EERSTE WERELD PREMIÈRE LEIDEN Francesco Furioso": Honegger's Dodendans in Leiden u D KUNST 0p ZICHT S VITRINEKAST In deze rubriek krijgen de lezers de gelegenheid te weten te komen welke „curiosa" hij in zijn inboedel heeft. Hiertoe behoeft men alleen een beschrijving van een voorwerp met eventueel een foto te zenden naar „Ver trouwd met oud", Redactie Leidse courant, Kort Ra penburg 2, Leiden. In deze rubriek zal het voorwerp dan uitvoerig worden besproken en op waarde getest. LANTAARN Mevrouw S. stuurde ons een foto van een groen geschilderde lantaarn. Het is een driekanti ge lantaarn de achterwand is van blik, de andere twee zijn voorzien van glas. Eén van deze twee is tevens het deurtje. Het bovenste gedeelte loopt taps toe, in het midden blijft een driehoekig gat over. Dit wordt „afgedekt" door een op kleine stutten geplaatst drie hoekig plaatje. Door deze kon- struktie kan de lucht in- en uitstromen en wordt toch de eventuele regen geweerd. Bo venop is een ringvormig hand vat gemonteerd, in de achter wand zit een gat om de lan taarn aan een spijker op te hangen. Het haakje in de lan taarn dient om een lapipje wrs.een olielampje aan op te hangen. Als de lantaarn voor een kaars -bedoeld zou zijn, zou er op de bodem een standaard hiervoor bevestigd zijn. Aangezien het een zeer eenvoudig exemplaar is, zon der duidelijke stijlkenmerken is de lantaarn moeilijk te da teren. Dergelijke lantaarns werden zowel aan het eind van de 18e als in de 19e eeuw ver vaardigd. Het maken van gla V e r t- m O r e O u t ■W' d zen lantaarns werd in noord-I- talië centrum van de glas blazerskunst ontwikkeld, en in de 18e eeuw raken zij voor al voor het gebruik in vestibu les e.d., waar men rekening moest houden met tocht, in de mode. Deze lantaarns zijn meestal zes- of achtkantig. Deze lantaarn is wrs bestemd geweest voor de gevel, gang, stal of deel. De waarde is 50,-. Japanners in LAK met een ritueel totaal-theater LEIDEN „Tenjo Sajiki is terug in het Mickery-cir- cuit. Voor velen zal dit ongetwijfeld herinnerin gen oproepen aan de Ten- jo-Sajiki-toernee van het vorige seizoen. Vooral in Gronigen zal men de spectaculaire Jashumon- avond niet licht vergeten. Toen de groep, voordat de voorstelling zou begin nen, nog midden in het geheimzinnige (en voor iedereen absoluut verbo den) concentratie-ritueel was, liet de directeur, die verdere vertraging van de aanvang wilde voorko men, het publiek de zaal binnen. De reactie van de groep was enorm. Alsof ze zich persoonlijk diep beledigd en gekwetst voelden, stormde de hele groep (31 man!) massaal vanaf het toneel de zaal in en in een welhaast strategisch verantwoorde charge, waar de Amster damse politie jaloers op kon zijn, werd binnen 30 seconden het publiek hardhandig de zaal uitge veegd, totdat de regisseur van de groep de tijd rijp achtte om de voorstelling een aanvang te laten ne- Aldus het begin van een persbulletin dat wij u niet wilden onthouden. Niet dat het erg waarschijnlijk is dat zich volgende week woensdag in het LAK- theater eendere taferelen zullen afspelen, maar de anecdote geeft wel een duidelijke indicatie van de sfeer, waarin de voor stellingen van de Japanse groep Tenjo Sajiki zich afspelen. De beste om schrijving is misschien wel die van ritueel to taal-theater, waarin alle denkbare theatrale mid delen geraffineerd worden uitgebuit. De voorstelling van volgende week, Mojin Shokan (de blinde bede laar), werd geschreven en geregisseerd door Shu- ji Terajama en levert kri tiek op de manier waarop de mens in onze moderne