Vrouwen voor alle taken
LAGE BLOEDDRUK IS
MEESTAL EEN SYMPTOOM
Succesvol
in het
straatbeeld
VOOR DE VROUW
DINSDAG 22 JANUARI 1974
LEIDSE COURANT
PAGINA 11
Er is ooit eens een
mevrouw uit Rotter
dam geweest die
schriftelijk de vraag
stelde aan de minis
ter van binnenlandse
zaken onder het kabi
net Biesheuvel „of het
juist was dat de
vrouwelijke poli
tieambtenaren in
kleinere auto's reden
dan hun mannelijke
collega's En zo ja
of het dan niet brood
nodig was daarin ver
andering te bren
gen". De briefschrijf
ster had het woord
„discriminatie" in
het achterhoofd. Laat
mij u na deze ijzige
veronderstelling ge
ruststellen. De agente
rijdt en reed zo nodig
in een even kapitale
Mercedes als de
agent. En ze snelt
met de voet op de
plank even trefzeker
als hij naar een
plaats waar moeilijk
heden zijn- Want ze
is ingezet bij alle af
delingen behalve (tot
nu toe) bij de Ver
keersongevallen-
dienst. Maar hierin is
sedert januari 1974
verandering geko-
Op het Hoofdbureau
van Politie in Den
Haag zijn 60 meisjes
in uitvoerende dienst
en 25 in opleiding.
Dit jaar was de toe
vloed groot. De taak
van de Haagse poli
tieagente neemt be
langrijk toe. Ze staat
op de bres bij alles
wat er op straat ge
beurt, werkt bij de
Kinderpolitie en bij
de in uniform gesto
ken Verkeerspolitie.
Er is dit jaar een
vrouwelijke brigadier
als wachtcomman
dant aan de 2e Sectie
van de Uitvoerende
Dienst bijgekomen en
er was reeds een
vrouwelijke „iron
side". Verder telt het
corps, waarvan het
percentage vrouwen
naar verwachting in
1975 tot 8% zal zijn
öpgelopen, nog drie
vrouwelijke officie-
Ook de Rijkspolitie is
overgegaan tot vrou
welijke geun formeer
de wachtmeesters.
Een deel van de
groei der laatste ja
ren d e het percenta
ge vrouwen betreft,
moet worden geschre
ven op het conto van
het personeelstekort.
Maar het polit:oneel
apparaat is bij de
het vervolg vrouwen
te laten meedingen
naar die gespeciali
seerde onderdelen,
waar tot dusver al
leen mannen werk
zaam waren. Hij
doelde op de Ver
keersongevallen
dienst.
Dr. Peyster, een rus
tig, plezierig man,
die eruit ziet als de
begrijpende rector
van een lyceum zegt:
„Als je bezig bent
met integratie van de
vrouw is dit een on
derdeel van het ge
heel; niets revolutio-
leid dat erop gericht
is het integratiepro
ces te bevorderen. Op
het
dat je
zegt: er gaan vrou
wen bij de politie
werken, moet je er
niet van uitgaan dat
de Verkeersongeval-
lendienst niet past bij
het beroepsbeeld. Als
een meisje na een
jaar opleiding bij de
surveillancedienst
verkt, waar ze in aan
raking komt met alle
straatgebeuren, dus
ook ongevallen, moe
ten we niet alleen
deze introductieperio
de consequent door
trekken, naar de
nachtelijke surveil
lance, maar ook
vrouwen inschakelen
bij taken, die we tot
nu toe dachten alleen
mannelijk te zijn.
Door het groeien van
het contingent vrou
wen gaan dit bij de
die meer en meer
meespreken. Vanaf
heden kunnen ze ook
in aanmerking komen
voor een post in de
brigade zware ver
keersongevallen. Dit
houdt ook in het
iverbrengen van over
lijdensberichten aan
betrokkenen. Het is
niet vol te houden dat
een vrouw juist hier
voor niet geschikt zou
zijn. .Heel voorzichtig
uitgedrukt, ligt mis
schien dit moeilijke
werk, dat tact in
voelingsvermogen, en
medegevoel nodig
heeft juist in de vrou
welijke lijn. Maar ik
zeg, héél voorzichtig
uitgedrukt! Het ge
heel is nog een expe-
r'ment, dat we nu be
ginnen. Vrouwen, ge-
requireerd uit de Uit
voerende Dienst, (dus
het handhaven van
de openbare orde en
veiligheid, wegomlei-
ding, omgewaaide bo-
sche bezwaren.
De politie is
een typisch manne
lijk apparaat. In de
stallen zijn geen
vrouwelijke toiletten
of kleedgelegenhe d.
