Rond het ontstaan der Oud Katholieke kerk Geslaagd concert van „Soli Deo Gloria' De vlucht kunst m Een Barokken kunstkabinet Variatie bij V. d. Vlist Indonesische landschappen Stutofes Kunst van Breens nog niet rijp ZATERDAG 30 JUNI 1973 LEIDSE COURANT In deze rubriek wordt de lezer de mogelijkheid geboden te weten te ko men welke curiosa hij in zijn inboedel heeft. Hiertoe behoeft men al leen een beschrijving van een voorwerp met eventueel een foto te zenden, naar „Ver trouwd met oud", red. Leidse Courant, Kort Rapenburg 2, Leiden. In deze rubriek zal het voorwerp dan uitvoerig besproken en op waarde getest worden. v r O t d Van de heer P. de L. kregen wij foto's van het kunstkabinet dat in zijn bezit is. Aan de buitenkant is deze kast gefineerd met ebbenhout, aan de binnenkant met een tropische hout soort van lichtere kleur en kleine gedeelten wortelhout en been of ivoor. Het door zijn grote hardheid moeilijk te bewer ken ebbenhout was duur en werd alleen gebruikt voor het vervaardigen van kostbare meubels. De deuren zijn versierd met fraai snijwerk in de vorm van rechte fruit-guirlandes, drie hiervan zijn getooid met composietkapitelen, de overige twee zijn, evenals de laden achter de deuren omsloten door lijsten bestaande uit golfjes. Dit soort lijsten worden roboellijs- ten genoemd. De bcvenkant van de architraaf behoort ook tot deze katagorie. Deze lijsten en de getordeerde - op de draaibank gedraaide - poten waren aan het eind van de 17e en aan het begin van de 18e eeuw in Nederland zeer geliefd. Zij vormen onderdelen van de Barok. Men was in die tijd geboeid door het effect van de lichtval over voorwerpen en materialen, niet alleen over meubels maar ook b.v. over zilver, koper, tin en zijde. Deze lichtwerking is dan ook eigenlijk het belangrijkste on derdeel van de meeste schilderijen uit onze gouden eeuw. De voorkeur ging uit naar vrij grote spiegelende vlakken, wat vooral door middel van het donkere ebbenhout werd bereikt, afgewisseld door snijwerk. Dit laatste verlevendigde door het spel van licht en schaduw de sobere meubels. Deze kast da teert uit de tweede helft van de 17e eeuw. Hoewel de meeste van dit soort kunstkasten, geschikt als bergplaats van verza melingen van kleine rariteiten in Antwerpen vervaardigd zijn is dit exemplaar gezien de eenvoudige, zeer smaakvolle uit voering in Noord-Nedérland gemaakt. De eigenaar vertelde echter dat het afkomstig was uit Enge land, rd. uit het bezit van een Schotse gravin. Dit kunstkabi net is dus tweemaal de Noordzee overgestoken. De eerste keer was in de tijd van Willem III, de koning-stadhouder. Toen hij de Engelse troon besteeg zijn nl. enkele Hollanders, met medename van hun bezittingen, in zijn gevolg meege gaan. Tevens raakte het Nederlandse meubilair er toen in de mode en werden er niet alleen meubels uit Holland aange voerd, maar zij werden ook in Engeland nagemaakt. Hier door ontstond een soort engels-hollandse stijl. Omgekeerd was er in die tijd eveneens een grote Engelse invloed op de Neder landse stijlontwikkeling. In deze eeuw is het door een kunsthandelaar naar Nederland overgebracht, zodat het nu weer in het land van oorsprong te rug LEIDEN In onze kunstrubriek van vori ge week hebben wij de eerste aflevering geplaatst van het ontstaan van de Oud Katholieke Kerk in Nederland. Bij de schermutselingen tussen vicaris Petrus Codde, een overtuigd Jansenist, en Theo- dursus De Cock „pastoor binnen Leyde" heeft de stad Leiden een voorname plaats ingenomen. De Staten verboden pastoor de Cock nog langer zijn ambt uit te oefe nen, terwijl de stedelijke regeringen van Leiden De Cock bevalen zijn invloed aan te wenden. Het een en ander liep uit op een spectaculaire vlucht van de pastoor over de daken van de pastorie aan de St. Jorisstreek. Hieronder volgt een uitge breid relaas over deze vlucht. Nadat de soldaten, die hem op last van de stedelijke regering zouden moeten ophalen vier uur vergeefs naar De Cock hadden gezocht en de gezochte zich tus sen twee schoorstenen op het dak had weten te wringen, werd in zijn huis alles verzegeld en een wacht