We worden spits BEROEPSZIEKTE DOOFHEID Kies(keurig) VOOR DE VROUW asphalt. Roest en cognac. U ziet, de Het Modecentrum te Rotterdam heeft een overzicht gegeven van de schoenen, die deze zomer door heel Nederland verkocht zullen worden. Het is een (bij wijze van spreken) ..naamloos" instituut, dat achter de scher men opereert. Een tentoongestelde collectie, binnenkort in de winkels toont dat in de open familie, de hoge hak met enkelband en spits neusje half leer half reptiel wel markt zal kunnen veroveren. De schoenmode is duidelijk rustiger en verfijnder geworden; de kleuren zijn teerder, rose en wit met reptiel (natuurlijk het onverwoestbare zwart met wit), de vormgeving is slanker doordat de leest spitser is. Stevige hakken zijn er ook, maar zwaar kan niemand die meer noe men. Op voorzichtige voetjes sluipt de slee- hak terug, ook in touw (doorlopende zolen met geborduurde linnen neus) voor strand en boulevard. De plateauzool houdt zich kalm. Maar in de avant garde look heeft ze nog een hoog woord. Behalve de zachte kleurtjes, vaak in combinatie met wit, groen en. geel is een uitgesproken modekleur roest of cognac. maar dan voor de wat steviger schoenen met de bolle neuzen. Het materiaal is voornamelijk een gladde leersoort, verwerkt met een klassieke afwer king en een iets transparante finish. Het leer moet zacht, licht soepel cn natuurlijk zijn. Sandac'tjes voor hete dagen van soepel leer. De hak geeft steun maar is niet grof. in zo n lange rok met tun.ek Franse pret porter) rok. Gebreide look (zeer vin") in losse stijl. Materiaal tomaat rode wol. Het is allemaal wel aardig wat de hogere modemakers hebben uitge* kuurd: de langere rok voor de zomer. Maar het verkoopt niet. Diver se boetieks, d'e langere mode van b.v. Jean Louzac in hun rekken hebben, stuurden de boel terug met verzoek de zomen in te nemen. Niemand schi'nt eraan 'e willen. In de etalages van de modemagaz:j- nen is het ook duidelijk zichtbaar. Men toont in de grote verkoop de rok tot op of even over de knie, maar een enkele haalt de kuit. De moderne vrouw ziet die lengte voor mcoi weer niet zitten. Bovendien is het oppassen geblazen met zo'n rok. De oudere vrouw wordt er soms alle rt m-.ar ouder van. Goed mot o: hoe jonger hoe langer, hoe ouder hoe kerter. De tiener en de hyperslanke jonge vrouw van twint'g kan zich een kuitlange rok wel veroorloven, de vol wassen vrouw moet a' over een verdraaid goed figuur be?ch;kken wil de mode, die men in Parijs en Rome heeft uitgebroed haar flatteren. N:et alle-cou'urrTs hebben zich aan de !an""re refle gewaagd. Behalve Courrèges (die mini trouw bleef, lengte die overigens geheel „uit" is) kwam Cardin met de breed uitslaande pettycoat-rok ais een thee muts. Als u het allemaal niet meer w^et, sla dan eens een oud familieal bum open. Daarin ziet u de mode van nu, maar dan vertaald. En kijk daarna kritisch in de spiegel of die uz ai staan. Er zijn nog an dere mogelijkheden dan het brave deux-pièces handbreed onder de knie, het damesachtige pakje, de étagerok. Opmerkelijk is: de prêt porter in Pari s kern. r:t veel pitt rcr za!-?n voor d» dag dzn de cou ture met de grot» C. Ba do.-rvcor zu'len de meeste vrouwen dan ook wel vollen. De rok ror.d de knie zal b:t ple t grotendeels wel winnen. Laat de boeren m-ar dor:cn. Ter geruststelling, veel couturiers wis ten ook niet precies wat ze wilden. Ze brachten in hun collecties vijf lengtes. Wat zeggen Nederlandse couturiers over de langere rokleng'.e? „Voor heel veel vrouwen erg leuk, maar een heleboel vrouwen moe ten er niet mee Iepen. Ik deuk het liefst aan een lengte even over de knie. Het ligt aaa het figuur, of ze lang en slsr.k is. a:.n de verhcud'r. a t.