Koreanen in
buitenland
scherp
gecontroleerd
Lonen
zijn te
hoog en
vrouwen
schaars
pa
CONFECTIE-
VLUCHT UIT
NEDERLAND
Geen
plaats
voor
extre
misten
bij de
rechter-
lijke
macht
ENSCHEDE Joegoslavië, Griekenland, Marokko, Tu
nesië. Landen die voor de meeste mensen het beeld
oproepen van een zonnige vakantie, voor anderen wel
licht dat van buitenlandse werknemers. Maar voor
ondernemers in de confectleindustrle wekken deze
landen stralende perspectieven van arbeidskrachten
in overvloed die bereid zijn te werken voor een loon
dat aanmerkelijk lager ligt dan waarmee hun Neder
landse collega's genoegen nemen.
Want de confectie- industrie in Nederland zit in een be
narde situatie. De inflatie en de daarmee gepaard
gaande loonstijgingen komen in deze zeer arbeidsin
tensieve bedrijfstak hard aan. Bovendien wordt het
hier steeds moeilijker om meisjes en vrouwen te vin
den die als modinette in het confectie-atelier werk
zaam willen zijn.
De laatste jaren zijn er dan ook voortdurend berichten
in de krant verschenen over inkrimpingen, sluitingen
en ontslagen in de confectie- industrie in noord, oost
en zuid. Nog onlangs moest de regering bijspringen
om enkele Groningse confectiebedrijven van een wis
se ondergang te redden. Het is daarom niet verwon
derlijk dat de bedreigde confectiefabrikanten over de
grens naar andere mogelijkheden gingen zoeken.
Eerst dichtbij, in België, de Oostbloklanden, toen over
de Middelandse Zee in Afrika: Marokko, Tunesië. En
nu zijn er zelfs al ondernemers die hun goed in Brazi
lië laten confectioneren.
„Als we alles geweten hadden, wafen we er al veel eer
der mee begonnen" zegt directeur Helmich van Heek
van overhemdenfabriek P. J. Blom (Fablo) in En
schede, die het grootste deel van zijn produktie in
Joegoslavië heeft ondergebracht. Hij is niet de enige
confectioneur die naar het buitenland is gevlucht. De
foundation-fabriek van de Lovable-b.h.'s zit ook in het
land van Tito, de confectie-gigant Macintosh opereert
in Portugal en Brazilië, het kinderkledingbedrijf Vi-
lenzo, badpakkenmaker Tweka in Geldrop en sokken-
fabrikant Jansen-de Wit in Schijnsel weken uit naar
Tunesië, om maar een paar voorbeelden te noemen.
De rij zal in de naaste toekomst nog zeker aan
groeien.
Directe aanleiding zijn natuurlijk de loonverschillen.
Naarmate hier jaarlijkse c.a.o.-verhogingen van tien
en meer procent voortgang vinden, worden deze ver
schillen steeds groter. En dat is voor een industrie,
waar de loonkosten verreweg het grootste deel van de
totale bedrijfskosten vormen, funest. Dan is hel. zelfs
met transport- en andere extra- kosten inbegrepen,
voordeliger de kleding te laten maken in bovenge
noemde landen, waar de lonen veel en veel lager lig
gen.
Overigens treden ook in het buitenland door allerlei po
litieke en soGiaie oorzaken en door stijging van de
welvaart, geleidelijk verschillen op.
Leerplicht
Naast de loonkosten spelen echter ook andere elemen
ten een rol om de neus buiten de deur te steken. Ver
uit de belangrijkste daarvan is de moeilijkheid om in
Nederland geschikt personeel (dat voor zo'n 90 pro
cent uit vrouwen en meisjes bestaat) te krijgen. Daar
komt nog bij dat in de confectie vooral jonge meisjes
werken, die bijna nooit lang blijven. Het verloop bij
Blom lag bijvoorbeeld in de buurt van de 35 procent
per jaar.
J Ir////*
Het wordt steeds moeilijker meisjes en vrouwen te vin.
den die als modinette in het confectie-atelier werk
zaam willen zijn.
Van Heek noemt de situatie in de confectie- industrie
dan ook zorgwekkend, nu en in de toekomst. ,,De
leerplichtwetten zijn moordend voor de confectie",
voegt hij er aan toe. „afhankelijk als we zijn van jon
ge meisjes. Het aantrekken van gehuwde vrouwen le
vert problemen op, omdat het zo moeilijk is ze in een
team te krijgen, waarvan de een 's ochtends en de an
der 's middags werkt".
