„Geheim van Soestdijk" wordt steeds kleiner Juliana houdt zich heel intens, deskundig met staatszaken bezig VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1973 LEIDSE COURANT heisa zou niet te overzien zijn geweest. Het staatshoofd waakt ervoor dat in zo'n zaak het spel correct wordt gespeeld. „Ho, mevrouw" De koningin wordt constant van alle belangrijke staatszaken op de hoogte gehouden. De minis ter-president heeft een recht streekse telefoonlijn met de ko ningin. Verder spreekt zij regel matig met de afzonderlijke mi nisters op paleis Huis ten Bosch. Dat gaat heel ongedwongen. De koningin schenkt zelf koffie of thee in en zegt: „Zegt u maar ho", bij het melk schenken. En de mmister antwoordt dan: ,,Ho, mevrouw", want „majesteit" is er niet bij. Bij die gesprekken luistert de koningin geduldig naar alles wat de minister over departementale zaken heeft te vertellen: wets ontwerpen die worden voorbe reid. moeilijke zaken als de abor tuswetgeving, politieke kwesties. De koningin stelt vragen, zodat zij precies op de hoogte is. In dat vragen stellen zit ook een brok invloed. En de koningin zit er trouwens niet om alleen maar te luisteren. Ook via ambtelijke rapporten is de koningin op de hoogte van al lerlei politieke zaken. Verder wordt er serieus kennis geno men van wat er in allerlei kran ten wordt gepubliceerd, van wat radio en televisie brengen. De tijd is voorbij dat „het Hof" een abonnement opzegt, omdat er in een krant een artikel staat dat de koningin niet welgezind is Niet overtrekken De invloed van het staatshoofd moet natuurlijk niet worden overtrokken. Per slot van reke ning is in het landsbestuur de „heerschappij" in handen gelegd van de ministerraad. In de toe komst zal het koninklijk staats hoofd veel meer het symbool zijn voor de continuïteit in het staatsbestuur en voor de een heid. Ook als de kabinetten ver dwijnen en de namen van minis ters al onder het stof van do vergetelheid liggen, dan nog Is er het staatshoofd waarin de eenheid van het volk wordt ge symboliseerd. Het ziet er ook naar uit dat de invloed van het staatshoofd bij kabinetsformaties minder groot Staatszakende ontvangst van politici tijdens de kabinetsformatie Vernieuwing De ministerraad heeft de heer schappij, maar dikke boeken vol adviezen van staatscommissies over vernieuwing van de Grond wet liggen te wachten op het ge blader door staatsrechtelijke fijnproevers. Het Kabinet-Den Uyl gaat weer driftig werk ma ken van de algehele grondwets vernieuwing. Ooit komt er dan In de grondwet te staan: de re gering wordt gevormd door de koning en de ministers. En ver der wordt dan alleen van de re gering gesproken. Voorbij is dan dc tijd dat de koning (in naam) ministers benoemt en ontslaat naar welgevallen, oorlogen af kondigt en de buitenlandse be trekkingen regelt. Wat wel zal blijven is. dat de koning zijn „beeltenis" mag slaan op de munten. Waar blijven we. als zelfs dat koninklijke voorrecht zou worden afgeschaft. zal worden. De progressieven bijvoorbeeld willen dat de kabi netsformateur in de toekomst door de kiezers wordt aangewe zen. Bij het Kamerdebat In mei over de regeringsverklaring van minister-president Den Uyl heb ben VVD-oppositieleider Wiegel en KVP-fractievoorzlttcr An- driessen weer de motie-Kolfscho ten ter sprake gebracht. Dez# motie wil, dat de kabinetsforma teur door de Tweede Kamer wordt aangewezen. Een aanwij zing door de kiezers vinden zij wel ver gaan. Maar of de Twee de Kamer er ooit ln zou slagen, gezien de veelheid van politieke groeperingen ooit tot de aanwij zing van een formateur te ko men, is een grote vraag. Bij gratie Gods Volgens de verouderde, u(t begin 1800 daterende tekst van de Grondwet berust de uitvoerende macht in dit lund nog steeds bij de koning, die ministers ..be noemt en ontslaat naar welge vallen", hot opperbestuur heeft van de buitenlandse betrekkin gen, oorlog afkondigt naar eigen goeddunken en ook de opperst# baas is bij Defensie. De koning regeert dan ook „bij de grati# Gods" zoals het in het begin van iedere wet staat. Ruim honderd jaar geleden was dat ook zo. De ministers waren dienaren die de koning als het hem uitkwam mochten advise ren. In 1848 kwam de onschend baarheid van het staatshoofd in de Grondwet, maar nog dikwijls daarna was er tussen koning Willem III en de ministerraad hevige strijd over de heerschap pij gaande. Thorbecke legde zijn gegriefdheid over de koninklijke beledigingen in brieven nan Wil lem III vast. Pas in 1868 werd werkelijkheid wat al in 1848 in de Grondwet was gekomen. Na lange jaren gaf de koning