Focke en
Meltzer
Als je een familiezaak leidt, moet
je een hobbyist met roeping zijn"
NS-GEZINSKAART SLAAT AAN
ZORGT
AL
150 JAAR
VOOR
FEESTELIJK
RANDJE
HET AARDS
BESTAAN
„De trein is nu goedkoper'
aldus een ex-autobezitter
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1973
AMSTERDAM Handelsban
ken en hofleveranciers in Neder
land hebben er een handje van
em hun namen op te sieren met
het jaartal, waarin hun zegen
rijk werk voor de mensrtieid een
aanvang nam. Zo is bet Verze
keringsconcern De Nederlanden
als sinds mensenheugenis van
1845 en stammen ook de Oude
Haagsche en de Olveh blijkens
hun briefhoofden uit diezelfde
achtenswaardige periode. De di
recties van deze bedrijven wil
len er maar mee zeggen, dat je
ze om een grote boodschap kunt
sturen en dat nazaten bij het
smartelijk verscheiden van de
Icostwinnaar bij hen op fluweel
zitten. De filosofie achter hun
openlijk beleden leeftijd is na
melijk: „kom maar bij opa op
schoot, want die is te oud om
nog streken te hebben". In feite
wordt door deze concerns open
lijk gespeculeerd op onze collec
tieve eerbied voor de bejaarden.
Wie eenmaal de leeftijd der
sierken heeft bereikt, staat voor
de rest van zijn leven boven
elke verdenking.
Ook hofleveranciers plaatsen
graag op de handgedreven bor
den aan hun gevel het jaartal,
waarop hun krasse overgrootva
der het Huis van Oranje zijn
eerste koekje van eigen deeg
liet proeven, dan wel de troon
opvolgster in één van zijn be
faamde ijzersterke kruipbroek
jes stak. Zij bewijzen hiermee
cvtrduidelijk, dat hun koninklij
ke afnemers deze aankoop
royaal overleefd hebben en dat
men dus met een gerust hart bij
hen een bestelling kan plaatsen.
Een derde categorie van oudge
dienden in de vaderlandse ne
ring heeft weliswaar nimmer de
aanvechting gehad om te koket
teren met zijn leeftijd, maar
nochtans weet iedereen, dat zij
stokoud zijn. Niemand kan we
liswaar bij benadering vertellen,
wanneer hun winkeldeur voor
het eerst van slot ging, maar
aan het^ patina, dat handel en
wandel van deze zaken bedekt
kan men toch afleiden, dat het
ongelooflijk lang geleden moet
zijn.
Je proeft hun eerbiedwaardige
ouderdom gelijk uit de voorzich-
t'ge wijze, waarop ze aan de
weg timmeren (beheerst en in
stijl), je merkt het ook aan de
wijze, waarop zij hun étalages
vullen en aan de verkoopstaf,
d;e dc klant tegemoet treedt.
Hier zoekt men meestal tever
geefs de zojuist afgestudeerde
scholieren, want deze zaken lij
ken exclusief voorbehouden aan
wakkere veertigers in blauwe
pakken met bijpassend vest en
acn overrijpe dames in deux-
pièces, die bemoedigend onder
hun verse krullen de wereld in
kijken, (hoewel er natuurlijk uit
zonderingen zijn: zie foto).
Ook de man aan de top van zul
ke zaken beantwoordt aan die
zelfde maatstaven van ijzersterk
vertrouwen en hoofse vriende-
lijkheid. Hij is nimmer het type
van de doordouwer en verwacht
van hem dan ook geen gekruide
vaktaal en belasteringen van
z.jn naaste concurrent. Hij is en
blijft de gentleman in het decen
te streepjespak, die na een ge
degen opleiding in dienst kwam
bij de man, die nu compleet met
snor en vadermoordenaar in
fletse olieverf boven zijn hoofd
hangt.* Straks zal hij in het ge
sprek ook herhaaldelijk 's-mans
ongehoord nobele inborst prijzen
en zijn gast daarbij een warme
glimlach schenken.