Vakbondsbestuurder De Wolf van de industriebond
NKV, die zaken betreffende de confectie behartigt,
beaamt de moeilijkheden. „De arbeidsmarkt voor
vrouwen is betrekkelijk krap, de arbeidsvoorwaarden
zijn verbeterd en er is de verhoging van de leerplich
tige leeftijd. Weliswaar neemt de arbeid van gehuwde
vrouwen hand over hand toe, maar de confectie moet
nog leren met getrouwde vrouwen te werken".
Maar zaken zijn zaken en een bedrijf dat te lang en te
veel verlies lijdt, moet naar alternatieven uitzien. In
het geval van de confectie worden die in het goedko
pe buitenland gevonden. Men kan daar Zelf een be
drijf stichten, men kan ook een bepaald produktievo-
lume huren in een bestaand bedrijf of, als derde mo
gelijkheid, een contract afsluiten in geld. Dat laatste
doet Van Heek en het bevalt hem uitstekqnd. Hij
stuurt stof, modellen en alles naar Joegoslavië en be
taalt alleen het loon.
Commercie
Als de Joegoslaven het zo goed kunnen, waarom nemen
ze dan niet zelf de hele overhemdenproduktie in de
hand? Van Heek: „Voor hen geeft de modische markt
problemen. De commerciële kennis en het verkoop
apparaat ontbreken. Wat dat modische aspect betreft,
redden ze het nooit, ook niet in de toekomst. Boven
dien worden zij in harde valuta betaald, en risicoloos.
Het commerciële risico is voor ons".
In wezen zijn de Nederlandse confectiefabrikanten daar
mee weer handelaar geworden, en Van Heek geeft
dat eigenlijk wel toe. „Wij blinken uit in de handel.
Door de stijging van de loonkosten verliest Nederland
een groot deel van zijn waarde als industrieland".
Evenals velen van zijn collega's die naar het buiten
land zijn gevlucht, is Van Heek ervan overtuigd dat
de confectie-industrie in Nederland geen lang leven
meer is beschoren. „Ik geloof wel dat er in Neder
land hele kleine, gespecialiseerde bedrijven mogelijk
zullen blijven, maar de kledingindustrie als zodanig
zal zich, zeg tussen nu en tien jaar, naar elders ver
plaatsen".
Vakbondsman De Wolf noemt dat „sterk uitgedrukt".
Het is zo moeilijk om tien jaar vooruit te kijken",
zegt hij. „Natuurlijk, er zijn nu tendenzen dat de con
fectie uitwijkt. Maar denk eens aan de textiel in de
jaren vijftig: «toen was er een moordende concurrentie
uit Japan. Er werden allerlei commissies opgericht
om daar iets tegen te doen. Maar daar hoor Je nu
niets meer van. De lonen in Japan zijn zodanig om-
hooggegaan dat het gevaar geweken is. En hoelang
zullen de lonen in landen als Joegoslavië laag blij-
van? Nee, er zal ongetwijfeld confectie in Nederland
blijven".
(van onze corresoondent Robert
Whymant)
TOKIO Dé lange arm van de
Zuidkoreaanse geheime dienst
(KCIA) reikt nu al over de
grenzen van zijn wettelijke in
vloedssfeer. Dit zegt de leider
van de oppositiepartij van
Zuid-Koreau. Kim De-Jung, in
Tokio. Kim De-Jung die 46 pet
van de stemmen kreeg als te
genstander van Park Tsjoen
Hie bij de presidentsverkiezin
gen in 1971, zegt dat de „grijp
armen van de agenten tot in
de Koreaanse gemeenschap
pen in de hele wereld reiken",
om een groeiende internatio
nale beweging tegen de rege
ring van president park, de
kop in te drukken.
Kim is nu in Japan om de basis
van de beweging te verbreden.
Een paar dagen geleden glipte
hij .onopgemerkt Tokio binnen-
en ontkwam teminste dat
gelooft hjj aan de ongewens
te attenties van de KCLA. Tij
dens de hele bijeenkomst
stond er een lijfwacht vlak
naast hem, én dat herinnerde
er zo aan de de vrcegere pre
sidentskandidaat lange tijd bo
ven aan de zwarte lijst van de
KCIA gestaan heeft.
