Zeventig jarige Jean Gabin wordt boer otterdams festival bezorgt toeschouwer slapeloze nachten Jean Gabin heeft besloten de filmstudio's de rug toe te keren en boer te worden. Zijn uiterlijk heeft hij tegenwoordig in ieder geval al mee. het, in 1930, definitief de film. De grote Leon Zitrone, bekend reporter in Frankrijk, heeft nog niet zo lang geleden een onder houd met Gabin gehad. Dat ge beurt niet vaak, want aan jour nalisten heeft Gabin net zo'n. hekel als aan Giseard d'Estaing, de minister van economie en financiën, die hem met de belas tingen radbraakte. Tijdens dat gesprek aan tafel bleek, hoe zelfs een ster als Gabin voortdu rend in paniek leeft. Ik heb, zei hij, in al die lange jaren van de tweede wereldoorlog niets, maar dan ook niets in Frankrijk kun nen doen. En toen ik na het laatste schot terug uit Amerika weer kon beginnen, was ik mijn huis kwijt, in de zin van; mijn zelfvertrouwen kwijt. Dat zijn, na de oorlog, heel donkere da gen geweest, zo niet pikdonkere dagen en niemand weet, wat ik toen uitgestaan heb. Die angst is gebleven. Bepaald in paniek stemming verkeerde hij bij elke première, waar hij nooit naar toe ging. Dat kun je. zei Gabin, vergelijken met een bokser, die vóór hij de ring in gaat nooit weet, of hij wereldkampioen zal blijven of niet. Een producent heeft in jou, filmster, miljoenen belegd en je weet bij een pre mière nooit, of dat geld er uit komt. Gabin beseft heel goed, hoe hij afhankelijk is van de gunsten van het publiek, dnt een film kan maken en breken, Hij is bereid voor dat publiek elke dag een kaars te branden, maar datzelfde publiek moet hem niet aan zijn kop zaniken voor een handtekening, als een van zijn kinderen acht en dertig graden koorts heeft. Zelf zet hij zo goed als geen voet in een cinema. Zijn kinderen wèl. En als zijn zoon, de oudste, thuis komt uit de bioscoop, waar hij zijn vader op het witte doek gezien heeft, is de kritiek menigmaal niet mals. Dan be grijpt Gabin zelf wel, welk een afgrond er gaapt tussen twee generaties. Moeten die kinderen in hetzelfde vak? Bij die vraag schuift Gabin zijn bord met een kwade ruk op zij. „Bon Dicu de bon Dieu, dat niet! „De zoon heeft gelukkig zin in tekenen en een van de dochters wil script girl worden. „Maar weet je, wat ik heb gedaan" vaart Gabin uit „Ik heb Colette opgebeld, bij wie ze stage loopt en ik heb gezegd; Colette, knoop dat goed in je oren, ik wil niet, dat mijn dochter behandeld wordt als mademoiselle Gabin en als ze het verdient, scheld haar de huid vol, Wat Colette op hart en mond beloofd heeft." „Soms zit ik wel eens te den ken", zegt Jean Gabin: „waar is het allemaal goed voor. Ik ben niet zo schatrijk als de mensen wel denken. Giseard vilt me Ie- vend. Als ik miljardair had wil len worden, zou ik met mijn geld gespeculeerd hebben in huizen Of ik zou met mijn geld naar Zwitserland zijn verhuisd. Wat ik over heb gespaard - ik heb -er hard voor gewerkt heb ik zuinig belegd in een boerderij in de Ome van 220 ha., la Pi- chonnière met renpaarden en 200 stuks gehorrrnd Vee. Voor de kinderen heb ik goed ge zorgd, ze kunnen wat gemakke lijker van wal steken dan ik het in mijn tijd heb kunnen doen en verder moeten ze zich maar red den. Of ik gelukkig ben met mijn vrouw? Die heeft nog niet de helft van mijn films gezien, maar ze heeft mij drie kinderen geschonken en is dat soms niet genoeg?" Gabin verlangt nu alleen nog maar naar een rustige oude dag op zijn hoeve. Maar dan moeten de omringende boeren van zijn land afblijven. Dat hebben ze een paar jaar geleden èèn keer niet gedaan. Met zevenhonderd tegelijk kwamen ze bij Gabin binnen, omdat ze meenden, dat. een schoenmaker zich bij zijn leest moet houden. Een filmster is een filmster en geen boer. Dat heeft Gabin niet op zich laten zitten. Je heet Monsieur Gabin of je heet het niet. Hij heeft er twaalf, die