Dit gesprek vindt uiteraard
plaats in een sobere kamer,
wart van jongsafaan is hem in
geprent, dat bescheidenheid een
deugd is. En daarom heeft hij
er maar van afgezien om zich te
installeren in een pompeuze
prestige-zaal met hoefijzervor
mig bureau, waaraan hij de
thee geserveerd krijgt door een
afgeprijsde dame uit een recen
te Miss Holland-verkiezing. Hij
houdt het liever bij de vergeelde
blikvangers aan zijn wanden:
rijk besnorde mannen, die hem
zijn voorgegaan op het glibberi
ge ondernemerspad.
Stijlvol
Fcul Meltzer behoort duidelijk
ook tot die snel slinkende groep
van stijlvolle ondernemers. Hij
ontvangt zijn gasten inderdaad
in een rommelige kamer boven
zijn winkel aan de Amsterdamse
Kelverstraat en laat daar door
een ruim bemeten werkster een
kopje koffie brengen, dat hij te
voren als „geurig" heeft om
schreven. Het gesprek zal hij
enkele malen moeten onderbre
ken voor een telefonisch onder
houd met één van zijn klanten.
Het zijn de enige keren, waarop
men een beginnende korzelig
heid bij hem ontdekt. Dan zegt
hij bijvoorbeeld: ,,Hè mevrouw,
wat is dat nou vervelend, dat u
die theepot nog niet in huis
hebt. Ik weet het, ik weet het
mevrouw. Natuurlijk heeft u
recht op die theepot. Maar de
kwestie is, dat in het door u ge
wenste Wedgwood-servies juist
de theepot een hele moeilijke
zaak is. Was het maar de vlees-
schaal, die u miste. Dan bracht
ik hem bij wijze van spreken
vanmiddag nog persoonlijk naar
u toe. Maar uitgerekend de thee
pot ligt moeilijk. Maar ik beloof
u: ik bel vandaag nog naar En
geland en ga onmi ddellijk adhter
uw theepot aan. Nee, dat is be
loofd mevrouw. Graag gedaan
mevrouw. U hoort nog van ons".
Als hij de hoorn heeft neerge
legd plooit Paul Meltzer een be
grijpende glimlach op het vader
lijke geziciht. „Kijk", leg: hij
uit, „bij ons worden zulke klan
ten nog door de directeur per
soonlijk te woord gestaan. Dat
is eer. kwestie van stijl. Per
soonlijke aandacht is toevallig
onze grote kracht. Nu moet ik
wel toegeven, dat het steeds
moeilijker wordt om een fami
liebedrijf te leiden. Vind maar
eens binnen de beperkte kring
van je zonen of je neven en
nichter. een kundig figuur, die
ock nog zin heeft om er zijn
schouders onder te zetten. Ik
merk het aan mijn eigen kinde
ren. Ik heb vijf zonen en een
dochter. Het is nog maar de
vraag, of er één zin heeft om op
mijn stoel te gaan zitten. Je
kunt tegenwoordig immers heel
wat gemakkelijer aan je geld
komen. In elk geval met vepl
minder hoofdbrekens.
Als je zoals ik aan het hoofd
staat van een familiezaak moet
je in feite een hobbyist nvot een
roeping zijn. Anders breng je
het nooit tot een goed einde. Als
ik geen Meltzer was, zou ik er
misschien niet dver peinzen om
e'ke zaterdag voor de baas zijn
lol naar de zaak te komen om
de achterstand in te halen. Nu
doe je het, omdat je het aan nie
mand anders durft te vragen. Ik
teken het eerlijk, ik zou het wel
fijn vinden, als één van mijn
jongens in de zaak stapt. We
hebben het nou al 150 jaar vol
gehouden. Waarom zouden we
er dus nog niet eens 50 aan
vastplakken?".
De komst van zijn voorvader
naar Nederland is onlangs be
scheiden herdacht, tijdens een
boottocht met het personeel over
het IJsselmeer, een puzzletocht
door Noord-Holland en een con
cert in het Haagse Diligentia.