Ik kan nu zeggen, dat
ïr in '74 aan wordt ge
werkt. Straks zullen
we vrouwelijke politie
te paard in het stads
beeld zien misschien
in 1975. We zijn bezig
met het bouwen van
de nodige voorzienin
gen, o.a. douches".
De emancipatie op
alle fronten vindt in
dr. Peyster een goe
de pleitbezorger. „Ik
zeg niet dat het altijd
opgaat maar bij een
caféruzie is het soms
beter als een vrouw
binnenkomt dan een
stevige agent in leren
jas". Dr. Peyster
geeft de vrouwelijke
aanpak het appeal
aan mannelijke rid
derlijkheid een kans.
geschikt. In 1971 be
gonnen we ze in te
delen in surveillance
diensten. Ze deden
routine op in ver
schillende districten.
Intern waren er nogal
wat bezwaren. Waar
om moet je een meis
je sturen naar een
burenrel? Maar uit
de groep (6 waren
het er toen) kwam de
vraag naar voren,
waarom mogen we
ook niet in de nacht
dienst? Toen rees bij
ons de vraag, „waar
om moet je een ruzie
nu bepaald beslech
ten met geweld?
Het kan juist agres-
}ie wekken als je daar
zo'n hele zware agent
op afstuurt. Het kan
zijn dat een aardig
jong meisje appaise-
rend werkt. Maar we
hebben andere pro
blemen met de meis
jes. Het verloop is
sterk. Ze komen bij
de politie, trouwen en
tijd.
kl ei-
zoekt bewust
integratie van
de vrouw in het man
nenleven onder het
motto: „als de vrouw
dan zo graag emanci
peert dan moet het
proces maar gauw
voortgang maken".
In'z'jn N euwjaarsre-
de vertelde Dr. C.
N.-Peyster. hoofd
commissaris van Po
litie te Den Haag dat
hij van plan was in
ne inbraken)
overstappen naar de
Verkeersongeval-
lendienst. Ze krijgt
daar te maken met
de zwaarste ongeluk
ken. Waarom zou ze
daar niet op haar
plaats zijn? Het
emancipatieproces is
al jaren geleden op
gang gekomen. Verle
den jaar heb gepleit
voor vrouwelijke be
reden politie. Dat is
afgestuit op -practi-
„Het is maar hoe die
vrouwelijke agenten
optreden. Laatst heb
ben er 2 een arres
tatie verricht van een
wegpiraat, dat is nu
wel geen crimmineel,
maar het was toch
echt geen bedeesde
jongen. De vrouwelij
ke taak b:j de politie
is onderdeel van de
algemeen geaccep
teerde tendens, die
zich toch ook in onze
gelederen toenemend
manifesteert. De poli
tie was een duidelijke
mannensamenstel-
ling. In het begin be
stemden we de meis
jes voor bepaalde ta
ken: Verkeerspolitie,
toezicht houden op
/erkeersbrigadiertjes
kinderpolitie. Na
korte tijd wilden de
meisjes werk op bre
der basis en ze deden
het goed. De laatste
jaren zijn we nun
taak uit gaan brei
den. In beg nsel vind
ik vrouwehjke agen
ten voor alle taken
gaan weg. Er is geen
verplicht ontslag,
maar ze gaan uit
zich zelf. Als er kin
deren komen ligt het
voor de hand dat een
agente haar baan
vrijwillig opgeeft.
Toch maak je leuke
dingen mee. Op onze
laatste Nieuwjaarsre
ceptie kwam een
agente, die acht jaar
geleden getrouwd is;
ze wilde weer dol
graag terugkomen,
want de kinderen za
ten nu op school. En
dat kan ik begrijpen.
Jonge vrouwen willen
tegenwoordig alle
maal wat te doen
hebben als de kinde
ren wat groter zijn.
Als je nu eenmaal
een beroep hebt geko
zen, val je daar op
terug wanneer je
weer aan de slag
wilt. Zo is de tijd nu
eenmaal. Dit ver
schijnsel doet zich
voor in het hele
maatschappelijke be
stel. Waarom zou dit
niet opgaan voor een
agente?
Carla St. Maartens
dijk (19) van de Uit
voerende Dienst ziet
nergens tegenop. Een
hard nootje om te
kraken. Ondanks het
(bijna) minirokje zit
er een revolver onder
haar uniformjasje
„Voor mijn tijd zaten
de meisjes bij de
Verkeers- en Kinder
politie, maar ik doe
ander werk. Ook
nacht-surveillance".
„Bent u nooit bang?"
