Mammoettankers besturen zonder een druppel water IN EEN DR00GTRAINER MAG IEDERE KAPITEIN BROKKEN MAKEN Kustvaarder gezonkenj lopvarenden allen gerei „MET HET ZWEET IN DE HANDEN" IWEER SCHIP j Vier zeelui IOP WRAK VAN TANKER komen om in| ze< schuld van ramp^{jertjen (j0(|en JOORSE TANKER 'ZINKT: ÜS {WAARSCHIJNLIJK 20 DODEN. Tankers branden in l coaster ^arendej -^ain^aven: 7 doden 'eraarlijh^Kce ta„n. Zat«n)a(avon4 w«. hH i*H «m mtUiri J^RN'^WAAHSCniJNl.IjirOP BLINDE BOEI GELOPEN a Holland Op twK mijl In hït K"-k van Hollandse Cr TANKER NA BOTSING IN BRANDJ 'rörrey Canyon Scheepsdramaj apiiein draagt jn Kanaal: du'M. vrachtboot Br. Langzaam komt de kustlijn dichterbij. De roerganger stuurt de boeg' van zijn containerschip haar de haveningang, die maar drie meter van hem verwijderd is. DELFT - In de afgelopen week heeft zich een aantal ernstige scheepsrampen voorgedaan. Enkele mam moettankers en grote containerschepen zijn op de kust en op de pieren van een haven gelopen. Alleen, er heeft geen regel over in de kranten gestaan. Geen en kel berichtje over verdronken zeelieden, explosies, zin kende schepen, vervuilde stranden. De schade is dan ook beperkt gebleven omdat de ongelukken slechts op papier gebeurden. Een oefening, een nabootsing. Het gaat wel om een perfecte nabootsing. De scheeps rampen vonden plaats in een „scheeps-manoeuvreer- simulator", een soort droogtrainer voor kapiteins en officieren, die is ingericht in het gebouw van het TNO-instituut voor werktuigkundige constructies in Delft. Men heeft daar een compleet werkend model van de commandobrug van een schip. Wie staande aan het roer naar buiten kijkt, ziet het voorschip, wa ter, lucht, en, naar' gelang de plaats waar het schip zich bevindt, de kustlijn of een naderende havenmond. Dat uitzicht is echter maar drie meter alles wordt geprojecteerd op een doek van 3 bij 12 meter, maar wel zo natuurgetrouw dat de echtheid van deze simu lator verrassend is. Berichten van echte scheepsrampen zijn helaas maar al te vaak in de kranten te vinden. En daarmee is meteen het belang aangetoond van een gedegen trai nings- en bijscholingsmogelijkheid. Met het groter wovden van de schepen, tot tonnages waarvan men nog maar enkele jaren geleden nauwelijks durfde te dromen, zijn ook de gevolgen, als er een ongeluk ge beurt indrukwekkender geworden. En daarmee de verantwoordelijkheid van hen die de schepen bestu ren. In hun handen ligt het lot van een kostbaar schip, een lading met miljoenenwaarde, de levens van tientallen mensen, en de mogelijkheid tot grote schade „aan derden". Simulator Het varen met de droogtrainer, de simulator gebeurt op ware tijd. Alles duurt even lang als het in werke lijkheid zou duren. Met een eenvoudige nadering van een haven zijn de cursisten dan ook al gauw een uur bezig. Het zenuwcentrum van het hele project is de computer. Deze computer geeft alle gegevens door, •aan het instrumentenpaneel, rekening houdend met de geprogrammeerde eigenschappen van het schip en alle klimatologische omstandigheden. De computer re gelt voorts het hele projectiesysteem en de recorders die allerlei gegevens tijdens de reis noteren, zodat achteraf altijd nog nagegaan kari worden waar het eventueel fout gegaan is. De bemanning op zijn beurt geeft met de gegevens van de navigatie-instrumentenw en het buitenbeeld weer opdrachten aan de computer. Wie achter de schermen kijkt, denkt; is dat nou alles? Het projectiesysteem blijkt teleurstellend eenvoudig; de kustlijnmaquette bestaat slechts uit enkele dunne latjes, nauwelijks een centimeter hoog, die ten opzich te van elkaar kunnen bewegen. Daardoor wordt het effect verwezenlijkt, dat bijvoorbeeld twee pieren bij het binnenvaren uit elkaar wijken. Het schaduwbeeld wordt door felle lampen op het doek gebracht. Het hele uitzicht bestaat uit vier beelden die zonder storin gen in elkaar overlopen: de lucht, de kustlijn, het wa ter en het voordek van het schip. In de simulator kan men werken met zes verschillen de schepen, waarvan de gegevens in de computer zijn geprogrammeerd. Het zijn twee tankers van 250.000 ton (een leeg, de andere geladen), een kleine tanker van p0.000 ton,'en