beschaving stelselmatig van zijn authentieke be staan wordt beroofd. Het stuk laat de mens zien als het slachtoffer van een tot het uiterste door gevoerde specialisatie, waarin hij alleen maar machteloos kan toekijken hoe alles voor iedereen gedaan wordt, tot en met dc zelfmoord toe. Men zou het kunnen betitelen als het „drama van de duisternis", waarmee dan zowel de donkere duister nis van de blinde als de lichte duisternis van het dagelijks leven bedoeld wordt. Voor taalproblemen behoeft men bij een eventueel be zoek aan het LAK-theater niet bang te zijn. De Ja panse tekst is niet be doeld als betekenis-ele ment, het is uitsluitend een der vele geluiden die bij de voorstelling horen. Veel belangrijker is het dat men zich geheel open stelt voor dit Japanse theater en dan de voor stelling gewoon over zich laat komen. Paul Korenhof. Houten objecten in „De Schakel" LE1DSCHENDAM Marus van der Made exposeert van 22 september tot 18 oktober met houten ob|ec- ten in het ktiltecentrum ,,Dc Schakel" in Leid- senhage. De kunstenaar die werkend lid is van K'70 komt uit Monster. Hij volgde ,een bouwkundige opleiding maar ging later over naar een meer creatieve richting en studeerde o.m. aan de Famous Ar- titst Schools te Amster dam. Van der Made werkt nu als grafisch ontwerper en ruimtelijke vormgever, Wethouder Van Dongen, voorzitter van de commis sie milieu en hygiën» Leidschendn.m, zal de door K'70 georganiseerde tentoonstelling zaterdag om 13.30 openen. ,,De Schakel" is op werkdagen geopend van 13.30-16.30 uur zaterdags van 10.30-16.30 uur en donderdagavond van 19 tot 21 uur. 1973 PAGINA 5 ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1973 LEIDSE COURANT KUflSl se stijl. Een schubrand zoals onder de beeldjes te zien is komt bij renaissance meube len wel voor, maar de randen met rozetten zijr» een negen tiende eeuwse inventie. Behal ve in details verschilt dit meu bel ook wat betreft de totale indruk van renaissance meu bels. Het is veel drukker dan de meubels uit die tijd, die, hoewel ze soms rijk bewerkt zijn, altijd een evenwichtige en niet een overdadige indruk maken. Een vitrinekast deed evenals dwe porseleinkast, de bonneqr du jour, de bufetten met glazen deuren etc. tot het te pronk zetten van kostbare voorwerpen. Hoewel dit na tuurlijk nog gebeurt, zal men nu het meubel zodanig kiezen dat alle aandacht getrokken wordt door de tentoongestelde objecten en niet door de kast. De waarde van deze vitrine kast 200,-. L mDhE^ ~nHet afscheld van Herman Slralegier als dirigent van het Madrtgaalkoor staat voor de deur. om precies te rijn: op di„X 25 september 111 de Stadsgehoorzaal. Ofschoon een groot verlies voor De KRO UT* he'-ui,zcmdcrliik programma centraal. De KRO zal de uitvoer,ng van „Mors responsora" van Herman Strategier rechtstreeks uitzenden, in verband waarmee men dc be zoekrs aanraadt uiterlijk kwart vóór acht aanwezig te zijn De EO zal de zaterdagavond daarna Honegger's „La danse des morts" door de aether laten klinken. Arthur Honegger schreef dit werk in 1938, drie jaar na zijn beroemd geworden „Jeanne d'Arc au Bucher". Hij noemt het een religeieuze cantate voor spreekstem, vier solisten, koor, orkest en orgel (even tueel piano). Zeer onder de indruk van de Dodendansprenten van Holbein de Jongere, schreef de dichter Paul Claudel de indrukwek kende tekst, die Honegger nauwgezet heeft gevolgd. Het werk be staat uit zeven delen, waarvan het derde, het Lamento, wordt uitge voerd door bariton en orkest, en het zesde, „Espérance dans la croix door sopraan, bariton en orkest. De overige delen zijn ge deeltelijk dubbeikorig. Na'het donder en bliksem geweld van het orkest, leidt de spreekstem de dialoog in met het koor, ontleend aan Ezechiel kap. 37. Deze dia loog gaat zonder onderbreking over in het twèede deel, de eigenlij ke „Danse des morts", waarin de bassen en alten hun tekst psal modiërend voordragen in zesachtste maat (in gescandeerde ritmen de teksten nauwkeurig volgend), waarbij izch dan het grote koor voegt (tweekwartsmaat) in een vrij contrapunt, of, zoals Her man Strategier het noemde met een quodlibettechniek, waarin de componist gebruik maakt van een gelijktijdig optreden van volks liedjes, die contrapuntisch zijn uitgewerkt. Hier het bekende „Sur le pont d'Avignon", dat werd tot: „Sur le pont de la torn on y dan se". Het kleine koor van alten en bassen zingt in deze steeds wilder worden dans de bezwerende woorden: „Bedenk mens, dat je slechts stof bent", „bedenk mens, dt je geest bent" en „bedenk mens, dat je een rots bent en op deze rots zal ik mijn kerk bouwen". Inmid dels voegt zich daarbij nog een bekende melodie, uit de Franse re volutie daterend: „Dansons la carmognole vive le son", contrapun tisch verweven met „Sur le pont". Dat niemand aan zijn lot ont komt, laat de spreker horen, die zijn stem verheft boven de werve lende ritmen en dansen, telkens onderbrekend roepend: „Le Pape" „l'évèque",1e roi"....,,le chevalier"le philosophe"...ces mes sieurs".„ces dames"ces demoiselles"..„tout le monde"en- trez la compagnie.entrez!Hier zou men zich de Holbeinprenten ten voeten uit kunnen voorstellen. Naast de bovengenoemde drie tekstelementen, die zich als een „credo" door het hele werk weven, gebruikt Honegger veelvuldig motieven (meer nog dan thema's) als bindende faktoren, en een steeds terugkc-ende „aan i uther ontleen de koraalmelodie „Je sais que mon Rédempteur vit", waarmede ook de bariton in het derde deel van zijn soio besluit. Deze motie ven en het koraal herlpven telkens in wisselende harmonieën, soms ook in wisselende ritmen. Het tweede deel «s het meest spiritueel geschreven. De solisten zijn: Ank Reinders en Esther Hillinga. sopraan, Elisabeth Cooymans, alt Jan Waayer, tenor - Bernard Kruysen, bariton (te vens de recitant in „La danse des morts") en Henk Weber, piano, het orgel in hetzelfde werk vervangend. Het Utrechts symphonie or kest heeft in de begeleiding een belangrijke taak. Deze rijk bewerkte kast is van eikehout en is rond 1900 ge maakt. Waarschijnlijk is Zuid Nederland of België het lartd van herkomst. De kast ver toont een mengeling van aller lei op eigen wijze toegepaste stijlelementen. Hoewel een dergelijk meubel nooit in de tijd van de renaissance is ver vaardigd doet de opbouw, nl. een tafel met daarop de eigen lijke kast en het afdekken van deze met een op een klassieke kroonlijst gelijkend gedeelte, aan de renaissance denken. De boog en zuilen waardoor het glas begrensd wordt en de manier waarop de twee figu ren die engiszins aan de beeldjes in bv. Franse kerkpor talen doen denken zijn'ge sneden, doet vermoeden dat men een imitatie wilde geven van de veel vroegere romaan- Leiden Het gebeurt zelden of nooit dat in Leiden de première plaats vindt van een volwassen theaterpro ductie en zeker niet als het daarbij gaat om een we reldpremière, maar dankzij de inspanningen en het en thousiasme van schouwburgdirecteur Hans van Dam is de Sleutelstad die eer nu toch ook eens te beurt geval len. Op zaterdag 29 september wordt naihelijk in het Rijnlands Lyceum de eerste voorstelling gegeven van „Francesco Furioso", een stuk van de Nederlandse au teur Mark Alexander, dat met bijzondere steun van het centrum voor Nederlandse dramaturgie te Amsterdam werd geschreven voor het Mechels Miniatuurteater uit België. In december j.l. was directeur Manu Verreth met enkele andere leden van het MMt aanwezig op het Colloquium voor Nederlandstalige theaterauteurs, waar zij kennis maakten met Mark Alexander, die tot op dat moment wel naam had gemaakt met enkele t.v. stukken (o.a. de serie „Per ongeluk" met Paul Cammermans) maar die zijn plannen om ook voor het theater te schrijven nog steeds niet verwezenlijkt had gezien. Het contact met het MMt leidde ertoe dat Alexander in januari Me- chelen bezocht, waar de plannen om gezamenlijk een theaterproduktie tot stand te doen komen vastere vor men aannam. Als Onderwerp werd het leven van de H. Franciscus van Assisi gekozen, een stof die de schrij ver reeds lang na aan het hart lag, en de vorm waarin dit gegoten zou worden, moest een soort totaal-theater worden met toneel, zang, dans, muziek qnz. Op een vo rige week gegeven persconferentie tekenden zowel au teur als uitvoerenden fel bezwaar aan tegen de bena ming „musical", immers „in een musical hangen de muzikale gedeelten er eigenlijk maar los bij, in „Fran cesco Furioso" is de muziek geheel in het theaterge- beuren geïntegreerd". Bij de conceptie van zijn stuk en met name van dc hoofdfiguur is Mark Alexander niet uitgegaan van de heilige, maar van de mens, vandaar dat niet de Latijnse naam Francisus werd gebruikt, maar de Italiaanse naam Francesco. „Ik zie Fanciscus vooral als een mens die wat te zeggen heeft", aldus de schrijver, „hij deed precies het omgekeerde van wat wij doen: hij geeft alles weg. Zijn streven is om in al les letterlijk tte doen wat Christus zegt, niet om te gaan organiseren en uitleggen" De hele houding van Fran cesco illustreerde Alexander later nog aan de hand van een detail in de kostumering: Als Francesco zijn open bare optreden begint, draagt hij geen pij, maar 'n juten zak, en onder zijn invloed dragen ook zijn volgelingen aanvankelijk alleen maar juten zakken. Op een gege ven moment'ziet zijn vriend en helper de noodzaak in om de hele schaar „leerlingen" in zekere mate te orga niseren en het uiterlijke kenmerk hiervan is dat de ju ten zak vervangen wordt door de bekende bruine pij. Francesco is het hier niet mee eens. maar ziet de noodzaak ervan in en begrijpt dat hij in de hele situa tie die dan ontstaan is zijn vriend niet meer missen kan, maar zelfs dan blijft hij nog tot het laatste mo-, ment trouw aan zijn eigen oude juten zak. Voor de op bouw van zijn stuk heeft de auteur een indeling ge maakt in drie bedrijven. Het begin is licht, opgewekt en spottend en zit vol beweging. Naar het einde toe vindt er dan langzamerhand een „verzwaring" plaats met een totale uittekening van de karakters en duidelijke veranderingen in de opvattingen in leven, dood e.d. In dramatisch opzicht stelt dit natuurlijk hoge eisen aan regisseur en uitvoerenden, omdat het gevaar dat de voorstelling als een nachtkaars uitgaat hierdoor in ster kere mate aanwezig is. Regisseur Eddy van der Auwe- ra verklaarde echter dat hij geloofde dat zij het gevaar van „afzakken" hadden weten te overbruggen door een sterke beweging en een voortdurende wisseling van sfeer. Of het Mechels Miniatuurteater in zijn opzet vol ledig geslaagd is, zal volgende week in het Rijnlands Lyceum moeten blijken. Het antwoord is aan het pu bliek. Paul Korenhof

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 5