Kinderboekweek
Acht zilveren griffels
Naast lettermens ontstaat beeldmens
De „beste
drie van
het jaar
DRIEMAAL „GOUD" BIJ OPENING VAN
Gouden Griffel-winnaar Henk Barnard'
i9itIJDAG 26 OKTOBER 1973
LEÏDSE COURANT
-
Links: Gouden Griffel-verzame
laar is Jan Terlouw. Hij kreeg er
al een in 1971 en werd thans voor
zijn „Oorlogswinter" opnieuw be
kroond als schrijver van het beste
jeugdboek 1973.
Rechts: Voor het eerst is er dit
jaar ook goud voor illustraties.
De prijs, de Gouden Penseel gaat
naar Margriet Heymans voor
haar „Holiidee de Circuspony".
Morgen, zaterdag 27 oktober is
de eerste dag van de Kinderboe
kenweek. Die week is ingesteld
om kinderen bij te brengen hoe
belangrijk het lezen is. Het is
dus een feestelijke week voor
kinderen, maar toch ook een
beetje feest voor volwassenen.
Voor de boekverkopers, maar
ook voor de mensen die de boe
ken schreven en illustreerden.
Extra feestelijk wordt het op de
eerste avond van de Kinderboe
kenweek voor hen die hun werk
bekroond zagen. De jury kende
acht Zilveren Griffels toe. maar
de meeste lof gaat naar de men
sen wier boeken werden uitge
roepen als „beste" van het jaar.
Dat zijn:
Links: Henk Barnard, vooral
bekend als t.v.-man (hij was de
man achter Pipo, Ja zuster nee
zuster en tal van andere produk-
ties). Maar hij schreef ook enke
le kinderboeken en zijn laatste
„De Marokkaan en de kat van
tante Da" verdiende Gouden
Griffel 1973 als beste kinder
boek.
De luipaard
„De Luipaard", het jeugdboek van Cecil Bödker heeft, een Zil
veren Griffel meegekregen. Op dit compliment kan dan bijna
niet anders volgendan een zoen van de recensent. Die zou dan
overdrachtelijk kunnen bestaan in de constatering, dat het hier
gaat om een spannend en positief verhaal, rondom een Afri
kaanse jongen Tibeso, die een veedief ontmaskert. Sommige
elementen door de schrijfster ingevoerd, zijn niet helemaal lo
gisch in het verhaal in te passen, maar daaraan zullen de Jeug
dige lezers zich niet veel gelegen laten liggen. Een goed ge
schreven verhaal, in uitstekend Nederlands overgezet door Jan
F. de Zanger en verzorgd uitgegeven bij Leopold N.V.
Meester van de zwarte molen
Speelt het in het heden of duizend jaar geleden, het verhaal
van de twaalf jongens, die door een molenaar opgeleid In de
zwarte kunst en zich niet aan hun meester kunnen onttrekken,
tenzij door de liefde van een meisje? Het kan ook vandaag spe
len, niet vanwege de spannende zwarte magie in dit boek, wel
omdat geestkracht en chte vriendschap nodig zijn om staande
te blijven. Het door Royer-BIcker uit het Duits vertaalde boek,
getiteld Meester van de zwarte molen", is boelend geschreven,
avontuurlijk, nergens belerend en doet voortdurend een beroep
op het goede in de mens. Uitstekend voor 12 jaar en ouder. Te
recht een zilveren griffel.
(Ultg Lemniscaat Rotterdam)
Voor jou van vrouwtje
Appelwang
Een groot en vooral verrassend vertel- en leesboek samenge
steld uit verhaaltjes van Ruth Alnsworth. De eerste verhaaltjes
zijn bestemd voor kinderen van ongeveer 4 jaar, verderop zijn
ze, zonder plotselinge overgang, voor oudere kinderen, die zelf
kunnen lezen. Zinsbouw en woordkeus zijn daarbij aangepast.
De verhaaltjes zijn speels, kinderlijk en heel natuurlijk, vol
kleine boeiende voorvalletjes uit een leuk kinderleven.
(Uitg. Ploegsma; vert. H. Kernkamp-Biegel; ill. Shirley Hug
hes).
Dat is heel wat voor een kat
De dood van een poes kan een hele gebeurtenis zijn in een
klein mensenleven. Judith Viorst heeft er voor de beginnende
lezertjes en lezeresjes allesbehalve een drama van gemaakt.
