{Wip Het heeft er veel van dat de droogtelander. in Afrika er dit jaar nog beroerder aan toe. zullen zijn dan. in het rampjaar 1973. De honger is er niet minder geworden, de uitge mergelde mensen en dieren hebben het ergste- nog niet achter de rug, de situatie lijkt alleen wat definitiever geworden. De veestapel is nagenoeg verdwenen, de woestijn heeft bezit genomen van de arme landbouwgrond, de put ten zijn opgedroogd, mensen en dieren hebben de dorpen verlaten. Men zou bijna denken dat het Sahel-probleem zichzelf gaat oplossen. Tekenend is de toestand in Senegal, een van de kleinere Sahellanden aan de Oceaan. Op 300 kilometer van de kust is in de Senegalrivier •het zeewater doorgedrongen, zo weinig water voert de rivier zelf aan. Dit betekent verzilting van de tot nog toe vruchtbare oevers, die twee oogsten per jaar opleverden: een als de rivier een sliblaag achterliet en een in het regensei- zoen. Nu hebben de mensen in geen vier jaar een oogst gezien. In het dorpje Tchauole, dat nog de tekenen van vroegere welvaart draagt, is de grote kudde vee verdwenen. Een oude berggeit is het enige overgebleven dier. In deze provincie is 60 tot 80 procent van de beplan ting dood, en het grondwaterpeil is ver gezakt. Het laatste gras is weggevreten, het zand verstuift en bedekt de wegen, zodat de toch al slechte verbindingen gevaar lopen. Het zand dringt binnen in de motoren van auto's en trucks en in de machines van plantages. En. •de prijs van de voedselhulp is veel hoger- •geworden door de dure benzine. Het is een beeld van steeds verder om zich heen grijpende ontreddering, die niet bestre den wordt met de aanvoer van voedsel per schip. Vorig jaar vroeg de FAO om 50 tran sportvliegtuigen, het totaal beschikbare aantal was 30, terwijl militaire luchtbruggen vele honderden malen omvangrijker zijn. Bij derge lijke wanprestaties van het rijke westen zin ken alle fouten in de ontwikkelingslanden in het niet. Dan staan drie zakken meel bij een Toearegstamhoofd, achtergehouden bij de dis tributie, in geen verhouding tot het bezoek, compleet met plechtige ontvangst met officiële auto's, van twee vertegenwoordigers van een hulporganisatie. De heren werden een week lang begeleid door een toch al overwerkte plaatselijke ambtenaar, en hun voorstel tot hulp beliep 25 ton graan - de behoefte van het land, Niger, was ongeveer 150.000 ton. Om eigenlijk maar te zwijgen van de hulp, zoals medicamenten, die aankomt met etiketten in het Nederlands dat in de Sahellanden toch weinig gesproken wordt. Slecht gegeven hulp miskent de bittere nood zaak. De Sahel - evenals Ethiopië - staat nog steeds op de rand van de afgrond. (Giro 100200 - t.n.v. SOS-Sahel, Den Haag). ROME Napels is bang voor de zomer. Bang voor de terug-, keer van de cholera en bang voor het daarom wegblijven; van de toeristen. De doden van de cholera-epidemie vorig jaar .zijn nog niet vergeten. De stad is de economische terugslag van die maandenlange epide mie nog steeds niet te boven en er staat een nieuwe zomer voor de deur. De meningen van de deskundi-: gen zijn verdeeld. De directeur; van het ziekenhuis Cotugno, waar vorig jaar de honderden met cholera-besmette patiënten- werden verpleegd, professor De; .Lorenzo, waarschuwt onophou-' delijk tegen een herhaling van de geschiedenis. Hij eist maatre-^ gelen, of tenminste plannen.' „Natuurlijk bestaat de kans dat de cholera dit jaar weer in Na pels opduikt. En dan vrees ik. opnieuw voor slachtoffers. Waarom? Omdat er in de afge lopen maanden nauwelijks iets gebeurd is: de straten zijn weer even smerig als indertijd, de riolering is niets verbeterd, de stedelijke reinigingsdienst niet uitgebreid' eii'de controle ó'p'in komende reizigers ontbreekt,' .zoadat het vii-us gemakkelijk 'vanuit andere landen kan wor gden binnengebracht". En dat 'laatste is de tragedie van Napels 'in geen enkele andere stad in" Italië kan de cholera zich zozeer 'in haar dodelijke spel uitleven .als in Napels, boordevol mistoe standen. Napels, een der meestbezongen 'steden van de wereld. Maar de diepblauwe golf is een reusach tig riool met een levensgevaar-1 lijke verontreinigingsgraad. Er heerst nog altijd een zwemver-, 'bod. De eertijds groene, tot in 'zee afdalende heuvels zien wit- en grauw van de huizenblokken. 