drie verschillende containerschepen. Alle gegevens van de containerschepen zijn gebaseerd- op modelproeven, omdat de schepen zelf nog op de helling lagen toen de simulator er al voor gereed ge maakt werd. In praktijk blijken die gegevens echter precies te kloppen. Denen Op de brug staan momenteel vier Denen, officieren bij de East-Asia Compay in Kopenhagen. Zij bevaren1 hier hoewel er geen druppel water aan te pas komt,' .een containerschip van 274 meter lang. Kapitein is op deze reis Ole Soustrup, zijn collega's zyn respectieve lijk roerganger, navigator en radarwaarnemer. Bij een volgende „reis" zijn de rollen weer anders ver deeld. zodat ieder ervaring opdoet met verschillende functies. Er staat windkracht acht uit het oosten, er is een stroom naar het zuiden en de snelheid van het schip is drie knopen. De manoeuvre die deze bemanning moet uitvoeren is niet zo moeilijk: onder een bepaalde hoek wordt een havenmond genaderd, waarna op en-, kele mijlen uit de kust van koers veranderd moet worden om recht tussen de pieren binnen te komen. De opdrachten die de cursisten in de komende dagen nog zullen uitvoeren nemen toe in moeilijkheidsgraad. Op het lesprogramma in Delft staan ondermeer stuur- tests in open zee om het manoeuvreergedrag van het schip te leren kennen. Dan is er de man-over-boord- procedure; hoe te handelen als iemand overboord is geraakt terwijl het tot stilstand brengen van het schip al gauw twintig minuten duurt. Daarom is de praktijk dat men in een cirkel terugvaart naar de plaats van het gebeuren, waarbij de moeilijkheid is ondanks wind en stroming weer precies op dat punt te komen. Een volgende stap is het ten anker gaan, wat vaak een langdurige zaak is omdat het schip in wind en zee stroom stil moet liggen ten opzichte van de zeebodem. Ook het naderen van een meerboei wordt geoefend, omdat de grote tankers lang niet overal in havens kunnen komen en dan laden en lossen via uit de kust gelegen boeien. Een veel voorkomende manoeuvre is het naderen en binnenvaren van havens, waarbij door de erg lage snelheden kolossale tankers nog maar nauwelijks bestuurbaar zijn, ondanks roerbladen van 70 vierkante meter. De opdrachten kunnen nog ver zwaard worden door op bepaalde plaatsen scheeps- .wrakken of boeien neer te leggen, een loods te laten op pikken of wind en stroom tijdens de vaart te verande- De kusten en havens waarmee men in de simulator werkt zijn verzonnen. Dat heeft het voordeel dat men alle omstandigheden kan veranderen, zoals waterdiep te, plaats van boeien enz. Dat zou niet verantwoord zijn als men werkte met een maquette van bijv beeld Hoek van Holland, omdat daar maar één situa tie denkbaar is: de bestaande situatie. Overigens heeft het TNO-instituut wel een maquette van Hoek vt|j Holland gemaakt. Dat was om loodsen te trainen. Ook werd in opdracht van Esso de haven van Ras'tanura in de Perzische Golf „geprogrammeerd" omdat sche pen van deze maatschappij vaak in deze moeilijke ha- 'ven komen. Dank zij de vele mogelijkheden van de computer kan. men met alle omstandigheden op zee rekening houden. Niet alleen brengt de computer snelheid en richting van water en wind in rekening, maar ook het verschil in handelbaarheid van het schip bij bijvoorbeeld 20 en 80 meter waterdiepte telt mee. Op het instrumenten paneel zijn ondermeer af te lezen de snelheid van hef schip ten opzichte van de grond, de roerhoek, 'de wa terdiepte onder het schip, toerental en stuwkracht van' de schroeven en de beweging van het schip ten opzichte van de vaarrichting. Ervaring Hoe belangrijk zo'n weekje simuleren is blijkt wel uit het feit dat de grote tankers er een maand over doen om een vracht in de Perzische Golf te laden en ergens anders op de wereld te lossen. In die tijd heeft de scheepsbemanning eigenlijk maar twee manoeuvres uit te voeren: het verlaten van de inlaadhaven en het binnenlopen van de haven van bestemming. De rest vaart men op zee, vaak met automatische piloot. In de simulator voeren de cursisten echter zoveel manoeu vres uit dat een cursusweek gelijk staat aan drie of vier jaar ervaring op zee )e manoeuvreersimulator is een dure zaak. Maat schappijen die- er hun