Laat minister minimum
i.p.v. maximum aantal
eerstejaars toewijzen
Schriftelijk onderwijs
vraagt om bredere opzet
DISCUSSIENOTA WITBOEK
TOELATINGSBELEID WO
stad
College van Bestuur van RU-Leiden:
Foto-expositie
over jubileum
van koningin
in gem. archief
Rehabilitatieonderzoek
in Leiden-Noord en Kooi
WD-lijst is uitgeput
MEI. KAPPEYNE
MOET WEER IN
GEMEENTE
RAAD
Minister van Kemenade opent congres
PAGINA 3 DONDERDAG 18 OKTOBER 1973
LEIDSE COURANT
LEIDEN Een dezer dagen is de
„Discussienota Witboek Toelatings
beleid" van de Leidse universiteit
gereed gekomen. Het witboek is op
gesteld op verzoek van de Leidse
Universiteitsraad, gedaan op 16 april
aan het College van Bestuur. Het
stuk, samengesteld door de dienst
P1SA (Planning, Informatie-Syste
men en Allocatie) van het Bureau
van de Leidse Universiteit, beoogt
bouwstenen aan te dragen voor een
definitieve standpuntbepaling van de
universiteit. A.s. maandag 22 okto
ber gaat de Universiteitsraad be
spreken of dit materiaal geschikt is
om er een stevig gefundeerde me
ning op te bouwen. De delegatie van
de UR in de Academische Raad gaat
dat standpunt dan op de vergadering
van zaterdag 27 oktober a.s. van de
Academische Raad naar voren bren
gen.
Het witboek heeft daarnaast nog een
bredere rol. Het bijeengebrachte ma
teriaal kan ook voor andere raden
van de Nederlandse instellingen van
Wetenschappelijk onderwijs en voor
de Academische raad zelf een basis
voor discussie vormen. De nota is
daarom op zeer brede schaal ver
spreid in de onderwijscentra.
Aan de Academische Raad is het ten
slotte pdvies uit te brengen over het
voorstel om de Machtigingswet In
schrijving Studenten, die een geldig
heid heeft tot 1 augustus 1974, met
drie jaar te verlengen. Krachtens
deze wet kan de toelating tot het ho
ger onderwijs beperkt worden in die
studierichtingen, waarin de aanmel
ding van eerstejaarsstudenten de be
staande onderwijscapaciteit over
schrijdt..
Het toelatingsprobleem kpn volgens de
samenstellers van het witboek niet
als een los probleem worden gezien.
Maatregelen aangaande toelating
moeten daarom genomen worden
binnen het raam van het gehele on
derwijssysteem. Daarom is het vraag
stuk in het witboek geplaatst in het
kader van allerlei andere problemen,
zoals die zich momeneel in het hoger
onderwijs manifesteren: de herstruk-
turering van 't wetenschappelijk on
derwijs Posthumusde maatschap
pelijke behoefte aan afgestudeerden
en de vraag naar wetenschappelijk
onderwijs en de financiering van het
O
LEIDEN Het College van Be
stuur van de Rijksuniversiteit
van Leiden pleit in de Discus
sienota Witboek Toelatingsbeleid
voor een wijziging in de besluit
vormingsprocedure m.b.t. de
mrmeri flxi (studentenstop). Die
houdt in dat de minister niet
langer een maximum aantal
eerstejaarsstudenten vast stelt,
maar een minimum per studie
richting: „In dat geval kan im
mers de instelling.... uiteindelijk
zelf bepalen of zij studenten bo
ven het minimum wenst te aan
vaarden".
Daarbij moet de instelling (lees:
universiteit, faculteit, sub-facul
teit) rekening houden met een
eventuele „rek" in de onder
wijscapaciteit, tijdsverdeling
van de staf tussen onderwijs en
onderzoek en verschil tussen
aanmelding en capaciteit. De
procedure zal dan als volgt
zijn: de instellingen geven hun
onderwijscapaciteit op („vol
gens een nationaal uniform toe
gepaste procedure"); de minis
ter stelt dan de minima vast op
grond van verxchilcijfers tussen
aanmelding en capaciteit in het
hele land; tenslotte geven de in
stellingen dan aan de minister
het aantal studenten op. dat zij
eventueel boven het minimum
kunnen hebben, waarna de ver
deling plaats vindt.
