Kleren zijn voor koningin Juliana ondergeschikt aan grotere waarden In een tailleur waarvoor zelfs Balmain zich niet zou schamen, onderhoudt de koningin zich met Rotterdamse jeugd (1972). de opening van het Cultureel Centrum in Venray in 1968. Het ensemble Majesteit zit niet best, maar geen kind dat het zien. Tijdens een werkbezoek „er gens in het land", werd de ko ningin een lunch aangeboden. Toen men zich voor de maal tijd even kon opknappen, vroeg Hare Majesteit aan de heer die bij dergelijke gelegen heden zorgt dat het protocol gehandhaafd wordt (laten wij hem zoals in sprookjes een „wijze raadsheer" noemen): „Kijkt u eens om een hoekje, gaan de dames mèt of zónder mantel aan tafel?" De wijze raadsheer gluurde door een kier van de deur en stelde vast: „Zonder mantel, majes teit." „Hemeltje, wat vervelend nou," antwoordde Majesteit. „Ik heb een jurk aan die Christina voor me heeft ge maakt en hij zit niet best" Zij verscheen zonder mantel aan de lunch. Er zijn allerlei gevolgtrekkin gen te maken uit dit modieus veelbetekenende voorval. Welke zijn juist, welke niet en in wel ke orde van belangrijkheid passen ze? Christina heeft een jurk voor haar moeder gemaakt. Wel, als een hedendaagse dochter aan de naaimachine gaat zit ten om iets voor haar moeder in elkaar te flansen, dan is dat erg aardig van het kind. Of schoon wij een prinses tegen woordig als een „gewoon" mens moeten zien, is het ma ken van haar werkstuk nog aardiger, want dit kind is ge zegend met enkele materiële voorrechten die het karwei van een jurk-voor-moeder-naaien niet voor de hand doen liggen en zelfs in de weg staan. Bo vendien is Christina's gezichts vermogen beperkt; des te gro ter de prestatie die ze met de jurk leverde. Een moeder die niet blij is met zulk een goed of slecht zit tende schepping, is een on mens. Juliana is waarachtig geen onmens, dus zij is blij en trekt de creatie aan. Hij zit niet best. Nou. en?? Misschien zit hij wèl lekker. Niet alle mooi, of perfect zittende kle ren zijn even gemakkelijk in het dragen. Maar op een dag gaat de koningin op werkbe zoek. In een mantel, over de bewuste hurk. Heeft zij tevo ren niet gedacht aan de moge lijkheid dat zij die mantel mis schien zou moeten uittrekken Ik denk nu aan mijn moeder in lang vervlogen tijd. Als zij ontdekte dat er iets niet in orde was met mijn lingerie (als ik bijvoorbeeld een speld gebruikt had om de onderjurk korter te maken), dan riep zij theatraal: „Een speld!! Kind, als je toch een ongeluk zou krijgen!" Zij doelde op de schande. Ik gaf haar bij die gelegenheden bits van katoen.: „Is dit uw enige zorg over een ongeluk?" Het was niet haar enige zorg. Zij was een beste moeder, maar wel heel erg netjes. Bovenal had zij een fijn gevoel voor mode, dat zich zelfs uitstrekte tot het onder goed. De koningin maakt dikwijl de indruk dat zij weinig gevoel voor mode heeft en dit niet als een gemis beschouwt. Een massa mensen vinden haar daarom te laken. Maar 'n min stens even grote massa vindt haar daarom sympathiek. Zij is een bemoediging en gerust stelling voor wie met de beste wil van de wereld nooit adem benemend chic kan zijn. En dat is een verbazend grote groep! Vaak let de koningin niet op kleinigheden. De wijze raadsheer heeft wel eens moe ten fluisteren: „Majesteit, de zoom van uw japon hangt los aan de achterkant." Dat zij op de morgen van het bewuste werkbezoek, bij het kleden deze jurk uitkoos om Christina te plezieren, is niet waarschijnlijk. Dat had zij op een dag-thuis even goed kun nen doen. Het lijkt eerder dat zij er gewoon niet bij heeft na gedacht. Misschien was de kleur goed onder de openval lende mantel. (Tijdens haar regering heeft zij gemiddeld per jaar minstens 120 officiële en werkbezoeken gebracht en honderden bezoekers ontvan gen houd dan maar eens alle aandacht bij telkens ande re en weer goed combinerende kleren! Het kan niet anders of aan die lunch met dames zonder man tel zijn persfoto's gemaakt. Geen enkele fotograaf krijgt daarbij kansen het koninklijk model op haar gunstigst te ne men. En de volgende dag staat de koningin in de kranten, ge zeten aan tafel tussen de bur gemeester en de voorzitster van de jubilerende stichting. Ze is gekleed in een jurk....