mensen mee willen laten trai nen betalen duizend gulden per man per dag. Een' cursus wordt met minstens acht man gedraaid en duurt vijf dagen, wat dus neerkomt op zo'n 40.000 gul-' den per week. De leider van het project, de heer G. M. A. Brummer: „Maar als we met die simulator een ongeluk kunnen uitsparen is dat geld er allang uit". Ondanks de hoge kosten wordt er steeds meer gebruik gemaakt van deze simulator, die in deze vorm uniek is in de wereld. Na in april 1970 in gebruik genomen te zijn, kwamen er in 1971 18 groepen trainen, in 1972 38 groepen, en dit jaar is men nu al over de 30 heen. Er wordt gewerkt van 's morgens acht uur tot 's mid dags vier uur, soms ook met een tweede ploeg die dan „vaart" van half vijf 's middags tot één uur 's nachts. Zeker 85 procent van de cursisten zijn buiten landers. Instructeurs^ Het TNO heeft drie oud-kapiteins in dienst als free lance instructeurs. Een van hen is de heer I. Klingen die nu de Denen begeleidt. Hij heeft jarenlang in de tropen gevaren bij de Maatschappij Nederland, onder meer op de Johan van Oldenbarneveldt. De laatste ja ren voor zijn pensionering voer hij op moderne vrachtschepen, meestal in de buurt van Nieuw-Zee- land. Hij zegt „Ze lopen hier in de simulator nogal eens aan de grond. Maar dat is niet erg. Je kunt hier dingen uitproberen die je in werkelijkheid niet kunt doen". Tussen de tankers en containerschepen zit een groot verschil, vertelt hij. De tankers vervoeren een vracht van zeg 250.000 ton met een motorvermogen van 30.000 pk en een snelheid van 16 knopen per uur. De contai nerschepen daarentegen vervoeren vracht die vee .sneller op de plaats van bestemming moet zijn: bijv 55.000 ton met maar liefst 85.000 pk. Deze schepel kunnen al snelheden halen van 30, 33 knopen (50-5» kilometer per uur). Behalve voor het trainen van zeelieden wordt d Delftse simulator ook gebruikt voor research. Mei kan er bestaande of nieuwe instrumenten mee uittes ten. men kan de gevolgen voorspellen van bijv. veran deringen aan de scheepsromp of grootte en vorm va het roerblad, men kan ook onderzoek doen betreffend de bouw of verbetering van havens. De simulator is nog niet helemaal af. Men wil t. enkele dingen aan toevoegen die het droogvaren no echter maken. Er wordt nu alleen overdag gevaren terwijl men in de toekomst mogelijk ook een nacht projectie vervaardigt. De moeilijkheid daarvan is da men dan een maquette moet maken met de lichtje van boeien en havens, in diverse kleuren, knipperend stilstaand draaiend. Ook is het nu nog onmogelijk an dere schepen over het scherm te laten varen. De mulator is altijd alleen op zee. De werkelijkheid echter, bijvoorbeeld in Het Kanaal, bijna altijd an ders. Een derde beperking is ook nog, dat men maai tot 400 meter binnen de pieren een haven kan binnen, varen. Het werkelijk binnenvaren is nog onmogelijk gezien de zeer ingewikkelde projectiewijze die di; vraagt. TNO is echter aan het puzzelen om dit pro bleem op te lossen. Directeur Brummer verwacht, dat men in de scheep vaart de richting uitgaat van een verplichte regelma tige bijscholing van kapiteins en stuurlieden, zoals dal 'het geval is met piloten in de luchtvaart. Deze zijn verplicht zeer regelmatig een medische keuring en een technische herhalingsoefening te ondergaan. „Hel gaat langzaam komen dat dat ook in de scheepvaart regel wordt. Als je nu eenmaal een vaarbewijs hebl kun je daarmee op alle schepen komen. Er varen ech ter al schepen van 400.000 ton en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheid wordt zo groot, dat bij blijven een grote noodzaak is". Mist Er komt mist op (want ook dat kan in de simulator). De roerganger herhaalt het commando. Het oranje darscherm wordt voortdurend in de gaten gehouden. De kust komt langzaam dichterbij en de Deense sisten koersen hun containerschip voorzichtig op de havenmond af. Oud-kapitein Klingen: „Het mag dan spel lijken, ze staan hier herhaaldelijk met het zweet in de handen". WILLIBRORD RUIGROK Het zenuwcentrum v computer, een perfecte nabootsing van een echt schip de kaartenkamer alvast zijn volgende "droge" reis voor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 14