Aanvankelijk had Meltzer ook
een lijvig gedenkboek willen
publiceren, maar halverwege
h ?t speurwerk van historicus W.
Emeis moest hij de kraan dicht-
oraaien en zich beperken tot een
sbbere interne viering. ..Onze
omzetten zijn weliswaar heel be
vredigend", onthult hij, „maar
we hebben het geld nu eenmaal
harder nodig voor andere za
ken".
Wel heeft hij een jubileumfolder
in een oplage van 300.000 laten
verspreiden in Amsterdamse en
Haagre wijken, waar de beter
ges:tueerden geacht worden te
wonen. „Klopt", geeft hij toe,
„Focke en Meltzer heeft inder
daad de naam, dat het een dure
zauk is. Ik vind, dat het allang
niet meer opgaat, want je kunt
bij ons binnenkomen voor een
goedkoop glas of een redelijk
geprijsd serviesje.
Dat neemt niet weg, dat we ap
pelleren aan een bepaalde cate
gorie kopers. Je hoeft echt niet
te bulken van het geld, maar je
moet wel de wil hebben om wat
geld te besteden voor iets, dat
echt mooi is.
Wat zegt u? U wilt weten, wat
mooi is. Ik heb het idee, dat u
indertijd ook bij de Paters Je-
zulten gestudeerd heeft. Net zo
lang vragen stellen, totdat je
zelf gelijk hebt.
Goed, de vraag is dus, wat is
nou precies mooi?. Als ik door
Europa reis om nieuwe inkopen
te doen, heb ik daar wel een
mening over. Ik ben zelf een uit-
gexookte verkoper. Ik verkoop,
wat ik wil. Maar in mijn zaken
biijf ik het liefst aan de behou
dende kant. Wij doen niet mee
met elke modegril, roepen ook
n:et: dit is modern DUS is het
goed. Dat wil overigens niet zeg
gen, dat we alleen Delfts-blauw
in huis hebben.
Delfts-blauw is natuurlijk een
groot artikel bij Focke Melt
zer. Dat is het al 150 jaar en dat
zal wel zo blijven ook. Amerika
nen bijvoorbeeld zijn er wild op
en elk jaar verkoop ik meer. In
1952 zijn we begonnen met een
directe mailing aan 2000 geselec
teerde adressen in Amerika.
Met de slagzin d'r op „lts fun,
its investment". Het was voor
enze zaak een nieuwe aanpak,
maar het liep gelijk al zo ontzet-
terd leuk, dat we zijn doorge
gaan met onze exportbusiness
van Delfts-blauw.
Cnze mailing gaat dit Jaar naar
43000 adressen in de States en in
andere landen. Nee, die hele ex
port is voor ons steeds belang
rijker geworden. Maar als u
straks een ogenblikje heeft, wil
ix u toch meenemen naar onze
afdeling met unica's. Daar ziet
u werk van de modernste kun
stenaars. Schitterend spul. Heus,
behoudend hoeft nog niet te be
tekenen, dat je oudbakken bent.
Ook een 150-jarige kan nog heel
goed bij de tijd zijn".
Beroepsofficier
Meltzer is de vierde generatie,
die bij Focke en Meltzer de
scepter zwaait. Dit tot rijn eigen
verwondering want het zat er
lange tijd niet in, dat hij tussen
de serviezen en sierglazen op
zijn A.O.W. zou afstevenen. Hij
was cornet bij de huzaren, dacht
er serieus over om beroepsoffi
cier te blijven. „Maar toen ik
na de oorlog uit krijgsgevangen
schap kwam, zag ik dat militai
re bedrijf toch niet meer zo hel
der zitten. Oom Hans Meltzer
heeft me toen aangenomen als
ir,pakker. Ook dat is een aardig
trekje in familiezaken: klein be
ginnen en het zelf maar waar
maken".
