vuilnisbakken- volkje van Parijs "Haveloze voddenrapers met een kinderwagen en goed geklede, pas geschoren heren met een actetas schuimen de stad af Voor twee clochards is het uur van het dejeuner aangebroken. De fles wijn ontbreekt niet. (Van onze correspondent) PARIJS - Wat is een „chiffon- Letterlijk vertaald eer „voddenraper", waarbij willekeurig denkt aan de clo chard van Parijs. Helemaal waar is dat niet. Er is een vod denraper, die clochard is, er zijn ook voddenrapers, die men 's avonds kan vinden in deftige bars van de Champs Elysées. Ze hebben, die twee, ée'n doel gemeen: de zucht naar avontuur, het gevoel van: je weet het nooit. Een vuilnisbak kan zo vies en smerig zijn, dat zelfs de honden er niet van eten, maar er zijn ook bakken, die een goudschat verbergen, achte loos, per abuis, weggegooid. En naar die schatten, soms van grote, soms van kleine waarde, zoeken ze allebei: de voddenra perclochard, en détail, en de voddenraper en gros. In de tegenwoordige verbruiks- maatschappij wordt veel, wat vroeger nog waarde had en best gerepareerd kon worden, buiten de deur en op straat gezet. Er zijn lieden zat, die 's morgens vroeg, nog voor de vuilnisman, langs komt, de huizen langs lo pen. van weggesmeten radiotoe-, stellen thuis weer een goed wer kend toestel maken of de onder delen er uit halen, en van buiten de deur gezette deuren, meube len, kachels of gasfornuizen hun buitenhuis inrichten. Op dat laatste is de traditionele clochard niet ingesteld. Zijn ver voermiddel is de kinderwagen, eigendom of van een andere clo chard geleend. De clochard, die overdag slaapt, staat 's morgens om vijf uur op, meestal wakker geworden door de ochtendkou, door het beginnende verkeer of door agenten, die hem wegja gen. Geslapen heeft hij op straat, in een stoep, op een bank, op een verlaten terrein, op de warme roosters van de Metro of bij buizen van de cen trale verwarming. Soms zonder dek, soms op krantenpapier en toegedekt met karton van dozen. Als hij een paar franken te mis sen heeft slaapt hij in een asiel of bij het Leger des Heils. Als regel heeft hij bij zich de be- roepskaart van „chiffonnier", wat hem het recht geeft vodden te rapen. Bedelen doet hij bij uitzondering, want dan kan hij door een politiewagen worden meegenomen. Met een zak op zijn rug graait hij de vuilnisbak ken af, meestal aan de opper vlakte. Graaft hij dieper, dan doet hij dat met zijn handen of met een haak. Wat hij verza melt zijn vodden, kranten en stukken karton. Is de zak vol, tegen zeven uur, dan sorteert hij: vodden bij vodden, papier bij papier. Te voet loopt hij naar bepaalde plaatsen op het eiland Saint Louis of naar de .buurt van het Place Maubert, waar hij zijn boeltje kwijt raakt aan opkopers. Tegen elf uur is het „easser la croute", de algemeen gebruike lijke term in Frankrijk voor ont bijten. Zijn maaltijd bestaat uit stokbrood, worst, kaas en een li ter wijn. Iedere clochard drinkt: wie niet drinkt is ziek. Als regel drinkt de clochard twee liter, soms zes, maar dat zijn de vol komen aan lager wal geraakten. Het ontbijt van elf uur is vaak njd' „H. h' de enige maaltijd, tenzij de clo chard een vaste klant is bij een restaurant, waar hij in een blik overgeschoten eten krijgt. Niet altijd volgt hij die gebruikelijke gang. Het gebeurt, dat hij geen zin heeft, dat zijn hoofd niet naar vuilnisbakken staat, dat hij onverwacht een paar uur werk vindt om kolenzolders of kelders op te ruimen. Dan verbergt hij een paar dagen zijn half lege of volle zak met het risico, dat een andere clochard die vindt en er mee vandoor gaat. Normaal slaapt hij na het ont bijt van elf uur tot 's middags vier of vijf uur. Daarna gaat hij aan de wandel, soms zonder, doel, soms naar deftige buurten, waar alleen al zijn verschijning bepaalde lieden naar de beurs doet grijpen. Tegen zeven, acht uur 's avonds is zijn dagtaak af gelopen en zoekt hij onverschil lig waar een plek om te slapen. Onder de bruggen ligt hij droog en daar komt niemand. De voor bij suizende auto's halen hem niet uit zijn slaap. In het alge meen, hoe vreemd dat ook klinkt, is de clochard van een ij- zersterke gezondheid. Hij is ge hard, tenzij in de wintermaan den de temperatuur ver beneden het vriespunt daalt. Dan worden veel van die openluchtslapers met bevroren ledematen opge haald of door de politie, of door de barmhartige Samaritanen van Abbé Pierre. Maar wie vroeg op is en door Parijs rijdt kan ook gentlemen- chiffoniers bij de vuilnisbakken zien staan: goed gekleed, pas geschoren of met een leren acte tas onder de arm. Tot diep in de bak graven zij niet. Zij beper ken zich meestal tot de boven laag, tot de kranten en papie ren. Zou men hun vragen naar hun beroep, dan zou men van de antwoorden verbaasd staan: de een is inspecteur bij de belastin gen, de ander is ambtenaar bij een luchtvaartmaatschappij of procuratiehouder bij