Ia uit Roelofarendsveen over de toekomst en tv (wrnfr ZATERDAG 30 JUNI 1973 In 1983 ben ik 23, ik trouw met een lange man en krijg drie kinderen. De kinderen geef ik goed te eten en te drinken. Ik woon op een boerderij en help mijn man met het melken van de koeien. De menserj die dicht bij me wonen noemen me boe renmeid. Ik denk omdat ik al tijd samenwerk met mijn man. Ze vinden het gek dat ik sa men met mijn man de koeien melk en dat ik de stallen schoonmaak. Ze denken, dat ik nooit wat aan het huishouden doe. Ik sta altijd 's morgens om vijf uur op dan ga ik trim men tot zes uur, als ik terug kom heeft mijn man al de koeien gemolken en het eten staat al klaar. Na het eten was ik af. Daarna gaan we weer werken. Op zekere dag wordt mijn man weggeroepen want bij de bu ren moet een koe kalveren en de veearts is niet zo gauw te bereiken dus sta ik die morgen alleen voor het werk. Ik ging het eerst naar het schapenhok. Wat was dat nou, daar lag een pas geboren lammetje, ik wist me geen raad. Mijn man was weg en de veearts was r.og steeds niet te bereiken. Ik ging gauw naar de stad om een an dere veearts t halen. Toen we weer op de boerderij aankwa- mn was het lammetje zowat dood maar de dierenarts wist met behulp van een spuitje het lammetje in leven te houden en naderhand was het weer he lemaal genezen. MAR JA HARTOG: „Ik wist me geen raad" (Ik in 1983) In 1983 stel ik me voor, dat ik getrouwd ben en kinderen heb. Ik ben dan 24 jaar. Ik heb dan een privé-zwembad en een privé-vliegtuigje achter in de grote tuin staan. Moet ik b.v. boodschappen gaan doen in Amsterdam (waar dan hoog stens nog maar tien oude hui zen met geveltjes staan door dat de mensen de echte leuke, gezellige en historische huizen omgooien om te vervangen door die hoge flatgebouwen) in zo'n supermarkt wat net een blok van een blokkendoos lijkt, brengt mijn man mij weg met ons vliegtuigje. M'n kin deren, als ze 13 of 14 jaar zijn zullen ze al in zo'n ouderwets autootje mogen rijden of op een zware motor. Auto's zul len er bijna niet meer zijn. M'n kinderen moeten wel naar school maar alles gaat zo ge- MARY OOMEN: „Diep in de nacht nog t.v." (Ik in 1983) makkelijk, ze hebben een com puter naast zich staan op school. Ik zal ook werken. Ik en alle andere mannen en vrouwen zullen lang zo hard niet meer hoeven te werken. Er zullen zoveel dingen machi naal gemaakt worden. Ik vind in 1973 al zoveel machinaal maar in 1983 zullen er veel meer machines zijn. Als ik en mijn man en de kinderen b.v. een dagje uitgaan in het week end dan zal je nergens' meer zoveel ,,puur-natuur" vinden. Er zal veel meer luchtvervui- lin gwezen dan in 1973. In 1983 zul je misschien ook wel de hele dag naar t.v.-program- ma's kunnen kijken net als jn Amerika. Je zal 's nachts ten minste tot diep in de nacht ook de t.v. nog wel kunnen aanzetten. Dit alles stel ik me voor in 1983. ROELOFARENDSVEEN - De leerlingen van de eerste klas van de Johannes 23 mavo in Roelofarendsveen vullen deze pa gina. Ter afsluiting van het schooljaar hebben wij samen met leraar Nederlands, de heer P. Korenhof en met medewerking van het hoofd van de school, de heer De Visser, de meisjesklas la een opstel laten schcijven voor de krant. Als onderwerpen gaven we op: „Ik in 1983" en „Zomaar een t.v.-programma". Een derde, vrij te kiezen onderwerp, bleek voor de meesten niet aantrekkelijk. Opvallend was, in hoe veel opstellen ons aller milieu in het ge ding was. Daar tegenover stond het grote aantal privé-vliegtuigen, privé-zwemba- den. twee auto's en dergelijke milieuaan tastende zaken, welke men over een jaar of tien toch zeker tot de vaste huisraad wenst te rekenen. Een merkwaardig soort blindheid aan een oog. Het staat verder vast. dat jonge bank-directeuren en rijke manegehouders met een jacht goed op de markt zullen liggen bij de schonen uit klas la. Taalfouten hebben we met opzet in de opstellen laten zitten om het geheel zo „authentiek" mogelijk te houden. U WILMA VAN VELZEN: „Feest maar raak in Geld- pest" (Ik in 1983) In 1977 ben ik getrouwd en heb drie kinderen, mijn man is bankdirecteur en is 25. zelf ben ik 23. Ik woon in eer. leuk klein dorpje „Geldpesl" ge naamd, ik woon met mijn ge zin op een boerderij, die tot huis is omgebouwd en oud hol lands is ingericht. 