Confessionle ziekenhuizen zeker nog nodig 'Kabinet-den Uyl kan zijn beloften niet nakomen' GRONDSLAG IS NOG DE MOEITE WAARD Als lid rail hetNW ben je minder afhankelijk e bon VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1973 LEIDSE COURANT PAGINA IT 1 meent, redenerend vanuit de pa tiënt: ,.De patiënt is niet alleen lichamelijk en geestelijk wat ge kwetst, hij verkeert ook vaak in angst. Hij wordt geconfronteerd met do moeilijkste vragen die er zijn: komt ik nog uit het zieken huis of niet. wat is het leven na de dood? En juist op die mo menten heeft de patiënt behoefte aan mensen die zijn levensbe schouwing delen om met hen te praten over dergelijke funda mentele religieuze zaken. Ik ge loof dat mensen die in tijden van normale gezondheid behoef te hebben aan godsdienst, deze behoefte in versterkte mate heb ben wanneer zij in het zieken huis liggen. Dit is op zichzelf al een heel goede reden om de godsdienstige basis van onze zie kenhuizen te behouden". De heer N. P. M. van Wayen- burg, neuroloog van het West- eindeziekenhuis, merkt op over de sfeer in een katholiek zieken huis: "Ik heb in de afgelopen maanden patiënten hierover on dervraagd. Het viel me op dat zij niet zeiden: we kunnen deze jude boel wel vergeten. Over het algemeen vond men de sfeer goed, anders dan in een niet- :onfessioneel ziekenhuis." De Haagse huisarts F. J. J. Ha mer brengt als zijn mening naar voren: "Een katholiek zieken huis heeft geen zin meer wan neer het voor de patiëjnt moei lijk herkenbaar is als een plaats waar een heel team vanuit een christelijk levensfilosofie werkt" Professor de Vreeze merkt tot slot op: "Vroeger vond men In katholieke kring wel dat het ka tholieke ziekenhuis desnoods dan maar medisch of technisch iets minder goed mocht zijn, als het maar kutholiek was. Ik dacht, dat we daar terecht volledig over heen zijn." Confessionele ziekenhuizen zijn zeker nog nodig in deze tijd. Dit is de belangrijkste conclusie, die men kan trekken uit een ronde-tafel gesprek, dat onlangs is ge houden over het onderwerp "ziekenhuis en confessiona- liteit". Aan het gesprek na men deel diverse autoritei ten uit de katholieke zieken huiswereld in Nederland. Een weerslag van de geda ne uitspraken is terug te vinden in het gedenkboek "Opname van een Eeuw", dat gisteren is verschenen ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het ziekenhuis Westeinde in Den Haag. Zo is de mening van professor mr. J. Th. M. de Vreeze, voor zitter van de Nationale Zieken huisraad en van de Vereniging van Katholieke Ziekenhui zen: „Voor mij telt het argu ment, dat wanneer je het oude organisatiecriterium van katho lieke en protestants-christelijke ziekenhuizen laat vervallen, ter wij! die ziekenhuizen het toch de moeite waard vinden om zich te blijven stellen op de basis van de christelijke levensbeschou wing, er vermoedelijk andere organisatiecriteria zullen ont staan. Als je in Frankrijk bent, hoor je dat er tweeduizend zie kenhuizen zijn, die op winstbasis door vennootschappen worden gedreven. Men is bang dat deze vennootschappen via de EEG de rest van Europa zullen overstro men met grote kapitalistische machten er1 achter, wanneer deze brood zouden gaan zien in de geneeskunst. Als ik deze ont wikkelingen zie, deze alternatie Belangrijk voor een katholiek ziekenhuis: gelijkgerichtheid van het team ven, dan vind ik voor deze be langrijke sociale instituten de grondslag van een bepaalde le vensovertuiging nog de moeite waard". Dr. F. J. G. Oostvogel, directeur van de Katholieke Verplegings- en Verzorgingsinstellingen, Rot terdam, stelt dat "alleen wan neer er een gelijkgericht team is, het katholieke ziekenhuis nog z.n heeft". Over de toekomst zegt hij: "Wat wij nu denken en doen, denken en doen we vanuit enze eigen