„ /->„ 6en w* het f'rjuiir ook. Als je maar niet lukraak alle kleren lang gaat de vorm van een poncho. Op een g j n if mAa maken, dat is uit len bo:e. Da mode is voor verschillende mensen met verschillende figuren. De nieuwe trend brengt een moeilijke lengte omdat tè lang oud maakt. De broek is 't voor mij nog steeds". De lange lente? Heel goed! Alleen, er is geen speciale lengte. Het hangt van het model af en van de stoffen. Tamelijk gelijke lengte verveelt. Da mede is n et alle n voor de salccs, de mode moet d? straat op. In ieder geval, lang is beter dan boven de knie, (mini) daarin zagen da vrouwen er uit ais ouda schoolkinderen". Flink over de knie? De enige lengte die ik mooi vind. Het mantelpak moet ruim de knie bed-vken, vooral voor de jonge vrouw is een-rok die het dikste deel van de kuit bedekt erg mooi. De hele dunne jonge vrouw kan die 1 angle hat beste dragen; voor de middag in drel-stof fen. Groter dan maat 40 en ouder dan 40 moet de knie altijd be dekt houden. Een kr.ia is geen mooi instrument, dus maar liever be dekken. Een kn e en ean elleboog bij een vrcuw bestaan feitelijk niet". „De lengte moet niet over de knie zijn. Deze zomer liefst zesbaans rokken dragee. H: bean wordi; er slanker door. Kuitlang: niet voor de oudere- en n at voor da jongere vrouw". De „lange rok", gaat helemaal niet. Dat is meer 'n lengte voor alleen mooe, nee beeldschone vrouwen. De pers in Parijs cn Rome moest weer eer.s wat r uws zien. Als ik allemaal dingen ga inkopen, die ik niet verkoop, ga ik eraan stuk' „Voor iedereen verschil! :nd. Als ik de mannequins zie binnenkomen met laarzen aan onder een kuitlange jurk vind ik het enig staan, maar voor de meeste vrouwen prefereer ik een roklengte rond de knie. Alleen jong kan leng dragen. Boven de 40 kan een vrouw zich beter aan het klassieke houden. En dat is makkelijk, want alle leng tes zijn goed. Vroeger was het 25 cm of 20 cm of voor mijn part 28 cm van da vloer maar dat is niet meer". Cacherel houdt het kort. Maar wel wijd. De trend is „wi „De terugkear naar de len«»*e van de vijftiger jaren is midi met andere naam. Maar herhaling is niet altijd verbetering. Toch zijn er I confectionnairs die er de laatste vier en twintig uur voor zijn gaan voelen. Iemand, die het zich kan per^'t'—en neemt er in de gardero- i be toch een lange rok bij. Als statussymbool. Alleen haute couture Fijne tuinbroek (Elvis Presley-stijl). die eruit ziet of hij te groot is. Maar dat is nou juist het raffinement. denkt aan lang. Te groot lijkende kleren gooien hoge ogen. Ook de blouse lijkt een maat te groot voor de draagster. Aantasting van het gehoor door langdurige blootstelling aan la waai op het werk is reeds lang 'n bekende zaak. Lawaai bescha digt het binnenoor. Dit binnen oor wordt eigenlijk langs drie kanten bedreigd: het lawaai, de ouderdom en het gebruik van bepaalde medicamenten. Vooral het hydrostreptomycine, vroeger veelvuldig gebruikt bij de be handeling van tuberculose, heeft veel slachtoffers gemaakt. In ons binnenoor zitten zeer gevoe lige cellen d:e de geluidsprikkel opvangen en doorseinen naar de hersenen. Deze cellen, gelegen in het zoge noemde orgaan van Corti, wor den gemakkelijk beschadigd door een overdreven geuidsin- tensiteit. Deze wordt in deci- bells volgens een schaal gaande van 0 tot 120 db. Zero decibell komt overeen met de gehoor- drempel, het zachtste geluid dat we kunnen waarnemen, terwijl 120 db de bovengrens aangeeft waar het geluid zo sterk wordt dat het pijn'ijk aandoet. Men spreekt dan ooi van pijn grens. Ook de toonhoogte speelt een be langrijke