Op een vorige reis naar Tokio
bleek Kims assistent een
agent van de KCIA te zijn die
alle namen van Kims bezoe
kers kende en alles wist wat
er gezegd was. Kortgeleden
werd een bijeenkomst in San
Francisco waar Kim een toe
spraak hield, verstoord door
KCIA-agenten die hem lastige
vragen stelden en hem beko
gelden. Kims waarde is aan
zienlijk toegenomen sinds hij
zuid Korea verlaten heeft kort
voor de nieuwe grondwet afge
knndigd werd, waarin de vrij
heid van de gewone man be
perkt werd en de macht van
de president nog deed groeien.
In Washington kan Kim volop
kritiek leveren op de regering
van Park en zijn contacten in
de Senaat en het Congres nog
wat verstevigen. Eerder dit
jaar heeft hjj zjjn „Comité
voor Korea's demokractie en
hereniging" opgericht, dat hij
nu door middel van discussies
met sympathisanten in J&pan
probeert te vergroten.
Kim probeert de slappe opposi
tie die zijn derde macht voert
om te buigen tot een krachtige
weerstand.
Natuurlijk heeft de KCIA tot
taak gekregen om er voor te
zorgen dat deze derde macht
kapot gaat. De geheime dienst
heeft al aardig wat ervaring
met overzees werk. Het vroe
gere hoofd van de KCIA, Kim
Hyong-Woek. die nu naar de
Verenigde Staten gevlucht is
schiep een spionagesysteem
over de gehele wereld com
pleet met een door Amerika
geleverde verbindingsuitrus
ting, om zo een stevige greep
te houden op Koreaanse emi
granten en overzeese studen
ten.
In 1967 zijn er verhalen in de
pers verschenen over ontvoe
ringen uit Westduitse en Fran
se universiteiten. Minder uit
gebreid is er geschreven over
de rol van de KCAI agent van
Cadogan Square die de weten
schappelijk medewerker van
Cambrdge Pak Nosu, terug
lokte naar Seoel om hem
daar vervolgens terecht te
stellen. Deze methodes zijn
een van de factoren die geleid
hebben tot de huidige golf van
anti-Park gevoelens onder de
anti-communist sche Koreanen
in het Buitenland, die Zuid-Ko
rea een warm hart toedragen.
De acties van de KCIA in het
buitenland kwamen uitgebreid
in het nieuws 'toen Lie-Yai
hyon, voorlichtingsambtenaar
aan de Koreaanse ambassade
m New York, vorige maand
asiel vroeg. Hij beschuldigde
de KCAI ervan dat ze veel
van de 100.000 Koreanen in de
Verenigde Staten scherp in het
oog houdt en hen bedreigt
met wraaknemingen op fami
lieleden in Korea als ze anti-
Park bijeenkomsten organise
ren. De activiteiten van de
KCIA in Japan, dat de groot
ste overzeese Koreaanse ge
meenschap heeft, schijnt aan
zienlijk opvallender en meer
verspreid te zijn. De activitei
ten van de agenten z(jn gro
tendeels gericht tegen de Ko-
reahen die geen lid meer zijn
van de Koreaanse vereniging,
die onder controle staat van
de regering in Zuid Korea,
maar die een eigen organisa
tie hebben.
Flke keer als deze doorbraak-
groep vergadert proberen de
KCIA agenten te ontdekken
wie er aan meedoen. De aan
hangers van deze groep ont
vangen geregeld de volgende
dag telefoontjes, waarin ze
door de KCIA bedrrigd wor
den. Soms, wordt zond.r enge
aanwijsbare reden een in Ja
pan wonende Koreaan gear
resteerd als hij Korea bezoekt.
Een jonge Koreaan die aan.de
universiteit van Tokio gestu
deerd heeft, en wiens naam
niet genoemd mag worden,
wilde na een zakenreis in
Seoel net in het vliegtuig naar
Japan stappen, toen een groep
mannen zich op hem stortte en
hem in een wachtende auto
duwde. Hij werd naar het
hoofdkwartier van de KCIA ge
bracht en daar bijna een week
lang ondervraagd.
