Buitenland
moet waarde
bewijzen van
Nederlands
talig toneel
EEN
WERTHER
VAN
DEZE
TIJD
THEATRE
PLACE ST JOSSE
DE „STEMMEN'
VAN CLAUDE
VAN DE BERGE
pagina
Acteur-schrijver Eric Schneider; wiens stukken wor
den gepubliceerd in Duitsland en gespeeld in Duits
land, Engeland, België, Zweden en Zwitserland.
Chiem van Houweninghe, acteur-schrijver, wtens
eenacters door de Hamm Clov Stage company in
New York op het repertoire zijn genomen.
„Iedereen die durft te zeggen dat Nederlands toneel
niet bestaat, krijgt de wind van voren. Dat
Ben Stroman van CRM de opdracht krijgt een boek te
schrijven om te bewijzen dat we geen Nederlandse to
neelschrijfkunst hebben Is belachelijk. Het „Centrum
voor Nederlandse dramaturgie" leest jaarlijks een
paar honderd nieuwe Nederlandse stukken. Dat Cen
trum o.a. bestaat uit een aantal gerenommeerde na
men uit de Nederlandse toneelwereld en adviseert uit
die paar honderd inzendingen jaarlijks een aantal
voor opvoering. Maar je ziet er nooit één van op het
toneel. Begrijp je dan dat Ik me zo vaak kwaad maak
op persconferenties van toneelgezelschappen waarop
iedereen maar braaf opschrijft wat de heren toneellei
ders kwijt willen? Dat ik een paar vragen stel als
Carl van der Plas van de Haagse Comedie meedeelt
dat er weer geen Nederlands toneel van kwaliteit
was. Terwijl In dat Centrum nota bene o.a. drie men
sen van de Haagse Comedie zitten die dan wél hun
naam zetten onder die voor opvoering aanbevolen to
neelstukken. Dat begrijp ik dan niet." Het is de op
z'n minst saillante mening van Hemmo Drexhage (32)
journalist, dramaturg en de man achter de United
Dutch Dramatists, de „Verenigde Nederlandse To
neelschrijvers" een unieke coöperatieve vereniging
van toneelauteurs van eigen bodem die de buitenland
se markt met meer dan toevallig succes binnendrin
gen. „Je hoeft me echt niet zomaar te geloven",
voegt Drexhage er ten overvloede aan toe. „Ga het
allemaal maar na."
Hij heeft de meeste bewijzen trouwens zelf in handen.
Lodewijk de Boer, Dimitri Frenkel Frank, Gerben
Hellinga, Chiem van Houweninghe, Eric Schneider,
Yvonne Keuls, Albert Maurits, Mies Bouhuys, tekst
schrijvers als het duo Van Kooten/De Bie en Herman
Hemmo Drexhage: „ledereen die zegt dat Nederlands toneel niet bestaat, krijgt de wind van voren".
Lodewijk de Boer, wiens „Family" ook internatio
naal lijkt aan te gaan slaan.
Pieter de Boer hebben hem hun gehele of gedeeltelij
ke werk toevertrouwd. „Denk nou niet dat oom Hem
mo zo belangrijk is", roept hij. „Ik ben alleen maar
de woordvoerder van United Dutch Dramatists, de
statuten zijn zo gemaakt dat de auteurs mij te allen
tijde door een ander kunnen vervangen als ze niet te
vreden zijn over de resultaten." De genoemde auteurs
hebben hun werk bij UDD ondergebracht, waar het
vertaald wordt en wordt aangeboden aan het buiten
land. Resultaten tot nu toe bereikt met dat gewraakte
Nederlandse werk zijn er volop: Lodewijk de Boer's
„Zeven manieren om een rivier over te steken" ging
in maart in Parijs in première, werd lovend ontvan
gen door publiek en pers (looptijd twee maanden!) en
werd in mei in Brussel gespeeld. Zijn vroege stuk
„Darts" werd in het Joegoslavische Ljubljana opge
voerd en komt in oktober in New York. Zijn succes
stuk „The family" wordt opgevoerd in West-Duits-
land, Oostenrijk, Zwitserland, België en Amerika. De
tekst wordt in Duitsland door Suhrkamp uitgegeven.
Voor Gerben Hellinga's „Kees de Jongen" bestaat
verregaande belangstelling voor opvoeringen in Noor
wegen, Mexico, Duitsland, Engeland en Amerika.