Focke en Me/ltzer, dat nu een
k.cin imperium vormt met mo
numentale zaken in Amsterdam,
Den Haag, Scheveningen, Arn
hem en Rijswijk werd op 1 mei
1823 met een beginkapitaal van
20 m.lle opgericht door drie suc
cesvolle emigranten uit Bohe-
mrn: Franz Focke, Sebastian
Meltzer en Anton Eberhart, wel
ke laatste kort na de start in de
nevelen van de tijd is verdwe
nen. De eerste bescheiden zaak
werd geopend in de Amsterdam
se Kalverstraat, waar glas, sani-
tcitsgoederen, porcelein, agaat
en serpentijnsteen werden ver
kocht. Als belangrijkste leveran
cier fungeerde de glasfabriek
van Focke en Meltzer in het Bo
heemse Langenau. Dit volgens
het heilige principe „van je fa
milie moet je het maar heb-
bpn".
Voor hun tweede filiaal kozen ze
een pand in de Haagse Vene-
straai uit, waar Sebastians
haastig overgekomen broer Ig-
naz binnen de kortste keren hof
leverancier werd van Koning
Willem II.
Na de repatriëring van Franz
Focke naar zijn geboorteland in
1851 zijn het nog uitsluitend
Meltzers geweest, die aan het
roer stonden en de firma een in
ternationale faam bezorgden. De
luxueuze eet- en drinkserviezen
vormen ook nu nog het peperdu
re kenmerk van het vakman
schap, dat bij de Meltzers als
een familie-leer beleden en uit
gedragen wordt.
Berlage
In het niet verschenen gedenk
boek zou zeker ook het jaar 1885
In passende geschiedkundige
kleuren en geuren vermeld zijn:
toen lieten de Meltzers door de
29-jarige onbekende architect
Focke en Meltzer heeft het
150-jarig beslaan van zijn gla
zen stad sober en intern ge
vierd. Het geld voor het ge
denkboek was anno 1973 har
der nodig voor andere zaken.
Hendrik Berlage een nieuw win
telpaleis on'werpea dat voo*
aog geen 50 mille in de Kalver
straat op het vereiste aantal pa
len werd gezet.
Later verhuisde de Haagse ves
tiging naar de Hoogstraat en
werd hel Rotterdamse filiaal de
eerste zakelijke flop van de
Meltzers. „Leven is een succesje
h.er en bad luck daar", filoso
feert Meltzer, „u hoort het:
weer die Jezultenopleiding".
Zijn huidige glazen stad met een
lodderoog overziende zegt Paul
Meltzer: „We hebben de laatste
jaren gelukkig met succes geo
pereerd. Niet te luidruchtig,
maar wel bijtijds de bakens ver
zet Als ik nu op mijn vingers
natel, hoeveel oude bedrijven de
reis niet gehaald hebben, hoeven
wij niet eens ontevreden te zijn.
Een genadeloze overval als bij
Gerzon Is gebeurd, kan bij ons
niet voorkomen. Wij blijven lie
ver baas in eigen huis. Wij zijn
specialisten op een beperkt ter
rein en dat willen we blijven.
Wij mikken op de klant, die iets
exclusietfs wil. WIJ hebben recht
streeks contacten met de be
kendste fabrieken in Europa en
die samenwerking vormt de ba
sis van ons succes.
Ik ben ook niet bang voor de
toekomst. Want ondanks alle
verar.deringen zullen er altijd
genoeg mensen over blijven, die
van een mooi bord willen eten
en uit een mooi glas willen drin
ken. Zolang er vraag naar is,
zorgen wij graag voor het fees
telijke randje om het aards be
staan".
Tekst: Leo Thurlng
Foto: Milan Konvalinka
UTRECHT Het ziet er naar
uit dat de auto het zo glorieus
op net openbaar vervoer ver
overd terrein prijs zal moeten
geven. Het moge volkomen on
geloofwaardig klinken voor de
genen die dagelijks de files voor
de stoplichten zien groeien, maar
toch zijn er mensen, die ervan
afgezien hebben een auto te ko
pen of hun oude auto te vervan
gen. Velen laten zelf de auto
voortaan staan. Dat alles na in
voering van de N.S.-gezinskaart.
Dit is op te maken uit de gege
vens van een enquête, die N.S.
onder tweehonderd gezinskaart
houders heeft gehouden.