De tweede wijziging, die In het
witboek wordt voorgesteld, is.
dat faculteiten, waar een stu
dentenstop is ingesteld, via bin
dende begrotingsafspraken fi
nancieel extra geholpen worden
om de discrepantie tussen
vraag naar onderwijs en onder
wijscapaciteit weg te werken.
Het huidige toewijzingsbeleid
van middelen door regering aan
bepaalde instellingen en vervol
gens door universiteiten aan
hun onderdelen zal het „noodlot
tige" gevolg hebben, dat studie
richtingen, die eenmaal een stu
dentenstop gehad hebben, een
steeds geringere onderwijscapa
citeit zullen krijgen.
Deze onregelmatigheden wil het
College van bestuur glad strij
ken ,,op de kortst mogelijke ter
mijn".
Het witboek geeft twee criteria
aan, op grond waarvan de ge
wenste omvang van het weten
schappelijk onderwijs en andere
bele.dsdoelstellingen kunnen
worden vastgesteld, t.w. de
maatschappelijke behoeften aan
afgestudeerden en de vraag
naar wetenschappelijk onder
wijs van de zijde van studenten.
Het eerste criterium is volgens
't witboek „op zichzelf niet zon
der meer bruikbaar". Kwanti
ficering van toekomstige behoef
ten is erg moeilijk en bovendien
kan men verschillende normen
koppelen aan-.de term „behoef
te". Hantering^van het tweede
criterium als omvangbepalende
faktor voor het wetenschappe
lijk onderwijs is op gond van
een groot aantal beleidsdoelstel
lingen aan te bevelen, aldus de
nota: „Ook andere dan „econo
mische" waarden spelen im
mers in het wetenschappelijk
onderwijs een rol".
Het witboek wil nog geen defini
tief oordeel geven over de ge
wenste ontwikkeling op langere
termijn, omdat die afhankelijk
zal zijn „van het relatieve ge
wicht dat men aan de verschil
lende beleidsdoelstellingen toe
kent". Daarom komen de aan
bevelingen van de samenstellers
op dit onderdeel hierop neer:
1) De regering schetse binnen de
eerstkomende twee jaar, op ba
sis van een aantal alternatieve
pakketten van doelstellingen de
globale consequenties voor om
vang en kosten van het hoger
onderwijs in de toekomst.
2) Vervolgens bepale de regering
of consequenties van aternatie-
ven aanvaardbaar zijn in die
zim dat de door de Rijksover
heid te dragen 'asten ook inder
daad zullen worden gedragen.
3) De uiteindelijke keuze van het
stelsel wordt bepaald door de
relatieve waardering voor de
verschillende doelstellingen-pak
ketten en de relatieve offers die
er tegenover staan.
„Handhaving van een beleid
waarbij in woord en geschrift
één enkele doelstelling dominant
wordt geacht, zoals in het Voor
ontwerp van Wet aangaande de
ontwikkeling van het hoger on
derwijs nieuwe stijl de vrije toe
lating, terwijl de praktijk toont
dat de aan de verwezenlijking
van deze doelstelling tegenstrij
dige elementen (studentenstop,
red.) een steeds meer overheer
sende plaats gaan innemen,
lijkt uit den bozen", aldus de
laatste waarschuwing van het
witboek.
LEIDEN Jan van Rhenen, de
Leidse troubadour, brengt a.s.
zaterdag zijn nieuwe program
ma „Onder Andere(n)" voor het
eerst ten gehore in café-chan-
tant ,,De Schmidscke" in de V.
d. Werfstraat.