Hij werd uitgekleed, aan het
plafond gehangen en geslagen
door ondervragers die elkaar
afwisselden. Hij werd in ijs
koud water ondergedompeld
en toen de koude nachtlucht
ingeduwd, waar hij uren al
leen gelaten werd. Hij werd
weer geslagen niet in het ge
zicht maar op de borst en on
derbuik. zodat zijn wonden
met zichbaar zouden zijn.
Nu. acht maanden later wordt
bij nog steeds in een zieken
huis in Tok o behandeld. Hij
loopt moeilijk, cn kan niet
lang staan. Hij is vrijgelaten,
deels door de inspanningen
van hooggeplaatste famillele-
d n. maar meer omdat de
KCIA er »rlj snei achterkwam
dat ze geen enkel bew js had
den dat hij sympathiseerde
met de anti-Park beweging.
Voordat ze hem vrij lieten
ciwong de KCIA hem ertoe zijn
stilzwijgen te bewaren. Als hij
zou spreken over zijn ervarin
gen zouden er represaille
maatregelen tegen zijn fami
lieleden In Korea genomen
worden. En als hij zou praten
zou hjj een „auto-ongeluk"
krijgen.
Omdat de meeste slachtoffers
van de KCIA gedwongen wor
den te zwijgen, is er relatief
gezien maar weinig bekend
over de dingen die er gebeu
ren tijdens de ondervragingen
in het hoofdkwartier van de
KCIA in Namsan en in andere
plaatsen. De belangrijkste ba
sis waarop de KCIA werkt, is
dat zonder machtiging gear
resteerd en ondervraagd kan
worden. De Koreanen hebben
zelf geen enkel verweer tegen
de mishandelingen van de
agenten want de KCIA is al
leen verantwoording schuldig
aan de president.
Builen Korea leiden de activitei
ten van de KCIA zo nu en dan
tot conflicten met de autoritei
ten. De ontvoering van studen
ten in 1967 veroorzaakten een
storm van protest van de zijde
van de Westduitse regering,
Er gëan geruchten dat de ac
tiviteiten van de KCIA in de
Verenigde Staten door de FBI
onderzocht worden.
Volgens Kim DeJunc zijn de
Koreaanse ambassades, consu
laten handelsmaatschappijen en
de verenigingen voor Koreaan
se emigranten en studenten
geïnfiltreerd door agenten van
de CIA. Om zo te gaan of
cr mensen tegen de lijn van
de regering ingaan. HU zegt
dat de geheime dienst nu alles
in het werk stelt om de op
richting van de derde macht
te voorkomen. Vrienden van
de vroegere presidentskandi
daat houden rekening met de
mogelijkheid dat de KCIA
hem wel eens zou kunnen ver
moorden.
De anti-Park beweging kent al
leen het Ideaal van Kim De-
Yung: de verspreide krachten
van de oppositie weer te bun
delen. HU gelooft dat hU de
K< 'TA-agenten in het buitenland
altUd een stap voor Is: „Ik
blijf nooit .anger dar, een dag
of twee op dezelfde plaats".
VIERHOUTEN De edelacht
bare heer mr, dr. W. Schenk
zit in een blauw boezeroentje
in een caravan op enkele me
ters afstand van zijn tweede
woning in de bossen bij Vier
houten, terwijl de regen zacht
jes tikt. Geen bef, geen toga.
niet het eerbiedafdwingende
wit en zwart, maar een man
in zijn tuin, die terugblikt op
45 jaren bij de rechterlijke
macht.
De caravan Is uitverkoren als
gespreksterrein „want de kin
deren weten dat ze opa hier
niet mogen storen".
Mr. dr. Schenk beleeft zijn laat
ste betaalde vakantie, nu zijn
tijd als president bij de Zwol
se rechtbank voorbij is. Hij is
70 geworden en met professo
ren en notarissen is dat het
moment om heen te gaan.
Hij kwam laat in het nieuws,
door de volgende uitspraak uit
zijn 14 vellen l^nge afscheids
speech:
„Ik geloof dat er voor extremis
ten van rechts noch links in
de rechterlijke macht plaats
kan zijn: hun ontbreekt de
gave van het genuanceerd
denken, de gave om de betrek
kelijkheid der dingen te zien,
een gave voor de rechter on
ontbeerlijk".
