MEMISA SLAAT ALARM
Nieuw Amsterdam
op weg naar sloper
JZoeken naar miniscule Teff-zaadjes, die in koeken worden verwerkt."
De rapporten van de medische teams
Ethiopië liegen er niet om: de toe
stand in het zwaarst door de droogte
getroffen land in Afrika blijft ramp
zalig. In de provincie Tigre is van in-
:ernationale hulp weinig te merken.
De patiënten in de hospitaaltjes en
le opvangcentra lijden aan tubercu-.
lose, tyfus, malaria en dysenterie.
Voeding, scholing van de kinderen,
ïerbouw van de huizen, welzijnszorg,
tleding - het zijn luxe zaken in dit
and, zelfs in de provinciehoofdstad
Hekele. In bet achterland is de toe-
tand hopeloos.
laatste rapporten aan* Memisa,
laterend van rond de jaarwisseling,
bijvoorbeeld de toestand weer
Debub, eens een stadje in een land
in melk en honing, maar sinds de
roogte een centrum van dood door
onger en ziekten. Meer dan duizend,
nensen stierven er vorig jaar, maar
lok 15.000 runderen, d.w.z. 98 procent
de runderstapel. Er was vorig
geen oogst. Er zijn nog twee
waterputten in gebruik, maar geiten
esmetten met hun uitwerpselen het
water. En de mensen koken het niet
oor ze het drinken.
loeilijk bereikbaar
i ander stadje: Marsk. Van de
D inwoners is 85 pet door de hon-
geteisterd, een onbekend percen-
age overleden. Van de 56.000 runde
van vorig jaar is de helft ovetfe-
zijh er 16.000 verkocht Het ge-
jndheidscentrum heeft uitstekende
anitaire voorzieningen,, maar de
oeveelheid medicijnen en de sterili-
het materiaal zijn onvol-
oeride. In het opvangcentrum stierf
0 procent van de mensen; dagelijks
lordt er om voedsel gesmeekt, maar-
zijn momenteel geen uitdelingen.
Het zijn maar enkele flitsen uit een
provincie die ongeveer 2,5 maal zo
groot is als Nederland, met een in
wonertal van 2,5 miljoen. Tigre is
nog zwaarder getroffen dan de iets
zuidelijker gelegen provincie Wollo
vanwaar vorig jaar de ergste alarm-
.kreten kwamen. Daar ook bleven de
hulporganisaties, langs de enige weg
van Addis Abeba naar het noorden,
hun actie concentreren.Tigre was
moeilijker bereikbaar - de weg is
niet over zijn hele lengte verhard en
het berglandschap maakt de reis niet
eenvoudig.
In grote delen van Tigre is al langer
dan zeven jaar geen regen gevallen.
De natuur biedt geen hoop meer, het
enige dat de bevolking rest is huis en
huisraad en vee verkopen en dan
vluchten. En de weg,'hoe slecht soms
ook, is het enige doel. Langs de weg
liggen de opvangcentra, vanwaar mis
schien hulp kan worden geboden.
Op het ogenblik zijn er 4 shelters in
Tigre - houten gebouwtjes met een
zinkplaten dak die dienen voor de op
vang van de duizenden zieken en
verhongerden. Velen wachten er op
de dood. Anderen, voor wie dit einde
geen verlossing brengt, zijn zonder
enig bezit, zonder huis, zonder vee.
Veel mannen hebben hun gezin ver
laten om in de steden werk te gaan
zoeken, het aan hun vrouwen en kin
deren overlatend te zien het vege lijf
te redden. Voor veel van hen was de
tocht van drie dagen naar de weg te
lang. Voor degenen die een opvang
centrum weten te bereiken bestaat
het gevaar dat ze aan ziekte overlij
den. De vier ziekenhuisjes van de
provincie tellen in totaal nauwelijks
250 bedden. Er zijn nauwelijks artsen
en verpleegsters.
De heer Z. Brijl, beroepsmilitiar,
maar uitsluitend aan Memisa, en daar
belast met de coördinatie van de me-1
Een shelter-, Dam boe en golfplaten - toevluchtsoord voor zieken
dische hulp aan de ontwikkelingslan
den, heeft in Tigre de meest dringen
de behoeften op een rijtje gezet. „Di
rectie hulp bestaat behalve uit voed
selhulp en het zenden van medica
menten ook uit het beter laten benut
ten van de bestaande voorzieningen:
een arts wordt veel meer waard met
een eigen microscoop, medicijnen
moeten tegen massaal bederf worden
beschermd door het beschikbaar ko
men van een vrieskast Dat voor
komt een situatie die ik er aantrof,
dat een enorme partij antibiotica, in
dank aanvaard, onbruikbaar lag te
worden in de schroeiende hitte". Op
langere termijn denkt de heer Brijl
bijvoorbeeld aan een simpele oplei
ding van analisten, die gespeciali
seerd zijn in het onderzoek naar een
veel voorkomende ziekte, bijvoor
beeld malaria. Dan kan een groot
aantal patiënten worden geholpen
zonder dat er een arts aan te pas
hoeft te komen.
