Inflatie en werkloosheid drukken stempel op beleid van de overheid j| Reorganisatie top defensie Nota op komst over ontwapeningskwestie „Militairen hebben recht op sociale zekerheid' Minister Duisenberg: Minister Vredeling: Nieuw voorstel gewestwet DINSDAG 18 SEPTEMBER 1973 LEIDSE COURANT DEN HAAG De miljoenennota en de macro-economische ver kenning van het centraal plan bureau schetsen geen opgewekt financieel-economisch beeld. Het kabinet komt met lastenverzwa ringen die hier en daar hard zullen aankomen. Die verzwa ringen zijn nodig om de sterk stijgende uitgaven enigszins be hoorlijk te kunnen dekken. Voor het eerst stijgen de uitgaven op de rijksbegroting boven de 50 miljard uit. Een verhoging ten opzichte van de rijksbegroting- 1973 met acht miljard- Tegen 51.068 miljoen aan uitgaven, staan 49.026 aan inkomsten. Er resteert dan een negatief saldo van ruim twee miljard gulden. De belastingontvangsten worden voor volgend jaar op 42.5 miljard geraamd. Minister Duisenberg zegt in zijn toelichting op de Rijksbegro ting: „Er heerst te lang te gro te werkloosheid, er is tegelijk reeds te lang een te grote infla tie". De regering hoopt dat zij er in samenspel met werkge vers en werknemers in zal sla gen de inflatie te beperken. Zou dat niet lukken, dan ziet het er voor de toekomst niet florissant uit. Niet alleen zal de werkgele genheid dan verder verslechte ren, maar zal het kabinet min der goed in staat zijn beleidsver anderingen door te zetten. inflatie voert ogenschijnlijk in deze miljoenennota de boven toon", aldus de minister van Fi nanciën. Hij vertrouwt erop dat ook een ondertoon van optimis me wordt gehoord, dat wordt in gegeven door de verwachting van het welslagen van het be leid. De inflatie is nog nooit zo zorg wekkend geweest. Internatio naal gezien was Nederland in 1972 koploper. In de afgelopen maanden echter snelden Italië, Japan en Engeland ons land in de inflatierace voorbij. Van juni 1972 tot juni 1973 stegen de con sumptieprijzen ln Nederland met 8.3 percent, in Italië met 11-5, in Japan met 11.1, in En geland met 9.3, in West Duits land met 7.9 en in Frankrijk met 7,4 proc. Het gaat hier om een internationaal probleem, dat Nederland gezien zijn sterke afhankelijkheid van de wereld markt onmogelijk op eigen hout je kan aanpakken. De inflatie in ons land is wel van karakter veranderd. Van over- besteding is geen sprake meer. Integendeel er wordt van onder besteding gerept. De inflatie wordt veel meer gekenmerkt door sterke kostenverhogingen, die in lonen enz. worden afge wenteld. Het kabinet acht het dan ook een allereerste taak tot matiging van lonen en prijzen te komen. Alleen als het lukt de versnel lende inflatie een halt toe te roepen, zal een bevredigende ontwikkeling van werkgelegen heid en afzet op korte en zeker op langere termijn worden be reikt, zegt minister Duisenberg. De vicieuze cirkel van stijgende prijzen in inkomens moet wor den doorbroken. Bij de matiging zullen de lagere inkomens moe ten worden ontzien. De overheid zal zich in de tariefsverhogin gen bij de openbare diensten moeten beperken, al zal hier en daar niet aan stijging van die tarieven zijn te ontkomen. Een toeneming van de reële wel vaart zit er voor de werkne mers voor volgend Jaar nauwe lijks ln. Mensen met hogere in komens zullen er op achteruit gaan. Het kabinet gaat hierbij uit van het bevorderen van rechtvaardiger Inkomensverhou dingen. De kans Is groot dat door overheveling van inkomens de besparingen ongunstig wor den beïnvloed, wat negatieve ef fecten op de Rijksbegroting kan hebben. Mazr de omvang hier van kan niet worden voorzien- Zou de inflatie niet kunnen