Jesus Christ Superstar' OPVALLEND DOORZIJN SIMPELHEID De Jezus-ra ge wil maar niet tot een eind komen. Op hoeken van straten roepen veelkleurige jonge ren je toe je nu eindelijk onder Zijn hoede te scha ren; voor de deur van een huizenhoog waren huis krijg je een simpel pamfletje in de handen gedrukt waarop Zijn weg naar omhoog op een al ternatieve manier wordt aangeprezen. Zelfs wan neer je al die Jezus-fans tot Jezus-freaks wil ver klaren, kan de basis van die hele Jezus-beweging je niet ontgaan: Een zoeken naar eenvoud, zuiver- heid, naar waarheid. Misschien voor velen niet op de goede manier, maar toch In "Jesus Christ Supperstar" speelt Carl Anderson een genuanceerde zwarte Judas, die Jezus (Ted Neeley) nie,t alleen met een kus verraadt om de zilverlingen. Beklemmende verbeelding van regisseur Norman Jewison Inmiddels valt er in de pers veel te lezen over een uiterst omstreden film over het leven van Jezus- die in Frankrijk ge maakt zou worden door de Deense cineast Jen Jorgen Thörsen. Thörsen, die al eens in Nederland was om zijn filfn "Quiet days in Clichy" naar het boek van Henry Miller te genover de keuring te verdedi gen, noemt zijn film "Het lief deleven van Jezus Christus" en werkt overduidelijk vanuit het standpunt van een ongelo vige. Zijn film wordt gesubsi dieerd door de Deense over heid voor de ene helft, terwijl voor de andere helft o.a. een Deense uitgever van porno op draait. Niet zo verwonderlijk als er dan laaiend verontwaar digde reacties komen. Al met al maakt zoiets het kli maat rond de "herleving" van Jezus op z'n minst onduidelij ker. En dat terwijl er binnen kort in de bioscopen een heel andere film over Jezus te ver wachten valt. Het unieke Am sterdamse Tuschinski-theater zal op 20 september a.s. een deel van z'n Jugendstil en z'n befaamde chinoiserieën opoffe ren aan de opening van een nieuw klein theater in de ruim te waar vroeger het cabaret "La Gaieté" te vinden was. Die opening van "Tuschinski 2" wordt luister bijgezet met de vertoning van "Jesus Christ Superstar", de film van regis seur Norman Jewison naar de gelijknamige rockopera over de laatste zeven dagen van het leven van Jezus. Ook een film binnen die Je- zus-rage, maar dan wel van 'n volkomen ander kaliber. Van daar ook dat de producers zich als leeuwen op "Osservatore Romano" van begin juli wier pen. Het Vaticaanse blad wijd de een groot artikel aan de film waarin te lezen viel dat regisseur Jewison "een per soonlijke verbeelding maakte die opvalt door z'n fraaie stijl. Hij werkt met snelle penseel streken, die hier en daar zelfs meer suggereren dan het origi nele materiaal en de toeschou wer zelfs verder laten denken dan de rock-opera deed. Boven al heeft Jewison de goede smaak gehad alle overdaad te mijden. Zijn film is een van de meest serieuze en te waarde ren produkten van de Jezus-re- Aan de horizon van de bijbelse woestijn verschijnen plotseling hypermoderne Centurion-fanks Een decadente Herodes (Joshua Mostel) houdt parodistisch hof op .een plotform in de Dode Zee. volutie. Al is het dan geen reli gieuze film, het geheel is rijk aan geestelijke waarden gefor muleerd in een diepgaande, modeme stijl". Niet geringe lof van de Osser vatore Romano dus. Protesten tegen de film, waarin Jezus en zijn discipelen er als hippies uitzien, lijken bij voorbaat de grond i.i geboord. Niettemin bracht de Joodse Raad in New York felle bezwaren naar voren als zou de film antisemi tisch zijn. Nogal malle bezwa ren want de film volgt min of meer getrouw het gemiddelde van de boeken van het Nieuwe Testament, en al is het spel met de massa's, de oplaaiende haat tegen de anti-leider Jezus een belangrijk deel van de film, het woord anti-semitisme is misplaatst. Met hetzelfde recht zouden de zwarte Ameri kanen Jewison en z'n mede werkers van racisme kunnen beschuldigen, want de rol van Judas wordt door een neger vervuld. Degenen die de roek-opera "Jesus Christ Superstar" in Londen of bij de enige verto