De zilveren griffel, die ze ervoor gekregen heeft, mag ze dan
ook best houden, wat ons betreft. Ze maakt op een hele plezie
rige manier al klinkt dat wat tegenstrijdig het kind ver
trouwd met doodgaan, al is het Uan maar van een |>oes, die
overigens negen fijne eigenschappen heeft gehad. De tiende el-
genschap komt aan het slot. En die geeft zelfs ons ouderen stof
tot nadenken. (Ultg. Kosmos, Amsterdam, Antwerpen).
Jack Holborn
Jack Holborn, een jongeman van veertien jaar, komt royaal
aan zijn avontuurlijke trekken wanneer het schip waarop hij
als verstekeling meevaart in handen valt van piraten. Hinderla
gen, een smokkelhaven, spoken en een barre tocht door een
oerwoud, vormen de ingrediënten van „Jack Holborn" een ver
haal dat op boeiende wijze door Leon Garfield wordt verteld.
Dit boek is zijn Zilveren Griffel ten volle waard. Vooral voor de
knappe vondsten die er in werden verwerkt om de aandacht
van de lezer vast te houden. (Ultg. Leopold Den Haag).
Candy kom terug
Niet veel mensen zullen zich zo intens in de huid van een hond
kunnen werken en nog kunnen schrijven ook, als de van oor
sprong Nederlandse auteur Melndert de Jong die in het Ameri
kaans Candy kom terug schreef. De zilveren griffel die hij
won is hem van harte gegund. Hij beschrijft het levenvan een
zwervertje alsof hij in een vorig leven alle ellende van zo'n
hondje heeft meegemaakt en alle vreugde. De compositie is
hecht, de avonturen volgen elkaar in hoog tempo op, maar
gaan als presleze stukjes vloeiend In elkaar voer.
Lotte uit de Kabaalstraat
De t.v. heeft Astrid Lindgren Europese faam bezorgd als
schrijfster van (kinderboeken. Dat Pippi Langkous geen toevals
treffer was bewijst overigens „Lotte uit de Kabaalstraat", dat
een zilveren Griffel verdiende. Astrid schrijft heel nuchter van
de psyche van zo'n hummel uit en dat maakt Lotte voor alle
andere kleine meisjes gewoon erg herkenbaar. (Uitg. Ploegsma
Amsterdam).
De soul brothers en sister Lou
(U, M. Westfirealand, Hoorn).
Lezend in het boek „DE Soul Brothers en Sister Lou" van Kris
tin Hunter (vertaling Beccy de Vries, uitgeverij Leopold Den
Haag) begrijpt men waarm dit boek de zilveren griffel gekre
gen heeft. Er wordt anmelijk een zeer eigentijds probleem rond
drang naar ook eigentijdse muzikale uitingen ervan. Ons heeft
het rassenvraagstuk in Amerika in behandeld, met daarbij de
vooral de vertling vn ee
vooral de vertaling van de „soul" liederen getroffen.
Henk Barnard, nu 51 jaar, vond zo'n twintig jaar ge
leden de supportersschare thuis voor zijn speelse
fantasieën zeggen en schripve één dochtertje
m ontoereikend en begon kinderverhalen te schrijven
voor het Vrije Volk. Daar bleef, het niet bij. De ver-
telsels groeiden allengs uit tot boeken. Zijn laatste
v pennevrucht „De Marokkaan en de kat van tatne
Da" werd uitgeroepen tot het beste kinderboek
van 1973. Barnard kreeg er een Gouden Griffel voor.
Nu wil het geval dat Henk Barnard behalve schrij
ver van kinderboeken ook de man is achter televi-
sieprodukteis als de Piposeries, Ja Zuster Nee Zus
ter, Klatergoud, Spreekuur Schrijvers en In vertrouw
de Handen. Het maakt hem bij uitstek geschikt om
te filosoferen over het onderwerp „televisie en kin
deren" waarover nogal wat misverstanden bestaan.
Als hij daarover een boom opzet, komt hij tot de
volgende bespiegelingen.
„Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst heeft Jftt
gedrukte woord centraal gestaan in de communicatie
tussen mensen. Het beeld werd in de meeste gevallen
alleen als versiering gebruikt, bijvoorbeeld in de
vorm van illustraties. Het is dan ook geen wonder
dat er een groot wantrouwen ontstond bij de gelet
terde mens toen het beeld als zelfstandige overbren
ger van kennis en ideeën ging werken met weinig let
ters als steun. Men redeneerde: lezen is goed, lezen
is normaal, lezen hoort; plaatsjes kijken is voor kin-
deren en voor minder ontwikkelden voor de lage
re klassen. Zo heeft het jaren geduurd voordat het
stripverhaal de erkenning kreeg die het verdiende.