situatie als katholie ken van gemiddeld vijftig jaar. Maar voor wie doen we het? De jeugd die de toekomst heeft, veegt onze ideeën met één slag van de tafel. Wij willen nog wel eens naar de kapel, wij willen nog wel eens een religieuze ver pleegster tegenover ons zien met een habijt ram, wij willen nog wel eens een kruis in de kamer. Maar de jeugd in doorsnee hecht aan dergelijke zaken niet zoveel waarde meer En dan is er nog een ander as pect. In de meeste ziekenhuizen, ook in de katholieke, is zestig procent van het personeel acht tien tot vijfentwintig jaar. Deze jonge mensen worden heel vaak op navrante wijze geconfron teerd met de problematiek van lijden en sterven, euthanasie, oud worden, dementeren en al lerlei andere levensvragen waar voor jo soms je handen ten he mel heft. We moeten deze jongen mensen binnen het kader van onze in richtingen toch iets meegeven van die grondhouding met be trekking tot de zin van lijden en sterven. Anders blijft er van het katholieke van onze inrichtingen niets over". De heer P. J. S. de Jong. voor zitter van het ziekenhuisbestuur Dreigend overschatten van eigen mogelijkheden tot schade van patiënt Zowe* in de somatische als in de psychosociale gezondheidszorg worden de medewerkers, artsen en niet-artsen, bedreigd door de verleiding hun eigen mogelijkhe den te overschatten tot schade van de patiënt. Dat stelt dr. L, M. van Dijk in het boek „Opna me van een eeuw",dat is uitge geven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het ziekenhuis Westeinde in Den Haag. Dr. van Diik meent dat met de komst van cTe gezond heidswerkers de status en de do- sitie van de arts in de gezond heidszorg veranderen en dat het zeer wel (mogelijk lijkt dat de strikte scheiding tussen arts en niet-arts zal plaats maken voor een veel rijkere schakering van gezondheidswerkers, ook alleen met een scherp omschreven be voegdheid. In deze nieuwe situatie zal de afstand tussen het hoogste en laagste niveau in deze gezond heidszorg veel groter zijn dan stappen tussen zijn. Dr. Van Dijk wijst erop dat in de toe komst het laboratorium met zijn faciliteiten volledig ter beschik king van de huisarts zal komen. Ook zal het gebruik door de huisarts van de röntgenafdeling van een nabijgelegen ziekenhuis toenemen en zullen de uitslagen van de elektrocardiografie via ;en centrale geprogrammeerde computer aan de huisarts wor den doorgegeven- Dr. Van Dijk stelt dan ook dat de arts een zo goed mogelijk ge bruik moet maken van de tech nologie, met name de computer, die niet al te ingewikkelde diffe rentiaaldiagnosen kan opstellen en zelfs een eenvoudig therapeu tisch advies. Naar het oordeel van dr. Van Dijk zal de gehele „huisartsge neeskunde" worden georgani seerd in een gezondheidscen trum. dat functioneert op het ni veau van een grote wijk of klein dorp. Het lijkt hem onwaar schijnlijk dat het stelsel van op zichzelf staande ziekenhuizen, verdeeld in particuliere instellin gen en overheidsziekenhuizen. zal blijven bestaan. Het gehele systeem munt niet uit door effi ciëntie en het is dan ook steeds moeilijker te verbergen dat niet alle competitie, die er binnen de geneeskunde bestaat, tot hogere prestaties leidt. Dr. Van Dijk: „De competitie tussen de zieken huizen onderling, het werken aan een status voor een bepaald ziekenhuis, die ver uitgaat bo ven de doelstellingen van dit be paalde ziekenhuis in dit bepaal de rayon, werkt sterk kostenver hogend en draagt weinig bij tot de kwaliteit van de gezondheids zorg". Daarnaast stelt hij dat in de specialistische geneeskunde van vandaag het honoreringssy steem meer op kwantiteit dan op kwaliteit gericht is. Dr. Van Dijk wijst in zijn arti kel op-de noodzaak van concen tratie van een groot aantal deel- specialismen per groot rayon in één ziekenhuis. Om