„Kijk nou toch! Hoe is het mogelijk, hoe kan ze zo iets aantrekken. Het lijkt wel zelf in elkaar gekloft, haha." En in een blad met society- roddelnieuws weeklagen de re gels over onze koningin die nu eens nooit echt chic gekleed is. Nooit is een groot woord. Zel den is voorzichtiger. Niet altijd is vriendelijker. Waarom zou den we niet vriendelijk zijn? Wie kleedt de koningin Nu bestaat de garderobe van Hare Majesteit niet uitsluitend uit kleren die door haar doch ters zijn vervaardigd. Waar schijnlijk was de gewraakte jurk een unicum. Wie haar wèl kleden of gekleed hebben is maar ten dele bekend. Er wordt niet over gesproken. Linette uit Den Bosch heeft ja renlang haar bijdragen gele verd. Alleen van prinses Bea trix' trouwjapon is haar naam ais couturière officieel ver meld. Linette heeft niet alleen de koningin gekleed, maar vele andere vrouwen onder wie modieus-gemakkelijke en moeilijke. De koningin hoort tot de laatste categorie. Zij voelt zich het beste thuis in rok en truitje, maar daarin mag zij niet ontvangen of uit gaan. Zij heeft vow de mode van deze tijd geen gemakkelijk figuur. Mochten wij nog leven in een van de vele modetijd perken waarin haar moederlij ke verschijning zou passen, dan was zij gelukkiger ge kleed. Om dicht bij huis te blijven: zij zou in Victoria's tijd gepast hebben. Modieus ge sproken, wèl te verstaan. (Of schoon haar goedgevormde be nen boven uitstekend schoeisel dan verborgen waren geble ven, want in die dagen „hadden koninginnen geen benen"). Het ligt niet in de aard van Juliana zomin als het de ge woonte is van de andere schaars geworden koninginnen te laten rondbazuinen dat zij vandaag een ensemble draagt van Cardin en morgen van Balmain. (Zelfs een Bal main zou ons verwonderen.) Zij zou het niet aangenaam vinden onder een al of niet flatteuze foto in de krant te le zen: ontwerp van Max Hey- mans. Want kleren moeten er nu eenmaal zijn, maar we ma ken er geen punt van, zij zijn ondergeschikt aan grotere waarden. Dat staat geschreven op haar gezicht en valt te le zen uit woorden en daden. Het Koningin Wilhelmlnafonds geeft soms een gala-modeshow van Max Heymans, voor het goede doel. Zo'n show in het Amsterdams concertgebouw werd eens opgeluisterd door de aanwezigheid van prinses Mar griet, die in de pauze met de ontwerper wilde spreken. Max stond correct gebogen voor de witsatijnen prinses, hij in het zwart. Maar dan wel in een wijdopen, strak truitje, smalle fluwelen broek en hoge laarzen. Hij maakte bijna naief-ont- DE WIJZE RAADSHEER HEEFT WEL EENS MOETEN FLUISTEREN Prinses Juliana, een stijf meisje in de „roaring twenties". i een andere, speciaal voor de troonrede ontworpen ens wel dan weer minder geslaagd. spannen grapjes en vroeg: „Is uw koninklijk zusje, prinses Beatrix niet verrukt over mijn bonthoeden? Ik zie haar ze nog steeds dragen, zijn ze niet ge weldig?" Margriet knikte lief. Maar meer dan dit zou zelfs Max zich niet kunnen veroorlo ven. WIJ, en dan vooral plura lis majestatis voor de konin gin, WIJ dragen de „griffe", het innaaietiket van onze coutu riers niet demonstratief op onze kleren. Linette kent die koninklijke waardigheid. Ofschoon ze haar atelier heeft gesloten spreekt ook zij met geen woord over de garderobe van de koningin. Éénmaal is haar de wanhoop tot de lippen gestegen. Toen zij nog volop in dat werk bezig was, heeft zij haar mond voor bij gepraat: „Die shawl!" kreunde ze. „Het is een schat van een jurk, maar die shawl past er niet bij. Ik weet niet waar die vandaan komt, maar hij vermoordt de jurk en tel kens zie ik dat ding erbij ge dragen." Is er dan niemand die de ko ningin adviseert? Laten wij het omkeren: wie ziet haar aan voor iemand die zich in deze dingen laat adviseren of die adviezen voetstoots aan neemt? Nee, anders had zij op die dag van dat werkbezoek de jurk van Christina niet gedra gen. Toonaangevend De Franse hofschilder Rigaud maakte het beroemde staatsie portret van de almachtige Zon nekoning, met de torenende pruik, steltschoenen, de impo sante koningsmantel opgeslagen boven een hand in de zij, de an dere hand gebiedend op een pretentieus hoge b&ton. Maar de Engelsman W. M. Thacke ray tekende er een drievoudige spotprent op: rechts de majes teit van het portret, daaronder „Koning Lodewijk" links de pronkvolle kledij, op stokjes in de juiste stand gehouden, daar onder Koning; in het midden een ontluisterd mannetje van een el kleiner, kaal, met krachteloze spillebenen en een hangbuikje het onderschrift: Lodewijk. De Zonnekoning schit terde in een tijd toen vorstelij ke hoven de toon aangaven in mode. Op de vraag: wat is mode?, gaf de Engelse wijsgeer Her- bert Spencer in de vorige eeuw dit antwoord: mode is een wed ijverende navolging. Zijn ver klaring: hogere standen willen zich distantiëren van lagere en kiezen een andere mode. La gere