Herman
Felderhof
RADIOREPORTER ZETTE DUIZENDEN ORANJEBOMEN VOOR HET VOLK OP
„Een koningin drinkt nooit. Die nipt"
WÊmmmÊm
EEN LEVEN
LANG IN
HET VOETSPOOR
VAN ORANJE
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1973
HILVERSUM Ofschoon hij ruim veer-
tig jaar met voorbeeldige ijver in het
voetspoor der Oranjes heeft gelopen
(waarbij hij duizenden keren het oranje -
1 zonnetje in het zwerk opmerkte en even
zovele malen een juichende menigte aan
zijn radioluisteraars doorgaf), heeft Her
man Felderhof geen enkele moeite me»
het karig huldebetoon, waarmee de Neder
landse krijgsmacht het zilveren regerings-
i jubileum van koningin Juliana zal opluis
teren. „Me dunkt", zegt hij, „ik vind
500 militairen al zo'n hoop. Tenzij je na
tuurlijk wilt laten zien. hoe sterk de natie
"Het uitdelen van de chocolademelk door de koningin was een hoogtepunt, waar je niet over uitgepraat raakte".
is. Dan wordt het inderdaad bij Huis ten
Bosch een lachertje. Overigens weet ik
bijna zeker, dat de koningin het met
die sobere manifestatie volkomen eens is
Ze houdt niet van grote parades la het
Kremlin. Haar moeder wel. Die zou dit
ook niet gepikt Hbben. Als die wat te vie
ren had. zag het gelijk zwart van de sol
daten. Ik begrijp trouwens niet goed.
waarom het leger zich achtergesteld voelt.
Bij Huis ten Bosch komt nota bene niet
eens een défilé van de gezamenlijke krui
deniers".
Herman Felderhof: "de koningin heeft dat kostelijke toilet niet eens meer gezien". Herman Felderhof bekent eerlijk: "militair stel ik niks voor. Ik had altijd de grootste "In mijn jeugdig enthousiasme riep ik zelfs, dat de prinses een griepje onder de
moeite om de versierde dignitarissen uit elkaar te houden". koninklijke leden had".
Felderhof, in stemmig herfst-
bruin confectiepak, ontvangt zijn
gasten in een kamer van over
dreven afmetingen, die hém als
hoofd van de sectie radio van de
NOS rechtens toekomt. Tijdens
set gesprek onderhoudt hij een
geregelde pendeldienst van ver
gadertafel naar bureau, waar
hij als een doorgewinterde ma
nager de telefoongesprekken
beantwoordt. Als hij terugkomt
neemt hij de draad van het ge
sprek weer moeiteloos op: ..Mi
litair gesproken ben ik een nul.
Ik had bij mijn reportages altijd
de grootste moeite om al die
versierde dignitarissen uit el
kaar te houden. Overigens ben
ik niet de enige. Ik ken een col
lega, die een interview had met
een schout bij nacht. Hij komt
op het afgesproken uur bij Hotel
Wittebrug in Den Haag, klampt
bij de ingang een man met tres
ten aan en "raagt, waar hij de
ichout bij nacht kan vinden.
„Dat ben ik", zegt die man.
Dat défilé van die 500 militairen
loet me ineens denken aan een
trapje, dat voor de oorlog de
londe deed. Mussolini zou een
tegenbezoek aan Duitsland bren-
|en en Hitier wilde hem tracte-
ten op een ouderwetse parade.
teel Europa verkeerde toen nog
h de mening, dat Duitsland mi-
Itair niks voorstelde. Vandaar
ie grap. Hitler belt eerst naar
jonden en vraagt: „Hebben jul-
ie wat tanks voor me?". ..Gut
ee", zegt de eerste minister,
we hebben er niet één". Daar-
6 belt hij naar Parijs. Daar
gooien ze de hoorn op de haak,
want de eerste wereldoorlog lag
de Fransen nog te vers in het
geheugen. Tenslotte belt Hitier
Colijn en legt hem ook het pro
bleem voor. „Dat is prima",
roept Colijn, „zeg maar hoeveel
tanks je nodig hebt: één, twee
of alle drie".
Chocolademelk
Felderhof vindt het persoonlijk
een gave grap, die hij beloont
met een guitige lach. Eens heeft
cabaretier Wim Kan over hem
gezegd: „Als u precies wilt we
ten, hoe de koningin haar choco
lademelk drinkt, moet u bij Fe>-
Jerhof wezen. Die is er altijd
bij".
„Klopt", geeft Felderhof toe.
