Koreanen in buitenland scherp gecontroleerd Lonen zijn te hoog en vrouwen schaars pa CONFECTIE- VLUCHT UIT NEDERLAND Geen plaats voor extre misten bij de rechter- lijke macht ENSCHEDE Joegoslavië, Griekenland, Marokko, Tu nesië. Landen die voor de meeste mensen het beeld oproepen van een zonnige vakantie, voor anderen wel licht dat van buitenlandse werknemers. Maar voor ondernemers in de confectleindustrle wekken deze landen stralende perspectieven van arbeidskrachten in overvloed die bereid zijn te werken voor een loon dat aanmerkelijk lager ligt dan waarmee hun Neder landse collega's genoegen nemen. Want de confectie- industrie in Nederland zit in een be narde situatie. De inflatie en de daarmee gepaard gaande loonstijgingen komen in deze zeer arbeidsin tensieve bedrijfstak hard aan. Bovendien wordt het hier steeds moeilijker om meisjes en vrouwen te vin den die als modinette in het confectie-atelier werk zaam willen zijn. De laatste jaren zijn er dan ook voortdurend berichten in de krant verschenen over inkrimpingen, sluitingen en ontslagen in de confectie- industrie in noord, oost en zuid. Nog onlangs moest de regering bijspringen om enkele Groningse confectiebedrijven van een wis se ondergang te redden. Het is daarom niet verwon derlijk dat de bedreigde confectiefabrikanten over de grens naar andere mogelijkheden gingen zoeken. Eerst dichtbij, in België, de Oostbloklanden, toen over de Middelandse Zee in Afrika: Marokko, Tunesië. En nu zijn er zelfs al ondernemers die hun goed in Brazi lië laten confectioneren. „Als we alles geweten hadden, wafen we er al veel eer der mee begonnen" zegt directeur Helmich van Heek van overhemdenfabriek P. J. Blom (Fablo) in En schede, die het grootste deel van zijn produktie in Joegoslavië heeft ondergebracht. Hij is niet de enige confectioneur die naar het buitenland is gevlucht. De foundation-fabriek van de Lovable-b.h.'s zit ook in het land van Tito, de confectie-gigant Macintosh opereert in Portugal en Brazilië, het kinderkledingbedrijf Vi- lenzo, badpakkenmaker Tweka in Geldrop en sokken- fabrikant Jansen-de Wit in Schijnsel weken uit naar Tunesië, om maar een paar voorbeelden te noemen. De rij zal in de naaste toekomst nog zeker aan groeien. Directe aanleiding zijn natuurlijk de loonverschillen. Naarmate hier jaarlijkse c.a.o.-verhogingen van tien en meer procent voortgang vinden, worden deze ver schillen steeds groter. En dat is voor een industrie, waar de loonkosten verreweg het grootste deel van de totale bedrijfskosten vormen, funest. Dan is hel. zelfs met transport- en andere extra- kosten inbegrepen, voordeliger de kleding te laten maken in bovenge noemde landen, waar de lonen veel en veel lager lig gen. Overigens treden ook in het buitenland door allerlei po litieke en soGiaie oorzaken en door stijging van de welvaart, geleidelijk verschillen op. Leerplicht Naast de loonkosten spelen echter ook andere elemen ten een rol om de neus buiten de deur te steken. Ver uit de belangrijkste daarvan is de moeilijkheid om in Nederland geschikt personeel (dat voor zo'n 90 pro cent uit vrouwen en meisjes bestaat) te krijgen. Daar komt nog bij dat in de confectie vooral jonge meisjes werken, die bijna nooit lang blijven. Het verloop bij Blom lag bijvoorbeeld in de buurt van de 35 procent per jaar. J Ir////* Het wordt steeds moeilijker meisjes en vrouwen te vin. den die als modinette in het confectie-atelier werk zaam willen zijn. Van Heek noemt de situatie in de confectie- industrie dan ook zorgwekkend, nu en in de toekomst. ,,De leerplichtwetten zijn moordend voor de confectie", voegt hij er aan toe. „afhankelijk als we zijn van jon ge meisjes. Het aantrekken van gehuwde vrouwen le vert problemen op, omdat het zo moeilijk is ze in een team te krijgen, waarvan de een 's ochtends en de an der 's middags werkt". Vakbondsbestuurder De Wolf van de industriebond NKV, die zaken betreffende de confectie behartigt, beaamt de moeilijkheden. „De arbeidsmarkt voor vrouwen is betrekkelijk krap, de arbeidsvoorwaarden zijn verbeterd en er is de verhoging van de leerplich tige leeftijd. Weliswaar neemt de arbeid van gehuwde vrouwen hand over hand toe, maar de confectie moet nog leren met getrouwde vrouwen te werken". Maar zaken zijn zaken en een bedrijf dat te lang en te veel verlies lijdt, moet naar alternatieven uitzien. In het geval van de confectie worden die in het goedko pe buitenland gevonden. Men kan daar Zelf een be drijf stichten, men kan ook een bepaald produktievo- lume huren in een bestaand bedrijf of, als derde mo gelijkheid, een contract afsluiten in geld. Dat laatste doet Van Heek en het bevalt hem uitstekqnd. Hij stuurt stof, modellen en alles naar Joegoslavië en be taalt alleen het loon. Commercie Als de Joegoslaven het zo goed kunnen, waarom nemen ze dan niet zelf de hele overhemdenproduktie in de hand? Van Heek: „Voor hen geeft de modische markt problemen. De commerciële kennis en het verkoop apparaat ontbreken. Wat dat modische aspect betreft, redden ze het nooit, ook niet in de toekomst. Boven dien worden zij in harde valuta betaald, en risicoloos. Het commerciële risico is voor ons". In wezen zijn de Nederlandse confectiefabrikanten daar mee weer handelaar geworden, en Van Heek geeft dat eigenlijk wel toe. „Wij blinken uit in de handel. Door de stijging van de loonkosten verliest Nederland een groot deel van zijn waarde als industrieland". Evenals velen van zijn collega's die naar het buiten land zijn gevlucht, is Van Heek ervan overtuigd dat de confectie-industrie in Nederland geen lang leven meer is beschoren. „Ik geloof wel dat er in Neder land hele kleine, gespecialiseerde bedrijven mogelijk zullen blijven, maar de kledingindustrie als zodanig zal zich, zeg tussen nu en tien jaar, naar elders ver plaatsen". Vakbondsman De Wolf noemt dat „sterk uitgedrukt". Het is zo moeilijk om tien jaar vooruit te kijken", zegt hij. „Natuurlijk, er zijn nu tendenzen dat de con fectie uitwijkt. Maar denk eens aan de textiel in de jaren vijftig: «toen was er een moordende concurrentie uit Japan. Er werden allerlei commissies opgericht om daar iets tegen te doen. Maar daar hoor Je nu niets meer van. De lonen in Japan zijn zodanig om- hooggegaan dat het gevaar geweken is. En hoelang zullen de lonen in landen als Joegoslavië laag blij- van? Nee, er zal ongetwijfeld confectie in Nederland blijven". (van onze corresoondent Robert Whymant) TOKIO Dé lange arm van de Zuidkoreaanse geheime dienst (KCIA) reikt nu al over de grenzen van zijn wettelijke in vloedssfeer. Dit zegt de leider van de oppositiepartij van Zuid-Koreau. Kim De-Jung, in Tokio. Kim De-Jung die 46 pet van de stemmen kreeg als te genstander van Park Tsjoen Hie bij de presidentsverkiezin gen in 1971, zegt dat de „grijp armen van de agenten tot in de Koreaanse gemeenschap pen in de hele wereld reiken", om een groeiende internatio nale beweging tegen de rege ring van president park, de kop in te drukken. Kim is nu in Japan om de basis van de beweging te verbreden. Een paar dagen geleden glipte hij .onopgemerkt Tokio binnen- en ontkwam teminste dat gelooft hjj aan de ongewens te