Hoe ernstig de toestand in het noor
den is blijkt wel uit de vlucht van de
•Danakil-nomaden, een stam die on
der de meest primitieve omstandig
heden gewend is te leven, maar die
zich nu, in nood, onder andere stam-,
men waagt. Vaak is zo'n vlucht al
leen onder politiebegeleiding te over
leven.
Memisa heeft thans een medisch'
team naar Ethiopië gestuurd, waar
bij vier artsen zijn ingedeeld. Hun
voornaamste taak zal zijn met mo-
Vrouwen en kinderen zijn vaak door de mannen verlaten,
die op zoek zijn gegaan naar werk.
biele teams de afgelegen gebieden
van medische hulp te voorzien. Ook
wil Memisa de klinieken van betere'
uitrusting voorzien, zorgen voor bete
re transportmiddelen als landrovers,
en door meer opvangcentra de medi
sche hulp bij de mensen brengen in-
plaats van omgekeerd. (Het ram
pennummer van Memisa 'staat voor
Ethiopië open: giro 188000).
Weeskinderen
Een probleem apart is dat van de
weeskinderen, kinderen die een of
beide ouders hebben verloren, of zijn.
verlaten of verstoten wegens licha
melijke gebreken. In Kobbo staat
een 'weeshuis', bestaande uit twee
kamertjes, waari 213 wezen zijn on
dergebracht. 131 jongens en 82 meis
jes, in leeftijd variërend van 1 tot 15
jaar, verblijven er. Veel van deze
kinderen zijn ernstig ondervoed, heb
ben vrijwel geen kleding en lijden
aan allerlei ziekten. Dagelijks ster
ven er, want de nachten zijn koud
in het hoogland en de gebouwtjes
bieden nauwelijks beschutting. Kin
deren die na een zwerftocht door de
woestijn aankloppen, kunnen vaak
niet worden opgenomen.
Vorig jaar, toen de situatie aan het
licht kwam, is de regering van
Ethiopië beschuldigd van laksheid.
De heer Brijl heeft verschillende
overwegingen om het land in be
scherming te nemen. Honger is in
Ethiopië op zich geen noodtoestand,
evenmin als bij ons een overstro
ming. Men reageert dan ook trager
bij een echte ramp. Een droogte van
enkele jaren is vrij normaal, de ex
plosie komt veel later. Daarbij komt
dat Ethiopië' altijd zichzelf heeft ge
holpen. Tweemaal eerder in de ge
schiedenis heeft het land te maken
gehad met vreemdelingen - in beide
gevallen waren het vijanden. Hulp
vragen ligt dus niet voor de hand.
En tenslotte: Ethiopië is zoveel als
het Tibet van Afrika, een uitzonder
lijk bergland, dat weinig mogelijkhe
den biedt voor snelle hulpverlening.'
Als er eenmaal toch hulp gevraagd
wordt, is die wel meer dan noodzake
lijk. Paul Toby
Ras Menghesa (met hoed), gouverneur-generaal van Tigre, houdt zich actief met de hulpverlening bezig.
Rotterdam - „The grand old lady of the
Ocean", het vermaarde passagiersschip
Nieuw Amsterdam van de Holland Ameri
ka Lijn, heeft de rouwvlag in top. Na een
glanzende carriere van bijna 36 jaar is
het luxueuze zeekasteel onder commando
van kapitein R. ten Kate momenteel -
zonder vrolijk gestemde passagiers - be
zig aan zijn laatste vaart, op wegnaar
een sloper in het Verre Oosten. Wie dit
juweel van Nederlandse schecpsbouwkun-
de zal ontmantelen is niet bekend ge
maakt; ook niet waar het precies zal
worden gesloopt: ergens in het Verre
Oosten, tienduizenden zeemijlen van de
plaats waar op 3 januari 1936 de kiel
werd gelegd „van het grootste en meest
luxueuze passagiersschip dat ooit in Ne
derland gebouwd was": Rotterdam.
.Over de Nieuw Amsterdam zouden tien
duizenden verhalen te vertellen zijn: de
persoonlijke ervaringen van de evenzove-
le gasten uit alle delen van de wereld, op
gedaan - badend in luxe - tijdens de
vele transatlantische vaarten, later tij
dens de cruises. Persoonlijke ervaringen
ook van de ruim 400.000 geallieerden, die
het schip - ontdaan van alle weelde en
getooid met het grauw grijs oorlogskleed
- in de jaren 1940-45 bevolkten, op weg
naar de fronten. Aan de zeer gevarieerde
verhalenbundel komt nu een einde.
De Nieuw Amsterdam, die nu ter uitvaart
gaat, is het tweede schip van de H.A.L.
met deze naam. Het eerste deed dienst
van 1906 tot 1931. De opdracht tot de
bouw in 1935, werd in die jaren be
schouwd als een daad van nationale bete
kenis. Het waren de crisisjaren; werk
loosheid, onderbezettingonderportefeuilles
bij het bedrijfsleven. De lening die de re
gering toen verschafte voor de bouw van
het luxueuze schip was dan ook bedoeld
als extra injectie voor de werkgelegen
heid. Vele industrieën werden bij het pro
ject betrokken. De totale bouwkosten be
droegen ruim 14 miljoen gulden. (Een
nieuw schip van hetzelfde formaat zou nu
200 miljoen kosten).
