De bedwelmde prins
3:
TERDAG 26 JANUARI 1974
LEIDSE COURANT
Juniorenhoek
"DE AVONTUREN VAN PIET P OTLOOD
ongeveer tussen Turkije en
China in, ligt een land waar het
liele jaar door bloemen met zoe-
Hte en wilde geuren bloeien. De
dragen er altijd jas-
5Smijn in hun haarwrong en de
^meisjes hangen altijd camelia's
^an hun oortjes. Maar
nen daar vinden het r
om zichzelf met bloemi
"ren en tóch willen ze ook graag
fris of kruidig ruiken. Gelukkig
—•hebben ze er kruidige haarchö-
jne en frisse poeder.
■^ar woonde eens een kruidenge
leerde die bijzonder knap was
,in het maken van geurenmeng-
sels. Vooral in twee soorten: de
bedwelmende en de opwekken-
86. Met beide mengsels moet
ij voorzichtig wezen: èl te be-
wel mende konden je het ver-
land laten verliezen, en èl te
opwekkende konden je aanzet
ten tot wilde daden. De kruiden
geleerde hield de deur van zijn
—•werkkamer steeds op slot. Niet
alleen omdat hij voorzichtig
,was met de èl te sterke geuren,
"maar ook om van zijn bitse, ba
zige dochter verlost te zijn. Zij
•was zo'n heks. dat zij daardoor
ook steeds lelijker werd om te
^zien.
p een dag was de geleerde bezig
—•een nieuw opwekkend middel te
bedenken. Hij hield een peper-
Imuntblaadje voor zijn éne neus-
™^gat en een chrysant voor het
andere.... Daar flitste een schit
terende gedachte door zijn
hoofd. Hij werkte het idee met-
sdaeen uit: in een emmer vol wa-
oiter mengde hij de zeven geuren
vavan rozen, seringen, anjelieren,
aaIIelies, viooltjes, heliothroop en
papaver. De eerste zes voor het
opwekken van zoete dromen, de
papavergeur voor diepe bedwel
ming. Toen het water klaar
was, stuurde hij zijn dochter de
fdeur uit: „Hier heb je een
goudstuk", zei hij, ,,ga naar de
juwelier en zoek een armband
uit. Dat heb je wel verdiend."
De dochter greep het goudstuk
en ging naar de juwelier. Zij
zou lang wegblijven, want met
kiezen en kopen was zij al even
i lastig als thuis.
zij weg was, ging de vader
VjJmet zijn emmer naar de boven-
e sie- hem leeg. De
ste kamer van het hoge huis.
Daar keek hij door het open
venster uit naar de sultanszoon,
die voorbij moest komen op weg
naar de moskee om er te bid
den. Daar kwam hij aan!! Ter
wijl de prins met zijn dienaren
venster liep, goot de
zijn emmer over
De prins werd klets
nat en keek naar boven. Hij zag
niets, maar hoorde een boze
mannestem roepen: „Maar lief,
mooi meisje, wat doe je dom!
Je gooit vuil water, waarin je
handen en voeten hebt gewas
sen, zo maar naar bulten! Als
een voorbijganger dit over zich
heen zou hebben gekregen, wat
dan???" Daarna hoorde de
prins snikken, zo roerend dat
het leek op het gezang van de
treurvogel. (Dat snikken werd
heel mooi gedaan door de ge
leerde, die best toneelspeler had
kunnen worden!)
In de moskee vergat de prins te
bidden. Bedwelmd door de ze
venvoudige geur, droomde hij
van een beeldschoon meisje, dat
zulk verrukkelijk water over
hield als zij er vuile handen en
voeten in had gewassen. In ver
voering keerde hij naar het pa
leis terug en vroeg de sultan:
„Vader, laat het meisje halen
dat woont in het hoge huis aan
de straat naar de moskee. Ik
wil met haar trouwen."
„Zullen we haar niet eerst op
zicht laten komen?" vroeg de
vader. Maar de zoon sloeg zijn
armen om vaders hals en
smeekte erom. Door die omar
ming stegen de bedwelmende
geuren uit de kleren van de
prins in de neus van de sultan.
En hij zwichtte voor zijn zoon.
Zo werd een stoet naar het huis
van de kruidengeleerde ge
stuurd om de dochter te halen
als bruid voor de prins.
