SOS. Drie geluksvissen Frank Zappa in Amsterdam WSjê W j ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1973 LEIDSE COURANT (ADVERTENTIE) Juniorenhoek DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD 111 Zit daar even een portie vis. Wie hengelt, moet het water in de mond komen. De jongen heeft maar te kiezen wie hij aan de haak zal slaan. Maar één vis heeft hij al. Dat nummer ontbreekt. Welk num mer is het? Het figuurtje nummer 1 is ook terug te vinden in de figuren 2 en 3. Als je goed kijkt, kun je figuur 1 uit figuur 2 halen je moet het dan zwart maken en ook uit figuur 3. Moeilijk hoor. BRJ23-7S-C. Dit beest leeft al lang niet meer. Het was de Bienotherium, die onge veer 200 miljoen jaren geleden op de aarde rondliep. In China heeft men overblijfselen gevonden van dit beest, dat een meter lang was en over de grond kroop en zich met planten voedde. Dat kon men zien aan het gebit. Oplossing van vorige week Die grote, mooie, dure auto was een Cadillac, In de stad van de Turkse keizer woonde eens een kapper die goed verdiende met het knippen van baarden en haren. Maar de lievelingsvrouw van de keizer wilde wel eens weten hoe lang de haren en de baard van haar Heer konden worden. Om haar een plezier te doen, liet de kei zer zich niet meer scheren of knippen en dit voorbeeld werd dadelijk gevolgd door voorname heren en al wie op hen wou lij ken. Toen had de kapper niets meer te doen. Hij moest schul den maken en om niet in het gevang te komen, vluchtte hij op een dag de stad uit. Hij was nog maar kort onderweg of hij merkte dat hij gevolgd werd. „Dat moet iemand zijn die zijn geld van me opeist", dacht de kapper en begon te hollen. Maar de achtervolger holde al even hard. Tenslotte viel de kapper uitgeput neer en de achtervolger haalde hem in. Ook hij liet zich vallen in het gras. Nu was de kapper heel verbaasd: hij kende deze man helemaal niet. „Lieve hemel", uchtte hij opgelucht, „ik dacht dat je een van mijn schuldei sers was". „Welnee," zei de ander „ik ben timmerman en maak houten lui ken en deuren. Maar sedert de lievelingsvrouw van de keizer het deftiger vindt wachtposten te hebben voor ramen zonder luiken en poorten zónder deu ren is dat mode geworden. Ik heb nu in mijn timmerwinkel niets meer te doen, maar zit diep in de schulden en ben de stad uitgevlucht. Maar ik moest zo hollen omdat er iemand ach ter mij aanzit. Zeker een schuld eiser. Daar komt hij al aan!" Zowaar, daar stond dan nu al een derde man bij de twee langs de weg. „Hé!" zei de timmerman. „Ik dacht dat je geld van me zou eisen, maar ik ken je hele maal niet. Wie ben je wel?" „Ik ben visser", zei de derde man. „Het is mij altijd goed ge gaan, want er werd in de stad veel vis gegeten. Maar de lieve lingsvrouw van de keizer houdt niet van vis! Nu is het mode geworden alleen vlees en kip te eten. Ik bezit geen ent meer, al leen schulden en ik moest de stad verlaten om niet in het ge vang te komen". De drie man nen die zo bang voor elkaar wa ren geweest, sloten vriendschap en trokken samen verder. Na een lange voetreis belandden zij in een vreemde stad, waar de mode van de Turkse keizer niet werd gevolgd. „Laat ons hier het goedkoopste kamertje huren, in de hoop aan de kost te ko men", besloten zij. Al gauw werd de kapper aangeno men in een zaakje waar man nen hun baarden en haren lieten scheren en knippen. De timmer man kreeg werk in een werk plaats voor luiken en deuren. De visser bleef voorlopig thuis om het huishoudentje te doen. Natuurlijk zou hij graag een vette karper gebakken hebben. Maar zijn vrienden verdienden zó weinig dat hij niet meer dan visjes van een pink-lang op hun bord kon leggen. Maar als hij een luchtje schepte buiten de stad, zochten zijn ogen viswa terZo ontdekte hij een wondermooi diepblauw meertje. Er stond maar één huis bij en uit het raam leunde een man die naar hem keek. „Zit er vis in dit water?' vroeg de visser. „Er schuilen vissen in dit meer", zei de man, „maar niemand kan ze vangen. Het water is peilloos diep en de vissen leven op de bodem. Allen in het don ker van de nacht komen ze bo ven. Maar al wie geprobeerd heeft 's nachts te vissen, is met zijn boot gezonken. Daarom Is er hier nog nooit één vis gevan gen". Toen dacht de visser: „Ik kan toch zulke beste netten knopen, waarom dan niet eentje dat tot de bodem reikt?" Thuis begon hij een net te knopen dat zou kunnen reiken tot de bodem. Toen dat net na vele dagen klaar was, ging hij ermee naar het wonderschone meer, gooie het uit, sleepte het over de bo dem en haalde het op: één, twee, drie keer. De derde keer spartelde er een parelmoer- glanzende vis in! De man die weer uit het raam leunde, riep: „Ik geef 10 daalders voor die vis!" Maar de visser die zó ver langd had naar gebakken kar per, lachte hem uit. „Goed dan: 20 daalders!" riep de man. Toen zwichtte de visser, gaf de vis, nam de 20 daalders en kocht daarvoor op de markt al lerlei goeds om dagenlang van te eten. Die avond vonden zijn vrienden een waar feestmaal op tafel. „Ben je nu alweer bezig schulden te maken?" vroegen zij angstig. Maar de visser ver