Op 23 april 1938 had de officiële proef
vaart piaats, enkele weken later vertrok
de Nieuw Amsterdam - in die dagen wel
eens „het gigantische afgodsbeeld" ge
noemd - voor haar maidentrip naar New
York. De overtocht van 5 dagen, 23 uur
en 45 minuten was in die tijd zeer snel.
Het schip was nauwelijks twee jaar oud
- in die periode had het 17 transatlanti
sche heen- en terugreizen en een aantal
cruises gemaakt - toen de tweede we
reldoorlog uitbrak. Het toenmalige
H.A.L.-vlaggeschip bevond zich op de 10e
mei 1940 tijdens een cruisereis naar de
Westindische wateren ter hoogte van Ve
nezuela, met aan boord 600 Amerikaanse
toeristen. Het keerde onmiddellijk terug
naar New York. Daar werd het luxe pas
sagiersschip gevorderd door het Britse
ministerie van scheepvaart, waarna het
werd ingericht voor het vervoer van mili
tairen. Het werd bovendien uitgerust met
36 kanonnen.
In de loop van de oorlogsjaren vervoerde
de Nieuw Amsterdam ongeveer 400.000
militairen en legde een afstand af die ge
lijk is aan 21 maal de omtrek van de aar
de. Slechts eenmaal was het schip in ge
vaar, op eerste Kerstdag 1944, toen het in
de buurt van Halifax werd gevolgd door
bijna vijf miljoen mensen waren naar de
rivier geltomen om de aankomst van het
eerste luxueuze passagiersschip na afloop
van de tweede wereldoorlog mee te ma
ken." u
De Nieuw Amsterdam ging daama nog
meerdere malen in dok om te worden
aangepast aan. de eisen van het reizend
publiek. In november 1970 viel een voor
de H.A.L. dramatisch besluit: de transat
lantische dienst zou in de loop van 1971
worden gestaakt. De nadruk werd daarna
gelegd op de cruises. De Nieuw Amster
dam werd gestationeerd in Port Evergla
des in Florida. Van hieruit maakte het
cruisen naar de Westindische eilanden en
Zuid-Amerika.
Daaraan komt nu een einde. Het onder
houd van de Nieuw Amsterdam werd de
H.A.L. te duur. Diverse mensen hebben
nog pogingen gedaan het schip voor de
ondergang te behoeden. Ook het gemeen
tebestuur van Rotterdam overwoog het
schip als hotel en congrescentrum te ge
bruiken. Een accountantsonderzoek wees
echter uit, dat de exploitatie in het gun
stigste geval nog een verlies van een mil
joen per jaar zou opleveren. Rotterdam,
zag ervan af. In de gemeenteraad gingen
ook stemmen op het schip als eroscen-
trum in te richten. Weinig bijval. Later
kwam er nog een buitenlandse koper op
dagen, maar op het moment dat de olie
crisis uitbrak, zag ook hij weinig perspec
tief meer. De H.A.L. hakte toen de knoop
door naar de sloper. Een doodvonnis na
een glorieuze en roemruchte staat van
dienst van bijna 36 jaar.
De werkgelegenheid voor de opvarenden
(180 Europeanen en 320 Indonesiërs) is
voor het grootste gedeelte opgevangen
door tewerkstelling op de dne nieuwe
cruiseschepen van de H.A.L. die in de
loop van vorig jaar in de vaart kwamen:
Volendam, Veendam en Prinsendam.
Mogelijk komt er ook nog eens een Nieuw
Amsterdam-derde-visie bij. De scheeps
naam is te vermaard. Nummer twee is
met een rompbemanning van 80 man on
der leiding van kapitein Ten Kate op weg
naar zijn laatste bestemming: de uitvaart.
HAN HEEZIUS
Na de oorlog meerde de Nieuw Amsterdam op 10 april 1946 voor het eerst weer af aan de Rotterdamse Wilhelminakade.
een vijandelijke onderzeeboot. Escorteren
de torpedoboten lieten dieptebommen val
len: de wrakstukken van de U-boot die
daarna boven kwamen drijven wezen
erop dat het gevaar was geweken.
Op 10 april 1946 meerde de Nieuw Am
sterdam voor het eerst weer af aan de
Wilhelminakade in Rotterdam, precies ne
gen jaar na de tewaterlating. Drommen
mensen stonden aan de oevers van de
Nieuwe Waterweg om de thuiskomst van
„hun" schip mee te vieren.
Achttien maanden lang duurde de meta
morfose, om het schip weer geschikt te
maken voor zijn vredestaak en toen het
op 5 november 1947, verjongd en ver
fraaid weer in New York verscheen,
wachtte het daar een groots welkom. Vol
gens de H.A.L.-geschiedschrijvers „op
een wijze zoals waarschijnlijk geen ander
buitenlands schip ooit had meegemaakt: