van
de
Linge
PASTORALE
MET
LUCHT
EN
WATER
ALS
SOLISTEN
Hier dringt de nerveuze hartslag van de besch aving niet deor en
neemt men rustig de tijd om de uren als zoete wijn te savoureren
12*1ff ommtm*
mzwfUAHm
I kt m
JS; r j.? MWjsp -
liMHflÉliii
Tussen dotterbloemen, die ols drenkelingen boven het water uitsteken, hebben de
loze vissers van Nederland het rijk alleen.
Hier dringt de nerveuze hartslag van de
beschaving gelukkig nog niet door en
neemt men rustig de tijd om achter de
stadsmuren de uren als zoete wijn te sa
voureren. Het is blijkbaar een aansteke
lijke bezigheid, want de oorspronkelijke
bewoners hebben inmiddels gezelschap ge
kregen van tientallen overwerkte stedelin
gen, die verlaten boerderijen, sluiswach
tershuizen en daggelderswoningen als
vluchtplaatsen hebben gekozen. Overdag
werken ze zich in Utrecht en Rotterdam
door hun overvolle agenda's om daarna
haastig de wijk te nemen naar de oases,
waar ze zich als onderduikers diep in het
weiland verschuilen. Onder hen is ook
DAF-dlrecteur Andries Meyer, die een
agrarische bedoening in Acquoy met de
opbrengst van zijn pientere pookje heeft
laten ombouwen tot een lustoord onder een
rieten hemel. Een paar huizen verder,
voorbij de kromming, heeft zich een kun
stenaar genesteld in een donker hol, dat
nog steeds ranzig ruikt naar de armoe, die
vorige bewoners levenslang deelachtig
werd.
In Ihet land van de Linge hebben lucht en water a1 eeuwen geleden ePkaar duurzaam gevonden. Het leven aarzelt er sindsdien tussen droom en daad.
Acquoy In het Land van de Linge heb
ben lucht en water elkaar al eeuwen gele
den duurzaam gevonden. Langs groene vel
den trekt de rivier nog steeds een kronke
lend spoor, dat nu gepavoiseerd wordt
door pieremachochels, snoeverige presti-
gejachten met tanige grijsaards bij de
boegspriet en loze vissertjes tussen wui
vend riet, die een hele dobber hebben aan
hun statische hobby. De dotterbloemen
steken als drenkelingen boven het rimpe
lende water uit, zich vastklampend aan
een vlot van bladeren, die zacht deinen op
het buiswater van langskomende schepen.
Daarnaast blazen brasem en baars onop
houdelijk doorzichtige bellen.
In dit niemandsland tussen het Randstad-
beton, dat als grijze lava vanuit alle rich
tingen de polders instroomt, aarzelt het le
ven duidelijk tussen droom en daad. En
kele kilometers verder raast het verkeer
over de autoweg Utrecht-Den Bosch, maar
wie bij Leerdam afbuigt en over krake-
mikkerige sluizen zijn weg zoekt naar As-
peren heeft het gevoel, dat hij wordt te
ruggeworpen op de laatste scheppingsdag,
toen God zijn werk had gedaan en zag dat
het goed was.
Acquoy is een stokoude, schone
slaapster, neergevlijd in een
doodlopende arm van de Linge.
Vroeger stroomde de rivier met
koninklijke traagheid langs de
kade, die als een ellepijp mee
buigt met de bochten in de bed
ding. Oude inwoners herinneren
zich met weemoed, dat hun
dorp toen nog volwaardig mee
telde in de agrarische gemeen
schap. In de smederij op de dijk
gloeide het vuur naast de blaas
balg en waaide door de open
deur de schroeilucht van het
eelt der paardehoeven. En
verderop klopte de barbier de
scheerzeep luchtig op ten behoe
ve van het stugge baardwerk op
gelooide boerenhoofden. In de
school met den Bijbel klonk in
die dagen ook het ,,rabarber-ra»
barber" van de bovenmeester,
die zijn beperkte wijsheid er
met de roede der godsvrucht bij
zijn leerplichtige dorpsgenoten
insloeg.
En boven dit alles uit waakte de
Heer der Heerscharen, die elke
zondag ziijn plaatsbekleder op
aarde de kansel der hervormde
kerk opstuurde om het kaf van
het gelovig koren te scheiden.
Rond 1850 was de dominee van
Acquey een autoriteit die zijn
kudde de weg van hoeve naar
hemel wees. Of hij, staande op
de kansel, altijd de meest rechte
weg op het oog had valt achter
af te betwijfelen, want daarvoor
staat de toren achter de kerk
net even te schuin. Als men in
dertijd voldoende geld had ge
had om het massieve gevaarte
af te bouwen zou de toren van
Acquoy die van Pisa in wankel
heid zeker overtroffen hebben.