ning in Nederland (Rotterdam) hebben gezien, kwamen soms teleurgesteld terug. De muziek was dan wel overdonderend en mooi, de verbeelding op het to neel bleef steken in een voort durend geschuif met blokken. Een uiterst knap bedachte con structie, maar op den duur al te voorspelbaar. Jewison is die bezwaren in eik geval uit de weg gegaan. Zijn film begint en eindigt in de Negev woestijn in Israël: een doodstil en trots stuk "eeuwig heid". In de verte zie je een stofwolk, en even later komt er een autobus te voorschijn. Er stappen een vijftigtal jonge mensen uit, modern uitgedost: hippies in de woestijn. Maar dan beginnen ze de bus uit te laden. Er komen machinege weren. Romeinse adelaars, kunstledematen, een troon, een zak geld, een zweep en een doornenkroon te voorschijn. Van het dak komt een levens groot kruis. Het zijn de ac teurs die hun rekwisieten uit stallen. Even later zullen ze zich beginnen om te kleden in tijdloze, half-moderne, half an tieke kostuums en ze zullen hun spel beginnen. Regisseur Norman Jewison was overigens al in "Jesus Christ Superstar" geïnteres seerd, toen niemand nog in het project geloofde. „Ik werd er door gepakt, toen het een flop dreigde te worden", zegt Jewi son zelf. „Ik hoorde er 't eerst over praten toen ik in Zagreb, Joegoslavië, bezig was aan de verfilming van „Fiddler on the roof' (Anatevka). We werkten daar 16 uur per dag, maar ik had de plaat gekregen en ik sliep 's nachts niet om dat ik urenlang naar die mu ziek bleef luisteren, 't Leek me ongelooflijk visueel. De plaat was toen nog geen succes, en men was bezig aan het denken over concerten en een serie shows. Ik heb vanuit Joegosla vië onmiddellijk het hoofd van Universal Studio's getelegra feerd, die de rechten bezat, en voor de eerste keer in m'n le ven heb ik me impulsief door een idee laten meeslepen. Toen pas kwam het platena'b- m in de Verenigde Staten 1 en werd "Jesus Christ Sup .j.ar" een succes dat al twee jaar duurt". De in Canada geboren Jewi son, die al filmsuccessen op zijn naam bracht als "In the heat of the night", "The Cin cinnati Kid" en de Doris Day- komedies "The thrill of it all" en "Send me no flowers", trok met de hele filmploeg naar Israël, waar hij zich de enig echte achtergrond die maar te wensen was verschafte. De woestijn. Niets meer en niets minder. Want terwijl de toneel opvoering voor een groot deel afhankelijk leek van dat inge nieuze decor, is "Jesus Christ Superstar" als film juist opval lend door z'n simpelheid. Het hof van Pilatus wordt gevormd door een rotspartij in die woes tijn, de tuin van Gethsemane is het hoge gras in een stuk door Israël "bezet gebied". Verdere lokaties zijn o.a. de grotten van Bet Guvrin, in de vallei waar David eens Goliat versloeg. De priesters en schriftgeleerden zetelen in een hoog staketsel van ijzer, Hero des houdt z'n hof op een drij vende stellage in de Dode Zee. De rol van Jezus wordt ver tolkt door de 29-jaige Ted Nee ley, die gekozen werd uit een leger van 3.000 gegadigden. Neeley, die op het ogenblik de hoofdrol speelt in een andere roek-opera "Tommy" van The Who vertelt: „Meneer Jewison was in Los Angeles toen ik daar "Tommy" speelde. Toen ik hoorde dat hij mij nog niet had zien spelen, ben ik naar z'n hotel gegaan en z'n kamer binnengedrongen. Anders ben ik niet zo'n doordouwer, maar dit was de kans van m'n le ven. Ik kreeg een filmtest van Jewison". De rest is inmiddels historie. Toch wordt de film niet door hem "gedragen", maar door de negerzanger Carl Anderson die Judas speelt. Een dijk van een rol, zoals dat In vakkrin gen heet, die zeker niet Judas als ongenuanceerde verrader ziet, maar als de realist. Judas is de man die voor z'n door de Romeinen bezette land wil vechten, die de vredesmissie van Jezus niet begrijpt. Zijn verhouding is een van haat liefde, die hem er toe brengt Jezus te verraden. De knappe moderne tekst van tekstdichter Tim Rice (29) laat hem eerst zeggen: „Nazareth, waarom bleef jouw