wor den ingetoomd, dan moet voor 1974 op even grote loon- en prijsstijgingen worden gerekend als in 1973. De werkloosheid zou dan op een hoog peil blijven. In grijpen is dan ook zeer urgent- aldus de minister. Hij baseert zich op de ramingen van het Centraal Planbureau, waarbij voor 1974 wordt uitgegaan van een loonsomstijging van tien percent en een gemiddelde prijsstijging van zes percent. Zonder inflatie-bestrijding zou den de prijzen volgend jaar acht percent stijgen. Belastingdruk en sociale premies stijgen volgend Jaar samen 1.1 percent. Daarmee komt de totale druk te liggen op 49.1 percent van het nationale inkomen (be lastingdruk 30.2 percent, sociale premies 18.9 percent). Onge kend hoog ook in vergelijking met omliggende landen. Het ka binet-Den Uyl meent dat het ac cent meer op de collectieve voorzieningen moet worden ge legd. Overheidsbestedingen stijgen snel ler in prijs dan particuliere be stedingen. Bij toeneming van de Inflatie wordt de kloof tussen die twee groter. Dat leidt tot drukverzwaring, als men ten minste het voorzieningenpeil wil handhaven. Het gevaar hiervan Is dat hierdoor de inflatie wordt versterkt. Ook hier is van een vicieuze cirkel sprake. Belastingverhogingen moeten vol gend jaar 830 miljoen opbren gen- Bij het opstellen van het „dekkingsplan"heeft het kabinet zich laten leiden door het stre ven om tot rechtvaardiger inko mens- en vermogensverhoudin gen te komen. Er is op een aantal onderdelen van de rijksbegroting flink be snoeid. Desondanks bedraagt de stijging van de uitgaven 9.8 per cent. In totaal zullen de belas tingopbrengsten volgend jaar met vijf miljard gulden netto toenemen. Hoe sterk de belas tingdruk is verzwaard, blijkt uit een overzicht in de periode 19651974. In die tijd is de be lastingopbrengst met ruim 200 percent toegenomen. De belas tingdruk is gestegen van 26.1 tot 30.2 percent. Het aandeel van de kostprijsver- hogende belastingen in de totale belastingbaten is tot 1970 gelei delijk gestegen. Daarna Is meer het accent op de directe belas tingen gelegd. Deze verschui ving wordt in 1974 voortgezet, aangezien dan behalve bij de olie- en benzlne-accijns geen tariefverhogingen van de indi recte belastingen plaatshebben. De niet-belastingontvangsten bij het rijk zullen volgend jaar met ruim een miljard toene men. Het kabinet heeft in de miljoenennota ook een meerja renraming opgenomen, uitgaan de van de begroting 1974. In deze raming is het begrotings beeld voor 1976 en 1977 wat gun stiger. Een meerjarenraming wordt echter door grote onze kerheden gekenmerkt. Wil het kabinet zijn plannen uitvoeren, dan zullen op diverse begro tingsposten in de komende jaren verdere besnoeiingen moeten worden toegepast. De speel ruimte die het kabinet voor een ander beleid wordt gelaten, is niet zo groot- Minister Duisenberg: situatie moeilijk Tegen wapenwedloop; vóór ontwapening Hektrawlers en kotters voor zeevisserij DEN HAAG - Minister Brouwer trekt op zijn begroting 4,4 mil joen gulden uit voor bijdragen ter verbetering van de structuur van de zee- en kustvisserij. In 1973 was dat bedrag 4,2 miljoen gulden. In het kader van de inmiddels vervallen regeling sanering zee- vissersvloot zullen in totaal elf moderne hektrawlers gereed ko men. Daarnaast zal nog een twaalftal hektrawlers aan de vloot worden toegevoegd op grond van het EEG-structuurbe- leid, als tenminste de verwach tingen over de financiële bijdra gen hiervoor uitkomen. ftfat betreft de kotters verwacht de bewindsman in 1973 en 1974 een zeventigtal nieuwe schepen te kunnen toevoegen aan de ruim 600 eenheden tellende vloot. Een zestigtal kotters zal daarentegen worden