Nu rijst hij slechts tot aan de
eerste trans boven het land uit:
een plompe bultenaar, <iie van
boven even schonkig is als aan
de voet, waar de ontslapenen
onder grint hun opstanding ver
beiden.
Wie het roestige kerkhofhek op
tilt en langs de graven loopt
komt ook bij de zerk, waaronder
domineesvrouw Cornelia Pisa
rust: „Eere zij God". En op dat
moment krijgt men het sterke
gevoel, dat die toren indertijd zo
scheef is opgetrokken om de
herinnering levend te houden
aan deze vrouw, die volgens de
kerk-analen menige pannelap
heeft bijgedragen aan de jaar-
l jkse braderie.
Niet alleen op 't kerkhof is op
deze nazomerdag geen levende
ziel te bekennen. Het lijkt alsof
ook elders in het rivierendorp de
450 inwoners geruime tijd gele
den ten hemel zijn gevaren. Feit
.is in elk geval, dat de barbier
'juen geleden reeds zijn zaak
Elisabeth van ider Gun drijft
café "Lingezicht" in het huis,
waar ze geboren is. "'Dit is
een mooi dorp" zegt ze, "?k
wil hier oo*k graag sterven".
vrijwillig om zeep heeft ge
bracht. Evenals de melkboer en
de warme bakker, wier dappere
inzet op den duur de omzet niet
meer haalde. Ze zijn uitgeweken
naar Asperen en Leerdam en
opgevolgd door een mobiele
kruidenier, die op vaste tijden
zijn auto op de kade parkeert en
driemaal toetert ten teken dat
hij weer brood op de plank
beeft.
Lingezicht
Eén van de weinigen, die niet
van wijken weet is Elisabeth
van der Gun, die in haar ge
boortehuis café „Lingezicht"
drijft. De tijd heeft haar li
chaam verbogen, maar op haar
hoofd heeft hij nooit vat kunnen
krijgen. De weinige bezoekers,
die haar weten te vinden vis-
serc, een enkele verdwaalde
handelsreiziger krijgen van
haar Verlof B om onder de tap
kast te duiken en hun eigen fles
bier te pakken. „Je weet de
weg", zegt ze boosaardig tegen
een vaste gast, „de opener ligt
echter de chocolade-repen".
Hït duurt overigens geruime
tijd, voordat ze merkt dat in
haar gelagkamer klandizie is.
Achter de half geopende glazen
schuifdeuren dondert al die tijd
de stem van Ted de Braak die
het radioprogramma „Tussen 12
en 2" annonceert. Dat krachtige
volume wijst niet op een slepen
de vete met de naaste buren,
maar op een storende hardho
rendheid, die Elisabeth bij het
klimmen der jaren plaagt. „Elk
huisje heeft zijn kruisje", zal ze
later glimlachend opmerken. In
hacr achterkamer hangt inder
daad een crucifix boven de
schoorsteen.
Voorlopig heeft de klant het rijk
alleen in „Lingezicht". In het
midden staat een oud biljart,
massief als de offertafel in een
kathedraal. Elisabeth heeft het
groene laken met zeildoek be-
aekt, want ze heeft een hekel
aan biljarters. „Ik heb niks aan
Jie schreeuwers", legt ze uit,
„de hele dag staan ze om die ta
fel heen te dansen, maar verte
ren is er niet bij. Bij mij wordt
niet meer gebiljart".
Als dc gast haar verzoekt om
een geurig bakje koffie te zetten
schudt ze eveneens haar hoofd.
„Koffie schenk ik niet meer",
ïoept ze kwaadaardig. „Veel te
veel werk voor die 60 cent. Bier
kun je krijgen. Of een borrel.
Maar als je beschonken raakt,
gooi ik je d'r uit. Wat denk je
wil, wie je voor je hebt, snot
neus".
In afwachting van haar komst
heefi dc gast alle gelegenheid de
algemene regelen van het bil
jartspel door te nemen, die aan
de muur hangen te vergelen. Zo
leert hij. dat „degene, die acquit
geeft, hetzij in potspel of in alle
scort van partijen van binnen de
lijnen moet uitstooten tot voorbij
den middenzak".
Je kunt het maar weten. Een
bal wordt overigens „pas geacht
te stooten, wanneer hij eens
heeft doorgedraaid. Degene, die
met een verkeerden bal speelt
of voor zijne beurt gaat verliest
een punt en is van den stoot.