willen de hogere navolgen en wanneer zij hierin dreigen te slagen, heeft die mode voor de hogere afgedaan: zij kiezen een nieuwe mode (welke, dat is een ander onderwerp). Het antwoord van Spencer komt mij nog altijd als het juiste voor. Men hoeft slechts de woorden hogere en lagere standen te vervangen door „wel of niet tot een elite behcn rend". De anti-mode van vandaag is wis en waarachtig een mode. Bedacht door een elite: de jon ge protesterende garde die z.g. onaanzienlijk wil zijn, niet wenst nagevolgd te worden door het establishment of door achterblijvers in de evolutie. De lieve rebellen worden wèl mas saal nagevolgd door na-apers en aangezien dat voor een elite niet aanvaardbaar is, wisselen de modevoorschriften dus in de sector jeans en borstrokken weer snel. Terecht, want mode is een voortdurende beweging. Het is rustig voor de koningin dat zij geen toonaangeefster in mode hoeft te zijn. En dat zij in de anti-mode niet mag en kan passen. Welke mode is dan voor haar weggelegd? Die van MEVROUW. Mevrouw en bakvis Vele jonge of jong-doende vrouwen met belangstelling voor mode, spreken denigre rend en Amsterdams van „me- vroi". Als zij u mevroi-lg noe men, kunt u wel inpakken. Het is heel moeilijk voor de (me)vrouwen van 40+ er an ders uit te zien dan 40 zon der belachelijk, geforceerd, slonzig of onaantrekkelijk te zijn. Voor een koningin is het onmogelijk. Onze koningin ziet er uit als een mevrouw van 60, die erg veel kleren heeft, omdat haar werk dat eist. Dat vele is niet altijd naar aller mevrouwen smaak. Soms schrikt iemand en denkt: Was dat nou nodig? Maar dan komt een gedachte van troost voor ieder die wel eens 'n moord op de mode heeft pleegd: Tu quoque, Brute Ook GIJ! Zo'n modewandaad doet niets af aan het koningsschap, aan de waardigheid, aan de populariteit, kortom de kleren doen er eigenlijk helemaal niet toe in de democratie. Mis schien komt het eens zo ver dat de minst uitmuntende kle ren de beste zijn (jammer voor de couturiers). Me dunkt, dat weet de konin gin zelf opperbest. Daarom moet het een grote opgave zijn zoveel honderd jurken, mantels hoeden, schoenen te keuren, te passen. De kleren van de koningin zijn gelukkig bij tijd en wijle te recht geprezen. Op allerlei on derdelen van Juliana's garde robe is ook wel ooit en niet ten onrechte kritiek gehoord. Juliana zal als bakvis (niet te verwarren met tiener) wel mo dieus ontwaakt zijn met stille wensen, zoals elk meisje van haar leeftijd. Als zij veel ver wacht heeft van de mode in die dagen, moet zij teleurstel ling ontmoet hebben. Zij had geen aanleg voor het mode- ideaal van gargonne en konin gin Wilhelmina, die uiteruard haar dochters verschijning be paalde, leek on- of anti-mo- disch te worden, .elf had de oude koningin als meisje en als jonge vrouw een echt Pa- rijse garderobe gehad. Maar dat was fin de siècle, roman tisch. Toen Juliana aan de beurt kwam rumoerde de char- lestontijd met „malle" kleren die door conservatieven moei lijk te aanvaarden waren. Wat later was Juliana's bruidsjapon weinig elegant. Hoe kon het anders: de satijn was geheel gevoerd op degelijk flanel tegen de januarikoude en de mouwen kregen een bij zonder model om de brede arm band, het geschenk uit Ne derlands Oost-Indië goed zicht baar te maken. Op haar huwelijksreis onder ging ze een metamorfose, haar droomprins had smaak en zij volgde die met liefde. Achteraf gezien zou men geneigd zijn te denken: met liefde voor hem, niet liefde voor de mode. Zeer onlangs bracht een bui tenlands tijdschrift een groot artikel over de terugkeer van de hertogin van Windsor in de society. Na een jaar van rouw over de dood van de hertog, in welk jaar zij maanden in een ziekenhuis lag met een gebro ken heup, vierde zij haar co me-back ten huize van Baron- ne de Rothschild temidden van vrienden en pers. Het blad schreef: „De 76-jarlgo zag er uit als hoogstens 60." De foto's toonden een vele malen gelift gezicht, zo scherp en versteend als van een 100-jarige heks. Het (miserabel) jurkje „spe ciaal voor deze dag ontworpen door Marc Bohan van Dior" omsloot een griezelige bone- staak waar geen boontje zich omheen zou willen slingeren. Geef mij maar een koningin met rimpels, een bpil, een on derkin, maat 44 of meer. Des noods met een mislukte jurk en een idiote hoed. Wedden dat de jeugd die de toekomst heeft er net zo over denkt Als die toevallig eens denkt aan de koningin? A. MAC. GILLAVRY. Een wel zeer fleurige koningin op de Florriade in Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 13