afgestoten. DEN HAAG De regering zal aan de Tweede Kamer een nota aanbieden over het ontwape- ningsvraagstuk- Dat schrijft mi nister van der Stoel (Buiten landse Zaken) in de toelichting op zijn begroting voor 1974. De minister deelt mee dat hij van plan is in die nota op uitvoerige wijze een uiteenzetting te geven van het beleid van Nederland betreffende de ontwapening. ,,De omvang die de bewapening op vele terreinen heeft aangeno- m n, moet als overbewapening worden aangeduid, aangezien zij niet meer functioneel is ten op zichte van het vooreerst politie ke doel waarvoor ze is ge creëerd", aldus minister van der Stoel. Hij noemde overigens de wapenbeheersing en de ont wapening zaken, die horen tot de moeilijkste sectoren van het buitenlands beleid. Minister van der Stoel benadrukt in zijn toelichting de al eerder door het kabinet-Den Uyl gehul digde mening, dat er in NAVO- verband gestreefd moet worden naar een meer efficiënte verde ling van de defensietaken. De minister blijft voorts op het standpunt staan dat de druk op de NAVO-partners Portugal, Griekenland en Turkije om een democratische rechtsorde in deze landen in te voeren niet langs de weg van spectaculai re kritiek moet lopen. Enig soelaas voor midden- en kleinbedrijf DEN HAAG - Minister Lubbers (Economische Zaken) schrijft in zijn begroting voor 1974 dat voor het midden- en kleinbedrijf voor het komend jaar weer enig soelaas gevonden is. Op 1 januari van 1974 zal name lijk de tweede fase van de fisca le oudedagsreserve worden in gevoerd, waarbij het beleid er op gericht zal zijn zoveel moge lijk zelfstandige ondernemers in het midden- en kleinbedrijf en de landbouw van de voortgezet te uitvoering te laten profiteren. Indiening van een wetsontwerp tot definitieve regeling van het ca deaustelsel en van een wetsont werp tot wijziging van de Win kelsluitingswet 1951 zal door mi nister Lubbers worden bevor derd. DEN HAAG - Minister de Gaay Fortman (Binnenlandse Zaken) gaat een nieuw wetsontwerp over de gewestvorming indie nen. Het bestaande ontwerp dat momenteel bij de Tweede Kamer aanhangig is zal worden ingetrokken. Minister de Gaay Fortman deelt dit mee in de toelichting op de begroting van Binnenlandse Za ken voor het dienstjaar 1974. Kern van het nieuwe wetsontwerp is dat de regering moet uitma ken of er behoefte is aan een bepaald gewest. Voorts dient de regering de inhoud van een ge westregeling voor een bepaald gebied te bepalèn. Een en ander moet geschieden volgens hoofd lijnen die in de wel zullen ko men te staan. Iedereen in computer DEN HAAG - Binnenkort wordt begonnen met een proef voor het vormen van een centrale personenadministratie. Circa 200.000 Nederlanders zullen erin worden ondergebracht. De proef zal tenminste tot eind 1974 du ren. In de eerste helft van 1974 zal een wetsontwerp betreffende de cen trale personenadministratie worden ingediend. Rente-aftrek en kapitaal- vlucht DEN HAAG Democratisering, inspraak, zelfontplooiing en vrij heid van meningsuiting zijn on derwerpen, die minister Vrede ling van defensie omstreeks de jaarwisseling zal aansnijden in het hoofdstuk personeelsbeleid van zijn Defensienota. Hij zal die reeks nog aanvullen met on derwerpen als hiërarchische verhoudingen, gezagsuitoefening cn discipline, alsmede motiva tie. communicatie, opleiding en vorming. De minister van defensie is ook van plan ruime aandacht te schenken aan de rechtspositie van het personeel, zowel dienst plichtigen als vrijwilligers. Zij hebben recht, zo stelt hij in zijn besroting, op sociale zekerhe den. De aanwezigheid van dienstplich tigen in de krijgsmacht is, mede door voortdurende in- en uitstroming