„ik heb tientallen jaren de
kerstvieringen op Soestdijk voor
de radio verslagen. En daarbij
was het uitdelen van de chocola
demelk door de koningin een
hoogtepunt, waar je niet over
uitgepraat raakte. Bij die kerst
feestjes mocht je als reporter
alleen zijn, als de overige gas
ten je niet zagen. Ze mochten je
trouwens oo!: niet horen en
daarom leek het net een repor
tage uit een rouwkamer. Je
sprak voortdurend op fluister
toon als bij een biljartwedstrijd.
En al die tijd stond ik achter
een kerstboom, waar ik door de
adjudant geparkeerd was. Soms
gaf hij me een teken en dan
mocht ik haastig mijn hoofd tus
sen de ballen en slingers door
steken om ,wat sfeer Je proeven.
Dat waren mooie momenten.
Ik vraag ime nu wel af, hoe ik
het zo lang heb kunnen volhou
den. Ik ben mijn loopbaan als
reporter bij koninklijke gebeur
tenissen namelijk begonnen met
een reeks ongehoorde fouten. Ja.
wat wil je. Je komt als groen
broekje bij de AVRO binnen en
weet van toeten noch blazen. De
radio stond nog In de kinder
schoenen. Je werkte met een
handjevol mensen, ontving de
gasten in de studio, schonk kof
fie voor ze in en betaalde na af
loop ook nog de gages uit.
En en passant versloeg je die
koninklijke gebeurtenissen. Je
had inmiddels gehoord, dat een
vorst nooit drinkt, maar nipt.
En dat zei je dus in je reporta
ge. Gekroonde hoofden wandelen
ook niet. maar schrijden. En
een hapje eten is er evenmin
bij, want ze zitten aan de dis of
aan het noenmaal. Ze hadden
me zo volgepompt met dergelij
ke plechtige kreten, dat ik in
mijn jeugdig enthousiasme riep,
dat prinses Juliana een griepje
onder de koninklijke leden had
gehad. Willem Vogt zei na af
loop: leuk gedaan. Fen heel per
soonlijke aanpak.
Vieux rose
Toen prinses Juliana prins Bern-
hard aan het Nederlandse volk
voorstelde, was ik ook ingedeeld
bij de radioploeg. Ik stond op de
Dam en hoorde doktor P.H. Rit
eer Junior vanaf zijn post bij de
Westerkerk in prachtige volzin
nen zeggen, dat de prinses een
paarse robe droeg. Tegenwoor
dig krijg je de kleuren van de
Rijks Voorlichtings Dienst,
maar in die tijd moest je het al
lemaal zelf uitvissen. De man
op het Mercatorplein had al me
degedeeld, dat de prinses een
rode robe aan had. Even later
komt ze in een open Ford de
Dam oprijden en ik vertel het
«oJk, dat haar robe roodachtig
aandoet. Zit ik in elk geval
goed, dacht ik, er net tussen in.
Later hoorde ik pas, dat doktor
Ritter kleurenblind was. Juliana
droeg trouwens een Jurk van
vieux rose. Ze i* gek op tussen
kleuren.
Geen week later maak ik mijn
tweede fout. Juliana komt naar
Rotterdam en ik sta op het per
ron tussen de palmen. Ik zag
weinig, maar het viel me wel
op, dat ze dezelfde jurk droeg
als in Amsterdam. Ik zeg dus:
„Onze geliefde prinses draagt
dezelfde robe als vorige week".
Dat kan helemaal niet.
Prinsessen dragen uitsluitend
wegwerpjaponnen. Eén keer aan
en daarna nooit meer.
Je kunt je nu niet meer voor
stellen, hoe populair de radio
toen was. Wij hadden het abso
lute monopolie tot 1951: de hele
natie hing aan je lip. Ik lag in
1932 met wijlen Tom Schreurs
op het dak van een verhuiswa-
aen om het Koninginnevuurwerk
op het Haagse Malieveld te ver
slaan. Kat. de vuurwerkmaker
had me nog een spoedcursus in
gillende keukenmeiden en bom
bardons gegeven, want ik wist
er geen fluit van. De uitzending
begint en lk beschrijf recht
streeks alle pyrotechnische won
deren. Tegen de tijd, dat het
slotstuk moest ontbranden, be
sluit ik de reportage met de ge
voelige tekst, dat tegen de
avondhemel thans de markante
trekken van onze geliefde vor
stin in schitterende kleuren
zichtbaar worden. Ik krijg een
stomp van Schreurs en ik hoor
hem zeggen: „Dat is de konin
gin niet. Dat is het showstuk
van de buitelen-e clown". Nie
mand heeft die fout gemerkt. Ze
vonden het in die tijd al mooi.
dat je de knallen uit Den Haag
op hetzelfde mom wit in Deven
ter kon horen".