telde het verhaal en zij verheug den zich alle drie. De volgende dag ging de visser terug naar het meer. Weer keek de man door het venster en zag dat het net drie keer werd uit geworpen tot er een zilveren vis in spartelde mooier en groter dan die van de vorige dag. „Ik geef 30 daalders voor die vis!" riep de man. De visser lachte hem uit. Maar toen de man zijn bod verdubbelde, gaf hij toe. Voor het geld kocht hij een stapel nieuwe kleren. Toen de andere twee die avond thuis kwamen, herkenden zij hun ka meraad in zijn mooie plunje nauwelijks. Maar vóór zij konden vragen of hij weer vis gevangen had, zagen zij voor zichzelf de gelijke nieuwe spullen op bed uitgestald. Daags daarna stond de visser op nieuw aan het meer en ving bij de derde poging een goudkleurige vis, die de vorig twee overtrof. Uit zijn venster riep de man „80 daalders!!" Maar nu werd de visser boos. Hij haalde een mes uit zijn zak en schreeuwde: „Eindelijk zal ik zelf mijn vis bakken!". Hij sneed de visse- buik open... Daar gleed een echt gouden, beweeglijk sieraad uit de buik: een vis van buigzame gouden schubben, zoals prinses sen graag aan een lange ketting dragen zij zeggen dat het ge luksvissen zijn. „Zeg!" riep de stomverbaasde visser toen hij weer praten kon. „Wat zat er in die andere vis sen?" Maar de man had al een parel moeren en een zilveren geluks- vis uit het raam gegooid en vluchte weg, zo hard hij kon, want de sieraden waren wel het honderdvoudige waard van wat hij gegeven had. 's Avonds keken de drie vrienden stil van bewondering naar de drie sieraden. „Laat ons nu te ruggaan naar de stad van de Turkse keizer", besloten zij. „Zijn lievelingsvrouw zal niet rusten vóóór zij deze onvergelij kelijke geluksvissen voor haar heeft gekocht". Zo was het ook. De vrienden keerden terug nar hun stad en de keizer betaalde een schat voor de vissen. Maar bovendien moest zijn vrouw beloven dat er voortaan steeds vis op tafel zou staan, dat er houten deuren en luiken in het paleis zouden ko men en dat de keizer zijn baard en haar zou laten knippen. Toen dat gebeurd was, veranderde de mode, en werd weer zoals vroe ger. De vrienden konden nu hun oude schulden betalen en von den geluk in het uitoefenen van hun geliefde ambacht. Maak van uw snipperdag een "slipperdag" KNAC Antl-slipschool Sophlalaan 4 DEN HAAG ffO)] Tel. (070) 18 41 30 \&y KUNST EN KUNSTENAARS In Museum Swaensteyn, Heren straat 101 Voorburg, wordt van 18 t/m 9 september een herden kingstentoonstelling gehouden van de Voorburgse kunstenaars Piet Heidoorn (1905-1971) en Hen van Leeuwen (1890-1972). 'Het British Columbia Boys Choir uit Vancouver, Canada, zal op maandag 20 augustus een con cert geven in de kerk van de Verrezen Christus aan de Fon- 1 teijnenburglaan te Voorburg. Het koor maakt nu, sinds zijn oprichting in 1968, voor de der de maal een tournee door Euro pa. Het accent daarbij ligt op Nederland, waar het koor bij zonder gewaardeerd wordt. Dit blijkt uit het feit dat van de vijf langspeelplaten die van het koor gemaakt zijn er twee in ons land werden opgenomen. Diri gent Donal d Forbes zal zijn koor een gevarieerd programma van volksliederen en motetten laten zingen. Paulus de Bos kabouter De Hooi- kooi Door JEAN DULIEU jHèhé,' zei Paulus opgelucht, ,nu kan nie mand me meer beletten om Eucalyptate bespieden. Ik wil weten wat ze in haar schild voert'. Meteen nadat Paulus dat ge zegd had. moest hij weer wachter een boom wegkruipen, want daar kwam wa rempel de heks weer langs. .Hooi, hooi. flie fla flooi,' neuriede Eucalypta. ,hooi zegd had. moest hij weer achter een schok door Paulus heen. ,Nog meer hooi', dacht hij. .Ik wou maar dat ik wist wat dat te betekenen had' ,Hi) stak een pijpje op en begaf zich diep in gedachten nar zijn boom. want het liep al tegen de avond en In plaats van een lekker maaltje te veror beren, ging Paulus met een bedrukt ge- de kaboutermaag rommelde geducht. Maar zicht zitten piekeren. NOG 4 NACHTJES SLAPEN en dan kunnen uw stoutste dro men werkelijkheid worden, want woensdag 15 augustus begint de 1ste trekking van de Staatsloterij en u weet, bij aankoop van een LAMATEX-mantel ontvangt u een HEEL LOT GRATIS. Den Haag Frank Zappa komt zondag 9 sep tember, na enkele jaren van afwezigheid, weer naar ons land met zijn nieuwe 9-mans „Mothers of Invention". Er zijn twee concerten in het Amsterdamse Concertgebouw, om vier uur 's middags en om half negen 's avonds. Frank Zappa en de Mothers concerteren op elk concert gedurende tenminste tachtig minuten. Voor de pauze speelt de in Duitsland werkende Engelse groep „Nektar". In de tegenwoordige groep van Zappa speelt wederom de Franse jazz-violist Jean Luc Ponty, Behalve deze en Zappa zelf omvat de groep ver der Ian Underwood (Saxes), Ruth Underwood (marimba en vibrafoon), Sal Marquez (trom pet), Bruce Fowler (trombone), George Duke (piano), Tom Fowler (bas) en Ralph Humphrey (drums). De hei handt bleef De drii dels 1 ten t houdi nieuv moed nam vlucl de d de echtf Hoek richt I de h toezE afrm Suske en Wiske De Poppen- pakker

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 6