te voorko men dat er met de andere zie kenhuizen een kwaliteitsverschil ontstaat moet men deze keten van ziekenhuizen met één staf bemannen. Daarbij zal er tussen de ziekenhuizen een zeer goede ccmmunicatie nodig zijn, waar bij van alle moderne communi catiemiddelen, zoals gesloten te- levisiecircuits, moet worden ge bruik gemaakt. Via deze com municatiemiddelen zullen consul ten kunnen worden uitgewisseld. (ADVERTENTIE) WINNAARS KAASDRAAFWEDSTRIJD Straat: Plaats: Geboortedatum: Adres bedrijf: Aard bedrijf: Willem den Wagter en Hendrik Daamen (resp. I. en r.) hebben voor het derdejaar in successie de Kaasdraafwedstrijd gewonnen. Daarmee hebben zij zich voorgoed in het bezit van de Kaas Uit Het Vuistje beleer gesteld. 'Niet tocvallig\ menen de winnaars, 'wij gebruiken het zelf ook vaak'. (NZB-foto). C.H.U.-fractievoorzitter Kruisinga: DEN HAAG - „Het kabinet-den Uyl kan zijn beloften niet na komen. Het zegt wel dat het de macht wil spreiden en de inflatie wil aanpakken, maar of het daarvan komt is een an dere zaak". Aan het woord is dr. R. J. H. Kruisinga, de nieuwe voorzit ter van de CHU-fractie in de Tweede Kamer. Op 9, 10 en II oktober zal hij tijdens de alge mene politieke en financiële beschouwingen in de Tweede Kamer het standpunt van de CHU verdedigen. Een moeilij ke opgave. Want de CHU heeft geen politieke geestverwanten in het kabinet, terwijl dat met de christen-democratische zus terpartijen KVP en ARP wel het geval Is. De drie christen democratische partijen willen nauwer samenwerken, maar de opstelling van de CHU te genover het kabinet-den Uyl zal daarbij mede ®en rol spe len. Dr. Kruisinga heeft kritiek op het kabinetsbeleid, zoals dat op de derde dinsdag van sep tember in de Miljoenennota is gepresenteerd. Zijn fractie zal niet achter de oppositie van de WD aanlopen, want de voor zichtig manoeuvrerende Krui singa wil de lijn van zijn voor ganger Tilanus voortzetten: kritiek waar nodig, steun waar mogelijk. Het moet dr. Kruisinga van het hart dat hij het kabinetsbe leid niet evenwichtig vindt. „De drukverzwaring die het kabinet het Nederlandse volk wil opleggen dient niet de doel einden die het kabinet beoogt". Naar de mening van de CHU- fractievoorzitter wordt de las tenverzwaring trouwens nog wel wat te rooskleurig voorge steld. „Wij zetten grote vraag tekens bij de revaluatie. Het kabinet stelt dat de werkge vers, werknemers en de over heid moeten bijdragen aan de de aan de bestrijding van de inflatiebestrijding. We vinden dat de overheid zelf onvoldoen- inflatie bijdraagt. Door het hele pakket van overheids maatregelen worden de zelf standigen en de middenstand eenzijdig getroffen". Dr. Kruisinga kan niet zien dat het kabinet bezig is met de „spreiding van de macht", zoals minister-president den Uyl dat graag wil. „De vakbe weging heeft toch ook macht?" Zeer ongewenst acht de CHU het dat de belastingdruk vol gend jaar met 0.6 percent stijgt. Daar blijft de lastenver zwaring niet bij, want de card- gasprijs gaat bijvoorbeeld ook omhoog. Een stijging van de belastingdruk met 0.5 percent, zoals in het program van de drie christen-democratische partijen stond, is voor de CHU „het maximum, onder voor- Dr. R. J. H. Kruisinga (51) is per l juli drs. A. D. W. Tilanus opgevolgd als fractievoorzitter vande CHU in de tweede Kamer. Evenals zijn voorganger is dr. Kruisinga arts. Hij was specialist in Leeuwarden en geneeskundig inspecteur van de Volksgezond heid in Friesland. In 1962 haalde de toenmalige minister Veld kamp hem naar Den Haag, waar dr. Kruisinga directeur weten schappelijk onderzoek en planning van het ministerie van sociale zaken en volksgezondheid werd. Zes jaar was dr. Kruisinga staatssecretaris, van 1967-1971 van sociale zaken en volksgezond heid, daarna van verkeer