attenties van de KCLA. Tij dens de hele bijeenkomst stond er een lijfwacht vlak naast hem, én dat herinnerde er zo aan de de vrcegere pre sidentskandidaat lange tijd bo ven aan de zwarte lijst van de KCIA gestaan heeft. Op een vorige reis naar Tokio bleek Kims assistent een agent van de KCIA te zijn die alle namen van Kims bezoe kers kende en alles wist wat er gezegd was. Kortgeleden werd een bijeenkomst in San Francisco waar Kim een toe spraak hield, verstoord door KCIA-agenten die hem lastige vragen stelden en hem beko gelden. Kims waarde is aan zienlijk toegenomen sinds hij zuid Korea verlaten heeft kort voor de nieuwe grondwet afge knndigd werd, waarin de vrij heid van de gewone man be perkt werd en de macht van de president nog deed groeien. In Washington kan Kim volop kritiek leveren op de regering van Park en zijn contacten in de Senaat en het Congres nog wat verstevigen. Eerder dit jaar heeft hjj zjjn „Comité voor Korea's demokractie en hereniging" opgericht, dat hij nu door middel van discussies met sympathisanten in J&pan probeert te vergroten. Kim probeert de slappe opposi tie die zijn derde macht voert om te buigen tot een krachtige weerstand. Natuurlijk heeft de KCIA tot taak gekregen om er voor te zorgen dat deze derde macht kapot gaat. De geheime dienst heeft al aardig wat ervaring met overzees werk. Het vroe gere hoofd van de KCIA, Kim Hyong-Woek. die nu naar de Verenigde Staten gevlucht is schiep een spionagesysteem over de gehele wereld com pleet met een door Amerika geleverde verbindingsuitrus ting, om zo een stevige greep te houden op Koreaanse emi granten en overzeese studen ten. In 1967 zijn er verhalen in de pers verschenen over ontvoe ringen uit Westduitse en Fran se universiteiten. Minder uit gebreid is er geschreven over de rol van de KCAI agent van Cadogan Square die de weten schappelijk medewerker van Cambrdge Pak Nosu, terug lokte naar Seoel om hem daar vervolgens terecht te stellen. Deze methodes zijn een van de factoren die geleid hebben tot de huidige golf van anti-Park gevoelens onder de anti-communist sche Koreanen in het Buitenland, die Zuid-Ko rea een warm hart toedragen. De acties van de KCIA in het buitenland kwamen uitgebreid in het nieuws 'toen Lie-Yai hyon, voorlichtingsambtenaar aan de Koreaanse ambassade m New York, vorige maand asiel vroeg. Hij beschuldigde de KCAI ervan dat ze veel van de 100.000 Koreanen in de Verenigde Staten scherp in het oog houdt en hen bedreigt met wraaknemingen op fami lieleden in Korea als ze anti- Park bijeenkomsten organise ren. De activiteiten van de KCIA in Japan, dat de groot ste overzeese Koreaanse ge meenschap heeft, schijnt aan zienlijk opvallender en meer verspreid te zijn. De activitei ten van de agenten z(jn gro tendeels gericht tegen de Ko- reahen die geen lid meer zijn van de Koreaanse vereniging, die onder controle staat van de regering in Zuid Korea, maar die een eigen organisa tie hebben. Flke keer als deze doorbraak- groep vergadert proberen de KCIA agenten te ontdekken wie er aan meedoen. De aan hangers van deze groep ont vangen geregeld de volgende dag telefoontjes, waarin ze door de KCIA bedrrigd wor den. Soms, wordt zond.r enge aanwijsbare reden een in Ja pan wonende Koreaan gear resteerd als hij Korea bezoekt. Een jonge Koreaan die aan.de universiteit van Tokio gestu deerd heeft, en wiens naam niet genoemd mag worden, wilde na een zakenreis in Seoel net in het vliegtuig naar Japan stappen, toen een groep mannen zich op hem stortte en hem in een wachtende auto duwde. Hij werd naar het hoofdkwartier