„Je was
geen
fatsoenlijk
meisje als je
masseuse
werd"
99-jarige
heeft
nog
dagelijks
patiënten
HILVERSUM Dezer dagen is een
merkwaardige vrouw 99 jaar geworden,
mevrouw J. Mulle r-V er maas in Hilver
sum. Zij is fysiotherapeute, heeft een
praktijk met patiënten uit het hele land
en behandelt nog zo'n zestien patiënten
per dag. Een vrouw uit duizenden, recht
op de man af en met een grote levens
wijsheid.
..Dat lange leven, ik kan er God alleen
maar dankbaar voor zijn. Mijn vader
was dominee. Ik had in hem een ver
standige vader, die tot hoofddoel had:
mijn kinderen moeten vrij leren denken.
Wij werden niet in een richting geperst.
Hij was niet streng. Nee. o nee, je
moest wél je plicht doen. Er waren din
gen waar vader op stond en daar moest
je je aan houden. Wat dat betreft: ik
heb leren gehoorzamen. Zo mocht je bij
voorbeeld niet jokken en geen lelijke
woorden zeggen. Wij mochten niet on
aangenaam zijn tegen mensen en we
mochten niet vechten. Maar alles werd
op een vriendelijke manier aan je ver
stand gebracht. Vader was vreselijk an
ti-calvinist. Hij zou nu behoren tot de
vrijdenkers. Dat was in die tijd natuur
lijk helemaal verboden. Mijn oudste
broer ging studeren in Leiden. Dat was
de eerste vrijzinnige universiteit, maar
er waren verscheidene collega's die hem
geen hand meer gaven. Kijk, wat dat
betreft vind ik deze tijd. veel gezonder.
Die openheid van nu. Nu is alles vrijer,
ook de jeugd. Ze hebben het dan tegen
woordig zo over de jeugd, die dan niet
zo erg zou deugen Kijk, ik ga na
tuurlijk veel met kinderen om, ik moet
ze vaak behandelen. Als je met jonge
mensen praat zeggen die rechtuit hun
mening. Het stiekeme is weg. Dat ach
terbakse wat ze vroeger hadden is nu
veel minder".
Het gaat nu openlijker
„Ja, maar ze kennen de grenzen niet.
En daardoor krijg je die uitwassen.
Zoals op seksueel gebied. Vroeger deed
men dat stiekem. Nou doen ze het des
noods op straat. Wat komt het er op aan?
Kijk eens naar Amsterdam. Als je hoort
wat daar gebeurt. Dat is ademstokkend.
Al denk ik nog zo ruim. dat veroordeel
ik, dat spreekt vanzelf. Ze gaan nu bui
ten de perken. Maar het komt weer in
het gareel, let maar op, want dit is na
tuurlijk een gevolg van de Victoriaanse
tijd".
En hier zal ook weer een reactie op ko
men?
„Ja, weer. maar wat minder. Het blijft
steeds aardig als je met jonge mensen
praat. Je hebt trouwens geen idee wat
de kinderen tegenwoordig begrijpen
hoor. Ik praat graag met ze".
De tijd is vrijer en u bent vrij met de
tijd.
„Ik blijf erin door mijn werk. Ik groei
mee. Dat is boeiend, spannend en heel
interessant. Je ziet hoe de mensen zich
ontwikkelen en je ziet aan de andere
kant dan dikwijls hoe waar de bijbel is.
Er is geen boek zo waar. anders zou het
geen eeuwen bestaan. En ik kan u veel
over boeken en schrijvers vertellen,
want ik heb veel schrijvers gekend. Fre-
derik van Eeden bijvoorbeeld. Maar
daar had ik altijd ruzie mee. Waar ik
veel van hield en erg veel respect voor
had was professor Van Reest. Die had
ook begrip voor anderen. En dat had
Frederik van Eeden niet. Die ging zijn
weg. Als je zijn dagboek leest, dan zie
je hoe die man eigenlijk met zichzelf
overhoop lag.
Ja ik heb ze allemaal gekend. Domela
Nieuwenhuis kwam hier veel aan huis.
Ik zei altijd tegen hem „mijnheer Nieu
wenhuis". Ik was zo'n zesentwintig en
toen zei hij ga eens mee naar een le
zing. Nou ik mee. In die lezing zei hij
tegen de dienstmeisjes: gaan jullie
maar eens op bed liggen en laten die
mevrouwen jullie maar eens bedienen"
en ook tegen de knechten: „laten jullie
de baas maar eens werken". Dat vond
ik helemaal niet te pas komen. Toen
kwamen we thuis en toen zei ife: mijn
heer Nieuwenhuis, u stookt de mensen
op, u maakt ze ontevreden en dat vind
ik niet goed. Toen zei hij: dit is het eni
ge waar je het mee bereiken kunt. U
vergeet dat u met mensen te doen
hebt. En mensen willen liever de ver
keerde richting dan de goede. Voor het
goede moet je strijden. Hier heeft Cal-
vijn gelijk in: in zonden ontvangen en
geboren. Het kwaad zit nu eenmaal in
de mens. Wat is makkelijker dan kwaad
doen?" Dat zei Nieuwenhuis toen tegen
me.