zelfs zijn bureau wa ren binnengedrongen, voor de rechter gesleept en die heeft ze gewaarschuwd: dat moet niet wéér gebeuren. Het is ook niet meer gebeurd. Straks wordt Jean Gabin zeventig en dan wordt hij gewoon boer. Here- boer. LUCAS KLEUN PARIJS Een paar maanden geleden stond in een Frans tijd schrift, op de voorpagina, een grote kleurenfoto van Jean Ga bin, die 17 mei a.s. zeventig jaar wordt. Misschien heeft die foto ook wel in een Nederlands weekblad gestaan. Het is een foto, waar men lang naar kan zitten kijken en die men niet zo gemakkelijk vergeet, want wat zit er achter dat gezicht? Wat zit er onder die spierwit gewor den haren, wat verbergt die bij na verbeten dichtgetrokken mond? Na lang kijken komt men tot een voorzichtige con clusie: dat is de kop van een stugge boer, die een ongenode bezoeker wantrouwend aankijkt met een „wat mot jij op mijn erf?" 't Is moeilijk om van Jean Gabin het fijne te weten te komen. Hij is een gesloten fi guur, dat staat vast. Hij laat niet alleen geen mensen toe op zijn erf, maar ook de luiken van zijn binnenste zijn bijna herme tisch gesloten. En Ms ze per hoge uitzondering open gaan, dan krijgt men de indruk met een man te doen te hebben, die van zijn hart geen moordkuil maakt en wie het daar niet mee eens is kan naar de duivel lo pen. Er zijn maar heel weinig mensen, die hem in de studio onder de schijnwerpers of op het land bij zijn koeien en ren paarden vertrouwelijk op de schouders durven kloppen en hem tutoyeren. Hij is en blijft Monsieur Gabin, zoals de Gaul le generaal de Gaulle was. Over hem is heel wat afgerod- deld. Schatrijk, miljonair zo niet miljardiar, vrekkig, onbehou wen en vul de rest maar in. Hoge bomen vangen veel wind. De afgunst bij de mensen is nu eenmaal groot. Maar er zijn er ook, die over Jean Gabin geen kwaad woord willen horen en die hem achter zijn rug prijzen over de nauwgezetheid en de ernst, waarmee hij zijn werk doet, geen kleinigheid verwaar lozend, zich totaal, maar dan ook totaal verdiepend in de per soon, die hij moet uitbeelden. Onder zijn naaste medewerkers zijn er velen, die van zijn goed, warm hart overtuigd zijn. De lezer verlange niet, dat wij een opsomming geven van zijn films. Dat is onbegonnen werk en goed voor een meer gespecia liseerd blad. Hoeveel films het er zijn? De een zegt: 94. De van de Franse film leefde zich helemaal in voordat hij aan de rol van Gaston nici, de van meervoudige moord beschuldigde boer, begon. Gabin als Simenons commissaris Maigret, een rol die hem op het lijf was geschreven en die hij twee maal vervulde. ander: 96. Vraagt men het Ga bin zalf, dan haalt hij de schou ders op en zegt, dat hij nooit sterk in rekenen is geweest. Maar wat doet dat aantal er ook toe? Laten het er honderd, des noods tweehonderd zijn ge- Dominici Voor één film willen wij een uitzondering maken om te laten zien, hoe Gabin werkt. Toen hem gevraagd werd, of hij de rol van de van meervoudige moord beschuldigde Gaston Do minici wilde vertolken, heeft hij lang geaarzeld alvorens ja te zeggen. Hij is zich eerst maan denlang in dat drama gaan in werken. Hij dook onder in het onuitputtelijke probleem van de misdaad, van de streek, waarin de clan-Dominici woonde en leefde, hij wilde de taal van die mensen niet alleen horen, maar ook zelf leren spreken. Als bijna ieder ander heeft hij lang zitten aarzelen over de vraag: heeft Gaston Dominici het gedaan of niet, is hij onschuldig veroor deeld ja of neen. En pas toen hij, met behulp van maitre Pol lak, de advocaat van Gaston Dominici, de grond had door ploegd, zei hij tot de cineasten, dat ze konden beginnen. Die rol van Dominici lag hem goed. Gabin is filmacteur, geen toneel-acteur. Hij zou nooit in een klassiek stuk kunnen optre den, heeft hij eens gezegd. „Ik zou zelfs geen Molière kunnen spelen. Een roman? Dat wel, dat