Ook hij, die op tafel slaat, ter
wijl de bal loopt of tegen dezel
ve stoot danwel den bal blaast
verliest eveneens een punt".
Flarden aan broek
Elisabeth van der Gun komt na
vijf minuten schuifelend de ge
lagkamer binnen en sleept een
Rtoel achter zich aan, waarop ze
met een „zo die zit" neerdaalt.
Als ze ziet, dat ik in een blok
noot schrijf, roept ze vijandig:
„Zeker een journalist hè? Ik heb
een hekel aan journalisten. Die
mensen deugen niet. D'r is er
hier één geweest van de Haagse
Post. Zo'n meneer met een flu
welen pak aan. Hij kwam net op
het moment, dat de dokter bij
me was. Later schreef hij, dat
in Acquoy de dokter rafels aan
zijn broek had. Zo'n vlegel. De
In hef weiland links en rechts van de rivier staan paarden roerloos als zetstukken in de middagzon.
dokter hier heeft geen rafels
aan zijn broek. Ik mag journa
listen niet".
Ze ls wel bereid om bier te ha
len, mits we zelf onthouden wat
er gedronken is. Als de eerste
consumpties op tafel staan legt
ze de handen devoot in haar
schoot en zegt: „Dit is een heel
mooi dorp. Hier ben ik geboren
en hier wil ik graag sterven. Ac
quoy was nog mooier, toen moe
der nog leefde. Zo'n tweede is
er op de hele wereld niet. Dat
zeg ik en ik ben nooit ergens ge
weest.
Of ik Amsterdam ken. vraagt u?
Moet dat dan? Ik heb niks in
Amsterdam te zoeken meneer.
Ik heb er wel een raadsel over.
Ik vraag u nu op de man af:
Amsterdam die grote stad, met
hoeveel letters spelt men dat?".
Ze kijkt ons spottend aan, wacht
enkele seconden en roept: „Met
drie, domme jongen. Ik vraag
toch met hoeveel letters je DAT
spelt". Ze stoot een holle lach in
onze richting en schudt haar
hoofd over zoveel onnozelheid
bij haar clientèle.
Siësta
Na de tweede ronde staat ze op
en wijst ze gebiedend naar de
deur. „Ophoepelen" roept ze, ik
ga eten en daarna een tukje
doen. Dat moet je op mijn leef
tijd. Zeg maar hoeveel je ge
dronken hebt".
Builen zeven de bomen op de
dijk het schelle licht van de
nvddagzon. Aan de overkant
van de rivier eet een visser wit-
iï boterhammen uit een trom
meltje. Boten deinen aan de
meerpalen. De Linge is hard
aan zijn siësta toe.
In de weilanden staan de koeien
en paarden roerloos als zetstuk
ken. De hemel is blauw en leeg.
Hec is duidelijk, dat de polder
op dit moment van de dag niet
meer bereid is om ook maar
één geheim prijs te geven. En
kele kilometers stroomop
waarts woont een Egyptische
prinses, die in haar tuin alleen
hennepplanten laat bloeien. Bij
en pendelen nerveus tussen de
bloemkelken, die het zwoele par
fum van een ordinaire barjuf
frouw uitzweten. De stilte is ver
pletterend.
Aan de overkant van dc weg
staat tussen hoog opgeschoten
onkruid een kruis met krullende
letters, die door wind en regen
zijn uitgebeten. Op deze plaats
vond een jonge officier van Na
poleons leger indertijd de dood.
H.j was een onstuimige vrijage
begonnen met een dochter uit
Asperen en bekocht die liefde
i.fcA-
met een schot ui< het geweer van
hoar vader. Sindsdien rust hij
ver van huis in het wijde land,
waar blaarkoppen de doden
wacht hebben betrokken. Zijn
naam is onleesbaar en ook zijn
heldendaden zijn niet meer te
achterhalen.
Valbijl
Tegen vieren is café „Linge
zicht" nog steeds dicht. Ook bij
de boerderij van directeur
Meyer zijn de luiken gesloten.
Acquoy heeft :.et er vwr va®-
dang weer opzitten.
God behoede dit gelukzalige
land voor de valbijl van de wel
vaart.
Leo Thuring
Foto's: Milan Konvalinka.
Tussen hoog opgeschoten onkruid staat een kruis in het weiland
riet letters, die door regen en wind zijn uitgebeten. Hier rusf
een Franse officier, die zijn vrijage met een dochter uit Asperen
via het geweer van haar vader met de dood moest bekopen.