U hebt het niet zo gemakkelijk gehad?
„Ik was zonder sou toen ik begon en nu
is het allemaal mijn eigendom en ik heb
er hard voor moeten werken. In 1903
slaagde ik voor mijn MO gymnastiek. Ik
ging les geven aan de hbs. Nu moet u
niet vergeten dat dat vak van masseuse
niet erg in tel was. toen. Je was geen
fatsoenlijk meisje als je masseuse werd.
Mijn broer, ook dominee, was woedend.
Vader, dat kan je niet toestaan, zei hij.
In Amsterdam had je van die huizen.
Als er in de krant stond mevrouw die-
en-die heeft nog een paar uren disponi
bel, dan wisten de heren waar ze naar
toe moesten. Ik heb die ervaring zelf
ook meegemaakt. Ja. Dan kwamen ze
met de briefjes binnen. Ons vak is nu
para-medisch. Wat dat betreft is het wel
vooruitgegaan. Het is een prachtig vak.
Ik zou het dadelijk weer kiezen".
U gaf les op school en had er de massa
gepraktijk naast?
Ja, maar als ik twee of drie patiënten
in de maand had was het al veel. Dat
kon ik er dus bij doen. Nu zou het niet
meer kunnen. Toen gaf ik vrolijk op de
h.b.s. les. Gymnastieklessen werden al
tijd na school gegeven, 's Morgens gym
nastiekles was uitgesloten.
Meisjes uit mijn stand in dat vak waren
dun gezaaid. Niemand werd dat. Ik her
inner me ook nog dat ik dikwijls heb
moeten zeggen: mijnheer u wilt iets
anders wat niet in orde is. Als u niet in
vijf minuten het huis uit bent. haal ik
de politie. Maar ik had. goddank, een
aard dat ik zo koud bleef als ijs. Er
was geen man die me iets deed".
Maar u bent wel getrouwd geweest.
„Ja, maar dat is wat anders. En dat is
wat men op het ogenblik helemaal ver
geet. Men gaat teveel bij zijn hartstoch
ten te rade. Men trouwt maar.
Waarom werd u masseuse?
„Van kind af aan heb ik het willen zijn.
Ik was een kind van een jaar of vijf,
zes, zeven toen ik al op de knie van een
oom of tante klom en dan vroeg: heb jij
hoofdpijn, zal ik het wegwrijven? Gek
hè? Ik denk dat er bij mijn wieg een
oude masseuse stond. Ik heb het altijd
willen worden. Maar er was geen gele
genheid voor, want er was geen oplei
ding. Toen kwam er in Utrecht een van
de eerste cursussen. Ik heb daar uitste
kend onderwijs gehad, maar ik begreep
dat ik er toch niet voldoende aan had en
toen heb ik me laten inschrijven als me
disch studente. Ik heb dus de snijkamer
gevolgd en de medische vakken. Ik weet
nog dat professor Zwaardemaker dik
wijls tegen me zei: waarom doe je nou
geen examen voor medicus, je ben al zo
ver. Nee professor, zei ik, ik wil dit
worden.
Ik ben er toch nog altijd blij om want
wij kunnen zoveel successen in ons
werk hebben en zoveel goed doen en
dikwijls meer bereiken dan de dokter.
Het klinkt misschien gek, maar heel
vaak, ik heb er natuurlijk veel mee te
maken, vind ik dat doktoren zeer be
perkt blijven. Vasthouden aan de eeuwi-
ALS
DE MENSEN
EVENVEEL
AANDACHT
AAN
HUN LICHAAM
BESTEDEN
ALS
AAN HUN AUTO
ZOUDEN j
ER MINDER
ZIEKTES
ZIJN" I
ge leer van de universiteit. Star. Je
moet eens opletten hoe moeilijk het is
om iets nieuws in de medische wereld
te brengen. Maar als het ar in komt, lo
pen ze zich er allemaal plat voor. Kijk
nu eens naar de acupunctura. Hoeveel
eeuwen is dat al gaande en nu pas
neemt de medische wereld het od en be
kijkt het tenminste. Naar mijn mening
is de medische wereld te behoudend.
Wat ze op de universiteit geleerd heb
ben, dat is de waarheid.
Een ding heb ik in dit vak wel geleerd:
als de mensen evenveel aandacht en in
teresse aan hun lichaam schonken als
aan hun auto zouden er een heleboel
ziektes niet zijn. Want een auto heeft
maar te piepen en de berijder stapt uit
en kijkt even. Maar het lichaam toont
aan. ik heb hier of daar iets wat een
beetje mikmakt en men gaat door".