zich gewonnn een erkende hij dat de ministers meer waren dan zijn ja- en nee-knikkende paladijnen. Nog steeds stuurt het staats hoofd „bij de gratie Gods" all# wetten de wereld In met als een van de eerste zinnen: „Allen, die deze zullen zien of horen le zen. saluut. Doen te weten: en dan komt de wet. (Van onze parlementaire redac- tie) Den Haag - Wanneer in vroeger jaren een nieuw kabinet moest worden gevormd, was het altijd afwachten geblazen. Niemand wist wat er uit de bus zou ko men. Alleen het resultaat van de kabinetsformatie werd zicht baar. Hoe die formatie verlopen was, dat was het „Geheim van Soestdijk". En ook bij andere staatszaken kon men slechts gis sen. Het „Hoe, wat en waarom" werd nooit duidelijk. Want al weer: dat was het „Geheim van Soestdijk". Maar vroeger is ver leden tijd. Steeds meer staatsza ken spelen zich af in de open baarheid. In tegenstelling tot de boom in een kinderliedje die steeds dikker en dikker wordt, wordt het „Geheim van Soesf- dijk" steeds kleiner en kleiner. De openheid gaat verder, al blijft er uiteindelijk toch wel iets van een „geheimpje" over. Al is het nog zo dilnnetjes Bestaat er dus toch een „Ge heim van Soestdijk"? Wis en waarachtig. Ook in een steeds opener parlementaire democra tie zullen bepaalde achtergron den van beslissingen achter deu ren verborgen blijven. Pas wan neer de "geschiedenis jaren ver der is kunnen historici door nij ver bronnenonderzoek soms ach terhalen wat zich in vroeger tij den achter de schermen van het regeringsbeleid heeft afgespeeld. Toch, om de duidelijkheid zo groot mogelijk te maken: het „Geheim van Soestdijk" bestaat eigenlijk niet. Geografisch veel juister is het om te spreken van het „Geheim van de Bezuiden- houtseweg in Den Haag". De ko ningin woont weliswaar mees tentijds op paleis Soestdijk, maar doorgaans komt zij elke week naar Den Haag, waar zij op paleis Huis ten Bosch aan de Bezuidenhoutseweg allerlei staatszaken bespreekt en afhan delt. Daar komt bij dat het ka binet der koningin gevestigd is aan de Korte Vijverberg in Den Haag. De directeur van het ka binet is een uiterst belangrijke topambtenaar, want het kabinet verricht alle werkzaamheden die onmiddellijk onder de koningin plaatshebben. Het kabinet fun geert als staatsarchief en be waart alle oorspronkelijke staatsstukken. Om het dus nog vollediger te maken ligt het „Geheim van Huis ten Bosch" ni& aan de Bezuidenhoutseweg, maar opgeslagen aan de Korte Vijverberg. Kroon is ondeelbaar De regering bestaat uit het staatshoofd, nu de jubilerende koningin Juliana, en de minis terraad. Voor staatszaken kan de koning(in) niet ter verant woording worden geroepen, want de koning(in) is onschendbaar, de ministers zijn voor het beleid verantwoordelijk. In zijn inaugurale rede over de „Heerschappij van de minister raad" zei prof. mr. Van Maarse- veen in 1969: „De regering wordt gevormd door de samen werking van koning en minister, zegt men meestal. Hoe groot de zeggenschap is van enerzijds de .koning en anderzijds de minis- 'ters, gaat de buitenwacht niets aan, voegt men er aan toe, dat is het geheim van Soestdijk. Er Staatszaken: de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië in december bestaat alle aanlejding dit ge heim te respecteren, temeer om dat het buiten de perioden van kabinetsformaties geen opwin dende affaires verbergt. Eigen lijk is het een wat al te zwaar geladen woord. Duidelijk is dat de koning, behoudens incidentele maar daarom nog niet geheel te verwaarlozen uitzonderingen, aan de regering alleen het vor melijk aspect kan bijdragen. Hij staat in beginsel buiten de zaken en dat is in de tegenwoordige tijd ook de legitimatie van zijn onschendbaarheid". Nederland heeft, zoals dat heel mooi heet, een parlementaire democratie met monarchaal stelsel. Het Huis van Oranje le vert de staatshoofden, maar uit welke politieke hoeken de minis ters vandaan komen wordt mede bepaald door de uitslag van de verkiezingen. „Mede" niet hele maal. Want juist bij kabinetsfor maties komt de eigen rol van het staatshoofd sterk tot uiting. De koningin benoemt dan kabi- nets-(in)formatewrs, zonder dat zij daarvoor ter verantwoording kan worden geroepen. Als er uit eindelijk een nieuw kabinet is, pleegt de dan optredende minis ter-president de gang van zaken bij de kabinetsformatie te verde digen. Maar eigenlijk is hij al leen verantwoordelijk voor het resultaat van de formatie, want dat resultaat is het kabinet waarvoor hij de politieke verant woordelijkheid heeft aanvaard. Geen gekke sprongen Nu kan een staatshoofd tijdens zo'n formatie natuurlijk geen gekke sprongen maken. De ko ningin wordt in die periode van alle kanten geadviseerd, zij ont vangt de vice-voorzitter van de Raad van State, haar eerste ad viseur, de voorzitters van Eerste en Tweede Kamer, en de politie ke leiders. Op basis van de ver kiezingsuitslagen wijzen al die adviezen meestal duidelijk in één bepaalde richting. 