van de KCIA ge bracht en daar bijna een week lang ondervraagd. Hij werd uitgekleed, aan het plafond gehangen en geslagen door ondervragers die elkaar afwisselden. Hij werd in ijs koud water ondergedompeld en toen de koude nachtlucht ingeduwd, waar hij uren al leen gelaten werd. Hij werd weer geslagen niet in het ge zicht maar op de borst en on derbuik. zodat zijn wonden met zichbaar zouden zijn. Nu. acht maanden later wordt bij nog steeds in een zieken huis in Tok o behandeld. Hij loopt moeilijk, cn kan niet lang staan. Hij is vrijgelaten, deels door de inspanningen van hooggeplaatste famillele- d n. maar meer omdat de KCIA er »rlj snei achterkwam dat ze geen enkel bew js had den dat hij sympathiseerde met de anti-Park beweging. Voordat ze hem vrij lieten ciwong de KCIA hem ertoe zijn stilzwijgen te bewaren. Als hij zou spreken over zijn ervarin gen zouden er represaille maatregelen tegen zijn fami lieleden In Korea genomen worden. En als hij zou praten zou hjj een „auto-ongeluk" krijgen. Omdat de meeste slachtoffers van de KCIA gedwongen wor den te zwijgen, is er relatief gezien maar weinig bekend over de dingen die er gebeu ren tijdens de ondervragingen in het hoofdkwartier van de KCIA in Namsan en in andere plaatsen. De belangrijkste ba sis waarop de KCIA werkt, is dat zonder machtiging gear resteerd en ondervraagd kan worden. De Koreanen hebben zelf geen enkel verweer tegen de mishandelingen van de agenten want de KCIA is al leen verantwoording schuldig aan de president. Builen Korea leiden de activitei ten van de KCIA zo nu en dan tot conflicten met de autoritei ten. De ontvoering van studen ten in 1967 veroorzaakten een storm van protest van de zijde van de Westduitse regering, Er gëan geruchten dat de ac tiviteiten van de KCIA in de Verenigde Staten door de FBI onderzocht worden. Volgens Kim DeJunc zijn de Koreaanse ambassades, consu laten handelsmaatschappijen en de verenigingen voor Koreaan se emigranten en studenten geïnfiltreerd door agenten van de CIA. Om zo te gaan of cr mensen tegen de lijn van de regering ingaan. HU zegt dat de geheime dienst nu alles in het werk stelt om de op richting van de derde macht te voorkomen. Vrienden van de vroegere presidentskandi daat houden rekening met de mogelijkheid dat de KCIA hem wel eens zou kunnen ver moorden. De anti-Park beweging kent al leen het Ideaal van Kim De- Yung: de verspreide krachten van de oppositie weer te bun delen. HU gelooft dat hU de K< 'TA-agenten in het buitenland altUd een stap voor Is: „Ik blijf nooit .anger dar, een dag of twee op dezelfde plaats". VIERHOUTEN De edelacht bare heer mr, dr. W. Schenk zit in een blauw boezeroentje in een caravan op enkele me ters afstand van zijn tweede woning in de bossen bij Vier houten, terwijl de regen zacht jes tikt. Geen bef, geen toga. niet het eerbiedafdwingende wit en zwart, maar een man in zijn tuin, die terugblikt op 45 jaren bij de rechterlijke macht. De caravan Is uitverkoren als gespreksterrein „want de kin deren weten dat ze opa hier niet mogen storen". Mr. dr. Schenk beleeft zijn laat ste betaalde vakantie, nu zijn tijd als president bij de Zwol se rechtbank voorbij is. Hij is 70 geworden en met professo ren en notarissen is dat het moment om heen te gaan. Hij kwam laat in het nieuws, door de volgende uitspraak uit zijn 14 vellen l^nge afscheids speech: „Ik geloof dat er voor extremis ten van rechts noch links in de rechterlijke macht plaats kan zijn: hun ontbreekt de gave van het genuanceerd denken, de gave om de betrek kelijkheid der dingen te zien, een