,.Noo:t. Nou ja, bij
een inbraak op een
afgelegen plaats knik
ken ie knieën wel
eens. Maar omsinge
len doen we niet. Dan
vraag je om verster
king. Het is belang
rijk met wie je sa
menwerkt. We gaan
altijd met ons
tweeën. Je hebt meis
jes met wie je graag
werkt in teamver
band. Daar kan je
om vragen. Als je
zegt: „mag ik er met
die of die op uit.
wordt het alt:jd toe
gestaan". Of ze bij
de Verkeersongeval-
lendienst zal probe
ren te komen weet ze
nog niet. „Ik heb het
bij de Uitvoerende
Dienst erg naar mijn
zin. Maar ik vind het
fijn dat het nu moge
lijk is mee te d'ngen
naar een plaats. Ik
heb nu ook al vaak te
maken met ongeluk
ken op straat, maar
in dit geval gaat het
om ongevallen met
letsel, zwaar lichame
lijk le'se1", v-rbetert
ze z'chzelf. Of ze het
eventu»el n:et ellen
dig zal v'nden al d'e
beroerd:ghe:d te zien
en mee te maken?
„Daar wordt je in ge
hard. Dat moet wel,
anders ga je kapot.
Verpleegsters hebben
toch ook te maken
met verschr'kkelijke
d'ngen". Is Carla wel
eens in levensgevaar
geweest? Ze k'lkt me
aan met verbaasde
ogen. „Levensgevaar,
misschien wel, maar
dat merk je n:e"\
„Wat doet u als er ie
mand op u afkomt
met een mes?"
(Doodnuchter): „dan
ligt hij vóórdat h:j
het gebruken kan".
Er komt geen lach'e
over het perfect op
gemaakte gezichtje,
ze speelt kalmpjes
met de zilveren rin
gen aan haar vin
gers. Haar uniform
rok z:t onber'sperjk.
Wat draagt ze bij de
nachtelijke omzwer
vingen, op weg naar
alarm. „Oh, wel dit
jasje, maar geen rok,
maar een breek. An
ders kan ik geen hek
overklimmen als ik
van achteren in een
tuin wil komen".
Tiny Francis.
MEDISCHE RUBRIEK
De diagnose van lage bloeddruk
wordt vaak te snel gesteld. De
hartspecialisten spreken name
lijk liever van een symptoom
dan van een echte ziekte. Veel
mensen hebben lage bloeddruk
en die dikwijls altijd gehad zon
der de minste klachten. Zulke
neiging tot lage bloeddruk die
meestal bij toeval ontdekt wordt
wordt dan ook als normaal be
schouwd. Terecht, aangezien
personen met lage bloeddruk
betere overlevingskansen heb
ben dan personen met neiging
tot verhoogde bloeddruk.
We mogen spreken van te lage
bloeddruk of hypotensie wan
neer de bovendruk lager is dan
8 (80 mm kwik) of indien hij 20
mm of meer gedaald is onder
de normale systolische druk-
waarde. Zo beschouwt men een
druk van negen te laag bij een
persoon die doorgaans 12 heeft,
Indien er klachten aanwezig
zijn bestaan deze uit een licht
gevoel in het hoofd, of de sensa
tie dat de grond onder de voe
ten wegschuift of dat men op
watten loopt. Tevens kan men
zich flauw, loom en vermoeid
voelen.
Lage bloeddruk wordt wel eens
aangetroffen bij kinderen en be
woners van tropische streken
maar kan ook een symptoom
zijn bij vele chronische ziekten
en de ziekte van Adisson. Met
syncope of flauwvallen bedoelt
men een plotselinge, meestal
kortdurende bewusteloosheid
door tekort aan bloedtoevoer ter
hoogte van de hersenen ten ge
volge van een plotselinge bloed
drukdaling. Zulke toestand kan
uitgelokt worden door zware in
spanningen, staande houding of
een warme omgeving. Denken
we in dit verband aan een mili
taire parade onder een blakende
zon met het urenlang wachten.
Er zijn twee vormen. Vooreerst
de „apelflauwte" met psychi
sche oorzaak. Dit is een reflex
op angst, pijn, het zien van
bloed of te sterke emoties. De
patiënten worden bleek, begin
nen te zweten, voelen zich
krachteloos en misselijk. De
pols is meestal langzaam.
De andere vorm is ortostatisch en
houdt verband met de houding.
Hij treedt op bij het rechtkomen
uit de liggende houding, het
lang." rig rechtstaan, maar ook
als venwerking van sommige
bloeddrukverlagende medica
menten.
De ortostatische hypotensie zou
berusten op een onvoldoende
veerkracht en spanning van da
bloedvaatwanden ter hoogte van
de onderste ledematen. Maar
ook de pompwerking van de
beenspieren is bij onbeweeglijk
rechtstaan onvoldoende. Resul
taat: het bloed stapelt zich te
zeer op in de onderste ledema
ten, men bloedt als het ware
leeg in zijn eigen benen. De
bloeddruk valt, men wordt dui
zelig en bewusteloos. De pols is
meestal vlug. De handboeken
vermelden in dit verband een
speciale vorm, n.l. de „mictie-
syncope" de appelflauwte, die
zich voordoet bij de mictie (wa
teren).
Dit komt wel eens voor bij gezel
lige kaarters die urenlang stil
zitten in hun goed verwarmde
stamcafé en na het drinken van
menig pintje bier even tegen
een boompje moeten gaan
staan. Niet zelden vallen ze
flauw terwijl ze aan het wate
ren zijn. De volkse uitdrukking
zegt dat men „zichzelf omwa-
tert".
Indien de lage bloeddruk een toe
vallige vondst is zonder klach
ten moet er' natuurlijk niets ge
daan worden. In geval de hypo-
tense een symptoom is van een
ziekte, moet deze laatste aange
pakt worden. Eenmaal de ziekte
onder controle zal de bloeddruk
zich ook normaliseren. Lage
bloeddruk met klachten bij af
wezigheid van een ziekte, is niet
zo gemakkelijk te behandelen;
alle gebruikte geneesmiddelen
hebben doorgaans een onvol
doende en slechts een tijdelijk
resultaat.
Sport kan niet voldoende aangera
den worden. Het verbetert im
mers het aanpassingsvermogen
van de bloedvaten. Bij syncope
of bezwijming passen we de
eerste hulp toe. Een bleke pa
tiënt wordt plat gelegd, het
hoofd lager (bij eventueel bra
ken het hoofd opzij) en de be
nen omhoog. Knellende klederen
worden los gemaakt. Enkele
flinke klappen in het gezicht of
iets sterks laten ruiken zijn
oude middeltjes die hun sporen
reeds duizendmaal verdiend
hebben. Syncopate patiënten
met een rood aangelopen ge
zicht worden in een half zitten
de houding geplaatst. Dikwijls
betreft het geen gewone flauwte
maar hebben we te doen met
een ernstige aandoening zoals
een hersenbloeding en dan is
het noodzakelijk er onmiddellijk
een geneesheer bij te roepen.
Cissy van Marxveldstijl: V-hals pullover tot over de heupen;
zonnestraa l-plissé rok
j
wor-
Wat is mode? Mode Is gericht op de stras Hoe loopt d* jeugd
bij buiten de deur? Wie daarnaar kijkt zit goed. Best leux zal wor
den de „sallorlook", brede kragen, Initialen, korte jasjes op spor
tieve broeken. Tuniek tot de heupen. Sportieve broekenensembles
blijven, maar het strak gesneden, kloeke broekpak gaat eruit. Voor j
gekleed veel smockwerk. Bloesende ruggen met ceintuureffect, j
Ten gerieve van de nostalgie naar de jaren 1925—1930 de casaque -
met halve rugceintuur, vastgezet met twee knopen.
Door de zomer duizelen straks allerlei druks, bloemetjes op zwart
fond. ruitjes, figuurtjes, streepjes, jaquards. De kleuren zijn ko-
balt, jade tot mosgroen, roest, vuilwit, wit op zwarte ondergrond f
en omgekeerd. Verder veel frisse kleuren om de pastels op te vro
lijken door biezen. Voor op het strand korte jurkjes om op lange
broek te dragen, d.w.z. een tuniekje passend bij de pantalon, maar
ook in staat een zelfstandig leven te leiden als minljurkjes. Ber
muda's zijn gewild in Engeland en Amerika. In Frankrijk, Spanje i
en Italië ziet men de smalle broekspijpen tot de knie niet zlten.
De plissé heeft het gehouden, evenals het tunnelceintuurtje voor I
losse vrouwelijke japonnetjes, die luchtig zijn. De lengte is tot J
de knie.
Bij de vrijetijdskleding zullen bij tuinbroeken en -jurken de banden
hoog op de rug sluiten en de stoffen, die het meest gebruikt wor-
den zijn katoen, linnen of synthetische vezels (nog!Ritsen maken
een goede kans. Volop zippers dan ook in 1974. Heel veel verandert
er komend seizoen niet. Zelfs voor de winter 1975 is er nog niet*.»
opzienbarends in zicht
Japonnetje met wijd uitwaaierende plissérok, korte mouwtjes
met omslagen, klepzakjes op een dwarsnaad en brede open
slaande revers. Hier en daar afgebiesd.
óeschikt om even een restaurantje binnen te wippen; doorknoop-
jurkje met lavalière en elastische boorden. Synthetisvhe stof-
Parelketting staat er gaaf bij. Kleur: rozerood.
Het nieuwe ..broekpak", mét en zónder stiksels.