niet onbekend en heel gewoon als zijn vader timmerman. Tafels en kasten van hout ge bouwd niemand kwaad gedaan, in de weg gestaan". Maar als hij later in de film, in een soort "flash-vooruit" in een show-decor van dansende dames met struisveren terug kijkt op wat er met Jezus ge beurt is het: „Als ik naar je kijk, begrijp ik er niets van dat alles wat je deed zo mis lukken kan Misschien was je geslaagd met een beter plan. Waarom die vreemde tijd en dat verre land? Vandaag had je een heel volk aan je kant. Israël vóór Christus had geen TV en geen krant". De realist Judas denkt verder. „Wat denk je va/i je vrienden aan de top? Wie staat er behalve jij ook zo goed op? Was Boeddha een goeie vogel? Zijn jullie samen? Kon Mohammed een berg be wegen of was dat reclame? Wilde je zo sterven of was dat een fout? Wist je dat er in je dood een hit zat van goud?" Jezus en zijn volgelingen zijn om de moderne vergelijking maar door te trekken een stelletje "underground"-men- sen. Een zingende commune, die elkaar be-jij-t en be-jou-t, zonder de verhouding van aan bidding van leerling tot Mees ter. Herodes, een prachtig rol letje van Joshua Mostel, de zoon van de Amerikaanse ko miek Zero Mostel en even vle zig, is een decadente karika tuur die Jezus in een soort Charlestonlied toezingt: „Laat zien dat je Godzelf kan zijn, verander m'n water maar in wijn. Als je dat doet, zit 't voor mij goed. Jij bent dus de grote Jezus Christus! Bewijs me dat je alles kan, loop over m'n zwembad, man. Wat ik jou vraag, vraag ik elke Ster: Hoe zit je nummer in elkaar, hoe breng je 't zo ver? En als Jezus blijft zwijgen: Ik wacht met smart, ik ben één van je fans. Laat zien dat je niet bent als ieder ander mens". „Wat is dat nou? Zit je in 't nauw? Hé, Mooie Heer, ik lach me rot. Je bent geen God, je bent een Oneerbiedige teksten zullen sommigen misschien zeggen. Voor wie de context vergeet, jazeker. Maar de visuele kracht geeft die doodgewone reële woorden zo'n diepte, dat je stil blijft. Je kan regisseur Jewison hoogstens een aantal effecten verwijten die hij in die kale Negev-woestijn op bouwt rond z'n hoofdfiguren. De ene keer tast hij misschien mis, om de andere keer hard toe te slaan. Als Judas de woestijn in vlucht, doemen er over de horizon plotseling een aantal Centurion-tanks op. Tus sen de resten van een eeuwen oude ruïne filmt hij de Tem pelscène. Anachronisme wordt VISUELE KRACHT GEEFT DOODGEWONE WOORDEN ZO'N DIEPTE, DATJE STIL BLIJFT op anachronisme gestapeld: moderne zaken in een omge ving waar dat eigenlijk niet zou kunnen. De handelaren van de Bijbeltekst, zijn nu wa penleveranciers, lichte juffrou wen die zich aanbieden, an sichtkaarten-verkopers, gok kers en drug-verkopers. Jezus komt de tempel binnen, ziet het en schreeuwt in een uitzin nige mengeling van veront waardiging en verdriet: „Wég! Weg!" „Jesus Christ Superstar" is in de eerste plaats een film. Een brok amusement voor in de bioscoop. Maar daarnaast is het de beklemmende verbeel ding van Norman Jewison, die hier en daar nog wel het een en ander aan kritiek zal moeten verwerken. Hij maakt er een spel van met acteurs die per bus arriveren. Maar dan ac teurs die langzaam betrokken worden in dat vreemde, bijbel se spel, dat zowel eeuwenoud, als hypermodern is. Als de film eindigt zie je de acteurs weer samenkomen bij dat beschil derde busje. Maar het zijn an dere mensen. Hun rollen zijn voorbij, maar niet helemaal. Allen stappen in tot en met Ju das. Het kruis is niet meer bij de bagage. Het staat op ei heuvel in de verte met eraan vastgenageld die ene mens: Jezus Christus, Koning der Jo den. De man die voor de film een Superstar zou worden. De man in wiens dood een "hit van goud" zou schuilen. BERT JANSMA Zijn discipelen met links Judas en rechts Maria Magdalena (Yvonne Eltiman) troosten Jezus nog. In de Negev-woestein in Israël werd vorig jaar nog één maal Jezus Christus gekruisigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 13