in grote getale, een belangrijke oorzaak van het voelbaar worden van nieuwe be langrijke stromingen binnen de krijgsmacht, aldus de minister. Daarnaast wil hij echter steeds voor ogen houden, dat de kern van de krijgsmacht niet wordt gevormd door de dienstplichti gen hoeveel aandacht ook de problematiek vergt, die deze categorie met zich brengt maar door de beroepsmilitairen. Het beroepspersoneel wordt da gelijks rechtstreeks met de nieuwe ontwikkelingen gecon fronteerd en voor de zeer moei lijke taak gesteld hiermee te werken. De daartoe nodige op leiding en begeleiding verdienen dan ook bijzondere aandacht. In de te verwachten defensienota zal ook worden iilgegaan op de eventuele mogelijkheden tot verkorting van de diensttijd tot 12 14 maanden. Minister Vredeling: reorganisatie Sociale zekerheid voor iedere militair DEN HAAG - Het ministerie van Financiën is begonnen met een studie van het successierecht, de vermogensbelastingen en de invoering van een vermogens winstbelasting. Deze studie zal vermoedelijk midden 1974 zijn afgerond. Ook is een studie gaande betreffende het fiscale regime voor rentebetalingen (aftrekbaarheid van rente van schulden). Deze studie komt binnen een jaar gereed. Nog eerder zal de studie over de zo genaamde kapitaal-vlucht vol tooid zijn. Het departement is al reeds gereed met de bestude ring van het vraagstuk van de waardering van pensioenver plichtingen. Over dit onderwerp is al een wetsontwerp in de maak. DEN HAAG Teneinde te ko men tot een grotere samenhang in het beleid ten aanzien van de afzonderlijke krijgsmachtdelen en om een verbetering van de besluitvormingsprocedure ln de samenwerking tussen de politie ke en civiel-militaire ambtelijke top te bereiken, heeft minister ir. H. Vredeling van Defensie besloten de structuur van de top van zijn departementaal appa raat grondig te reorganiseren. In die top komen de nieuwe functies van chef van de Defen siestaf, directeur-generaal Per soneel, directeur-generaal Mate rieel en directeur-generaal Eco nomie en Financiën. De chef Defensiestaf treedt in de plaats van de tot dusver uitslui tend met coördinerende be voegdheden beklede voorzitter van het comité Verenigde Chefs van Staven. Behalve de door deze functionaris thans nog uit geoefende taken waaronder die van vertegenwoordiger van Nederland in het militair comité van de NAVO zal het tot de taak van de chef defensiestaf behoren de bij de afzonderlijke krijgsmachtdelen opgestelde plannen voor de opbouw en uit rusting van de strijdkrachten te coördineren, te evalueren, on derling tegen elkaar af te we gen en vervolgens met zijn ad vies aan de politieke leiding voor te leggen. In deze functie is intussen zoals re ds vermeld, benoemd gene- raal-maioor Wijting van de Luchtmacht. De drie nieuwe directeuren-gene raal zullen worden belast met de behartiging van de met el kaar samenhangende of verge lijkbare elementen in de tot dus ver afzonderlijke van elkaar uit geoefende personiels-materieels- en financiële functies. De thans nog bestaande drie func ties van plaatsvervangend se cretaris-generaal bij een krijgs machtdeel vervallen Wijziging wordt ook gebracht in de orga nisatie van de top van de krijgsmachtdelen. Tot dusver werd deze in hoofdzaak ge vormd door een aan elkaar ne vengeschikt viermanschap van plaatsvervangend secretaris-ge neraal, chef staf/bevelhebber, vlagofficier personeel en mate- rieeldirecteur (bij de marine is er een vijfmanschap doordat de hoofdintendant Zeemacht er ook bij hoort). Hoe de nieuwe r ge ling zal worden zal blijken uit de nog uit te brengen defensie nota.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 13