Het lijkt erop da: de Spoorwe
gen een goede gooi gedaan heb
ben met de gez nskaart. In de
korte per ode van de invoering
Mei het gehele gezin „vlug,
veilig en voordelig" per N.S.
En dal alles op de gezinsre-
duktiekaart.
ervan - vier maanden geleden -
zijn er al zo'n twintigduizend
verkocht. Een vergelijking: van
de 65plus-kaart waren er na vier
jaar pas 30.000 verkocht.
De kaart geeft voor vijftig gul
den recht op gedurende etn jaar
onbeperkt re zen van ouders en
k nderen tot en met 19 jaar voor
de pr js van twee er kele reizen
of retours. En dan mag de hond
ook nog gratis mee. Daarbij
komt nog dat het hele gezin één
dag helemaal gratis waar-dan-
ook-naar-toe in het binnenland
mag reizen en dat de kaart ook
geldig is voor de N.S.-dagtoch-
ten.
K'jk, moeten veel mensen ge
dacht hebben toen ze gingen re
kenen, daar zit wel wat in.
Tweehonderd houders belden de
N.S. op. Een bloemlezing van de
antwoorden:
twee keer in de maand ernaar
toe. Nu elke week."
„We hadden een auto, maar we
hebben hem nu weggedaan. De
trein Is nu goedkoper."
"Ik rijd al zoveel kilometers per
jaar. Nu ik voordeliger met
mijn gezin met de trein kan
gaan. laa: ;k de auto staan."
"De hele familie is verzot op
wandelen. We hebben geen auto,
wel wilden we er een kopen om
wai verder weg te kunnen gaan.
Nu, met deze kaart, kunnen we
ergens anders in Nederland
wandeltochten maken."
"Mijn man heeft de auto vaak
zelf nodig. Nu kan ik tenminste
ook met de kinderen weg."
"We zijn erg honkvast, maar
deze kaart maakt dat we meer
op reis gaan.'
„Het is ons te gevaarlijk op de
weg geworden in de weekends."
"Ik had een nieuwe auto willen
kopen, maar dat zal ik nu maar
vergeten."
"We waren van plan om een
tweede auto te nemen. Dat doen
we nu maar niet."
"Het is zo veel gezelliger om
met zijn allen te reizen. In de
auto kun Je niet prettig met el
kaar praten. Je bent veel te ge
concentreerd op de weg."
"Ik had een auto die ik weinig
gebruikte. Ik heb die nu wegge
daan."
Percentsgewijze zijn er uit de
enque:e ook andere aardige re
sultaten gekomen. Zc was de ge-
nvddelde reiskorting 37 procent.
Van de kopers ging 50 procent
meer op reis dan ze anders zou
den hebben gedaan. Bijna hon
derd (98) procent voerde als
motief voor het kopen van de
gezinskaart aan, dat de kinderen
gratis meekunnen.
De antwoorden die N.S. bij deze
beperkte enquête kreeg laat een
een bedreiging zien van de auto.
Zien de spoorwegen 't ook zo?
„Nee, deze gezinskaart is ge
woon een aanbod aan degene die
wil reizen. Veel mensen zijn al
tijd met de auto gegaan, maar
voor hen is het nu acceptabel
geworden met de trein te gaan.
De auto's die, blijkens de ant
woorden, niet gekocht of niet
vervangen worden, zijn margi
nale auto's. Het is onjuist om
N.S. tegenover de auto te stel
len. Beide hebben hun plaats.
Het gaat om selectief treinge
bruik. Zo'n 45 procent van de
treinreizigers heeft een auto. En
zeventig procent van de automo
bilisten is van mening dat de
trein ontspannender is en geen
verkeersproblemen biedt."
Hetgeen niet wegneemt, dat de
Spoorwegen maar al te blij zijn
met dit succes in hun verliesge
vend bedrijf. De gezinskaart, die
ata experiment werd ingevoerd,
zal zeker een vaste plaa:s krij
gen in het komende reisassorti-
ment.
w GERARD CROW