Van Leeuwenhoek als lakenhandelaar vol interesse in de microscoop Stad Rome geen goede gastvrouw 300STE STERFDAG Hoge prijzen, steigers en dichte musea LEIDSE COURANT Het is opmerkelijk, dat in de 17e eeuw onder de 20.000 inwo ners, die Delft toen rijk was, zich een aantal figuren bevon den, die ook thans nog wereld naam en -faam bezitten. Zonder echter volledig te zijn, noemen we de rechtsgeleerde Hugo de Groot (1583-1645), de schilder Johannes Vermeer (1632-1675) en de plateelbakker en -schilder Frederik van Frij- tom (1632-1702), allen in Delft geboren. Hoewel geen Delftenaar van ge boorte mag in deze reeks van beroemdheden Reinier de Graaf niet onvermeld blijven. Hij, die zich .gelukkig geneesheer tot Delft" noemde en onder meer opzien baarde door zijn onder zoekingen op het gebied van de vrouwelijke- en mannelijke ge slachtsorganen, overleed alhier op 21 augustus 1673. Ter herin nering aan zijn 300e sterfdag werd op 11 dezer een bronzen borstbeeld geplaatst aan de Rey- nier de Graefweg te Delft. Het is De Graaf geweest, die in een brief, gedateerd 28 april 1673, gericht aan de secretaris van de Royal Sociuty, dit geleer de genootschap in Londen heeft gewezen op de werkzaamheden en ontdekkingen »an zijn Tiend en stadgenoot Anthonie van Leeuwenhoek. Zonder deze aan beveling van Reinier de Graaf wellicht het werk van de Delftse amatéur micfoscopist niet die internationale bekend heid hebben verkregen als nu het geval is. Op 15 augustus 1673 schreef Van Leeuwenhoek zelf naar Londen tin het Neder lands!); de eersie brief van een reeks van meer dan 200 welke in de volgende vijftig jaren door hem naar de Royal Society zou den worden verzonden. Uitvoe rig, vaak van tekeningen voor zien, meldde hl) alles wat hem door zijn zelf geslepen iensjes onder ogen was gekomen; kri tisch, ook vaak zichzelf corrige rend, wanneer hij bij nadere be- studering van bepaalde onder werpen tot andere gedachten kwam. In hoeverre de voorstelling van het verleden, zoals dit thans tot ons komt uit afbeeldingen, voor werpen en geschritten, beant woordt aan wat eenn^aal werke lijkheid was, valt moeilijk met een voor alle tijden acceptabel antwoord af te doen. In zekere zin ondergaat men de invloed van een dergelijke onze kerheid ook bij het bestuderen van het leven en de werken van Van Leeuwenhoek in de contekst van het denken van zijn tijdge noten. Het is opmerkelijk, dat juist in deze periode de Lege Landen een zo vooraanstaande plaats innamen met een reeks van geleerden, die de experi mentele richting van het weten schappelijk onderzoek insloegen. Naast Van Leeuwenhoek behoe ven wij slechts te wijzen op Christiaan Huygens, Jan Swam- merdam. Reinier de Graaf, 's- Gravesande en Boerhaave. De natuurkundige Petrus van Mus- schenbroek, hoogleraar te Lei den, vatte deze „nieuwe filoso- lie" in 1739 aldus samen: moeten wij alles door proe ven en waarneemingen onder zoeken, en leeren en er dan zelf denkbeelden van vormen". Veel van de reeds eeuwen als juist en onwrikbaar vaststaande waarhe den werden in deze tijd omver geworpen of aan het wankelen gebracht door experimentele on derzoekingen. Autodidact Onder de wetenschapsbeoefe naars van zijn tijd neemt Van Leeuwenhoek een bijzondere plaats in, mede door het feit. dat hij geheel een autodidact was, het Latijn de voertaal der geleerden niet sprak of schreef en geen academische op leiding had genoten. Een selfma- De graftombe van Antonie van Leeuwenhoek in de Oude Kerk te Delft. de man zou men hem vandaag noemen, die aanvankelijk uit zuiver liefhebberij „the undisco vered country" van het micros copisch kleine heeft betreden. Bekend is, dat Van Leeuwen hoek zich in 1654 wederom in Delft vestigde als lakenhande laar, hij werd op 24 oktober 1632 alhier geboren en zes jaar later in 1660 werd aange steld als „kamerbewaarder der H.H. schepenen", een post die het beste te vergelijken is met die van deurwaarder. In deze functie werd Van Leeuwenhoek op 30 september 1676 benoemd als curator in de failliete boedel van de schilder Johannes Ver meer. Zijn werkzaamheden in overheidsdienst werden in 1679 uitgebreid met de functie van wijnroeier (-ijker). Deze twee ambten tesamen leverden Van Leeuwenhoek een zodanig jaar salaris op, dat men kan aanne men dat hij financieel in goede doen was. De reden, dat Van Leeuwenhoek zich Interesseerde voor het ver vaardigen en slijpen van lenzen ligt wellicht besloten in het feit, dat de lakenhandelaar in die tijd een zogenaamde dradenteller (dus een vergrootglas) gebruikte om de zuiverheid van laken na te gaan. Van Leeuwenhoek was dus zeker gewend om met zulke instrumenten om te gaan. Het zou te ver voeren om in te gaan op de onderwerpen welke in de talloze brieven van Van Leeuwenhoek, gericht aan de Royal Society, worden behan deld. Microscopische waarne mingen in een waterdruppel, be schrijvingen van ledematen van insekten, voortbewegende zaad cellen en onderzoek van de mi In het Rijksmuseum voor de Geschiedenis der Natuurwetenschappen te Leiden hangt dit portret van Antonie van Leeuwenhoek, geschilderd door Verkolje. croscopische opbouw van gisten en schimmels wisselen elkaar af. In januari 1680 werd Van Leeuwenhoek, als bewijs van er kentelijkheid voor het vele werk, door hem verricht, het diploma van het lidmaatschap van de Royal Society toegestuurd. „Ick stont verset verrast) te vernemen, dat de Heeren leden van de Conincklijke Sociëteit mij gansch onverdient soo veel eer en waerdigheijt hadden ge lieven te bewijse, in mij te er kennen als een Ht van derselver Hooghwaerdige College al dus schrijft Van Leeuwenhoek op 13 mei 1680 aan de Royal So ciety om van zijn erkentelijk heid voor de hem aangedane eer blijk te geven. Het maakt ook op de Delftse burgerij veel indruk, dat hun stadgenoot was uitverkoren om als lid opgenomen te zijn in dit college. De leden van het Gilde der Medici, die met hun knech ten en leerlingen volgens een verordening van 1657 iedere woensdagmiddag bijeenkwamen in het Theatrum Anatomicum, lieten zich door Cornelis de Man in 1681 portretteren. Temidden van deze heren, aldus Boitet in zijn „Beschrijving der Stadt Delft", (1729): Den vermaarden philosooph en natuurkundige An thony van Leeuwenhoek, wiens afbeelding, om dit werk meer Klister bij. te zetten, hier ge plaatst is". Békend zijn de ver schillende borden van porselein en aardewerk uit die tijd waar op Van Leeuwenhoek staat afge beeld. Deze zijn thans onder an dere nog aanwezig in Museum Sypesteyn in Loosdrecht en het Musées Royaux d'art et d'histoi- re ln Brussel. De gryse wetenschap Van Leeuwenhoek, die zich on der meer door de belangstelling van binnen- en buitenlandse ge leerden en vorstelijke personen voor zijn werk. wel bewust was geworden van zijn betekenis, liet zich in 16S6 door de Delftse schilder Johannes Verkolje uit schilderen. Het schilderij dat zich thans bevindt in het Rijks museum voor de Geschiedenis der Natuurwetenschappen in Leiden, toont ons Van Leeuwen hoek, gekleed in kamerjas, aan tafel gezeten waarop onder an dere zijn diploma van het lid maatschap van de Royal Society ligt. Op bijna 