een bank. Ieder van hen heeft zijn eigen passies. De een zoekt naar enve loppen met waardevolle postze gels. de ander naar onverschillig weggegooide boeken of prenten. Een kunstschilder in de Av. de Villiers heeft een van de wanden van zijn atelier behangen met zeldzame gravures, die hij in de vuilnisbakken heeft gevonden. In de Rue Légendre zette een be woner een bronzen lichtkroon 'naast zijn vuilnisbak op het trot toir. Waarschijnlijk had hij zich neonbuizen aangeschaft en wat moest hij nog met die kroon doen? Een clochard vond het bronzen geval, legde het op zijn kinderwagen en reed er mee naar de Marche aux Puces, waar hij er vijftig frank voor kreeg. Drie dagen later verkocht de marktkoopman de kroon aan een Italiaanse antiquair voor 750 frank en thans hangt diezelfde opgepoetste kroon in een paleis aan de Corso di Roma. Die wereld van de voddenrapers heeft een eigen hiërarchie, waar de specialiteiten vaak overgaan van geslacht op geslacht. Een „chiffonnier" verzamelt, een „biffin" sorteert. Van dat sorte ren hebben verscheidene ge slachten geleefd. „Biffin" komt van het woord „biffe", een volkswoord, dat „haak" bete kent. Ieder van die „biffins" had vroeger zijn eigen wijk. Een van hun laatste overlevenden is Madame Emiliènne, in het vak met de bijnaam van La Grande, 74 jaar. Haar man had na de eerste wereldoorlog in de wijk van de Madeleine drie straten, momenteel heeft zij er tien, o.m. de Rue de la Boétie, de Rue de Miromesnil en het plein Beau- vau. Men heeft geprobeerd een paar straten van haar te kopen, maar geen haar op haar hoofd peinst er over. Zij is nog steeds in het bezit van de „Carte de chiffonnier" op naam van haai man Bethelot, die van de Parij- se Prefectuur m juni 1949 de wijk van de Madeleine kreeg toegewezen. In die dagen, ver telt La Grande, stonden mijn man en ik 's morgens om twee uur op, en spreidden de inhoud van vuilnisbakken op een groot zeil tussen twee lantaarnpalen Voorwerpen van waarde of pa pieren legden we apart en daar na ging alles weer de bakken in. auto, twee vrachtwagens en i knechten in dienst. De echte „biffins" van vroe sterven geleidelijk uit. De meiaars hebben hun netten i vorm van bondgenoten uitgeze" concierges, wersters en zelfs li den op de ministeries en bij gendarmerie, die ter zijde h gen wat zij vinden en wat lat door de „biffins" tegen verge ding met een wagen wordt oi haald. Papier brengt nog alti veel geld op: 25 centimes kilo, een vracht van 2.000 ki pér dag is voor een „biffin' gemiddelde. Twee broers, M cel (28) en Marius (33) gegoede buurten af en verzat!) len fornuizen, televi toestellen, transistors, lampe strijkijzers, repar verkopen het tweedehandsgoi aan Portugese immigranten, te schraal in hun geld zitten zich nieuw in te richten. En de vuilnismannen, die dag k^ks op hun kar de bakken k men legen, zijn die tins" niet gezworen vijander Uitzonderingen daargelaten b staat tussen die twee kampt een goede verstandhouding. Ii der zijn eigen terrein. Van tij tot tijd pikken de vuilnismanne een graantje mee, als de eig naar per ongeluk een kostb. lepel of vork (familiestuk) in bak heeft laten glijden of een industrieel zonder er bij te denken documenten, vi hemzelf van grote waarde, in prullenmand heeft laten verdwj nen. Het is voorgekomen, dat f iedere vuilnisman een biljet v; honderd frank beloofde als een vuilniskar van 5.000 kilo w den omkeren om naar de vt miste stukken te zoeken. Maa ook daar is kaf onder het ko: Oneerlijke zakenlieden, die belang bij hebben, flat hun bot ken verdwijnen, bellen de vi verbranding op om te vragen, zij per ongeluk in de bak gegooi de boeken nog bijtijds tern kunnen krijgen. Is het te dan krijgen zij van de vuilvei branding een certificaat v; vernietiging en dat certificaat hun duizendkeer meer waa dan boeken zelf. Van zulke kolossale vuilverbra ders zijn er voor Parijs drie: Ivry, Issy-les-Moulineaux Saint-Ouen. Wat er verbram wordt keert terug via de land» rijen, waar het als mest gebruikt. Per jaar ligt alleen op oe Champs Elysées van de Etoi le tot aan het Rond Point bij gebouw van de „Figaro" zo\ vuil, dat als men alles op ee' grote hoop zou kunnen stapelei die massa driemaal hoger zoi zijn dan de Are de Triomplt zelf. Als dat zo is, hoeft men niet t« vragen, hoe hoog de toren zoo worden, als men alle in de Sina vernielde tanks boven op elkai' zou kunnen zetten Een toren van Babel! looghar' En inde biertje h pijn is i muurva: melte zii dier knil slacl bij zijn t van zijr Joop. g£ het Binr uit te 1 stuurt h derland naar de tinner Een goe hebben ge veria izijnr hoofd ei schuifel nenvett geleden „de Kc pend. I fuchtig met ve: goeie g nentje Elsink 1 van de enkele heeft. publiel naar A de blo Rondv. Rijksm ei in dt en naai ouden1 procen hebbei een s Fijn e( Verse eau d werkt, de wa; weinig maanc Elsink

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 24