Eric Schneiders „Theodoor, een total loss" is in
Duitsland op het repertoire gekomen voor oktober,
het stuk is geaccepteerd voor Canada en Oostenrijk,
terwijl Schneiders „Rinkelrooien" al in Duitsland ge
speeld is en in 74/75 in Zwitserland opgevoerd gaat
worden.
Minderwaardig
De lijst is bij lange na niet volledig. Theatergezelschap
pen plannen op lange termijn, en uit diverse landen
zijn positieve reacties gekomen, opvoeringen beloofd
zonder dat de contracten al getekend zijn. Drexhage:
„We zijn met United Dutch Dramatists begonnen om
dat we ontevreden waren over het benutten van de
mogelijkheden van Nederlands toneel in het buitenland.
Het heeft te maken met ons nationale minderwaardig
heidscomplex, maar iedereen denkt te gauw dat Neder
lands werk niet geschikt zou zijn voor het buitenland.
Hellinga's „Kees de Jongen" naar Theo Thijssen is niet
vertaalbaar, riepen ze. In het buitenland heb je geen
grachten, geen Muntplein. Dan zorg je dat je er gelijk
waardige plaatsen in Duitsland, in Londen of New
York van maakt. Als iemand enkele jaren geleden het
plan geopperd zou hebben onze Nederlandse popmu
ziek naar het buitenland te exporteren, zouden ze
hem voor gek verklaard hebben: Dwaasheid, dat
wordt toch niks. Maar Shocking Blue komt zelfs boven
aan de Amerikaanse hitparade. Je moet niet verge
ten dat er veel belangstelling voor Nederland bestaat.
Men kent provo, kent onze popmuziek en men weet
dat ons land (dat schijnt tenminste) een eiland van
verdraagzaamheid is. Bovendien moet je bedenken
dat ieder toneelgezelschap, waar dan ook, vaak ver
plicht is negen tot twaalf premières per jaar uit te
brengen. En Engeland heeft zo'n 80 gezelschappen,
Zweden heeft er 60, Denemarken heeft er al 39. Re
ken maar uit hoe ze om stukken zitten te schreeuwen.
Dat is een potentiële markt waarvan je, als je nuchter
nadenkt, gebruik moet maken."
bijvoorbeeld. In Nederland is indertijd de SEBA opge
richt ter voorkoming van „onzalig handelen met werk
van auteurs" en ter vergaring van auteursrechten
voor die schrijvers die voordien door een rommelige
„veelheid" aan auteursrechtenbureau's vertegenwoor
digd werden. De SEBA wordt gesubsidieerd, bezit een
monopolie-positie die noodzakelijk was, maar niet
wettelijk is vastgelegd en op een afspraak berust. „Ik
kan me voorstellen dat de SEBA niet het lichaam is
om aan promotie van Nederlands werk in het buiten
land te doen" zegt Drexhage. „Ik heb alles gedaan
om met de SEBA op goede voet te komen". Niette
min bestaat er wrijving. United Dutch Dramatist int
zelfstandig de rechten voor de opvoering van „zijn"
auteurs, een logische zaak voor een coöperatie waarin
die auteurs tenslotte ook hun eigen geld hebben ge
stort. Maar bet UDD zit daarmee de SEBA in het
vaarwater, en de situatie is niet ondenkbaar dat de
auteursrechten,.markt" door het optreden van Drex
hage c.s. weer „verontreinigd" gaat worden. De
meest voor de hand liggende oplossing lijkt dat de
SEBA de intiatieven van UDD overneemt. Via het
Centrum voor Nederlandse dramaturgie bestaat welis
waar het doel tot „opvoeren van werkstukken van Ne
derlandstalige auteurs door toneel, radio en televisie
in binnen- en buitenland" en het Centrum kan dan
ook meedelen dat „voor zover wij hebben kunnen
vaststellen van de volgende Nederlandse schrijvers,
stukken in andere talen gespeeld of uitgezonden wer
den", maar het is teveel een toevallige factor die de
doordrammerige, vakmatige benadering van het UDD
mist. Het zal dan ook wel typisch zijn voor de Neder
landse hokjesgeest dat naast de officiële SEBA een
groep doe-het-zelvers uit overtuiging dat „hun belan
gen niet goed behartigd worden" voorlopig z'n succes
volle maar eenzame weg mag voortzetten.