Bij Jan van Rhenen staat de sfeer
tussen artiest, gitaar en publiek
centraal. De liedjes, die hij ten
gehore brengt, worden afgewis
seld met sketsches, waarvan,
sommige spontaan ontstaan in
samenspel met het publiek. Het
eerste liedje in het programma
vertelt over de nog steeds heer
sende „Vete" tussen België en
Nederland. De zwakheden van
beide volken worden in de
„Groot nederlandse ballade" van
Ernst v. Altena en Miel Cools
naar voren gebracht. Tenslotte
wordt er toch ten poging tót
verbroedering tussen de volken
gedaan. Dit liedje heeft de zan
ger bewust gekozen als intro
omdat dit de sfeer weerspiegelt
van zijn verdere programma,
nl. die van vriendschap, samen
zijn. samen denken en ontspan
nen „onder anderen" zijn. Jan
van Rhenen treedt in totaal drie
maal drie kwartier op.
LEIDEN ln de expositiezaal
van de gemeentelijke Archief
dienst aan de Boisotkade 2a
wordt van zaterdag 2D oktober
t/m vrijdag 9 november een
tentoonstelling gehouden van fo
to's, die op 5 september bij de
viering vam koningin Juliana's
regeringsjubileum, zijn ge
maakt.
Deze prenten werden geschoten in
het kader van een fotowedstrijd
die georganiseerd werd door de
Leidse Amateurfotografenver-
eniging. Op de tentoonstelling
zijn hehalve de inzendingen, die
de organisatoren van de wed
strijd binnenkregen, betrekking
hebben op koningin Juliana in
de s'ad Leiden. De tentoonstel
ling is geopend op werkdagen
van 9.00 tot 12.00 uur en van
14.00 tot 17.00 uur, op zaterda
gen van 9.00 tot 12.00 uur en
voorts op de volgende avonden:
23 oktober, 25 oktober, 1, 6 en 8
november van 19.30 tot 22.00
uur. De prijsuitreiking vindt
plaats op vrijdag 29 oktober om
20.00 uur
Anti-slip op
LEIDEN Op drie achtereenvol
gende zondagen zal de Turf-
marktbrug voor het verkeer
worden afgesloten in verband
met een noddzakelijke onder
houdsbeurt.
Op zondag 20 oktober zal het hou
ten wegdek worden vastgezet
terw.jl op de zondagen 28 okto
ber en 5 november het brugdek
zal worden voorzien van een an-
ti-sliplaag. Gedurende de perio
de van afsluiting wordt het ver
keer richting station omgeleid
via de Blauwpoortsbrug. terwijl
het verkeer dat de stad binnen
komt gebruik kan maken van
de Steenstraat en van de Blauw
poortsbrug. Voorts zal op zon
dag 28 oktober ook op het weg
dek van de Morspoortbrug een
anti-sliplaag worden aange
bracht.
LEIDEN Ia Lelden Noord uitvloeisel van de onlangs vol-
en de Kool zal eind oktober tooide verkenning naar de mo-
en begin november een on- gelijkheden tot rehabilitatie van
derzoek worden Ingesteld onder deze beide wijken,
bedrijven, winkeliers en consu- Naast e genaren en bewoners spe-
menien. Dit onderzoek la een len in het rehabilitatieproces ook
LEIDEN - Mej. mr. Arnelien KSap-
peyne van de Coppello keert te
rug in de gemeenteraad van
Leiden. Zij zal de heer P. J.
Taffijn opvolgen, die onlangs
wegens vertrek naar elders
moest bedanken.
Mej. Kappeyne. die al eerder lid
van de gemeenteraad was,
maar wegens werkzaamheden
in de Tweede Kamer moest be
danken. ziet zich genoodzaakt
terug te keren, omdat de WD-
kandidatenlijst door het groot
aantal mutaties is uitgeput.
Eerder bedankten na mej. Kap
peyne. mr. F. Portheine, en J. C.
Wiebenga.
Bij uitputting van de kandidaten
lijst door tussentijdse mutaties
dat men weer aanvulling moet
zoeken onder degenen, die ver
trokken.
in een raadsperiode zegt de wet, De heer Th. Wessels, die korte
tijd fractievoorzitter was, zal
het voorzitterschap overdoen
aan mej. Kappeyen van de Cop
pello.
winkels en andere verzorgende
bedrijven een belangrijke rol.