Luister naar je lichaam. Pas op voor
verslaving, wees zelfbeheerst. Zoals veel
mensen zich te buiten gaan, dat is onbe
heerst. Men heeft op het ogenblik bij de
mensen de grenzen weggehaald. Niet
moeten genieten, neen, kunnen genieten.
Daar ligt het. Het is ongelooflijk hoe
rijk je leven dan wordt.
En dat is de zin van het leven?
„De zin van het leven. Wij zijn op de
een of andere manier als mens op aarde
gekomen. En wanneer wij dus opgroeien
dan is het onze plicht om in werkelijk
heid mens te zijn.
Zo is er ook de zin van het werken.
„Ik heb overal waar ik kom mensen be
ter gemaakt. Ik ben dus in mijn leven
nuttig geweest. En dat is de man in de
fabriek ook Van hem wordt verwacht
dat hij het werk gaaf aflevert, want dat
wordt gebruikt voor mensen op welke
manier dan ook. Hoeveel ongelukken ge
beuren er niet bij de vliegmachines door
slordigheid. Je auto moet goed in elkaar
zitten. Ik heb zelf vier en twintig jaar
auto gereden. De Duitsers hebben hem
in beslag genomen. Toen vond ik aan
dat zitten in een vierkant kastje niets
aan. Toen ben ik na de oorlog op' een
brommer geklommen, ik heb tot mijn
negentigste jaar gebromd. Heerlijk!
Nu zou ik een gevaar voor de gemeen
schap zijn. Daarom heb ik op een gege
ven moment gezegd: nu is het uit. Je
reageert niet meer zo snel en ik zou nu
voor geen goud meer in het verkeer wil
len zijn".
Hoe denkt u over politiek?
„Leuke vraag zeg! Waar is de vent, die
zegt zo en niet anders? Ze willen alle
Maar het Godsbesef moet niet zijn een
aan. Het redelijke moet het doen. Zon
der het Godsbesef te verwaarlozen,
meneer die daar boven op een stoel zit,
maar in de geest, in de almacht, waar
aan wij onderhevig zijn. Ik vind de
naam Almacht altijd mooier dan God.
Want de Almacht omvat het geheel en
God is maar drie letters. En dan wordt
het in elkaar geperst".
Luistert u veel naar radio en kijkt u
veel naar tv?
„Ik heb op de radio eens drie mensen
bezig gehoord, een dominee, een pastoor
en een rabbijn. Toen dacht ik: mensen
wat leuteren jullie. Zeg nu eens de
waarheid. Pak het punt nou eens vast.
Dat doen ze niet. Ze draaien er alle
maal omheen. Ik moet eerlijk zeggen, ik
vind dat ze dat ze dikwijls op de tv ook
doen. Meestal zet ik hem maar af. Ook
bij politiek. Wanneer hebben ze nou ooit
een punt te pakken? Dan zou ik die poli
ticus willen toeroepen: wees toch een
vent en heb een mening.
Ik vind tv over 't algemeen vervelend
en te veel sex. Waarom moet dat nu
zo'n vlucht nemen, waarom is dat nu zo
belangrijk? Iedereen weet en nu kan
ik ook vakkundig spreken we hebben
allemaal geslachtsdelen. Maar praat je
nu altijd over. je neus? Waarom moet
dat nu zo belangrijk zijn dat je dat laat
zien. Ik zag laatst een poedelnaakte
vrouw met een man erachter. Waar is
dat voor nodig? Ik moet je eerlijk zeg
gen dat ik tegen de vakantie wel eens
zeggen kan: ik kan geen billen meer
zien. Nee, leer de mensen eerbied heb
ben voor de mogelijkheid om een ander
individu te scheppen. Er is geen eerbied
meer.
Ik luister vaak naar de avondoverden
kingen. En voor de rest zit ik boven te
studeren. Ik moet iedere avond mijn
studie bijhouden. Nu heb ik een boek
van dr. Schaap over acupunctura en dat
moet ik bekijken en bestuderen. En ik
heb nog een heleboel andere dingen, dat
ben ik verplicht aan mijn patiënten. Ik
heb zojuist bijvoorbeeld bestudeerd de
Bindegewebemassage. Daar heb ik
enorm veel uit geleerd en er een hele
boel mensen mee kunnen helpen. Ik
mag niets voorbij laten gaan wat de
nieuwe wetenschap geeft".
Gunt u zich dan geen ontspanning?
„O, ja, als ik ontspannen wil, dan doe
maal hun zin hebben en gelijk hebben.
Als je nu dat gerommel in de Kamer
ziet, dan kun je toch mij niet wijsmaken
dat dat flinke kerels zijn".