graag!" Maar geen klassiek stuk. want dan zit hij vast aan de tekst. Gabin wil geen ge schreven teksten uit zijn hoofd leren en misschien kan hij het ook wel niet. Hij wil voldoende ruimte overlaten voor improvi satie en juist daarom lag Domi nici hem zo goed. Niemand heeft ooit zwart op wit opgetc-, kend, wat er binnen de muren van dat Dominici-gezin werd ge- izegd. Na zijn onderzoek ter plaatse kon hij het alleen maar vermoeden. Hij werd zelf Domi ni en toen liepen alle verdere dialogen vanzelf. Aan de hand van het draaiboek zou hijzelf wel uitmaken, wat Dominici had gezegd en hóe hij het had ge zegd. Dat liet hij zich door nie mand voorschrijven. Gesloten Omdat Jean Gabin zo'n gesloten figuur is weten wij betrekkelijk weinig over zijn leven. Dat gaat de buitenwereld niet aan. Hij praat er liefst zo weinig moge lijk over. Zijn moeder was een chansonnière in een caFcon" en zijn vader stond op de planken in revues of operettes. Grote vedettes waren het in die dagen niet: een slechte Bühne, slechte verlichting en geen microfoons. Wie op het toneel stond moest maar zien. dat de mensen achter in de zaal hem konden verstaan. Hij zag zijn vader en moeder tot laat in de nacht sappelen en zwoegen om een handvol fran ken en toen al stond zijn besluit vast: dat nooit! Hij wilde heel wat anders worden: een baan in de openlucht, ongeschoolde ar beider, metselaar in de bouw vakken of, als het kon. want dat was zijn jeugdideaal, machinist op een snelle locomotief. Dat leidde zelfs tot een tijdelijke breuk met zijn vader, die graag had gezien, dat ook zijn zoon de 'planken op ging. Een stom toe val bracht hem tóch op het to-- neel. Bij de Folies Bergère moest hij invallen voor een lan taarnopsteker, maar dat werd een mislukking, Staande boven op een houten stellage moest hij met een lange stok gaslichten aansteken, wat hij zo onhandig deed, dat hij viel en in de armen terecht kwam van de poedel naakte dames onderaan de stei ger. Mogelijk hebben de mensen in de zaal gedacht, dat het er bij hoorde en ze klapten als gekken. De vader verzoende zich met zijn zoon en de zoon bleef hangen, eerst nog een poos bij Folies Bergère en later bij de Moulin Rouge. En toen werd Rotterdam - Er zijn mensen, die griezelen tot een soort kunstvorm trachten te verhef fen. De kunst om zulke gruwelijke situaties te scheppen, dat de toeschouwer, die echt wel weet dat alles „nep" is, toch heel even de ogen dichtknijpt om het maar niet te hoeven zien. Frankrijk kent al jaren de •loedstollende tafrelen van het zogenaamde .Grand Guignol", de Engelsen weten wat „horror" is en ook in Nederland breidt de kring, die griezelen tot een sport maakt zich gestadig uit. Geen wonder dat in Rotterdam, waar de gemeentelijke Kunststichting niet vies is van stunt je, dit keer van 17 mei tot 2 juni een echt „horror"-festival wordt gehouden, waar het bloed rijkelijk zal vloeien, of het nu van het witte doek af is dan wel van de planken. Heksen, vampiers en allerhande monsters staan daar garant voor. Zelfs het poppenspel, dat nog altijd beschouwd wordt als kinderamusement, laat zich daarbij niet onbetuigd. yoor dit doel zal het gebouw „De Lantaren" in de Gouvemestraat worden omgetoverd tot een waarachtig spookpaleis, waar de angstaanjagende creaturen van de Ameri- le1 'kaansecartoontist Charles Adams zou zouden willen intrekken. Veertien dagen griezelen dus jn Rotterdam, dat na zijn Film International en zijn scien ce-fiction festival weer eens 'n initiatief neemt waar andere grote steden jaloers op kunnen zijn. Film neemt daarbij een heel belangrijke plaats in. Vrijwel iedere avond wordt „De Golem" van Henrik Galeen - uit 1920, niet Veertien dagen griezelen op het Horror festival met bloedige films, Grand Guignol-toneel en zelfs poppenvoor- stellingen waar het bloed rijkelijk zal stromen. de eerste versie van 1914 - met