Daarom heeft een werkgroep
thans een onderzoeksplan uitge
werkt dat de volgende elemen
ten bevat:
onderzoek van winkels op het
punt vam vloeroppervlak, opvol
ging economische situatie en
ligging in de wijken.
onderzoek van de overige be
drijven, kantoren en opslag
ruimten.
steekproefonderzoek naar de
koopgewoonten van plm. 500 be
woners van Noord en De Kooi.
Bij de voorbesprekingen over de
opzet van deze onderzoeken wa
ren behalve vertegenwoordigers
van de gemeente ook betrok
ken: de rijksconsulent voor het
midden- en kleinbedrijf in Zuid-
Holland, de Kamer van Koop-
hanJel, de centrale onderne
mersverbonden, de Leidse Mid
denstands Centrale, het centraal
instituut voor het midden- en
kle n bedr'jf, het borgs'.elüngs-
fonds en de Nationale Woning
raad en Geoprojekt als pro-
jektleiders.
De onderzoeken zullen worden uit
gevoerd door de afdeling Econo
mie. Sociografie en Statistiek
van de gemeente Leiden. Bedoe
ling ;s oat het eindrapport in fe
bruari 1974 verschijnt.
tional Technology van de Open
Universiteit in Engeland cn
prof. dr. V. M. Kuznetsov, hoofd
van het Moskouse Polytechni
sche schriftelijk-onderwijsinsti-
tuut. Ook deze belde professo
ren wezen op de noodzaak van
democratisering en uitbreiding
van het schriftölijk onderwijs.
Zij lichtten dit toe met cijfers
en voorbeelden uit hun land. De
Russische professor Kuznetsov
hield een pleidooi voor een nau
we samenwerking tussen onder-
wijsexperts uit verschillende
landen.
LEIDEN Voor het tijdvak
van I september 1973 tot de
dag, waarop is voorzien in
de overname van zijn werk
zaamheden, maar uiterlijk
tot en met 31 augustus 1974.
is dr. P. W. Klein wederom
benoemd tot buitengewoon
hoogleraar in de faculteit
der letteren aan de RU te
Leiden. Hij zal onderwijs
gaan geven in de economi
sche geschiedenis.
Met ingang van de dag
waarop hij zijn ambt zal
aanvaarden is dr. F, Doele-
man benoemd tot gewoon
hoogleraar in de faculteit
der geneeskunde aan de RU
te Leiden. Hij zal onderwijs
gaan geven üi de sociale ge
neeskunde.
Gerekend van 1 september
1973 is dr. ir. A. Rörsch be-
Nieuws van
de Leidse
universiteit
noemd tot gewoon hoogle
raar in de faculteit der wis
kunde en natuurwetenschap
pen aan de RU te Leiden.
Hij zal onderw.js gaan geven
in de biochemie.
Gerekend van 1 september
1973 is dr. K. W. Gerritsma
benoemd tot gewoon hoogle-
raar in de faculteit der wis
kunde en natuurwetenschap
pen aan de RU te Leiden.
Hij zal onderwijs gaan geven
in de farmaceutische che-
Gerekend van 1 september
1973 tot en met 31 d.cember
1973 is dr. H. Tajfel weder-
om benoemd tot buitengewoon
hoogleraar in de faculteit
der sociale wetenschappen
aan de RU te Leiden. Hij zal
onderwijs gaan geven in de
sociale psychologie.
Met ingang van de dag
waarop hij zijn ambt zal
aanvaarden is dr. L. Laeyen-
decker benoemd tot gewoon
hoogleraar in de faculteit
der sociale wetenschappen
aan de RU te Leiden. Hij zal
onderwijs gaan geven in de
algemene sociologie.
LEIDEN/DEN HAAG „Het
schriftelijk onderwijs in onze
samenleving vervult een speci
fieke functie, die in de komende
tijd in betekenis zal toenemen".
Dit is de reden die de minister
van Onderwijs en Wetenschap
pen, dr. J. A. v. Kemenade, op
gaf waarom hij zijn tijd be
schikbaar stelde voor het ope
nen van het congres „schrifte
lijk onderwijs en externe demo
cratisering", dat in het Neder
lands Congresgebouw te Den
Haag plaats vond ter gelegen
heid van het 50-jarige bestaan
van de Leidse Onderwijs Instel
lingen. De minister gaf als mo
tivatie voor zijn uitspraak op de
feiten, dat het schriftelijk onder
wijs aan vele mensen een twee-
I de onderwijskans biedt en dat
de ervaringen en de methodie
ken waarvan het gebruik
maakt, ook in het dagonderwijs
de nodige aandacht krijgt en
vruchtbare resultaten oplevert.