Die dochter was intussen thuisge
komen van de juwelier. En de
vader had alvast uit de kist van
zijn gestorven lieve vrouw, zij
den gewaden, sieraden en
sluiers klaar gelegd. Hij hielp
zijn zenuwachtige dochter zich
te kleden, goot een sterk aftrek
sel van de zeven geuren over
haar haren en hing zeven
sluiers voor haar gezicht - dat
deden voorname dames daar.
Denhen juh.e wel eens aan de vogels die het in de winter niet ge
makkelijk hebben? Je zult zeggen: „We hebben toch nauwelijks
een winter". Heb je gelijk, maar dat kan best nog komen. Ale je
wat wilt doen voor de vogels en wie wil dat niet kun je een
voederbakje maken. Dat is gauw gedaan. Versier bij de sigaren
winkelier van je vader een sigarenkistje. Dan moet je kleine oogjes
zien te krijgen die je in de hoeken draait. Heel voorzichtig want
het hout splijt gauw. Geef het kistje een vrolijk kleurtje, maak
touwtjes liever nog een kleurig koordje aan de oogjes en je
kunt je voerderbakje ophangen. En dan natuurlijk met voer vullen
en op een droge plaats hangen.
foor het bekijken van rotstekeningen hoef je niet eens zo heel ver
j weg. Ten noorden van de Zweedse stad Göteberg ligt de Aspeberg,
waar prachtige, niet verweerde rotstekeningen te zien zijn. Meer
e dan drieduizend jaren geleden werden ze in de rotsen aangebracht. Er
(f^^'/n tekeningen waarop je kunt zien hoe er gejaagd en gevist werd
^'e oude tijden, hoe de mannen met de boten uitvoeren en nog
34' veel meer. In Zweden zijn duizenden van die tekeningen, In Noor-
wegen minder en in Denemarken alleen op het eiland Bornholm.
13, Dus als je eens in de buurt bent
ÜT
Uitslag kerst-lcleurplaat
i Het beoordelen van de Kerst-Kleurwedstrijd was voor de jury
deze keer zo moeilijk, dat we pas nu de uitslag bekend kunnen
maken. Maar hier is dan toch de lijst met gelukkige prij6win-
i naars. In de loop van de volgende week krijgen zij hun prijs
thuisgestuurd.
Monique Aanhaanen, Wassenaarseweg 61, Katwijk a.d. Rijn
Paul Alkemade, Rozenburg 27, Noordwijk (B)
Jolanda Berkhout, Mgr. Broerestraat 35, Voorhout
Peter Bax, Europaplantsoen 3, Hoogmade
Astrid de Best, p/a P. Rotteveel-Huyg, Oude Haven 1, Sassen-
1 w'heim
e ir Sjaak van Dijk, Achterweg 72, Lisse
i ze;' Jlonka v.d.d Kwartel, Spaarnestraat 57, Lelden
André de Jong, Geest weg 62, Roelof arends veen
i Margret van Leeuwen, Spoorlaan 31, Voorhout
's Joke van der Meer, Jacob Marisstraat 18, Hazerswoude, plan
&I&zuid 2
Sjenny van der Meer, Spoorstraat 5, Roelofarendsveen
Rina Oomen, Lindelaan 5, Roelofarendsveen
Margret Paardekooper, Ommedijksewcg 14, Zoettrwoude
Wendy van Ruilen, p/a K. v. d. Voort, Julianalaan 79, Sassen-
c'' heim
Marion van der Salm, Ofwegen 8, Woubrugge
Helma v. d. Sluis, Schoolstraat 10, Zevenhoven
Rinus van der Steen, Zonnebloem laan 23, Cegstgeest
IGuda van Steyn, Rijnsbürgerweg 17, Voorhout
Kees Stigter, Bilderdijkstraat 1, Alphen a.d. Rijn
Wilko Verlaan, Ringdijk 11a, Ter Aar
j Raymond Vcrwey, Xanaalweg 85, Leiden
„,;;l Michel v. d. Voort, Rijndijk 258, Hazerswoude
Karin v.d.d Werff, Hogerijndijk 139, Zoeterwoude.
rL
Zo, goed Ingepakt van top tot
teen, schitterend van goud en
zilver, leek zij een zeer schone
jonkvrouw.
In het paleis werd zij opgewacht
door dienaressen van de sultan.
