WIE ZIJN DE „ECHTE" HUTSPOTTEN?
LEIDEN - Met de koraalzang en de pand
jesjassen van 3 oktober nog vers in het ge
heugen, dringt de carnavalsgedachte zich niet
onweerstaanbaar op aan een door grachten,
sloten en plassen omringde Leidenaar. Eeu
wenlang heeft de doldwaze zuidelijke bui van
de voorvasten ons koud gelaten. Wat ons be
treft bleef het onweer steeds boven de grote
rivieren hangen en keerde weer daverend
naar het genera!iteitsgebied terug. Dat men
rond de stad langzaam aan het imiteren
sloeg, deerde de nuchtere Sleutelstadbewo-
nrrs ook niet. Als er behoefte ontstond aan
enig luidruchtig vermaak, hield men het bin
nenshuis; maar eenmaal daarbuiten staken
de oud-vaderlandse zeden weer de kop op:
De Hutspotten is een rich
ting die ontstond in het
gebied van de Haarlem
merstraat. We noemen
een paar profeten van het
eerste uur: meubelverko
per Gerard Wisse, buur
man Hans Fetz, een Rob
Heruer (die er later weer
uit wou) en Jacques
Rooyakkers (vanwege hetf
S. Antoniusclubhuis, dat
tenslotte óók geëxploiteerd
moet worden). Ach, je
viert wel eens een feestje
met vrienden, een voetbal
vereniging wil wat gezel
ligheid en middenstands
feesten zijn ook niet zeld
zaam. „Maar ja", zegt
Gerard Wisse (31), „dat is
ién keer in de winter en
dan is het weer over. Dan.
ga je nakaarten over zo'n
leuke avond en links en
rechts droomt men hardop
>en gezelligheidsver
eniging." Zo is het begon
nen: het carnaval gloorde
de einder. Men
schreef kennissen aan. Of
iets voor voelden.
Na 4 dagen bleken 35 lie
den in principe bereid
de stap te praten. Op
een eerste vergadering, 9
•pril van dit jaar, kwam
de heer Rietbergen, door
gewinterd secretaris van;
de Noordwijkse carnavals
vereniging De Noordtuk-
zijn toekomstige
geestverwanten te Leiden
in hun geloof bevestigen.
Op 11 april werd De Huts-'
potten officieel op het
camavalsgebeuren losge
laten en werden negen be
stuursleden gekozen, een
soort directoire, waarin
de aanstichters alleen
nog buren Wisse en Fetz
zitting hadden, Rob He
ir werd geseculariseerd
op zijn verzoek tot de
gewone ledenstand terug
gebracht. De naamgeving
draaide rond 3 oktober,
voor Leiden magische
datum. Carnaval in Lei
den zal daaraan moeten
nnen. Nog steeds vreet
boer niet wat hij niet
kent, vandaar de centraal
staande hutspot Even
werd nog vindingrijk ge
dacht aan De Klapstuk-
en De Sleutels, De
Haringkakers en De Va-
tenbier. Het moest iets
Leids zijn. Enfin, na veel
praten werd het De Huts-
potten.
Financieel rond
Ledenwerfactie, "sneeuw
baleffect de eerste 36 le
den gingen zij aan zij
vrienden en magen langs.
Half augustus bleken 89
echtparen en 9 enkelingen
daaraan een boodschap te
hebben gehad. Voor de
Raad van Elf kwamen 15
aanmeldingen binnen, de
geschiktsten op het eerste
gezicht werden geselec
teerd, „want je moet er
wat voor doen, je hebt
een taak als gastheer tij
dens de feestavonden", zb
ons secretaris Ge
rard Wisse. Op dit mo
ment zit de Antoniusclub-
huis-accommodatie met
legen de 400 zotheidsaan
hangers vol. „In juni
moesten we al contracten
afsluiten met orkesten.
was een hele gok
toen, al zoveel geld uit te
geven. Op de Leidato heb-
re in ons standje heel
wat stickers verkocht Het
eerste seizoen kost ons
12.000 gulden, inclusief de
dure kleding. We schrok-
)ns een hoedje van
het bedrag voor de steek
van de prins: 95 gulden.
De andere steken van de
raadsleden kosten 60 gul
den. En dan moet je nog
ridderordes aanschaffen.
Een echtpaar betaalt bij
ons per seizoen 25 gulden,
.Alleenstaanden" 15 gul
den. Een loterij heeft al
.•en en ander opge
bracht en straks krijgen
m officieel camavals-
blad met advertenties. Fi
nancieel zijn we rond."
De kennismakingsavond is1
foor De Hutspotten op 21
sept, best aangeslagen. Op
10 november is de zit-
Ungsavond. Dan wordt de
Prins bekend gemaakt
0p 5 januari is er een
Peen- en Uienbal, 23 fe
bruari een bal masqué en
25 februari een middag
voor de kinderen der le
den. Sinds een paar we
len beschikt men over
vier eigen dansmariekes,
die steeds moeten opdra
ven en bekoorlijk doen.
Gerard Wisse getuigt
"We willen bewijzen, dat
carnaval een feest kan
*'jn, dat je eens mét el-
laar en niet <fver elkaar
praat; geen afstanden
'cheppen of onderscheid
d*s persoons. Dat is onze
'deologie: na het feest niet
m«er dat maskertje opzet-
doe niet zo raar. Maar er zat iets in de lucht.
Bij wie de lol dieper onder de oppervlakte zat
welde 'n ongedurige vraag op: „Waarom zij
Wel en wij niet...?" En ziedaar, in 1973 haal
den enige durfals de Leut met de zotskap
enigszins blozend, maar bezield van een pio
niersgeest, binnen de wallen.
Het heeft iets met progressiviteit te maken,
een baanbrekende gedachte. Zoals met veel
vernieuwingen het geval is, bleek ook op dit
geingebied al gauw het hek van de dam.
Binnen enkele maanden telde het „nieuwe
geloof' van De Hutspotten bijna 400 aanhan
gers (echtparen en alleenstaanden). En als
een donderslag bij heldere hemel sprong
Naar sommige gezichten te oordelen gaat feestvieren je ook niet in de kouwe kleren
zitten. Maar ja, het is nog niet de elfde van de elfde.
ten van „ik ben die en
die".
Maar hoe staan De Huts
potten .nu tegenover in
het voetspoor volgende De
Jolige Hutspotters?
„Nou", zegt Gerard Wisse
luchtig, „ik Vind het leuk
dat er een tweede vereni
ging is in een stad als
Leiden met bijna honderd
duizend inwoners. De
mensen kunnen nu een
keus maken. Alleen is het
erg jammer, dat 'de naam
is overgenomen. Die me
neer Buys was begin juli
bij me geweest: ,,ik ben
een Prins", zei 'ie,' „en ik
heb een Raad van Elf,
zonder, vereniging; kan ik
bij jullie optreden?" Ik
was een beetje overdon
derd. Ik wist toen niet,
dat hij die Jolige Hutspot
ters in zijn hoofd had. Hij
Zag dat het goed aansloeg
en begon met een eigen
club. Alleen die naam zit
niet goed, dat is .verwar
voor de mensen. Buys zei,
dat hij daar niets meer
aan kon veranderen, om
dat hij de statu
ten al in mei had opge
stuurd. Maar dat kan niet,
want hij had toen nog
geen vereniging. Hij profi
teert nu min of meer van
onze reclame, énze statu
ten moeten nog worden
goedgekeurd. Dit eerste
seizoen zal een test-case
zijn. Ook die advertenties
van Buys lijken een beetje
op plagiaat, maar dat
mag je natuurlijk nooit
zeggen. Onze reclame is
waarschijnlijk niet voor
niets geweest; we presen
teren geen troep. We heb
ben ook heel wat leden
van buiten die eerst naar
Noordwyk of Alphen gin
gen, maar ja, helemaal
droog blijf je niet op zo'n
avond en daarom zijn ze
nu bij ons, hoeven ze niet
zover te riiden."
Nog bonter
Even westelijk van de
Haarlemmerstraat, op het
Noordeinde, woont het
brein van De Jolige Huts
potters, een denominatie
van het nieuwe geloof. De
heer Johannes Buys -
Joop, zoals hij daar zit
- wil helemaal bewijzen,
dat hij het nog bonter kan
maken. Hij bereidt de ge-
daar opeens gekkenvereniging nummer twee
op het podium (van de Kleine Burcht): De
Jolige Hutspotters. Een dergelijke deraille
rende ontwikkeling is voor Leiden ongehoord;
het heeft iets onnatuurlijks. In elk geval was
onze nieuwsgierigheid gewekt en dan steek
je al gauw even je hoofd om de hoek t»ij
„die anderen". Als Romein deed je dat ver
momd, in de catacomben, tussen een drom
mensen die zich christenen noemden; je wil
wel eens weten wat er zich bij Jehova's Ge
tuigen voordoet, in alle verborgenheid wordt
er een schuchter bezoek gebracht aan de
sauna. Nou, dan mag je ook weieens met
grote ogen en kloppend hart bij carnavalsge
zinden over de drempel komen.
elf capes zitten maken,
dat wel. Je moet ergens
liefhebberij in hebben,
vind ik. Hij vindt het ge
weldig", vertrouwt ons
mevrouw Buys intussen
toe. Op de gang horen we
gerammel met ketenen,
alsof Jacob Marley voor
tijdig zijn entree wilde
maken. Joop Buys (50)
helpt als lijkschouwer op
het Hippolytusziekenhuis
in Delft de patholoog-ana
toom: interessant vak, het
zoeken naar oorzaken van
ziektes. Maar zoiets heeft
wel een tegenwicht nodig.
De deur zwaait open:
geen geest komt binnen,
maar wel iets langs, hele
maal in het wit en rood
fluweel met bont afgezet,
goudgeschoeid, in het ge
streken pak van een voor
malige Indische gouverne
mentsambtenaar (,ja ja,
de ouwe resident zit eron
der"). Prins John den
Eersten, de enig echte.
Vanavond valt er niets te
schouwen. Proclamerend,
met uitgestrekte armen
treedt hij binnen: „Na
mens mijn regering,
heb ik besluit doen uit
gaan in de randstad van
Holland.„Joop, je
bent een kwast kwijt",
signaleert mevrouw Buys
bezorgd. „Welnee", corri
geert John I, „die zit hier
achter". Zijn muts staat
zwierig met die trotse ha-
nekam; „en die ketting
wil ik nog voor geen dui
zend gulden kwijt". Kla
tergoud, maar er zitten zo
veel herinneringen uit de
afgelopen drie prinsenja
ren aan vast.
Utrechtenaar Buys woont,
compleet met Stichts ac
cent, al 26 jaar in Leiden.
In Delft was hij al een
paar jaar prins. Leiden
krijgt nu een prins met
ervaring. Hij laat knipsels,
en foto's zien die er niet
om liegen. „Ik heb al heel
wat onderscheidingen uit
gereikt en ontvangen en
staatsbezoeken afgelegd,
o.a. in Voorschoten bij de
Forse Caters. Hier in huis
kreeg ik heel wat jongens
van de Sociaal Medische
Dienst op bezoek. We kon
den ze met hun moeilijk
heden opvangen. Zo kwam
ik ook in de Brabantse en
Limburgse sfeer. Ik houd*
ervan stemming ergens in
te brengen."
Dat heeft het Hippolytus
ziekenhuis ervaren op die
eerste carnavalsavond,
vier jaar geleden. „Bij ons
in de buurt had je de Joli
ge Druiven. Wij waren in,
Delft de Vrolijke Drui
ven." Onwillekeurig valt
het ons op, dat John I
toch niet helemaal van
andermans naam kan af
blijven. „Ik word dage
lijks geconfronteerd met
het leed van anderen.
Daarbm wil ik iemand
ontlasten van zorg en
moeilijkheden. Men vroeg
mij: wanneer is hier iets
in Leiden, prins?, alles
Bij De Hutspotten werd in het St. Antoniusclubhuis al druk „kennisgemaakt" beentjes en ballonnetjes gingen
er van de vloer
kroonde leut voor in een
afgelegen slaapvertrek.'
Tien minuten doet hij er
over om zich op te tutten.,
„We geven er met ons
drieën helemaal niet om,
ik en mijn twee dochters.
Maar we hebben wel de
verpaupert hier. Men
juichte het toe wat wij
van plan waren. De heer
Wennekers van onze resi
dentie De Kleine Burcht
heb ik benoemd tot bui
tengewoon ambassadeur
van de Jolige Hutspotters.
Ons programma? 10 no
vember kroningsavond,
word ik gekroond door
vorst Schilperoort uit
Delft (heeft iets weg van
een ongeldige bisschops
wijding), 15 december
voddenbal, 19 januari
John de Eerste, thuis vorstelijk uitgestrekt op de kanapee, maar geen prins in ruste.
prinsenbal, 2 februari
groot boerenbal, 23 fe
bruari grote carnavalsa
vond, gemaskerde zotten-
avond. We gaan ook een
kindercarnaval doen. Da
tum is nog niet bekend.
Geen kommer en zorgen.
Het is de bedoeling, de
sfeer van de 3 oktobervie
ring verder uit te breiden
in gezelligheid met elkaar,
meer vriendschap en zich
ontdoen van dagelijkse
zorgen en lasten."
Ook John I zit dus vast
aan het 3 oktobersyn-
droom. Hij verwart het
bestuur van Sociëteit Mi
nerva met het 3 October-
bestuur. Hoe dan ook, hij
heeft het Minervabestuur
met alaafs ingeschakeld,
een vrouwelijk lid van het
collegium is tot ambassa
drice benoemd. Positieve
bedoelingen: carnaval vie
ren op Ypenburg, samen
met „Nijmegen", bejaar
dencentrum Leythenrode
in Leiderdorp bezoeken
(als directie het goed
vindt) en ook de kinderaf
deling van het St. Elisa-
bethziekenhuis (met
fruit). Wie betaalt dat al
lemaal? „Dat proberen
we onder elkaar te doen.
We moeten leden trekken.
Reclame kost het meeste
geld."
Het ledental bij de Jolige
Hutspotters loopt nog niet
zo erg hard. Hoevepl le
den? „Dat weet ik nog
niet, de penningmeester
moet nog bij me komen".
Prins John I beklaagt zich
een beetje: „Bij die ande
re vereniging zitten zaken
achter. De Hutspotten
hebben mij opgeroepen,
dat juich ik van harte toe:
broederlijk werken in de
sfeer van gezelligheid,
zonder concurrentie. Ik
wil niet: Jansen heeft een
zaak, dus- Jansen moet in
de Raad van Elf omdat-ie
een grote portemonnee
heeft. Bij mij is iedereen
welkom. Kan nog leden
voor Raad van Elf gebrui
ken, desnoods reserves.
Bij mij staan de i
met tranen in de ogen,
zoals ik het breng."
De naam Hutspotten acht
John I 'n bijkomstigheid:
„Iemand van ons is bij
hun vereniging gegaan.
Wij hebben ons gespeciali
seerd om die naam te
doen uitkomen op 2 en 3
oktober. De Hutspotten
beschouwen we broeder
lijk, willen hen in onze
wijsheid een staatsbezoek
brengen en omgekeerd,
samen gezelligheid in oud-
stad opbouwen, He, jullie
zitten met dezelfde naam
als wij hebben, zei ik te
gen Wisse. Maar wat
maakt dat? Het brood bij
elke bakker is ook ver
schillend. De mensen
moeten zelf proeven wat
ze willen. Ik gun die ande
ren een heel goed leven.
Trouwens, onze naam
stond in mei al vast, of
eerder, zelfs in april, Ik
heb dat stil gehouden, om
dat we met 2 oktober re
kening wilden houden. De
wanddoeken voor de resi
dentie waren ook al
klaar."
Prins John I. prins in de
veste van Leiden, prins
van de Carnavalsvereni
ging De Jolige Hutspotters
opperhoofd der Leidse
wallen, heer van haring
en wittebrood, soeverein
van lucht en hartigheid,
hertog van hutspot met
klapstuk, keizer van het
schuimend bier, triumfa-
tor van leut en gein enz.
enz. ziet geen wolken. Hij
pakt de zaken luchthartig
aan. Misschien iets té. Hij
houdt ons nog twee bood
schappen voor „carnaval
is geen seksfeest, wij be
lazeren elkaar niet" en:
„een goeie prins zoeken is
een kunst; meestal trek je
een joker". Onder dit ge
sternte gaat Leiden zijn
eerste echte carnaval te
gemoet. Het il wel even
Ton Pieters