Wh mi m -J AFLEVERING 11 !BER lfATERDAG 22 DECEMBER 1973 LEIDSE COURANT PAGINA 15 Juniorenhoek DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD 8R»-7i A l/l Wat dacht je? Dat we jullie met de kerstdagen ronder Ideeën zouden laten ritten? Natuurlijk niet. Eerst figuur A. Je riet vier stukken en als je die goed aan elkaar past. krijg je een letter, een T. Je knipt de stukjes uit en probeert net zo lang tot je de T hebt gevonden. Als je het spelletje ook met vriendjes of vriendinnetjes wilt doen. moet je de stukjes op karton plakken. Dan gaan ze langer mee. PAULUS DE BOSKABOUTER - Het Biokkenplan H-51 De vogels hadden zo'n haast dat ze al- grijpend en riep: „Doe het maar rustig aan, heb. Ik zal nou maar es flink rust nemenl" leen vluchtig achterom keken, maar gestopt ik haast me ook nooit". Hij keek het verdwij- Met een zeer tevreden gezicht strekte Grego- werd er niet voor Gregorius. Hebben nende houttransport na en zei toen„Da's rlus zich weer uit op het mos, stak de neus haast", hijgde ook Paulus, die zich slechts heel wat. Kan je nagaan wat ik geploeterd in de hoogte en snurkte al nog voor hij de met de grootste moeite aan zijn karretje kon heb. Kapperen, hakkeren, laaieren! Sjonge ogen dicht had. blijven vastklemmen. Gregorius knikte be- jonge. Geen wonder dat ik overal spierpijn Je ziet tegenwoordig veel van die bewegende dingen, die Mobile wor den genoemd. We gaan er een (of meer) zelf maken. De engel is al voor je getekend en je hoeft niets anders te doen dan over te teke nen of uit te knippen en dan o pstevig papier plakken. Dan neem je een strohalm of een limonaderietje dat je aan beide kanten opvult met zaagsel. Hoe kom Ik nou aan zaagsel, zal je vragen. Je vader zaagt toch zeker wel eens wat? Anders vraag je of hij het speciaal voor jou even doet Dat zaagsel kun je met een heel klein beetje water aanmaken maar het is nog beter om een beetje lijm erbij De doen, dan wordt het hard. Maar geen knoeiboel ervan maken. hoor. Je kunt ook vloeibaar hout ervoor gebruiken als je daarvan een tu betje mag kopen. De engeltjes prik je aan beide kanten vast met een naaldje, een touwtje in het midden en de Mobile kan hangen en bewegen. SUSKE EN WISKE - „De Gladde Glipper" l denschdjropf^^ llToufmtlmrmen LUCKY LUKE - „Ma Dalton" Verder gaan we een tabakszak maken. Kan je vader zijn tabak bi doen, die hij op zijn vrije dagen wil roken. Je moet wei een stukje zeemleer ofecht leer hebben van 15 bij 40 centimeter. Je ziet op de tekening hoe eenvoudig het is. Buig het stukje leer van onderen een tiental centimeters om een naai het leer met kleine steken vast. Goed sterk garen gebruiken. Als je van je stukje leer nou ook nog een reepje van dertig centimeter kan afknippen, maak je een gaat je aan de bovenkant, steekt het reepje erdoor en als je vader dan zijn tabakszak dichtrolt, kan hij met het reepje leer de zaak stevig vastbinden, zodat hij geen draadje tabak verliest. lisere» 44—A 9. 1-4 U. 33+ -46; 71 rinï 3, 37-j S VOOa stand 45-5.', ikt en e wedj op ts Dit is meer voor de meisjes, die de kruissteek kennen. Als er nog geen versiering op de kerst servetjes is of er is een wit stuk in het midden, kun je met de kruissteek deze figuurtjes erop maken. Waar een X staat, moet je rode (dunne) wol gebruiken, een streepje - is voor roze draad en een voor grijs. De schaatsen maak je van zwart garen. 6, g« 1. c6, :h d rt dl Oplossing van vorige week Mannetje 1 hoort bij B, mannetje 2 bij A, 3 bij D en 4 bij C. Ze voelde dat er zich een drama onder het perso neel had afgespeeld aan de manier waarop Al fred zich gedragen had toen zij thuiskwam en ze vroeg zich af, of het om Sarah ging. Ze stond op het punt haar man lets over het nieu we meisje te vertellen, maar In plaats daarvan zei ze: „Ik ben doodop". „Ik zal wat warme melk laten komen". Mr. Bellamy liep naar de bel. „Nee, niet bellen. Iedereen bemoedert mij veel te veel. Ik moet er niet aan denken, 's avonds laat, rinkelende bellen in donkere gangen. Als het zo doorgaat, kunnen wij op een dag zoveel bellen als we willen, maar er zal niemand komen. De lege keuken zal ons aanstaren, de dorre bladeren zullen door de gengen dwarrelen en er zal niemand zijn om ze op te vegen". Mr. Bellamy begreep haar stemming. Hij stond op en kuste zijn vrouw. „Blijf morgen een beetje uitslapen, lieveling. Ik ga in mijn kleedkamer slapen, dan hoef ik Je niet te storen. Slaap lekker". Lady Marjorie keek hem dankbaar aan. Je zou in heel Londen geen lievere of begrijpender echtgenoot kunnen vinden. Ze was heus erg gelukkig. In de volgende weken raakte Sarah beter op dreef dan ze hadden durven hopen. Omdat ze er nog plezier in had, deed ze haar werk erg goed en er heerste beneden een veel vrolijkere