een grafkel der en een gedenksteen. Bij gebrek aan beter lig gen de skeletten van de drie graven en nog een aantal niet-regerende vor sten momenteel ingemet seld onder het trappen huis van het nieuwe raad huis in Rijnsburg. Zes jaar geleden werden ze daar naar toe gebracht. Niemand had zich waar schijnlijk ooit nog druk gemaakt om deze beken de Graven van Holland, als niet toevallig in 1949 prof. dr. Glasbergen, ver bonden aan het biologisch archeologisch instituut van de universiteit in Gro ningen tijdens een onder zoek van de fundamenten van het hoofdkoor van de 12de eeuwse Rijnsburgse abdijkerk op 18 skeletten was gestoten. Aan de hand van oude kronieken waarin vrij duidelijk stond aangegeven wie in de loop van de eeuwen in Rijnsburg is begraven, vermoedde men direct dat de skeletten weieens af komstig zouden kunnen zijn van de eeuwen gele den spoorloos verdwenen Hollandse Graven. Na een jaren durend on derzoek van prof. Dijk stra, erelid van de Gro ningse universiteit,werd dat vermoeden zekerheid. Na het onderzoek werden de graven weer keurig te rugbezorgd in Rijnsburg. Een inmiddels in het le ven geroepen stichting „Gedenkteken Graven Hollandse Huis" was in middels al een fors eind op weg om de gelden (on geveer 300.000 gulden) voor een gedenkteken bij een te garen en dit jaar bleek de zaak helemaal rond. Het is allemaal mis gelo pen. De provincie Zuid. Holland had in de begro- ting-1974 een bedrag van ■50.000 gulden voor het ge- De burgemeester van Rijnsburg wijst de plaats aan waar de graven van de Graven moeten komen denkteken uitgetrokken maar kwam later op deze toezegging terug vanwege een slechte financiële po sitie. Om dezelfde reden beten ook het rijk en de- provincies Noord-Holland en Zeeland het afweten. Theoretisch is het moge lijk dat in 1975 wel een gaatje op de begroting ge vonden zal worden, maar Rijnsburg gelooft daar iniet meer in. Bovendien men wil de zaak in augus tus van dit jaar rond heb ben, want dan viert Rijns burg zijn 1000-jarig be staan. Zoals het er nu voorstaat zit er voor de Hollandse Graven geen jubileumge schenk in. niet in de vorrr van een gedenksteen en ook niet in een grafkel der. Voor Rijnsburgs bur gemeester Koolmans, voorzitter van de stich ting, een onbegrijpelijke zaak. „Voor 09 procent hadden wc het voor el kaar. Nu is er opeens geen geld. Waar blijft het eergevoel van het Neder landse volk? We moeten niet langer dralen, we moeten de Graven geven waar ze recht od hebben", HERMAN VAN AMSTERDAM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 17