achtergelaten. En de pastoor zat daar maar op het dak, de hele nacht en het groot ste deel van de volgende dag, slapeloos en afgemat zonder eten of drinken. „Maar" aldus het letterlijke verhaal zoals wij dat terugvonden „des mid dags ten 5 ure deed zich eni ge hoop tot redding op. Een zij ner geburen, een Lutheraan, kwam in zijn nabijheid duiven voederen, hem smeekte hij tot driemaal toe eenige verkwik king. De buurman, eerst ver stomd van schrik, niet wetende wat hij hoorde of zag vervol gens bevreesd voor de mogelij ke gevolgen, liet zich toch ein delijk overhalen aan zijn be geerte te voldoen en onderrrigt- te tevens heimelijk de huishoud ster, waarhij zich bevond. Door de duisternis van den nacht be gunstigd, en terwijl zij de ge stelde wachten op iets anders opmerkzaam maakte, klom hij met behulp eener aangebrachte ladder van zijne schuilplaats eh bereikte hij alzoo het naaste vertrekje van zijne woning. De wijl alles in huis verzegeld was, kon hij slechts een paar verge ten sloffen magtig worden om daarmede zijne vlucht voort te zetten. Dit geschiedde aldus: er toog juist een deftige lijkstatie voorbij, door een groote menig te volks vergezeld, ten terwijl al len, ook de wachters daar nieuwsgierig naar stonden te kijken, vermengde hij zich on gemerkt onder de voorbij trek kende menigte en verborg zich den volgende nacht op eene vei lige plaats. Des morgens vroeg, op den boden van een visschers- vaartuig verborgen, verliet hij de stad". En verder: „Pastoor De Cock verhaalt, dat, op de voorgestel de wijze op een visschersschuit buiten Leyden gekomen, hij in een boeren-wagen zich naar de Provincie Utrecht spoedende, bij Woerden den teruggekeerden Vicaris P. Codde, die naar Ley den en vervolgens naar Den Haag ging om zich aan de Sta ten te vertoonen, ontmoette en dat na elkander gegroet te heb ben elk zijns weegs ging". Tot zover het relaas van De Cocks vlucht uit Leiden, een vlucht, die hem althans voor lopig uit de handen van de magistraat hield. Maar de Sta ten van Holland vaardigden in 1703 een plakkaat uit, waarbij de gevangenneming van De Cock werd gelast en drie duizend gul den werd uitgeloofd aan dege nen, die hem aan het gerecht zouden overleveren. Dat is ove rigens niet gelukt. Hij reisde door naar Emmerik, dat, hoe wel tot Pruissen behorende, nog onder het bisdom Utrecht lag. Maar ook daar ondervond hij toch moeilijkheden, werd zelfs gevangen gezet, maar vrijge sproken van de tegen hem inge brachte beschuldigingen. In 1705 riep de paus hem naar Rome Hij overleed daar na be noemd te zijn geweest in ver schillende functies ten vab'cane in januari 1720. Volgens zijn wens werd hij begraven in de kapel van het Seminarium der Propaganda Fide. Overigens is in 1705 „tot herstel- linge der Rust onder de Rooms- gezinden" door de Staten van Holland een resolutie aangeno men dat „voor de Heeren haar Ed. Moogende Gecommiteerden zullen worden ontboden die hier nagenoemde Priesters als N. Claesman resideerende tot Ley den, N. e Bruin en Francois van Hier tot Amsterdam en Ca- rolus van der Burg in Den Haag. en d3t uit naam en van wegen haar Ed. Groot. Moogen- den. haar zal worden aange zegd, dat voor den vijftiende juni aanstaande, tot Roomenza! juni aanstaande, tot Roomen zal moeten worden bevorderd en uitgewerkt, dat Petrus Codde, aartsbisschop van Sebaste, in het vicariaat werde hersteld", Het oude interieur van de oudkatholieke kerk aan de Hooigracht Brussel Gerardus Potkamp aan gesteld. een pastoor uit het 01- deburgse Lingen, dat toen nog tot de Hollandse zending be hoorde, omdat het vroeger deel uitgemaakt had van het bisdom Deventer. Zowel de Staten als de Jansenisten accepteerden Potkamp. Opvolger van Potkamp was de Amsterdammer Adam Daemen. die in 1707 te Keulen tot bis schop was gewijd met de titel „Aartsbisschop van Adriano- pel". Noch bij de Staten, noch bj de jansenisten vond hij ech ter genade. De Staten ontzegden hem het land als hij geen af stand deed van zijn vicaris schap. Dat deed hij i.