Stripverhalen waren volgens de gangbare mening
voor kinderen die te lui waren om te lezen. Of ze
werden er lui van. De boekverkoper zag zichzelf
meer als cultuurverspreider dan als koopman en
weigerde strip- en beeldverhalen op de plank te heb
ben. Hij onderging dit als een daad van zelfrespect,
want het beeld was immers inferieur aan de let
ters".
T.v. .minderwaardig'
Iedereen herinnert zich nog hoe ook de in de vijfti
ger jaren van de grond komende televisie de invloed
onderging van het minderwaardige beeld. Televisie
was voor de gewone man. voor de lagere klassen
van de maatschappij. De geletterde mens keek er
niet naar en sprax erover met een zekere minach
ting. In intellectuele kringen behoorde het tot de bon
ton om geen toestel te hebben. Het ontbreken ervan
was als het ware een statussymbool. Ook het nieuwe
beeld was ondergeschikt aan de ietters. De intellec
tueel las boeken en daarmee uit.
..De enigen", constateert Henk Barnard, „die on
geacht sociale status spontaan reageerden op de
komst van de televisie, waren de kinderen. Het kind
trok zich weinig aan van de slechte image die het
beeld had. Wanneer er in het ouderlijk huis geen
toestel was, wist het heel snel een ander huis te vin
den waar de buisdroom wel te beleven viel. En de
volwassenen bleven hun bezwaren maar opstapelen.
Tv-kijken was slecht voor de ogen. Het kweekte pas
siviteit. De kinderen kwamen slaperig op school en
konden niet meer mee in de prestatieslag. En na
tuurlijk kwam ook het verwijt dat tv-kijkende kinde
ren niet meer lazen".
De werkelijkheid bleek Jammer voor de intellec
tualistische kankerpitten anders. Er kwamen on
derzoeken en die wezen uit dat alle aangevoerde be
zwaren ongegrond waren. Zo toonde de NOS-enquè-
te „Jeugd en televisie" zonneklaar aan dat door kin
deren in de lagere schoolleeftijd lezen veel meer als
vrijetijdsbesteding werd genoemd dan het kijken
naar de televisie. Hetzelfde onderzoek bracht zelfs
aan het licht dat televisie-kijkende kinderen eerder
meer dan minder lezen.
Twee soorten mensen
„Toch krijg je steeds weer de indruk", zegt Henk
Barnard, „dat in de wereld van het boek de televisie
als een grote bedreiging wordt ondergaan. Misschien
heeft de stormachtige ontwikkeling van het medium
daartoe bijgedragen. De jeugd heeft kennelijk zo
lang hun ouders aan het hoofd gezeurd totdat ze in
hun eigen huiskamer naar de televisie konden kij
ken, want op het ogenblik beschikt meer dan 90 pro
cent van alle Nederlandse gezinnen over een toestel.
De volledige erkenning van het beeld als zelfstandi
ge idee en informatie-overbrenger naast de letten
is dan ook onafwendbaar. We zullen rekening moe
ten gaan houden met twee soorten mensen met
beeldmensen en mèt lettermensen. Maar dit mag niet
een volledige scheiding tot gevolg hebben. De beide
media hebben mi ins inziens de taak om elkaar over
en weer te inspireren".
Henk Bamard komt dan met een paar voorbeelden.
Waar is bij het boek de mondigheid die het kind ge-
zoeken hebben uitgewezen dat bij 41 percent van de
niet bij het televisiekijken?, vraagt hij zich af. Onder
moeders hun 3- tot en met 4-Jarige kinderen zelf de
tv mogen aanzetten. Voor 9- tot en met 11-jarigen is
dat zelfs 72 percent van de gevallen een gebruikelij
ke zaak. De kinderen kiezen zelf hun programma.
„Het in contact komen met het kinderboek Is aan
zienlijk moeilijker", zegt Henk Barnard. „De open
bare leesbibliotheken doen in dit opzicht nuttig werk,
maar een ruimere spreiding van bibliotheken zou
noodzakelijk zijn en in ieder geval zou met de af
bouw van de leesgelden begonnen moeten worden.