Zij wikkelden haar los uit de ze
ven sluiers en schrokken zich
een ongeluk: deze heks kon wel
grootmoeder van de jonge prins
zijn Maar nauwelijks was de
gedachte hij hen opgekomen of
ze raakten al bedwelmd en
dachten dat het bitse en bazige
mens een mooie prinses was.
De dochter zelf voelde zich ook
dromerig, maar zij was in het
huis van haar vader aan zoveel
geuren gewend, dat haar ver
stand wel bleef werken. Daar
om hield zij één sluier goed
voor haar gezicht toen zij naar
de prins en de sultan werd ge
leid. Wolken van parfum stegen
op uit haar haren... en dat mis
te zijn uitwerking niet. De sul
tan, viel terstond in slaap. Het
duizelde de prins (van geluk,
dacht hij). Tegen zijn bewuste
loze vader zei hij, dat morgen
de bruiloft gevierd moest wor
den.
Tot nu toe was het plan van de
geurengeleerde dus schitterend
geslaagd. Maar één ding was
wel noodzakelijk: om de opzet
tot een goed einde te brengen,
moest zijn dochter de volgende
morgen emmers water met de
zevenvoudige geur hebben om in
te baden, anders kon de prins,
na uitgeslapen te zijn, nog wel
eens op zijn besluit terugko
men.
De geleerde verkleedde zich als
waterdrager en bracht twee em
mers vol aan het paleis, zeg
gend dat de toekomstige prinses
te fijngevoelig was voor ander
badwater dan het zijne. En
wéér deed het badwater zijn
werk: de hele huwelijksplechtig
heid lang was iedereen in een
roes van dromen. Maar hoe
moest het nu verder gaan met
de boze en lelijke vrouw van de
prins? Om een heldere gedochte
te krijgen, rook de geleerde op
nieuw aan pepermuntblad en
chrysant... Daar schoot weer
een schitterende gedachte door
zijn hoofd: snel maakte hij een
emmer vol haar- en baardcrè-
me, en ook een emmer vol poe
der om handpalmen en voetzo
len mee te poederen. Hij meng
de er niet de opwekkende geu
ren door, die mannen gebruiken
omdat zij aanzetten tot moedige
daden, maar de zevenvoudige
die bedwelmde. Hij bracht ze
naar het paleis en zei de diena
ren van de prins, dat deze crè
mes en poeders de enige waren
die de prinses zou kunnen ver
dragen, dus dat het dringend
nodig was er hun meester dage
lijks mee te verzorgen.
Dit gebeurde ook en de prins
bleef in voortdurende vervoe
ring en heel gelukkig met de
vrouw, van wie hij geloofde dat
zij lief en mooi was. Nu en dan
vulde de kruidengeleerde de
voorraad crème en poeder aan.
En als hij nog niet dood is, dan
doet hij dat nog steeds. Maar
als hij wèl dood is, dan moet er
veel veranderd zijn in het pa
leis. Dan is het bits en bazig
kijven geblazen...
PAULUS DE BOSKABOUTER - Het Blokkenplan
H-78 „De proef op de som", mompelde Oe-
hoeboeroe onzeker, „als dat maar min of
meer goed afloopt." Doch Salomo had
meer vertrouwen. „Er kan Paulus niks ge
beuren", beweerde hij. Hihldat zullen
we dan nog eens zien", schaterde Eucalyp-
ta. Ze kruiste haar armen voor de borst,
richtte zich hoog op en riep: „Opletten
blok. Krak boem!" Het blok gehoorzaamde
onmiddellijk: het viel eerst loodrecht naar
beneden, maakte toen een sierlijke zwaai
en belandde vervolgens krakend op de hek-
sekop. „Oefff", pufte Eucalypta en stortte
toen zelf als een blok ter aarde. „Goed
hé?" zei Salomo. „Zeer voortreffelijk",
beaamde Oehoeboeroe. „Tjonge," zei Pau
lus, „ik had het toch wel een beetje be
nauwd."
SUSKE EN WISKE
„Het Ros Bazhaar"
LUCKY LUKE - DE PREMIEJAGER
AFLEVERING 38
„Dat mag je vader dan zo vinden. Ik denk er an
ders over. Ik vind het ook niet eerlijk dat de
katholieken en niet-anglicancn worden uitgeslo
ten van de staatsscholen".
Lady Marjorie haalde boos haar schouders op.
Dit had er niets mee te maken en dat wist mr.