Erik Vos: „Na Jan de Hartog misschien wel de
meest gespeelde Nederlandse auteur in het buiten
land".
tenlandse gezelschappen te beginnen, werden de au
teurs in groepen verdeeld. Lodewijk de Boer zat b.v.
bij projektgroep 1 waardoor rond zijn werk al meer
concrete resultaten vallen te melden dan van ander
werk. Drexhage: „Naar ideologie was onze verzame
ling auteurs een „open" groep in de praktijk wordt
het echter een „gesloten" groep. Er kunnen gewoon
geen schrijvers meer bij. Ik zit hier in m'n eentje en
meer werk Is fysiek onmogelijk. Niettemin is onze
groep niet zomaar een groep. De band die ons samen
houdt is onze „volkstheaterideologie". En de noemer
„vakmanschap" plus de loyaliteit ten opzichte van el
kaar."
BERT JANSMA
Negatief
Vakmanschap
Dimitri Frenkel Frank, als tv-regisseur al een succes
in Duitsland, als toneelauteur o.a. vertaald in En
gels, Duits en Zweeds.
Om die reden hebben een aantal auteurs de koppen bij
elkaar gestoken, elk een deel van het basiskapitaal
gefourneerd en zijn zij als United Dutch Dramatists
van start gegaan. Bij hun groep hebben zich een aan
tal vertalers aangesloten die het Nederlandse werk. in
overleg met Drexhage, c.q. de auteur, dramaturgisch
geschikt voor het buitenland maken. „Onze kracht is
dat we een aantal excellente vertalers hebben. Ik wil
geen grote namen belasteren, maar ik weet van in
het Engels vertaald Nederlands toneel waarvan .En
gelsen vertelden dat het stuntelig gedaan is. Dat risi
co kunnen we niet lopen. We houden van vakman
schap. Onze vertalers zijn allemaal geboren in het
land waarvoor ze vertalen, ze hebben theaterweten
schappen gestudeerd of ze zijn werkzaam in het thea
ter."
Het UDD startte op 1 mei 1972 („Symbolisch" zegt
Drexhage. „de dag van de arbeid"). Drexhage, geen
kantoorman, liet zich voorlichten hoe je een echt „bu
reau" laat functioneren, in auteursrecht gespeciali
seerde advocaten zorgden voor de internationale con
tracten en de auteurs werden in „projectgroepen" in
gedeeld. Aangezien het onmogelijk was in één keer
met al het vertaalwerk en het rondzenden naar bui-
Toch zit er een negatieve kant aan het succesverhaal
van dat Nederlandse toneel in het buitenland. Het
UDD draait ruim een jaar zonder subsidie. Er kwam
weliswaar steun van het Prins Bernard Fonds
1500) en de Stichting Vertalingen 1000.-), maar
dat is niet genoeg. Drexhage: „Je moet bedenken dat
het geld uit het buitenland pas erg laat binnenkomt.
Als er nu tot opvoering besloten wordt is dat voor het
seizoen 1974/75. We hebben dus een eenmalige staats
subsidie aangevraagd om dat inkomstenloze begin te
overbruggen. Onze bedoeling is in 1975 „self-suppor
ting" te zijn. We willen de gemeenschap niet tot last
zijn. Kijk, het is al een trieste zaak dat ik de pers
hier te woord moet staan. Dat ik in wezen een semi-
commerciële zaak aan het opbouwen ben, waarvoor
ik niet ben opgeleid. Dat is niet zoals 't hoort. Maar
anders kan blijkbaar niet. Nou kan iedereen wel roe
pen, die Drexhage liegt, die fantaseert, maar hier lig
gen alle bewijzen van ons succes. We gaan straks
zelfs samenwerken met uitgeverij Knippenberg om
een wegwepkrant met Nederlandse toneelschrijvers
uit te brengen. Als het in de toekomst goed gaat. den
ken we er zelfs over Nederlandse opvoeringen van ei-
gentalig werk op video te zetten en daarmee het bui
tenland te benaderen. We hebben ook al het United
Dutch Children Theatre opgericht voor vertaling en
promotie van Nederlands kindertoneel. Vandaar de
naam van Erik Vos op onze lijst, die met z'n kinder
toneel na Jan de Hartog m'ssch'en wel de meest ge
speelde Nederlandse auteur is".
tRANDE SALIE
Hef Engelse Plays and players schreef: „Van be
gin tof eind een electriserende theaterervaring"
over Lodewijk de Boer's „Zeven manieren om een
rivier over te steken", in Parijs (Théatre Mécha-
nique) en Brussel (Théatre de TEsprit frappeur)
werd hef met succes opgevoerd.