Moeten we terug naar Domela Nieuwen
huis of Schaepman?
„Dat waren tenminste politieke figuren
met een wil. Colijn had een wil. Dat
moet ik toegeven, Colijn was natuurlijk
ook een beetje aan de gereformeerde
kant, en ik weet nog dat wij als kinde
ren zongen: „Colijn, brave boerenzoon,
het puikje van de dorpelingen. Ik heb
ook nog meegezongen: Domela moet
zakjes plakken, hi, ha, ho.
Als men objectiever dacht, dan zou de
politiek beter zijn. Het moet niet om de
persoon gaan en dat gaat het hier wel".
Den Uyl vindt u niet geschikt als minis
ter-president?
„Vindt u die weerhaan zo'n geweldig fi
guur?"
Religie?
Redelijkheid staat bij mij nu boven-
ik dat op een eigenaardige manier, dan
speel ik een spelletje patience. O, ik heb
meer van die leuke spellen. Daar hoef
je niet bij te denken, je bent bezig en je
doet geen kwaad. Als ife klaar ben, ben
ik uitgerust. Verder speel ik nog oiano.
Denkt u er niet over op te houden met
werken?
„Waarom zou ik ophouden? Ik behandel
een stuk of zestien patiënten per dag. Ik
begin om negen uur en het is één uur
voor ik het weet. Ik heb nog stevige vin
gers. Maar ik heb niet zoveel kracht no
dig. Ik vind dat de tegenwoordige mas
sage veel te hard is. Overigens is veel
lijden, meer dan de helft, psychisch. Er
kwam eens een mevrouw bij me die
angst had en die dacht dat ik dat weg
kon maken. Een astroloog had haar
ziekte en dood voorspeld.
Gelooft u in astrologie?
„Nee, Wel dat er verband bestaat tus
sen ons en de natuur, maar dat mensen
dat uit kunnen maken en voorspellen,
dat geloof ik niet. Ik vind het een groot
gevaar. Want de meeste mensen vergeten
dat ze dan hun leven erop in gaan stellen.
Dan wordt het waar.
Een vrouwelijke arts heeft me nog mag
netiseren willen leren. Ik dacht als ik
dat ga leren, ga ik gevaarlijke dingen
doen. Dan ga ik mezelf op een voetstuk
zetten en dan zeg ik, o kom maar even
hier. Men vergeet dan de oorzaak te
zoeken. Neem nou nierlijden. Ik kan wel
een ogenblik door de hersenen de pijn
wegnemen maar dat is geen genezen.
Net zo min als verdovende middelen.
Als je die gaat slikken dan voel je de
pijn niet meer, maar dan is hij er nog
wel. Zo is het ook met de hasj en de
marihuana.
Afschuwelijk. Dat is je geest verpesten.
Waarom roken ze het? Omdat het een
prettig gevoel geeft, maar dat is schijn.
En dan moet je eens even vragen wat
je van je hersenen vergt. Want we moe
ten nooit vergeten dat alles wat in het
lichaam komt verwerkt moet worden.
Elke sigaret heeft gifstoffen, of je nu
hoog of laag springt, die gifstoffen zijn I
er. Die zijn aan te wijzen. Redelijk is
dus: als je rookt komen die gifstoffen in
je lichaam. Redelijk is dat het lichaam I
het verwerken moet. Dan is het ook re
delijk dat het lichaam ermee achteruit
gaat.
Ik heb een gelukkig leven gehad, dank
zij een gelukkige jeugd. De jeugd is zó
belangrijk in het leven omdat je je
jeugd je hele leven meedraagt. Als je
aan je leven terugdenkt dan komen de
dingen uit je jeugd scherp naar voren.
Veel scherper. Ik heb van jongs af aan de
grote liefde meegemaakt tussen mijn
vader en moeder. Dat is van enorme
waarde. Een kind vergeet nooit dat hij j
afgesnauwd werd, vergeet nooit dat h j j
verkeerd gestraft werd. Dat onthoudt j
een kind. En een kind onthoudt de ver- f|
houding van vader en moeder. Een kind j
wil vrede en liefde om zich heen. Daar- i
om is een jeugd enorm belangrijk. Leer I
kinderen plicht, leer ze gehoorzamen, t
want de tegenwoordige opvatting van j
de-dingen-uit-te-praten is nonsens. Je
weet nooit of te nimmer wat een kind
van een uitleg maakt. Dat behandelen
op scholen van sexuele dingen vind ik
eveneens fout. Als een kind volwassen
wordt hoor je een kind mee te delen
wat dat inhoudt.
Men vergeet tegenwoordig eigenlijk het
kind te veel. De kinderen krijgen geen
gezelligheid. Mijn moeder zat bij de
theepot en dan kreeg je een kopje thee
en een koekje als je braaf was".
GERARD CRONé