rol. Vooral dat gedeelte van het bin nenoor dat de hogere tonen dient op te vangen is gevoelig voor lawaaibeschadiging. Da aantast ng manifesteert zich vcoral ter hoogte van de *4000 tri lingen (hertz) per minuut en bre'dt z ch i.adien ook uit naar de lagere en de nog hogere to nen. De zaak wordt pas echt vervelend wanneer de spraakzb- ne, gelegen tussen 300-3000 tril lingen per sekonde, aangetast wordt. Beroepsdoofheid verloopt, meestal in twee stadia,. Eerst treedt er een gehoorsvermoeidheid op, gekenmerkt door een voorbij gaande vermindering van de ge- hoorscherpte De persoon in kwestie heeft het gevoel alsof er watten in zijn oren zitten. Deze dalhg van het gehoor kan, naargc'ang de sterkte en de duur van het la waai, enkele minuten tot zelfs enkele dagen aanhouden. Nadien stelt zich een blijvende gehoorsvermindering in die defi nitief is. In het begin wordt slechts een kleine gehoorszóne aangetast, later wordt het steeds uitgebreider, /ooral ge twee jaren na de b'ootstelling aan het risico. Enkel een nauw keurige meting van het ge hoor kan een vroegt'joige aan tasting aantonen. Zoals reeds vermeld wordt de so- werk brengi geen herstel van het gehoor, maar stopt and«M zijds wel de ontwikkeling naar volledige doofheid. Tevens is het ook belangrijk om te weten dat de beroepsdoofheid niet ver durende het eerste of de eerste Het verlaten van het lawaaierige Wat betekent dit in de praktijk? Hier zijn enkele referentiecijfers: Gefluister op een afstand van één meter: 30 db. Conversatie met middelmatige intensiteit op een aistand van' één meter: 60-415 db. Achtergrondsgeluid in een straat met druk verkeer: 70-75 db. Machineschrijven: 70-80 db. Drukpersen; 95 db. Schadelijkheidsdrempel: 80-90 db. Schrijnwerkerij: 96-100 db. Sterke zagen: 100 db. Pneumatische hamers: 105 db. Klinken met pneumatische werktuigen: 110-115 db. Drempel van pijn*evoe1: 120 Medische rubriek clale weerslag vooral groot zo- beterd kan worden door een ge- dra de spraakzöne bereikt hoorprotese. wordt. Wanneer is lawaai schadelijk voor Meestal worder. beide oren getrof- het gehoor? fen, alhoewel niet steeds in ge- Doorgaans neemt men aan dat de lijke mate. Wat verloren is schade-grens gelegen is op 85-90 blijft definitief verloren. decibell. db. Vliegtuigmotor op proefbank: 125-130 db. De beste manier om de schade lijkheid te meten blijft nog al tijd een meting van de lawaai- intcns;telt op de arb?!ispost. H erbij komt men tot dc vaststel ling dat de schade-grens dik wijs bereikt wordt. Ge!u dsvermindering is meestal een dure aangelegenheid. Daar om laten sommige werknemers de zaken maar op zijn beloop. Het gevaar is niet zo onmiddel lijk voelbaar en het verminde ren van het lawaai in een be paalde werkp'aats xnet enkele decibells is dikwijls een kwestie van gro:e bedragen. Schematisch kan het lawaai ge dempt worden ter hoogte van de bron, ter hoogte van het oor of ook op zijn weg van de bron naar het oor. Het oor zelf kan uitgerust worden met stopjes of aangepaste kop telefoons. De produktie van het lawaai bij de bron verminderen is niet steeds mogelijk. Er bestaat een individuele gevoeligheid aan la waai, alhoewel er nog geen gel dige test bestaat om de overge voelige personen op voorhand te selecteren. Dit zou echter het ideaal zijn omdat men dan deze personen van bij de aanvang kan oriënteren naar een ander beroep. Blijft dan alleen een geregelde ge- hoorsmeting om «én beginnende aantasting tijdig te detektcren en zo nodig, mits financiële staatstussenkomst een herscholing of reklassering te doen naar een aangepaste betrekkfrig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 7