In zijn openingsrede zei minister
Van Kemenade dat schriftelijk
onderwijs meer was dan alleen
I een leerboek. De gebruikmaking
van audio-visueie middelen, van
geprogrammeerde methoden en
j dergelijke hebben reeds voor
I uitmuntende resultaten gezorgd.
Het is daarom noodzakelijk, al
dus Van Kemenade, dat Neder-
land gaat streven naar een
Open School met een multi-me-
diale aanpak zoals in Duitsland
i en Engeland. Binnenkort zal
dan ook een Innovatie-commis
sie worden ingesteld, die tot
taak krijgt het nodige vooron-
1 derzoek te verrichten. De siinis-
I ter vond het hierbij bNanr- 'k
dat binnen de kring van het
schriftelijk onderwijs gestreefd
zal worden naar een gemeen
schappelijke aanpak en een bre
der opgezette samenwerking
met het mondelinge onderwijs.
Oud-minister dr. G. H. Veringa
trad op als voorzitter van het
congres, dat bijgewoond werd
door ruim 300 genodigden,
waaronder vertegenwoordigers
van een aantal ministeries, lo
den van de Eerste en Tweedo
Kamer, afgevaardigden uit de
verschillende onderwijssectoren,
het bedrijfsleven en represen
tanten van talloze maatschappe
lijke instanties. In zijn inleiding
tot het thema van het congres
wees dr. Veringa vooral op de
verschuiving in de belangstel
ling voor het onderwijs. „De
aandacht voor het onderwij sge-
beuren spitst zich niet meer
overwegend toe op het universi
tair onderwijs, maar is verscho
ven naar kleuter-, basis- en
voortgezet onderwijs en naar
het onderwijs aan de werkende
jongeren".
De voorzitter stelde dat bij het
vraagstuk van d* externe demo
cratisering centraal staat het
bereiken van een zo optimaal
mogelijke deelname van de le
den van de samenleving aan de
verschillende onderwijsvoorzie
ningen. De externe democratise
ring noemde hij een belangrijk
instrument op de weg naar gro
tere sociale gelijkwaardigheid.
Het is echter duidelijk, aldus de
heer Veringa over het gebruik
van radio en televisie in het on
derwijs, dat dergelijke instru
menten geen zelfstandig leven
mogen gaan leiden. Ze zullen
te allen tijde een onderdeel
moeten blijven. In het perspec
tief van de externe democratise
ring zei dr. Veringa tenslotte
nog dat, door de verschuivin
gen, die hij in het begin van
zijn redevoering genoemd heeft,
de open school een hogere prio
riteit heeft dan een open univer
siteit. Een open school, werkend
op niveau van mavo en meao,
zal een groot en tot nu toe onbe
nut reservoir van ondeirwijsvra-
genden aanboren.
Dit had de volledige instemming
van dr. Ed. D. Homer Kempfer,
verbonden aan het „Institute for
Independent Studie", gevestigd
in de plaats Reston, Virginia
U.S.A., en zodanig als gast-spre-
ker uitgenodigd. Dr. Homer
Kempfer schilderde een somber
beeld van de ingrijpende wijzi
gingen die het universitaire on
derwijs in de Verenigde Staten
ondergaat. Hij zei dat de tegen
woordige Amerikaanse universi
teiten meer en meer onderwijs
instellingen voor volwassenen
gaan worden; full-time studen
ten vormen steeds een duidelij
ke minderheid. „Bezien we deze
veranderingen dan wordt het
eens te meer duidelijk dat het
schriftelijk onderwijs belangrij
ke taken heeft te verrichten",
aldus de Amerikaanse gastspre
ker.
Aan het woord kwamen daarna
prof. dr. D. Hawkridge, direc
teur van het Institute of Educa-