Felderhof, die in de loop der ja
ren een machtig oranjemonu
ment in de vaderlandse ether
heeft gemetseld (hij heeft er het
ridderschap in de Orde van
Oranje-Nassau aan overgehou
den, „maar denk nou niet. dat
ik dat lintje ook '6 nachts op
mijn pyjama draag"), denkt in
deze dagen met gestileerde wee
moed terug aan de keren, dat in
zijn leven Oranje Boven stond.
Op het gebied van vorstelijke
kerstfeesten en werkbezoeken
was hij niet te verslaan en ook
trok hij door heel Europa om
het thuisfront te berichten, wel
ke robe zijn geliefde vorstin
droeg in Londen. Parijs, Luxem
burg, Bern en New York. En
passant versloeg hij begrafenis
sen van Churchill en president
Kennedy. „Wacht eens even",
zegt hij, „nou vergeet ik er één.
Oh ja, ik heb George van Enge
land ook nog begraven".
Hij vindt zijn oranje-tijd nog
steeds „een machtige ervaring".
Herinnert zich spontaan een ge
sprek met prins Bernhard, die
hem een versnapering aanbood.
In zijn zenuwen zei Felderhof-
Geeft u mij maar een tin gonic
hoogheid. „Ik dacht op dat mo
ment wel: lk hoor wat vreema».
maar de prins begreep hec
toch".
Felderhof haalt even moeiteloos
uit zijn voltooid verleden heri»
neringen op aan de eerste Prins
jesdag na de oorlog. Hij stond
op het Binnenhof en kreeg na da
Troonrede hot sein: beginnen.
„Nou wist ik. dat de koningin
zich eerst terugtrekt en dan pas
de Ridderzaal verlaat". Bij ge
wone mensen heet dat gelegen
heidgeven om van het toilet ge
brul* te maken. Deze keer zag
ze echter zoveel bekende gezich
ten. dat het alsmaar later werd.
De geweren waren al vier keer
gepresenteerd cn weer afgezet
en in die tijd heb ik het gehad
over de duiven en de Milva's en
over de herstelde democratie en
de beelden, die schoongemaakt
waren. Ik hield het negen minu
ten vol. Toen was ik goed leeg.
Ik zeg: ik stel nu voor om met
mij te wachten op het verschij
nen van de koningin. Na zeven
tien minuben kwam ze eindelijk
naar buiten".
Oranjebomen
In maart 1966 zette Felderhof
één van zijn laatste Oranjebo
men voor het volk op. Hij be
mande de post in de Westerkerit
tijdens het huwelijk van Prinses
Beatrix en Prins Claus. „Ik
hoorde al die geluiden in mijn
koptelefoon. De knallen van
rookbommen, de spreekkoren.
Het was angstig. Ik dacht op
een moment serieus: straks be
stormen ze het bedehuis ook
nog. Ik vond h.-t een bescha
mende vertoning".
Op de valreep geeft Felderhof
nog snel een doorkijkje in de
problematiek rond koninklijke
bezoeken. „Wat daar voor komt
kijken. Man, daar hei» Je geen
idee van. Neem alleen het sani
tair. De koningin zou eens in
Brabant een ouwe boerderij be
zoeken en daar werd in allerijl
voor duizenden guldens een wa
tercloset in gebouwd. Ze hadden
daar alleen zo'n ouderwetse
doos.
De koningin komt binnen en de
burgemeester begint gelijk:
„hare majesteit wenst nu zeker
eerst de handen te wassen". Ze
schudt haar hoofd Even later
komt de gemeente-secretarie
naar haar toe: „wenst u de han
den te wassen majesteit?" „Nu
niet", zegt 'ze. „straks mis
schien". Ze heeft dat hele kost»
lijke toilet niet eens gezien.
Vetvrij papier
En Den Doolaard was vlak na
de oorlog bij een bezoek van de
koningin aan Brabant. Uit bet
hele land hadden de organisato
ren voedsel naar kasteel Bouvig-
ne laten komen om de vorstin
een vooroorlogse koffietafel te
kunnen aanbieden. Die tafel vol
ongehoorde lekkernijen stond als
verrassing achter een gordijn.
Toen de burgemeester voorstel
de om een hapje te gaan eten
deed de koningin haar reticuultje
open en haalde er een paar
boterhammen in een vetvrij pa
piertje uit.
Niemand durfde daarna dat gor
dijn meer open te doen".
Tekst: LEO THURING
Foto's: MILAN KONVALINKA