91-jarige leeftijd over leed Van Leeuwenhoek op 26 au gustus 1723. Hij werd begraven in de Oude Kerk in Delft. In 1739 werd door zijn dochter Ma ria te zijner ere een gedenkte ken opgericht, dat zich aan de westzijde van het kerkinterieur bevindt. Het werd naar ontwerp van D. Jelgersma door G. v.d. Giessen vervaardigd. Van Leeuwenhoek'* vriend, de dichter Poot (1689-1733), vereer de zijn nagedachtenis met het volgende grafschrift, dat in de hardstenen zerk, aan de ingang van het graf, is gegrift. HIER RUST ANTHONIE VAN LEEUWEN HOEK. OUTSTE LIT VAN DE KOO- NINCKLIJKE SOSYTYT IN LONDEN, GEBOOREN BINNEN DE STADT DELFT OP DEN 24 OC TOBER 1632 EN OVERLEEDEN OP DEN 26 AUGUSTUS 1723, OUT SYNDE 90 JAAR, 10 MAANDEN EN 2 DAGEN. HEEFT ELK. O WANDELAER. ALOM ONTZAGH VOOR HOOGEN OU DERDOM EN WONDERBARE GAVEN, SOO SET EERBIEDIGH HIER UW* STAP HIER LF.GT DE GRYSE WEE- TENSCHAP IN LEEUWENHOEG BEGRA VEN. Dr. H. L. HOUTZAGER Het Colosseum in de steigers, een restauratie die al vele jaren duurt Het Forum Romanum dat gesloten is ROME Welbeschouwd Is Rome niet zo erg vriendelijk voor de ontelbare toeristen, die honderden en soms duizenden kilometer reisen om haar te be zoeken. Want als je die opgeto gen bezoeker zwaar laat betalen voor zijn verblijf, als je belang rijke musea sluit, uitgerekend in hoogseizoen, en als je de schoon ste gevels verbergt achter stei gers en rieten matten, dan moet je je eigenlijk niet beroemen op een eeuwenoude gastvrijheid. Een goede gastvrouw laat zich immers van haar beste zijde zien: die stelt haar mooiste ka mer en spulletjes ter beschik king en ook toont zij zich op haar mooist om haar gasten te behagen en geld is een vulgair woord als het op echte grast- vrijheid aankomt. Maar Rome is op de eerste plaats een zakelijke gastvrouw. Ze is duur voor de meeste bui tenlanders, ondanks de tuimelen de lire. Veel fraais staat in de steigers en een aantal belang rijke en bezienswaardige schat kamers is op slot. Nee van een volle hartelijkheid kun je niet spreken. Natuurlijk, Rome be roept zich op haar eeuwige Rpafi,,ratip<* schoonheid die overal te vinden Kesuiuraues is, ze biedt haar vooral voor Dat Rome een deel van haar veel noorderlingen aantrekkelij- aantrekkelijk gelaat achter mas- ke zonnewarmte en de bijbeho- kers verbergt is ook positief uit rende, nog veel aantrekkelijker te leggen. Je zou het schoon- schaduwkoelte. Ze biedt haar nog niet helemaal verinternatio naliseerde keuken en het water uit de fonteinen is nog altijd smakelijk. Dat wel, en dat zal voor velen en zeker de fijnproe vers, wel meer dan genoeg zijn. heidsmaskers kunnen noemen. Bij een eeuwige stad hoort nu eenmaal een eeuwige jeugd en dus een eeuwige schoonheid. Maar zoiets komt niet aange waaid en zelfs Rome moet werk maken van haar blijvende schoonheid. De Italiaanse rege ring en de romeinse overheid voeren een doorlopende restau ratie- en schoonmaakprogram ma uit en dus kan het gebeuren dat het Pantheon, de kerk boven aan de Spaanse trappen, diverse palazzi. zelfs de lieflijke schild- paddenfontein en het Colosseum grotendeels onzichtbaar zijn. Voor het Colosseum is dat na tuurlijk bij wijze van spreken, omdat dit zo groot is dat het nauwelijks opvalt dat een ge deelte in de steigers staat. Maar het klassieke vakantiekiekje op de bloemrijke Spaanse trappen is in geen maanden te maken. De zomers in Rome zijn heet, en elke Romein die maar even de kans schoon ziet verdwijnt zo lang mogelijk naar de bergen of naar zee waar tenminste ver koeling te vinden is. Het perso neel van de