En op hetzelfde velletje, enkele
regels verder:
„Ik ontken dat de rechterlijke
macht thans nog teveel de
trekken van een besloten ex
clusiviteit vertoont, die vreem
de elementen (wie zijn dat
overigens?) eerder afweert
dan aantrekt. In zijn alge
meenheid is die stelling on
juist. In mijn loopbaan heeft
men mij nog nooit naar mijn
politieke gezindheid gevraagd,
noch naar het beroep van
mijn vader. Ik doe het zelf
ook niet".
Door de telefoon, twee dagen
voor het gesprek: „Dat zijn
maar enkele zinnen geweest
uit mijn speech. Ik vind het
onbehoorlijk om die woorden
onvolledig en zo met een vette
kop naar voren te halen in de
kranten".
Dit alles gezegd met zachte,
aristocratische stem met inge
bouwde academische kraakjes
die het ergste doen vermoe
den. Maar in zijn caravan die
gelaten de tranen van de zo
mer over zich laat gaan, komt
een ander mens naar voren.
Fanatisme
Mr. Schenk bedoelt met extre
misten niet zozeer belijders
van politieke rand-filosofieën,
maar eerder lieden wier den
ken in fanatisme is verstard.
Op politiek terrein, maar ook
op het gebied van godsdienst,
ethiek en moraal.
Zelf staat hij zoals dat alleen ln
Nederland gezegd kan worden
„links van het midden".
Desgevraagd geeft hij zijn re
cept voor een goede rechter:
„Hij moet in de eerste plaats
een goede jurist zijn. En hij
moet in de praktijk van het le
ven een zekere rijpheid ver
worven hebben. Hij moet ook
in de praktijk van het leven
staan".
Mr. Schenk sluit zich aan bij de
woorden van prof. Ter Heide:
„Een rechter moet gevoel heb
ben voor wat er in een bepaal
de bevolking op een bepaald
moment en op een bepaalde
plaats leeft. Neem de porno
grafie. Tijden geleden werd ie
mand vervolgd die keurige
plaatjes van naakte vrouwen
verkocht. En dat noemden ze
toen pornografie".
Maar nu denken we anders over
pornografie. Is dan zo'n man
destijds ten onrechte veroor
deeld?
„Nee, want het ging om de nor
men van toen. Wat toen be
hoorlijk of onbehoorlijk was.
Er zijn altijd mensen die hun
tijd vooruit zijn. Een rechter
mag vooral niet ach teruit zijn.
Hij zal moeten kiezen".
Dan ben je als verdachte toch
maar overgeleverd aan de
normen van de rechter. Hoe
kan bijvoorbeeld een 70-jarige
rechter een 20-jarige drug-ge
bruiker juist beoordelen? Er
zit 50 jaar tussen?
Mr. Schenk: „Moet hij dan door
een 20-jarige berecht worden?
Dit blijft een spanningsveld in
de rechtspraak. De rechter
moet de wijsheid hebben om
te onderkennen wat er in zijn
tijd leeft. Maar hij moet ook
geremd zijn".
Huizen kraken
Hoe staat mr. dr. Schenk tegen
over moderne fenomenen als
huizen kraken?
„Tegen een kraker zou ik zeg
gen: „goeie vriend, ik heb be
grip voor uw toestand, maar
het mag nu eenmaal niet"
Want waarom moet op deze
wijze de huiseigenaar het
slachtoffer worden van de wo
ningnood? En zijn er niet an
deren die meer voor een wo
ning ln aanmerking komen?
Ik kan een kraker wel begrij
pen. Zo'n zaak moet je overi
gens niet op de rechter spelen,
maar allereerst op de uitvoe
rende macht. En hetzelfde
geldt voor de staking. Je kunt
er niet onderuit dat staken een
wanprestatie is. In sommige
situaties kun je dit middel nog
wel accepteren, maar ook hier
moet de wetgever spreken. Als
een rechter een staking ver
biedt, wordt hem dit direct
verweten. Maar Je moet de
rechter niet lelijk aankijken,
maar de wetgever. Echter Je
samengesteld. Mr. Cnoop
meende Ug^er een aanzienlijk
groter percentagerechters
van conw&atieve éi), confes
sionele nuTze en gezindheid is
dat overeenkomt met de ver
houdingen onder de bevolking.
Hij was er voorstander van,
dat alle politieke richtingen
tenminste enkele geestesver
wanten In de rechterlijke
macht kunnen terugvinden.