Wijlen Bomans moest niets van Blai
Pascal hbeben. Hij heeft hem waarschip-
lijk toch maar vluchtig gelezen. Pass
was in de brieven die hij aan een provl
ciaal schreef een humorist en een satl(
cus en hij veegde er met de moraal thq|
logen van zijn tijd de vloer aan, zod
zijn brieven op de Index kwamen,
was er doortastend, maar op een luchtiH
manier.
Hij is dat soms ook in zijn hoofdwerk I
Pensées, losse en verspreide gedachtJ
Hij maakt zich daar vrolijk, omdat j
koningen het niet zonder afleiding kunnt
stellen en achter een dier of een bal i
moeten jagen.
De mens, stelt hij vast, kan niet zondj
afleiding. De moeilijkheid met de r
dat hij niet rustig in een kamer kan t
ven zitten. Dat houdt hij niet vol. „Ma]
toen ik er dieper over nadadht en,
ik de oorzaak van ons ongeluk gevondl
had, er de reden van wilde ontdekk»
vond ik er een die afdoende is: Wij zip
van nature ongelukkig door onze zwak[
en sterfelijke staat, zo ellendig, dat i
ons troosten kan, als wij er goed over n
denken." f
Het nieuwste boek van de Vlaamse autef-
Claude van de Berge, is van het begin t
het einde pascaliaans in deze zin. In zi
derde boek „Stemmen", dat bij de Sta
daard Uitgeverij te Antwerpen verschee
probeert de hoofdpersoon, die alles vt
telt maar die nooit zijn eigen naam m
dedeelt, zonder afleiding te leven, K
heeft een weerzin van afleiding, van w "T
men „gezelligheid" noemt, hij houdt vi
een kamer, die leeg is, waar althans i
leen het hoognodige gevonden kan we
den. Hij is meestal geheel alleen. Hij hr^
innert zich dan sommige gebeurtenissa
hoe hij een korte reis maakte, hoe la)
hij langs het strand van de zee wandel»
met een vrouw Ulla, die hem later verify
en die hij misschien ook al in zijn verf
jeugd heeft gekend. Hij hoort in zijn lei
kamer stemmen, de stem van Ulla, L<
stem van een medebewoner die viq
speelt en Kaj heet. Hij hoort die in zi
verbeelding, als hij alleen is. Maar #0!
hoort, zonder dat hij spreekt, het mefllu
zijn eigen stem, die hem misschien hv;
vreemdst is, vreemder nog dan die vjvi
anderen, van Ulla en Kaj bijvoorbeelsc
De stemmen vallen vaak dn herhalingejj"
maar bij iedere herhaling, lijken ze tol',
weer een beetje anders en nog wanhoi
ger. Ze geven uitdrukking aan iets xtF
men in de beginnende romantiek Weltso
merz genoemd zou hebben. De man d"
de stemmen, waaronder zijn eigen stei'J!
hoort, zou men daarom een Werther vir1
deze tijd kunnen noemen. Hij spreekt t
wat in velen van deze tijd leeft, dat t
„enige feiten van ons bestaan angst, wafJ
hoop, liefde of dood zijn". Men zou ku*
nen zeggen, dat er vrijwel niets in h
boek gebeurt en, uiterlijk, feitelijk geziéT
is dat ook waar.
Maar door alle herhalingen heen, do
het zoeken heen in een lege, wanhop
makende ruimte is er niettemin een L.
nerlijk geestelijke ontwikkeling. Er wori'
misschien niets nieuws ontdekt, maar w
men in het begin van het boek reelj?6
weet, wint in deze geconcentreerde,
terst taalgevoelige zinnen en betekentm
sen, steeds meer aan duidelijkheid en
tensiteit. Het moet moeilijk geweest zr
deze uiterste aandachtigheid in het juil®e
woord gestalte te geven. Claude van
Berge is daarin geslaagd Hij schreef ei
gaaf, gespannen en indringend boek, tjfr
we op het laatst horen: „Misschien is hlb'
een hoop. of misschien alleen maar eijj'
kracht, de kracht waardoor je ertoe kort
wat je nooit zal kunnen: leven", dan klirtw
dat toch anders dan bij het begin. re
Leven, leven op zich. zonder afleidirtv/'
zoals Pascal stelde, is de mens niet m®c
ik Dan komt de Weltschmerz.
romanticus, die tegenwoordig weer na|J
voren komt: Jean Paul. heeft eens g
schreven, dat men, om de Weltschmerz r*1
do----slaan, de aanb'ik van de zaligha^
nodig heeft. Maar velen zal dat nu oJ
afleiding lijken.
JOS PANHUIJSE?;