< 1711, maar Rome bekrachtigde dat be sluit eerst in 1717, enkele maan den voor zijn dood. Maar reeds in 1716 had de aartsbisschop van Mechelen er bij het vatikaan op aangedrongen een andere ap. vicaris aan te stellen. Hij voeg de daarbij een aanbeveling van vier priesters waaronder Gerar dus Pelt. pastoor te Zoeterwou- de en Jacobus Ploeg, Pastoor te Voorschoten. De paus benoemde echter de Haagse pastoor Jo hannes van Bylevelt. Hoe sterk de verdeeldheid onder de priesters in Leiden en omge ving was blijkt ook tilt een lijst van juli 1716 waarin als „re- fractnires", d.z. „weerspannige" werden genoemd. Onder hen be- j vonden zich Theodorus de Greef pastoor van Zoetermeer en Ber- nardus Verhorst, pastoor van Oegstgeest. En in 1723 werd de scheiding defi nitief door de verkiezing van Cornelius Steenhoven (ook Stee- noven of Stenoven genoemd) tot aartsbisxehop van Utrecht voor de afgescheidenen. Willem Prins LEIDEN De zomerexnositie in galerie v.d. Vlist aan de Boter markt Is zoals gewoonlijk variabel: schilderijen van Karei Wiggers, Hessel de Boer en Mieke Kemming, bronsplastieken van Vincent Dame en wandkleden van Bep Roorda. Het imoressionistische, probleemloze werk van Hessel de Boer, ge schilderd in lichte, zonnige tinten, is erg aantrekkelijk. Het toont een wat zuidelijke, franse allure, hetgeen vooral blijkt uit een zeer muoi landschap. Ook „Ronde tafel", een groot stilleven is aantrek kelijk werk. Het doek „Lange Voorhout" daarentegen is wat opper vlakkig en komt matig uit de verf. Heel mooi is „Boudoir", een halfnaakt voor een spiegel, sereen geschilderd. Een groot „Schil- dersmodel", eveneens een halfnaakt, tcont een min of meer tragische figuur door de wat trieste uitdrukking van het model. Een stem ming, die overigens raak is getroffen. Geheel anders is het werk van Karei Wiggers, geenspireerd op de vroeg-Italiaanse portretschilderkunst. Onaantrekkelijk is het niet, maar op den duur wordt het toch waarschijnlijk wel een al te ge makkelijk hanteerbaar „maniertje". Technisch knap, dat wel. Wat mij het meest bekoorde was „Portret van jonge vrouw". Weer in (grotere) tegenstelling tot het werk der twee voorgaanden is dat van Mieke Kemming: fantasievol, surrealistisch, op klein for maat in z.g. fijn-peinture geschilderd. Zeker niet onaantrekkelijk, maar de intentie van de schilderes is niet altijd gemakkelijk uit dat ouevre te puren. Het lijkt wat al te „doordacht", niet spontaan en dikwijis gekunsteld zonder innerlijke beroering. De grote wandkleden van Bep P.oorda zijn stoer van structuur, deco ratief bewerkt met grote plukken wol, sisal of syntetische produc ten. Zij gebruikt weinig kleurvariatie, soms is het doek in een enke le kleur en is dus de \orm aileen de maakster genoeg. Naar mijn smaak zijn dat ook de mooiste kleden. Tenslotte zijn er een groot aantal kleine bronsbeeldjes van Vincent Dame. Allerlei mannetje» en en vrouwtjes in allerlei mogelijke en oapiogelijke houdingen. Soms m, ook met extra lichaamsdelen, vier benen of vier armen, één hoofd op twee lichamen en dergelijke fantasterijen meer. Kwasi surrealis- bronzen beeldje van Victor Dane De expositie duurt tot 21 au- WASSENAAR De In IMS overleden schilder Henri Tleland, die 28 jaar van zijn leven In het toenmalige Nederlands-Indll' verbleef, mag een schilder bij uitstek van het Indonesische landschap worden genoemd. F.en aantal door hem nagelaten werken hangt tol en met 14 juli in de Wassenaarse kunstzanl Heuff. In zijn werk doet Tielmaiv zich kennen als een schilder, die de grootsheid en tegelijk de I eflljk- heid van hc: tropische landschap heeft ondergaan. Hij weet dat land te verbeelden in een rusti ge schildertrant, die te weldadi ger aandoet cmdat het de grootsheid van dat land te ster ker accentueert. Of Tieland nu een kalme zee schildert of een overweldigende tropische regen bui, waarbij het water als band- j rs van de bergen stroomt. Het kleurengamma in het werk is uiteraard beperkt hij schil derde nu eenmaal in de „Groe ne gordel van Smaragd" veel groen in allerlei schakeringen, al naar gelang de uit te beelden stemmingen. Dikwijls zwakt hij het gevaar van het monotone af door ccn opvallende kleur als oranje of rood, of een vurige zonnebal