Wat de boekhandels betreft die houden in het al
gemeen bij de inrichting van hun bedrijf veel te wei
nig rekening met hun jeugdige klanten. Soms zijn de
kinderboeken onbereikbaar ze staan gewoon te
hoog en isde angst van de boekverkoper voor het
beduimelen van zijn voorraad zo groot dat het kind
met zijn klompen aanvoelt dat het niet welkom is.
Terwijl het kind toch zijn mondigheid zal ontlenen
Wel mee-kijken, niet mee-lezen
Cijfers ter illustratie van een ander voorbeeld. Bij
de woensdagmiddaguitzendingen van de televisie
wordt door 24 percent van de moeders meegekeken
bij de leeftijdsgroep van 9 tot en met 11 Jaar. Bij de
lagere leeftijdsgroepen is dit percentage nog veel
groter. Henk Barnard: „Ik heb geen gegevens kun
nen vinden hoe deze aantallen liggen bij de begelei
ding van het kinderboek door de ouders, maar ik
durf zonder meer te veronderstellen dat dit veel lager
is dan bij de televisie. Het kinderboek wordt door de
ouders dikwijls gekocht omdat ze zich toevallig do
titel herinneren of omdat ze denken dat het goed is,
en dan ongelezen aan de kinderen doorgegeven".
Barnard ziet het op dit stuk als de taak van de tele
visie om zowel de Jeugd als de ouders voor te lich
ten. Ook al vanwege de heersende mening dat alles
wat op de televisie komt, belangrijk is. De televisie
zou het kinderboek kunnen helpen, vindt hij. Op
merkelijk is dat noch In het verleden ioch op het
ogenblik bij de televisiemakers veel belangstelling
uitgaat of is uitgegaan naar het kinderboek. Henk
Barnard: „En men kan zich er beslirt niet van af
maken met de bewering dat er voor dit onderwerp
bij de kijkers en kijkertjes geen interesse zou be
staan, want na sport is lezen voor de Jeugd de meest
beoefende vrijetijdsbesteding, zoals uit de onderzoe
ken is gebleken. Is hier misschien sprake van een
onbewuste wraak op de letters die altijd alle aan
dacht vooor zichzelf hebben opgeëist? Televisie en
kinderboek ze worden door het kind allebei ge
bruikt om te ontsnappen aan het alledaagse en om
het verlangen te bevredigen naar een betere kennis
van het werkelijke leven. De kinderen maken geen
onderscheid tussen beeld en letters. Waarom zouden
wij volwassenen het dan wel doen?"
- Het geschenk
in stripvorm
Het traditionele Kinderboe
kenweekgeschenk is dit jaar
met zijn tijd meegegaan en
heeft de vorm van een strip
verhaal. De titel is „Arthur
de Lettervreters", Paul
Hulshof maakte de tekenin
gen en Henk van Kerkwijk
|tekende voor de tekst.
cadeau vertoont een
beetje de stijl van de horror
strips maar de gebeurtenis-
blijven tamelijk vreed-
m. „Al jaren lang vechten
"uitgevers en drukkers tegen
de massa's fout gebruikte en
overbodig geworden letters",
zo luidt het begin.
„Met vuur en met chemische
afwasmiddelen wordt het
groeiende gevaar bestreden.
Desondanks komen er steeds
meer letters. Ze zijn niet te
verdelgen of te verbergen. Ze
breken door".
Daarom wordt de bio-mecha-
nicus David Muscet in de
arm genomen. Die vindt een
of ander gedrocht uit dat let
ters vreet. Het monster ver
grijpt zich aan het stripboek
van de spijbelende Arthur en
dan beginnen er allerlei
avonturen die in een enorme
vaart verteld worden. De
beeld- en woordgrappen die
overal in het verhaal ver
kerkt zijn, zullen de jeugd
zeker aanspreken verschil
lende moeilijke woorden mis
schien minder, maar per slot
van rekening staan die in As-
terix ook, hetgeen de popula
riteit niet schijnt te drukken.
Al bij al een leuk cadeau,
bijzonder geschikt voor een
regenachtige woensdagmid
dag.