en waterstaat tot de komst van het kabinet-Den Uyl in mei van dit jaar. waarde dat er inzicht is op verlaging in de toekomst". De CHU wil verder het kabi netsbeleid beoordelen tegen de achtergrond van het christen democratische programma. Als KVP en ARP andere maatstaven aanleggen, dan zijn die volgens dr. Kruisinga „van de gezamenlijke stelling- name afgeweken". De nieuwe fractievoorzitter wil helemaal een CHU-man zijn. Hij zegt: „Bij onze stelling- name willen wij natuurlijk onze achtergrond in het oog houden. We zijn in principe gouvernementeel, hechten waarde aan het harmoniemo del, proberen het aanscherpen van tegenstellingen te vermij den. We hechten erg aan gees telijke waarden". Naar zijn oordeel wordt het beleid van het kabinet-den Uyl eerder gekenmerkt door het conflict-model dan door het harmoniemodel. Dat verwerpt hij. Een gevaar Is volgens hem dat geestelijke waarden in gevaar komen. Toeneming van dn ge welddadigheid en aantasting van de gezinsstructuur zijn kenmerken voor deze t'jd. Voor dr. Kruisinga zijn dit „verontrustende symptomen in de maatschappij". Behalve kritiek op de totale lastenverzwaring voor de Ne derlandse burger en de on evenredige verzwaring voor zelfstandigen en middenstand, heeft dr. Kruisinga ook ernsti ge bedenkingen tegen de ver dubbeling van de huurwaarde voor de eigen woning. Dit voorstel ontmoet grote bezwa ren. Het beleid op het gebfeó van het welzijn en milieube heer schiet naar zijn mening te kort. In de begrotingsstuk ken hadden volgens hem de wet geluidshinder moeten worden aangekondigd. Ook op het gebied van het wel zijn schiet de wetgeving te kort. Er wordt wel meer geld voor CRM uitgetrokken - waartegen dr. Kruisinga op zichzelf g<vn bezwaar zou hebben - maar te gelijk ontbreekt het uitzicht op de kaderwetgeving, op basis wuarvan een effectievere en efficiëntere besteding van de gelden tot stand kon komen. De unieraad van de CHU oor deelde, dat het voorgenomen beleid niet gematigd en rede lijk is, en geen voortzetting is van het beleid-Biesheuvel. „Als AR-fractievoorzitter Aantjes dat laatste wel vindt, laat ik dat geheel voor zijn rekening". Overigens houdt dr. Kruisinga er niet van om namen te noe men. „Het gaat mij om de za ken. De CHU-frnctlevoorzitfer wil ook nog wel even kwijt dat zijn fractie een aantal punten van het voorgenomen beleid zal steunen. Zoals het voorstel om de ondernemingsraden te versterken en met kracht te werken aan een grotere ver keersveiligheid. Volgens hem is het duidelijk dat PvdA, D'fiO en PPR hun stempel op het kabinetsbeleid hebben gedrukt. Hij moet overigens nog zien wat ze van de uitvoering van het progressieve program Keerpunt '72 terecht brengen. Op de vraag hoe lang dit kabi net het zal uithouden, ant woordt dr. Kruisinga: „Geen oordcel. het hangt van het ka binet af, of men voorzichtig manoeuvreert. Ik geloof wel dat het Nederlandse volk niet gediend is met herhaalde kabi netscrisissen". Nu KVP cn ARP wel geestverwanten in het kabinet hebben en de CHU niet, is de christen-democrati sche samenwerking op de tocht komen te staan. Dr. Kruisinga beseft dat. Ik kan niet ontkennen dat de samen werking op korte termijn moeilijk is. Er zijn natuurlijk duidelijke verschillen in opstel ling. We moeten proberen de samenwerking voort te zet ten". Als demonstratie van deze be reidheid wordt maandag a.s. een gezamenlijke vergadering gehouden van de Tweede-Ka merfracties van KVP, ARP cn CHU. „De samenwerking moet nader worden bekeken. Wij willen zo dicht mogelijk bij onze christen-democratische vrienden blijven staan. Ik zie een aantal punten gezamenlijk wel mogelijkheden ook nu op op te treden. En op de lange termijn moet de samenwerking heel ver gaan", L. A. HOOGKAMER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 17