'Tot voor kort waren al die adviezen ge heim, maar zo gauw nu de poli tieke leiders van Huis ten Bosch terugkomen en ze bij een kopje koffie of thee hun advies hebben uitgebracht, willen ze wel kwijt wat ze aan de koningin hebben vereld. Alleen Boerenleider Koekoek maakt daar nog een geheim van. Maar over het „Geheim van Koekoek" ligt politiek Ne derland meestal niet lang wak ker. Nu worden de journalisten tij dens zo'n kabinetsformatie dage lijks meermalen op de hoogte gehouden. Maar in de na-oorlog- se jaren is het wel gebeurd, dat parlementaire journalisten een overall hebben aangetrokken, met een bakfiets bij een forma teur zijn voorgereden en gauw de inhoud van de vuilnisbak op de bakfiets hebben gelegd. Thuis hebben ze toen de snippers van krabbeltjes aan elkaar gelijmd om te achterhalen welke namen van kandidaat-ministers de for mateur had neergepend. Over de rol van het staatshoofd in deze tijd bestaan sterk uiteen lopende opvattingen. Er zijn nog steeds mensen die de koningin een bijkans goddelijke status ge ven en haast flauw vallen als zij een glimp van de koningin op vangen. Anderen wuiven de be tekenis van het staatshoofd weg. zeggen „dat het allemaal niks meer te betekenen heeft", alleen maar „franje", net nog goed voor het „sprookje van prinsjes dag", wanneer de koningin in de gouden koets naar de Ridderzaal rijdt om daar de door de minis terraad gemaakte troonrede uit te spreken. De werkelijkheid is dat de ko ningin zich heel intens, deskun dig en toegewijd als een „wer kende gehuwde vrouw" met de staatszaken bezighoudt. De ko ningin heeft wel degelijk in vloed. Hoe groot die invloed is, dat onttrekt zich meestal aan de waarneming, want de Kroon (staatshoofd en ministers) is een eenheid. ke troonsopvolging toch eigenlijk niet meer in deze democratische tijd past. Als tegenargument wordt dan onmiddellijk aange voerd dat het koningshuis zorgt voor continuïteit en stabiliteit. In een republiek is een president het produkt van partijpolitieke ontwikkelingen. Zo'n man heeft - hoe integer hij ook is - een par tijpolitiek „verleden". Hij is trouwens voor dat president schap meestal nooit voorbe stemd geweest. Maar een ko ningfin) wordt voor zijn of haar „vak" opgeleid. Van kindsaf aan heeft een monarch geleerd bo ven de partijen te staan. Het ko ningschap zelf levert een enor* me ervaring en deskundigheid op. Neem koningin Juliana. Er Is niemand in Nederland die zo nauw en langdurig bij kabinets formaties is betrokken geweest. Het zou voor haar niet zo'n groot karwei zijn om een paar proefschriften over de kabinets- crises en -formaties na 1948 te leveren. Koningin Juliana heeft een hoge opvatting van haar ambt, en met grote toewij ding houdt zij zich met de staatszaken bezig. Haar deskun digheid en onpartijdigheid staan er borg voor dat juist in dit land, waarin nogal eens een ka binetscrisis voorkomt, de uitslag van de verkiezingen heel zorg vuldig wordt geïnterpreteerd. Do adviezen van haar naaste advi seurs en van de politieke leiders leggen daarbij gewicht in de schaal, maar uiteindelijk geeft de koningin de aanwijzing van een (in)formateur een uitweg uit de crisis aan. Zo was dat ook bij de laatste formatie het geval. De benoe ming van de ervaren raadsman Ruppert en later van de doorge winterde politicus Burger tot formateur waren een duidelijke aanwijzing dat de koningin geen andere uitweg uit de crisis zag dan dat de socialisten en confes sionelen weer samen zouden re geren. Een kenner van het koningshuis, dra. Schenk, heeft onlangs be weerd dat na het ontstaan van de kabinetscrisis in juli 1972 mi nister-president Biesheuvel bij de konngin was gekomen met een lijstje potentiële ministers die de door het aftreden van Drees en De Brauw opengeval len plaatsen zouden kunnen op vullen. De koningin voelde daar niets voor, er was een crisis en die moest correct worden weg gewerkt. Met het eventjes be noemen van nieuwe ministers zou de affaire wel gemakkelijk zijn geregeld, maar de politieke Uit de tijd Staatszaken: bijeenkomst van de Raad van State Staatszaken: aan het hoofd van de regering 7.15. 91 chase (r (a l i DE U( 2.30, 7.1 4.00, 7.j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 15