stemming dan ze ooit hadden gekend. *n de grote huizen in Londen waren de gedienstigen meestal droevige, eenzame figuren. Ze konden nooit een normaal leven lelden, want hoewel ze veel beter werden gevoed, gekleed en verzorgd dan de meeste ar men, stond er een soort lijfeigenschap tegenover. Een gedienstige kon niet trouwen als ze dat al deed, voor ze veel ouder was, want niemand wilde een getrouwde vrouw in dienst nemen. Daarbij kwamen de slechte be taling en dito vooruitzichten die haar beslist niet tot de uitverkorenen maakten. Gezien door mannenogen waren ze maar voor een ding goed. Zelfs als ze in het huis houden vriendinnen vonden, hadden ze nooit op dezelf de tijd vrij en brachten ze hun schaarse vrije uren vaak eenzaam, winkels kijkend en straatslenterend door, soms gevolgd door een eenzaam bezoek aan een lunchroom. Emily, die van nature hopeloos verlegen was en doods bang voor vreemden, was door haar priester gewaar schuwd dat Londen erger was dan Sodom en Gomorra, zodat ze zich nooit verder waagde dan de brievenbus op de hoek en het boekwinkeltje in de zijstraat. Ze bracht haar vrije middagen in bed door; legde de helft van haar schamele verdiensten opzij om te sparen voor de overtocht naar haar broer in New York, en de ande re helft was voor de kerk. De komst van Sarah had Roses leven meer veranderd dan ze wilde toegeven. Ze was gevoelig en introvert en had zich daardoor een agressieve houding aangemeten en zich weinig vriendinnen gemaakt. Sarah maakte Rose aan het lachen. Ze deden samen flauwe spelletjes zoals snip-snap en vlooienspel dat ze niet meer had ge speeld sinds ze een klein meisje was en ze kon uren naar Sarahs eindeloos gefantaseer luisteren. Iedere dag gaf Rose haar een lesje in lezen en schrijven. Rose schreef de les in haar mooie, ronde handschrift op lijntjespapier. Ze liet om de andere regel open, voor Sarah om in te vullen. Op een avond zat Sarah te zwoegen op een bijzonder in gewikkelde zin die Rose had opgeschreven. „Om mar mer schoon te maken", stond er. „mengt men een achtste liter zeepsop met een tiende liter terpentijn en voldoende pijp' en ossegal tot een dikke pasta". Sarahs tong hi ar mond van inspanning toen de pen over de j spatte. „Oh Rose" zuchtte ze, „die pen hec.i i 3 aan mij, trouwens wie wil er we ten hoe je man schoonmaakt". „Diegene, die wil leren schrijven", zei Rose uit de hoog te. „Trouwèns, wacht maar tot de voorjaarsschoon maak dan moet alles blinken, ook het marmer". „Ik had altijd zoveel dromen over mijn toekomst. Hoe ben ik er in 's hemelsnaam toe gekomen om in betrek king te gaan!" „Het is veilig", zei Rose, „Je weet waar Je aan toe bent en wat de volgende dag zal brengen. De buitenwereld, die is gevaarlijk". Ze dacht even na. „Of misschien lijkt dat maar zo, omdat wij zo onwetend zijn". „Er zijn zoveel dingen die ik wil doen en meemaken, Rose, en de tijd vliegt". „Je moet Ieren je aan te passen". „Net als JIJ?" „Ja". Sarah keek naar de kalme Rose die rustig zat te naaien. „Wil je nooit eens iets anders Rose?" „Ja, natuurlijk, Ik bedoel, ik zou gaan trouwen". Sarah was ineens vol belangstelling. „Wie was hij, Rose?" „Hij heette Eddy. Hij was tweede tuinman in Southwold. Hij wae erg knap. Toen kwam de oorlog in Afrika en hij ging net als ledereen bij de cavalenemilitie te paard, omdat meneer de baron het zo had gewinl. Na tuurlijk sneuvelde hij en ze gaven hem'een lintje stomme ezel". „Ik vind het ontzettend zielig". „Ik heb mij erbij neergelegd", zei Rose dapper. Het is ook zielig om te vermelden, dat Rose, die altijd op Sa rah vitte, omdat ze zo fantaseerde, deze romance met Eddy grotendeels uit haar duim zoog. Het was waar, dat Eddy en Rose elkaar al heel lang ken den, maar hoe zou dat anders kunnen als je vijftig me ter van elkaar bent geboren en samen op de dorps school zat. Het was ook waar dat zij 's zondagsmiddags wel eens samen wandelden. Maar In all uren die zij in eikaars gezelschap hadden doorgebracht, had Eddy nooit zelfs maar geprobeerd Rose te zoenen, laat staan over trouwen te praten. En men wist in het dorp heel goed. dat er tussen Eddy en Daisy Newton wel iets meer aan de hand was dan een kusje. „Waarom ben Je dan in betrekking gegaan?" „Toen ik klein was, kwam er langs ons huisje In South wold op weg naar de markt elke donderdag een prach tig rijtuig. De dame en de heer die erin reden waren de huishoudster en de butler geweest van een rijke fa milie in de buurt Mijn moeder zocht toen een dienstje voor mij. zodat ik ook eens in een rijtuig zou rijden. Flauwe kul, was dat rijtuig maar nooit langsgereden! En zo tipte Rose maar héél even aan dat zij niet hele maal gelukkig was met haar lot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 15