Bellamy ook heel goed. „Wil je bellen voor de
thee. Richard", zei ze stijfjes.
„Al wat ik denk te doen is mij te onthouden van
stemmen tegen een onderdeel van de wet, een
klein persoonlijk gebaar".
„Het zal worden beschouwd als een gebaar tegen
je eigen partij".
Bellamy maakte een ongeduldige beweging. „Trouwens
het Hogerhuis zal die hele wet, alles inbegrepen, wel
verwerpen. Daar zullen je vader en zijn trawanten wel
Voor zorgen".
Dat was inderdaad wel waarschijnlijk maar op dit mo
ment niet erg tactvol opgemerkt.
Edward, de opvolger van Alfred, kwam binnen en lady
Marjorie vroeg hem de thee boven te brengen. Er was
een groot tekort aan knechten in Londen en Edward,
een brutale jongen met een twijfelachtig getuigschrift,
was aangenomen bij gebrek aan beter.
Storm boven ontaardde meestal in hetzelfde weertype be
neden. Vooral de dames namen geen blad voor de
mond.
„Ik vind het een schande, na alles wat lady Marjorie
voor hem heeft gedaan", zei rnrs. Bridges terwijl ze
haar thee dronk. „Ik vind het erg ondankbaar".
„En ik vind dat hij lang genoeg onder de plak heeft ge
zeten", Rose trok altijd partij voor mr. Bellamy. „En
nu heeft hij er genoeg van".
„Wij kunnen er toch niets aan doen. al zouden we dat
ook willen", zei mr. Hudson de vredestichter, vanaf het
hoofd aan de tafel.
„Zij wil haar thee", zei Edward die binnenkwam.
„Wie is zij?" Vroeg mrs. Bridges streng. Ze mocht Ed
ward niet.
„Ze zitten mekaar weer fat de haren".
„Je zult wat meer respect moeten tonen, anders zul Je
het hier niet Lang maken", waarschuwde mr. Hudson.
„Haal het blad".
„In mijn vorige baan deed het kamermeisje dat".
„Hoe minder wij over jouw vorige baantje horen hoe be
ter", zei mrs. Bridges.
„En in je vorige baantje hoefde je zeker ook geen hand
schoenen te dragen", zei Hudson terwijl ze naar boven
gingen.
Nu de mannen van de vloer waren, gingen de dames
eens even ervoor zitten. Miss Roberts schonk zich nog
een kop thee in. „Ik weet nog goed dat lady Marjorie
mr. Richard voor het eerst meebracht naar Southwold.
Toen zei ik al dat er moeilijkheden zouden komen; en
nu zeg ik het weer".
„Dat is al lang geleden", legde mrs. Bridges uit aan de
jonge meisjes, „ik was toen een werkmeisje, net als jij
nu Emily". Emily zat met open mond te luisteren.
„Doe je mond dicht, daar komen de vliegen op af", zei
mrs. Bridges voor ze weer op haar onderwerp terug
kwam. „Ik herinner me nog dat de oude kinderjuffrouw
zei, dat lord en lady Southwold er helemaal niet blij
mee waren. Integendeel! En daar hadden ze alle reden
toe. De zoon van een dominee, daar Is alles mee ge
zegd. Geen grote vangst voor de oudste dochter van
e^n graaf en een van de mooiste meisjes van Enge
land".
„Ja, ze was een plaatje", zei miss Roberts enthousiast.
„Maar ze dreef haar zin door, zoals altijd".
„Eigenlijk was hij beneden haar stand".
Maar dit slikte Rose niet. „Mr. Bellamy is een echte
gentleman!zei ze verontwaardigd.
„Hij zou het anders niet zo ver hebben gebracht, vast
geen kamerzetel, en dit huis en alles. Hij heeft geen
!link pak ransel geven, e
James Bellamy, zoon des huizes
Ivy verslikte zich in haar thee bij de gedachte dat mrs.
Bridges mr. Bellamy zou afranselen.
„Een oude Tory-familie als de Southwolds in de steek la
ten. Dat vind ik gemeen of nog erger".
„Maar zijn geweten zegt dat hij zo moet handelen", hield
Rose vol.
Mr. Hudson kwam terug en de-dames hielden hun mond.
Ze wisten dat hij niets van pnlitick onder de bedienden
moest hebben. Daar kwamen altijd moeilijkheden en
ruzies van.