gemeentelijke mu sea vormt daarin geen uitzonde ring en wil juist in de zomer! met vakantie. „Uitgerekend als ;vij kernen." protesteren de toe- Japanners kan dat verdrietige nieuws slechts bevestigen. Och, dat het Napoleontische musea voor we ken dicht gaat zal de meeste toeristen een zorg zijn. Als je iets of alles van deze Franse keizer wilt weten, kun je elders immers veel beter tereent. Maar om veel van de keizerlijke fora uit de Roemeinse oudheid te we ten moet je toch echt in Rome zijn, maar ook die bezienswaar digheden staan dicht in augus tus. Sommige toeristen vinden zoiets niet erg. Ze hebben dan een wa terdicht excuus om een aantal verplichte nummers van hun lijstje te schrappen. Niettemin is er uit de reisbureau-wereld met een gereageerd. Er is in die kringen zelfs voorgesteld dat men de musea open zou laten en dat de reisexpioitanten voor ver vangend personeel zouden moe ten zorgen, maar in de praktijk komt van zo'n voornemen niets terecht. Overigens is het niet te verwachten dat die paar geslo ten musea een merkbare nega tieve invlied zullen hebben. De meesten hebben hun reis al maanden geleden vastgelegd en komen toch. noeg gezegd. De Romeinse mid denstand is niettemin erg blij met die invasie uit het oosten, omdat de Japanners in de regel niet met een platte beurs ko men. Om het de toeristen uit het verre Japan zo veel mogelijk naar de zin te maken, plaatsen steeds meer winkeliers borden in de etalages waarop in het Ja pans de prijzen en omschrijvin gen van de artikelen zijn aange geven. Een aardige variant op Royaal zakgeld De toeristen zijn er dit jaar ach ter gekomen dat het nodig is een beetje royaal zakgeld mee te nemen. Rome is soms onver wacht duur. Weliswaar moet hot volgens de Amerikaanse hotel magnaat Arthur Frommer mo gelijk zijn voor vijf dollar pakweg 12,50 per dag in Rome rond te komen, maar dat fabel tje Is hier rap ontzenuwd. Voor dat bedrag kun je een keer re delijk en smakelijk eten. Maar je kunt er niet van slapen en eten tegelijk en nog wat zien ook. tenzij het inderdaad de be doeling van uw Romeinse dagin deling is om liftend van het vliegveld naar de stad te reizen, uitsluitend te drinken aan ,de fonteinen, te slapen In een gast vrij klooster, alles te voet doen en alle musea over te slaan. Misschien dat de vijf dollar-trip iets Is voor avontuurlijke jonge lui die dan onvermijdelijk te recht zullen komen bij do hip pies ln Trastevere. Dat is eigen lijk een hoop moeite voor niks, omdat het Romeinse hippievolk je op geen stukken na zo inte ressant is als dat in Amster dam. FRANS WYNANDS De Via del Corso, de drukste verkeersader var tus vluchten miljoenen Romeinen de stad uit r risten, maar daar trekt dat seu. .soneel zich niks van aan. ech gehad", is hun enige com taar en omdat er gean deskircige vervangers zijn, heeft de gemeentelijke overheid moeten besluiten om de knip op de deur te doen van een aantal belangrijke gemeentelijke mu sea. De man die daarover alles te zeggen heeft, prof. Benedetto. Zoals ook in andere Europese hoofdsteden, is in Rome een dui delijke piek waar te nemen in het aantal Japanners dat dit jaar op bezoek komt. De mees ten blijven maar kort, omdat Rome slechts onderdeel is van een Europatrip die Amerikaans aandoet: alles willen zien in 15 dagen uit on thuis. Over de on mogelijkheid daarvan is al ge- Een Romeinse vrouw bestudeert de prijzen bij «ie flager, ..bevroren". De prijsstijgingen liepen de laatste tijd vï aantm 'prijzen door ijd voffedig uit de hand;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 11