Kunnen we wel van een rechter
begrip verwachten voor de
nieuwste stromingen?
Mr. Schenk: „Men ziet de rech
ter als een instituut tot bohoud
van het bestaande. Van de ene
kant Is dit waar. Wij zijn in
het algemeen geen nieuwlich
ters. Maar we hebben wel de
gelijk oog voor nieuwe ontwik
kelingen. Je moet aanvaarden
als goed rechter dat er dingen
zijn die veranderd moeten
worden".
Nederig
JURY
RECHTSPRAAK Eenzaam
HOOGST VER
WERPELIJK"
Moet een verdachte in Neder
land niet nederig zijn, in
net pak verschijnen, kort haar
hebben en bij voorbaat krui
pen, wil hij gehoor bij
rechter vinden?
Mr. dr. Schenk: „Dat Is niet
waar. Er zijn een aantal ritue
len, maar die dienen om de
procedure zo eerlijk mogelijk
te laten verlopen in het belang
van de verdachten. De inrich
ting van vele zittingzalen is
onjuist. Zo stond het podium
in Zwolle vroeger wel vijf tre
den boven de verdachte
moest je zo op hem neerkij
ken. Nu, ik vind een of
treden voldoende om de zaal
te kunnen overzien. En een
verdachte hoeft voor mij niet
lang te blijven staan of edel
achtbare te zeggen. En als hij
liever lange haren heeft, dan
moet hij dat zelf weten. En
nederigheid? Ach. niemand
hoeft nederig te zijn".
Deugt het systeem van straffen
en maatregelen wel?
Mr. dr. Schenk maakt een pan
tomime van hoofd en handen.
Tenslotte zegt hij „Tja, Ik
weet ook niet hoe het beter
moet. De strafrechtspraak
bij de rechters daarom vaak
weinig fn tel. Je bent zo
machteloos. WIJ kunnen geen
adekwate maatregelen nemen.
Gevangenisstraf is ook
Niet alles?
Mr. dr. Schenk: „Dan drukt u
het nog zachtjes uit. Maar dat
moet je de rechter niet verwij
ten. De pedagogen en de ago
gen en God mag weten wie.
moeten dat maar oplossen.
Van de ene kant moet iemand
weten dat hij de norm ge
schonden heeft. Want je kunt
een verdachte ook niet alleen
bekijken als een ongelukkige
patiënt. Dat gaat mij weer te
ver. En wat moet Je doen?
Schadevergoeding opleggen?
Maar dat is vaak veren
een kikker plukken. Het is het
wanhopige, het onbevredigen
de van dit werk bij civiele
zaken heb je meer bevrediging
van de oplossing".
Jury-rechtspraak?
Mr. dr. Schenk: „Hoogst ver
werpelijk, rechtspreken Is een
vak en niet Iets voor leken. Ze
zeggen dat de volkswil bij Ju
ry-rechtspraak meer tot uiting
komt Het publiek roept al
tijd om bloed".
kunt je als rechter niet van
een oordeel onthouden. Je
moet een beslissing nemen".
Mr. dr. Schenk reageerde met
zijn opmerkingen over „extre
misten" en „niemand heeft
me naar mijn politieke gezind
heid gevraagd" op een artikel
ln het Nederlands Juristenblad
van zijn Amsterdamse collega
mr. A. J. Cnoop Koopmans.
Deze schreef dat de rechterlij
ke macht trekken van klasse-
justitie zal blijven vertonen,
zolang zij niet veelzijdiger is
Tot slot: „Ik ben voor kleine
rechtbanken. Die grote zijn
vaak net machines. ZIJ zijn zo
overladen met werk dat men
aan rustige overweging niet
toekomt. En Ik ben voorstan
der van collegiale recht
spraak. Dus een meervoudige
strafkamer die zo gevarieerd
mogelijk is samengesteld, op
dat ook In de raadkamer bij
de beoordeling vun vragen
over de behoorlijkheid van
bepaalde houding e.d. het ant
woord niet van één man (of
vrouw- afhangt en zo genuan
ceerd mogelijke meningen
naar voren komen. Dit geldt
ook voor de kantonrechter.
Die is zo eenzaam. Hij zou In
moeilijke gevallen ook van een
meervoudige kamer gebruik
moeten kunnen maken".