'Nu lopen de (soms open) nood- rioleringen tot in zee Napels is een tweede Honj Kong geworden, een miljoenen stad met dorpse voorzieningen De helft van het aantal dodelij ke tyfusgevallen van heel Italië wordt in Napels geregistreerd., Bijna 40 procent van het totaali aantal kinderverlammingsver schijnselen komt voor in Na pels. In de hevigste oorlogsjaren 'stierven in Vietnam per jaar 40 van elke 1000 kinderen. In Na pels is dat aantal - zonder oor logsgeweld - 64 kinderen op elke 1000! De werkloosheid en die kindersterfte, de sluiting" van restaurants en café's en het zwemverbod in de veelbezongen baai houden nauw verband met. elkaar. Het zijn de gevolgen van een ontoereikend bestuur, waar bij staat, provincie en stad even veel schuld treft. Vader zijn alt beroep In een waanzinnige bouw-specu- latie is de afgelopen jaren in 'Napels gespot met elke grondre gel van stadsplanning. De riole ringen van voor 1900 liggen er nog steeds, functioneren ook nog, maar de stad is in de afge lopen vijftig jaar een „ietsje" gegroeid. En met die groei zijn ook andere zaken ongecontro leerd toegenomen: het huizenbe stand, de bevolking, de veront reiniging en het rattenleger dat in de holenrijke Napolitaanse ondergrond leeft. „Vader zijn" is in Napels bijna een beroep, zo schreef een Dints blad'begin lit jaar. Het negatieve en ver- drietig-makende artikel over Napels droeg als titel: „Liever sterven dan Napels zien". De Napolitaan staat bekend om zijn „versier- en ritsel"-talenten. Iedereen improviseert er, heeft er z'n handeltje, leidt z'n strikt eigen' leventje. "Maar ',*ih het groot ritselen" - om een onge bruikelijke term voor „bestu ren" te gebruiken, daar houden de Napolitanen zich verre van. Niets wordt echt goed geregeld en daarom maakt professor De Lorenzo zich boos. Omdat hij als deskundige maar al te goed beseft wat de stad te wachten staat als de lente binnenkort plaats maakt voor de lange, lan ge. hete zomer. „In mei zou de hele bevolking opnieuw ingeënt moeten worden tegen cholera. Schoonmaakacties Dat is de mooiste tijd om' de' heetste maanden door te kun nen komen en het is niet te laat, als we tenminste voor die tijd geen cholera- besmettingshaar-. den ontdekken W* De verlaten strandvoorzieningen van Napels in tiet afgelopen zomerseizoen: schrikbeeld van de autoriteiten voor dit jaar. Maar het blijft te veel bij pra- eenvoudiger dan een deel van ten. Sinds de eerste doden in de die plannen uitvoeren, nazomer van het vorig jaar be- De baai is Europa's meest ver graven ^verden, kwamen stapels vuilde stukje open zwemwater plannen op tafel om de Golf van geworden waar al maandenlang Napels te zuiveren. Maar veel een zwemverbod geldt. In een de in de baai gekweekte mosse len om zeep geholpen. Zij waren volgens de eerste analyses de boosaardige cholera-versprei-, ders. Nadien kwamen de vraag- - tekens, men gaf toe misschien plannen maken is nog altijd impuls werden eind vorig jaar iets te snel de mosselcultuur. vernietigd te hebben. De zou best op andere wijze spreid kunnen zijn. Veel der is het water er 'evenwel niet op geworden. Onlangs bezocht de minister van financiën de om er met de betrokken teilen overleg te plegen te nemen maatregelen. Er een licht optimisme dat zwemverbod binnenkort heven zou kunnen Maar enige achterdocht rechtvaardigd. Waarom zou r enkele weken „onbesmet" zijn? Misschien dat men dan niet langer afval in zee afvoert, maar een andere manier? Het is voor Napels een noodzaak dat er mag worden. Want wat 'al die toeristen immers nog 'ger in Napels en omgeving als ze niet in dat verlokk water mogen? Vandaar ristische- en gezondheidsorgaj^ saties elkaar gevonden hebl in hun gezamenlijke streven cholera te weren en de toeris terug te krijgen. De Napolitaanse toeristerw dustrie heeft vorig jaar een n joenenstrop geleden door cholera. Voor een herh; daarvan heeft men een heilige schrik. Frans Wijna H

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 14