Dagelijks trekt een lange stoet voedselhalers met fietse n
uit in de hoop aardappelen, spek of tarwe te kunnen t
DEN HAAG Schrijvers
van goede kinderboeken
zijn in Nederland dun ge
zaaid. Zo dun zelfs, dat de
jury, ingesteld door de
commissie Collectieve
Propaganda van het Ne
derlandse Boek, dit jaar
enige moeite heeft gehad
bij de keuze van het beste
kinderboek. Een deel van
de jury was zelfs van me
ning dat geen enkel kin
derboek uit het produktie-
jaar 1972 voor bekroning
met de Gouden Griffel In
aanmerking kwam. Dat
het uiteindelijk een boek
is geworden voor de hoog
ste (kinder)leef tijdsgroep
(10- tot 12-jarigen) is
reeds een teken aan de
wand. De jongere kinde
ren (6 tot 10 jaar) staan
in de kou; in die groep
geen enkel boek dat voor
bekroning In aanmerking
kwam.
Een teken aan de wand is
ook, dat de jury in haar
rapport aantekent, dat
van de totale kinderboe-
kenproduktie van 1972 de
boeken van buitenlandse
auteurs, vertaald in het
Nederlands, wat betreft
kwaliteit ver uitsteken bo
ven de oorspronkelijke
Nederlandse.
Het bekroonde kinderboek
is nu geworden „De Ma
rokkaan en de kat van
tante Da" van t.v.-regis-
seur Henk Barnard. Vijf
kinderen, op zoek naar
een weggelopen kat ont
dekken in een treinwagon
een Marokkaan die ille
gaal het land is ingeko
men en hier werk hoopt te
vinden. De kinderen pro
beren hem te helpen en
stoten daarbij op tal van
moeilijkheden. Een zeer
actueel onderwerp dus, al
zal men het erover eens
zijn dat het nu niet direct
een materie is voor een
uitgesproken kinderboek.
Het vraagt enig niveau
zoals de jury ook zegt en
is daarom meer geschikt
voor de oudere kinderen,
de 10- tot 12-jarigen. Deze
kunnen via dit vrolijke
verhaal wat opsteken van
de problemen die kunnen
ontstaan rond buitenland
se werknemers. Barnard
had „De Marokkaan en de
kat van tante Da" aan
vankelijk geschreven als
hoorspel. Aan de taal,
veel dialoog, is dat duide
lijk te merken.
In de serie jeugdboeken is
de hoogste bekroning we
derom gegaan naar dr
l de vreemdste karretjeser op
Jan Terlouw, kernfysicus
en Tweede Kamerlid
(fractievoorzitter van
D'66), die vorig jaar re
met „De koning van Kato
ren" naar een Gouden
Griffel schreef. Met „Oor
logswinter" heeft hij een
kanp geschreven onder
houdend en leerzaam boek
op de markt gebracht, dat
een uitstekend beeld geeft
van de situatie in Neder
land tijdens de tweede we
reldoorlog; een spannend
en zeer lezenswaardig
stukje geschi.edenis voor
de hedendaagse jeugd.
Hoofdpersoon is een 15-ja-
rige jongen, die onver
wacht betrokken raakt bij
het ondergrondse werk en
voor levensgevaarlijkse si
tuaties komt te staan. Het
is allemaal zo reëel dat
veel ouderen zich levendig
Reus Witneus luistert met aandacht naar het verhaal
van Elsje en haar circus. Illustratie uit het juist van
wege de illustraties bekroonde sprookjesboek Hollldee
de circuspony".
De Marckknan. tante Da en haar kat. drie hoofdrolspe
lers uit Hel bekroonde jeugdboek ,.De Marokkaan »n ie
kat van tante Da".
ties zullen herkennen
waarin zij zelf verkeerd
hebben. Terlouw verzuimt
niet, de verwerpelijkheid
van oorlogen te benadruk
ken. Een boek dat aanbe
volen kan worden.
De commissie Collectieve
Propaganda van het Ne
derlandse bock heeft dit
jaar een nieuwe prijs aan
de reeds bestaande toege
voegd: de Gouden Pen
seel. Het is een aanmoedi
gingsprijs voor een Neder
landse Illustrator/trice,
wiens werk nog geen alge
mene bekendheid geniet.
Na beoordeling van 36
kinder- en Jeugdboeken
waarbij naast de illustra
ties de relatie tussen
beeld en tekst een belang
rijke rol speelde, is deze
eersteling toegekend aan
de Illustratrice Margriet
Heymans voor haar pren
tenboek „Holiidee de cir
cuspony". De Jury vond
haar illustraties overrom
pelend geestig en leven
dig. Dat er op de typogra
fische vormgeving wel het
een en ander valt aan te
merken zal de jeugd een
zorg zijn.