Paul Wegener vertoond in „DeLantaren" en natuurlijk mag F. W. Mumau's „Nosferatu, eine Symphonie des Grauens" de uit 1921 daterende eerste vampier-film niet worden vergeten. Het Filmhuis brengt avond aan avond griezel films uit een eits recenter verleden, dus met vaak onheilspellend geluid. De juiste samen stelling van het programma was Frank Vis been van de Rotterdamse Kunststichting nog niet bekend, maar hij wist wel te vertellen dat de naast „De Lantaren" gelegen bioscoop „Het Venster" de Hammer-griezels als Dra- cula en Frankenstein gaat vertonen en veel Edgar Allan Poe-verfilmingen van de Ame rikaan Roger Corman als „The fall of the house of Usher", „Tales of terror" en „The raven". Oqk heeft men nog een copie op de kop kunnen tikken van Don Siegel's klassiek geworden science-fiction thriller „Invasion of the bodysnatchers". Oorspronkelijk zou Christopher Lee het Horror-festival komen openen. „Ik heb het ze afgeraden", zegt Visbeen, „omdat Lee nog maar zo kort geleden ook al in Nederland was. Mijn tegenvoorstel was Barbara Steele uit te nodigen. Je weet wel, die weelderige dame, die in horrorfilms als „Black sunday" en „Sister of Satan" zo'n furore maakte. Öf dat is doorgegaan weet ik echt niet". De gruwelen blijven in Rotterdam tussen 17 mei en 2 juni echter niet alleen beperkt tot het witte doek. Zo'n kleine twintig toneelge zelschappen zullen er het hunne toe bijdra gen, dat de toeschouwer voortdurend met het angstzweet in zijn handen zit. Van eigen bodem zoals de Toneelschuur uit Haarlem, dat met „De heks" en „Heer Roderik" hoopt te komen en de theatergroep van het jonge rencentrum Eksit, dat met een Rotterdamse inbreng de eer van de Maasstad denkt hoog te houden. Uit Engeland komt het Chrystal theatre of the Saints van Bristol over en ook de uit Londen afkomstige groep Incubus, geen onbekende in Rotterdam. Carolyn Lee zal de .Memoires of a witch" voorlezen, een kort stuk over heksenvervolging onder regie van Michael Almaz en op het gebied van het poppenspel zal Hinderik er voor zorgen dat ook bij zo'n voorstelling bij de toeschou wer het bloed in de aderen gaat stollen. Christopher Lee, na Bela Lugosi in de jaren dertig, de bekendste vertolker van Graaf Dracula. Vampiers zullen een belangrijke rol spelen in het Horror-festival, dat van 17meitot2juni in Rotterdam in de Lanteren en Eksit wordt gehouden. ,',Wij zijn ook van plan speciale avonden te organiseren, zoals de Heksenavond op de 23e mei en een avond voor schrijvers op de 24e. Hoogtepunt moet het Vampierenbal in de nacht van 25 op 26 mei worden. Zoiets als het bal in Roman Polanski's „Met jouw tanden in mijn nek" zal het zijn", zegt Frank Visbeen, die de komende dagen wel nacht rust te kort zal komen om alles op tijd voor elkaar te kunnen krijgen. De bedoeling van dit „Horror"-festival is om belangstelling te wekken voor een vorm van visueel toneel, die in het buitenland al lang bestaat maar in Nederland nog geen voet aan de grond kreeg. „Met zo'n festival dat twee weken duurt spreek je meer tot de verbeelding, dan wanneer je met 'n inciden tele voorstelling zo'n doorbraak tracht te forceren". De organisatoren verwachten zo'n tiendui zend belangstellenden, die hun ijzeren zenu wen wel eens op de proef willen stellen. Zij prikkelen de nieuwsgierigheid met verma nende slagzinnen als .Mensen, ga toch tus sen 17 mei en 2 juni alsjeblieft niet naar de Lantaren of Eksit. Jullie zijn gewaar schuwd", en hopen natuurlijk op het tegen deel. Als het twee juni is moet er geen druppel bloed meer in huis zijn. Alles moet dan al van het podium of het witte doek gevloeid zijn. De bezoekers moeten murw zijn en hard toe aan een bloedtransfusie na al deze confrontaties met vampiers en ande re gruwelijke bloeddorstige wezens. Waar je maar plezier in hebtM1LO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 15