gave voor de rechter on ontbeerlijk". En op hetzelfde velletje, enkele regels verder: „Ik ontken dat de rechterlijke macht thans nog teveel de trekken van een besloten ex clusiviteit vertoont, die vreem de elementen (wie zijn dat overigens?) eerder afweert dan aantrekt. In zijn alge meenheid is die stelling on juist. In mijn loopbaan heeft men mij nog nooit naar mijn politieke gezindheid gevraagd, noch naar het beroep van mijn vader. Ik doe het zelf ook niet". Door de telefoon, twee dagen voor het gesprek: „Dat zijn maar enkele zinnen geweest uit mijn speech. Ik vind het onbehoorlijk om die woorden onvolledig en zo met een vette kop naar voren te halen in de kranten". Dit alles gezegd met zachte, aristocratische stem met inge bouwde academische kraakjes die het ergste doen vermoe den. Maar in zijn caravan die gelaten de tranen van de zo mer over zich laat gaan, komt een ander mens naar voren. Fanatisme Mr. Schenk bedoelt met extre misten niet zozeer belijders van politieke rand-filosofieën, maar eerder lieden wier den ken in fanatisme is verstard. Op politiek terrein, maar ook op het gebied van godsdienst, ethiek en moraal. Zelf staat hij zoals dat alleen ln Nederland gezegd kan worden „links van het midden". Desgevraagd geeft hij zijn re cept voor een goede rechter: „Hij moet in de eerste plaats een goede jurist zijn. En hij moet in de praktijk van het le ven een zekere rijpheid ver worven hebben. Hij moet ook in de praktijk van het leven staan". Mr. Schenk sluit zich aan bij de woorden van prof. Ter Heide: „Een rechter moet gevoel heb ben voor wat er in een bepaal de bevolking op een bepaald moment en op een bepaalde plaats leeft. Neem de porno grafie. Tijden geleden werd ie mand vervolgd die keurige plaatjes van naakte vrouwen verkocht. En dat noemden ze toen pornografie". Maar nu denken we anders over pornografie. Is dan zo'n man destijds ten onrechte veroor deeld? „Nee, want het ging om de nor men van toen. Wat toen be hoorlijk of onbehoorlijk was. Er zijn altijd mensen die hun tijd vooruit zijn. Een rechter mag vooral niet ach teruit zijn. Hij zal moeten kiezen". Dan ben je als verdachte toch maar overgeleverd aan de normen van de rechter. Hoe kan bijvoorbeeld een 70-jarige rechter een 20-jarige drug-ge bruiker juist beoordelen? Er zit 50 jaar tussen? Mr. Schenk: „Moet hij dan door een 20-jarige berecht worden? Dit blijft een spanningsveld in de rechtspraak. De rechter moet de wijsheid hebben om te onderkennen wat er in zijn tijd leeft. Maar hij moet ook geremd zijn". Huizen kraken Hoe staat mr. dr. Schenk tegen over moderne fenomenen als huizen kraken? „Tegen een kraker zou ik zeg gen: „goeie vriend, ik heb be grip voor uw toestand, maar het mag nu eenmaal niet" Want waarom moet op deze wijze de huiseigenaar het slachtoffer worden van de wo ningnood? En zijn er niet an deren die meer voor een wo ning ln aanmerking komen? Ik kan een kraker wel begrij pen. Zo'n zaak moet je overi gens niet op de rechter spelen, maar allereerst op de uitvoe rende macht. En hetzelfde geldt voor de staking. Je kunt er niet onderuit dat staken een wanprestatie is. In sommige situaties kun je dit middel nog wel accepteren, maar ook hier moet de wetgever spreken. Als een rechter een staking ver biedt, wordt hem dit direct verweten. Maar Je moet de rechter niet lelijk aankijken, maar de wetgever. Echter Je samengesteld. Mr. Cnoop meende Ug^er een aanzienlijk groter percentagerechters van conw&atieve éi), confes sionele nuTze en gezindheid is dat overeenkomt met de ver houdingen onder de bevolking. Hij