boven bossen of ber gen. acht ik wel „Heilig weer in de baai van Ambon", met daar naast „Hevige regens in de Mo- lukken" en „Oerbos op Cele bes". In een portefeuille bevinden zich voorts nog een aantal tekenin gen. schetsen en aquarellen, die weer een ander facet van Tle- lands kunst tonen. De tentoonstelling is aangevuld met keramisch werk van Car en Jan Verheul. Hieronder voor al een aantal zeer mooie scha len en vazen (b.v. een kruik met zeer slanke hals) en een flink aantal min of meer ancc- dotische mens- en dierfiguren In allerlei stemmingen en variabel gebruik. Goed en degelijk werk. WILLEM PRINS ilke stemmingsheelden zijn on- der meer „Opkomende bui bij zonsondergang", het geheel in oker gehouden „Karavann in de woestijn" een impressie uit WILLEM PRINS China. Een der mooiste doeken 10 tot met 16 september wordt er In de binnenstad van Lelden voor de dertiende maal een stu denten toneel festival georgani seerd door de stichting Neder lands studenten toneel. Dit Stutofes zal In het kader staan van het vormingstheater, het gec'ngagccrd theater cn het politiek theater. Aan het festival kunnen ook nlet-studenten deel nemen. Belangstellenden kunnen zich inschrijven m het Uk-thea ter, Lcvendaal 150 111 tot 6 juli. Deze week vond In de Hervormde Kerk aan de Hoofdstraat te Noord- wijk weer een zomeravond-concert plaats door de Cbr. Oratorium vereniging „Soli Deo Gloria", die samen met solisten en het Gewes telijk Orkest Zuid-Holland zorgde voor een magistrale vertolking van Handels „Joshua", ongetwijfeld een hoogtepunt In het culturele leven van de badplaats. Naast z'n meesterwerk „The Messiah" schreef Hündel nog negen oratoria met een oud-testamentisch gege ven, stuk voor stuk indrukwekkende muzikale epische heldendichten op het volk Israël waarin de koorpassages hoogtepunten vormen van de muzikale barok. Onder Indruk hiervan schreef de toen jongere Haydn zijn beroemde oratoria „die Schöpffung" en „die Jahreszeiten". Het koor, dat een klein jaar repeteerde om de „Joshua" te kunnen brengen, heeft eer van haar werk. Het was prima in vorm, waarbij wel opgemerkt moet worden dat het kerkgebouw voor dit grote koor (circa 70 le den) in feite te klein is. Het geluid van koor en orkest kaatste als het ware terug tegen de achtermuur. Hopelijk zal de restauratie van de grote gothische kerk van Noordwijk-Binnen binnen enkele jaren gereed zijn. zodat dan soortgelijke concerten van niveau beter tot hun recht kunnen komen. sing „Goede wijn behoeft geen krans". Het was weer een genoegen overtuigende voordracht. Zuiver, maar wat zwak van volume, was lapuozfiq jSq ut uaiaoui uajsqos ap uba 'uftz jo| a|je ua.voq aip \,bu genoemd v.orden Hans Zomer, bas, en Jan Waayer. tenor, om hun Dit doet uiteraard niet tekort aan de prestaties van „Soli Deo Glo- -aiaiQ deep uojueq ap seM tfjajs japuift '3J9JQ bouh ucejdos ap -sedaoj uba pjoo«>iaajds spuB|japBvpno jaq si jsaijjo jaq do "treiu ernaar te kunnen luisteren. De algehele leiding was bij dirigent Gé v. d. Steen in bekwame handen. Er was flinke belangstelling, waar bij onze oosterburen zich niet onbetuigd lieten. i Soli Deo Gloria in actie LKIDSCHKNDAM In het cen trum „De Schakel" in I.eldscn- hage ie Leldschcndam expo seert Henk van Breens een aan tal grafische bladen en schilde rijen. Naar mijn mening brengt deze 21-jarige zijn werk te vroeg voor het openbare lorum. Het is nog veel te onrijp zij het ook kwasi—onverschillig cn met weinig gevoel voor ds functie van de kleur. Het werk van Robert Witkamp op dezelfde expositie, grafische en plastische objecten, is niet al leen he-» 1 anders van aard het is ook eerlijker omdat het zakelij ker en i >ondon aan een za kelijke realiteit, zonder poespas en poeha van zogenaamde „uit spraken van de /iel" Witkamp laat in zijn werk niet meer maar ook niet minder zien hoe artistiek-mooi een stuk metsel werk kan zijn. maar ook hoe hijj abstracties een leesbare vorm weet te geven. Grafisch mooi is ook zijn prent „Geisha". Wie beider werk nog wil gaan zien kan tot 14 juli terecht. WILLEM PRINS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 5