was er voorstander van, dat alle politieke richtingen tenminste enkele geestesver wanten In de rechterlijke macht kunnen terugvinden. Kunnen we wel van een rechter begrip verwachten voor de nieuwste stromingen? Mr. Schenk: „Men ziet de rech ter als een instituut tot bohoud van het bestaande. Van de ene kant Is dit waar. Wij zijn in het algemeen geen nieuwlich ters. Maar we hebben wel de gelijk oog voor nieuwe ontwik kelingen. Je moet aanvaarden als goed rechter dat er dingen zijn die veranderd moeten worden". Nederig JURY RECHTSPRAAK Eenzaam HOOGST VER WERPELIJK" Moet een verdachte in Neder land niet nederig zijn, in net pak verschijnen, kort haar hebben en bij voorbaat krui pen, wil hij gehoor bij rechter vinden? Mr. dr. Schenk: „Dat Is niet waar. Er zijn een aantal ritue len, maar die dienen om de procedure zo eerlijk mogelijk te laten verlopen in het belang van de verdachten. De inrich ting van vele zittingzalen is onjuist. Zo stond het podium in Zwolle vroeger wel vijf tre den boven de verdachte moest je zo op hem neerkij ken. Nu, ik vind een of treden voldoende om de zaal te kunnen overzien. En een verdachte hoeft voor mij niet lang te blijven staan of edel achtbare te zeggen. En als hij liever lange haren heeft, dan moet hij dat zelf weten. En nederigheid? Ach. niemand hoeft nederig te zijn". Deugt het systeem van straffen en maatregelen wel? Mr. dr. Schenk maakt een pan tomime van hoofd en handen. Tenslotte zegt hij „Tja, Ik weet ook niet hoe het beter moet. De strafrechtspraak bij de rechters daarom vaak weinig fn tel. Je bent zo machteloos. WIJ kunnen geen adekwate maatregelen nemen. Gevangenisstraf is ook Niet alles? Mr. dr. Schenk: „Dan drukt u het nog zachtjes uit. Maar dat moet je de rechter niet verwij ten. De pedagogen en de ago gen en God mag weten wie. moeten dat maar oplossen. Van de ene kant moet iemand weten dat hij de norm ge schonden heeft. Want je kunt een verdachte ook niet alleen bekijken als een ongelukkige patiënt. Dat gaat mij weer te ver. En wat moet Je doen? Schadevergoeding opleggen? Maar dat is vaak veren een kikker plukken. Het is het wanhopige, het onbevredigen de van dit werk bij civiele zaken heb je meer bevrediging van de oplossing". Jury-rechtspraak? Mr. dr. Schenk: „Hoogst ver werpelijk, rechtspreken Is een vak en niet Iets voor leken. Ze zeggen dat de volkswil bij Ju ry-rechtspraak meer tot uiting komt Het publiek roept al tijd om bloed". kunt je als rechter niet van een oordeel onthouden. Je moet een beslissing nemen". Mr. dr. Schenk reageerde met zijn opmerkingen over „extre misten" en „niemand heeft me naar mijn politieke gezind heid gevraagd" op een artikel ln het Nederlands Juristenblad van zijn Amsterdamse collega mr. A. J. Cnoop Koopmans. Deze schreef dat de rechterlij ke macht trekken van klasse- justitie zal blijven vertonen, zolang zij niet veelzijdiger is Tot slot: „Ik ben voor kleine rechtbanken. Die grote zijn vaak net machines. ZIJ zijn zo overladen met werk dat men aan rustige overweging niet toekomt. En Ik ben voorstan der van collegiale recht spraak. Dus een meervoudige strafkamer die zo gevarieerd mogelijk is samengesteld, op dat ook In de raadkamer bij de beoordeling vun vragen over de behoorlijkheid van bepaalde houding e.d. het ant woord niet van één man (of vrouw- afhangt en zo genuan ceerd mogelijke meningen naar voren komen. Dit geldt ook voor de kantonrechter. Die is zo eenzaam. Hij zou In moeilijke gevallen ook van een meervoudige kamer gebruik moeten kunnen maken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 11