's Morgens gaat mijn man om 9.30 naar de bank met een Amerikaanse slee. Mijn kinde ren breng ik naar school om 12.45 en haal ze op om 15.40. 's Morgens is er geen school. Boodschappen haal ik elke dag in de „alles-shop" in mijn sportwagen en als ik zin heb in Frankrijk bij mijn oom en tante koffie te gaar., drinken, kan dat ook op de motor. Op de grote weg schiet je lekker op. Een middag in de week doe ik wat typewerk, anders verveel ik me. Gelukkig dat er donder dagavond een partij is, het is georganiseerd in feesthal „feest maar raak", het is er altijd gezellig en met het rode licht krijg je een goede sfeer. Mijn man komt om 15.00 thuis en dan kan ik naar de soos gaan, var.wege de kinderen kan ik niet eerder. Mijn man komt de werf oprijden, dus ik kan naar de soos gaan. YVONNE L'AMI: Berend Boudewijn tele- visiekruk (Berend Boudewijn) De Berend Boudewijn quiz is altijd even vrolijk en spannend omdat je soms wel denkt van „nou, ik vind dat dat echtpaar het moet winnen". Het is wel een var. de leukste t.v.-pro- gramma's er worden dan ook leuke en grote cadeau's wegge geven. Maar het is altijd wel zo, dat Berend Boudewijn alles heel eerlijk speelt, ook laat hij niet blijken dat hij iemand niet mag. De ronde waar André van Duin en Rita Corita in spelen vind ik wel eer van de leukste ronden al is het alleen al om de antwoorden van André van Duin. Die keer, dat Berend zijn eigen versproken had was ook wel leuk, dat hij die leuke waardevolle gemakkelijk zit tende Berend Boudewijn televi- siekruk kreeg, hij moest er wel om lacher.. Ook stelt hij hele goede vragen, die de kan didaten soms niet weten te beantwoorden. Er was ook eens een echtpaar, die won waar ik die vrouw zo raar van vond want ze vloog Berend zo om de nek dat hij bijna op de grond lag. Er zijn wel 1001 prijzen. Ook de men sen uit het publiek hebben kans op een prijs men laat dan bijvoorbeeld een filmpje zien dat aanstaande zaterdag op de t.v. wordt uitgezonden en dan gaan ze aan het publiek vra gen stellen. Het publiek ant woord dan met een automaat zodat men niet hoeft te kijken of het wel eerlijk gaat want het kan gewoon niet oneerlijk gaan. De la klas van de Johannes XXIII mavo in Roelofsarendsveen met links op de foto leraar Nederlands de heer P. Korenhof Peyton Place is een verzonnen naam. Er is altijd wel wat in „Peyton Place". Dan heeft Betty weer ruzie met Steven Cord en dan heeft Rodney weer een gebroken rug. Ik zelf vind „Peyton Plac" niet zo leuk maar soms is het wel spar.nend. De mannen zeggen, dat het een vrouwenprogram ma is maar dat is niet waar want er zijn genoeg mannen die er naar kijken. Als het op vrijen aankomt dan komen ze altijd wel kijken maar verder zitten ze maar te teuten van „wie is dat?" en „wie is dat?" „Peyton Place" is zeker al 15 jaar bezig en nog is het niet afgelopen maar men zegt dat het deze zomer is afgelopen maar dat het dan over een paar maanden weer begint met nieuwe spelers allecr. Rita Harington en Ada Jaks blijven. Ik ben benieuwd wat er dan weer gebeurt. Als het dan weer op hetzelfde neerkomt dan kijk ik er niet meer naar. Ik vind. dat men „Peyton Pla ce" best mag laten vervallen en vervargen voor een span nende film zoals Columbo, Ironside, FBI, Cannon. CARIN DE GRAAF: „Als het op vrijen aan komt (Peyton Place) Als ik moet oordelen over het programma Love their neigh- k bour (Bemin de buren) vind ik het een leuk programma. De I mersen, die in dat programma voorkomen vind ik erg goed spelen en erg leuk. Ze spelen het zo of het in het dagelijks leven voorkomt. Ik wou dat dat programma doorging. Het is al een tijdje geleden, dat het voor het laatst op de t.v. kwam. Alleen de scheldnamen zoals: Sambo, niknok, bleekscheet en Honky zouden beter weggela ten kur.nen worden. Het is wel leuk hoor. Maar sommige mensen schelden degene met een kleurtje uit voor Sambo of zo iets. In zo'n film is het leuk, je kunt erom lachen want dan menen ze het niet zo maar als je. het zelf mee moet aken, dan is het zo leuk niet. YVON BREUER: „Geen Sambo, niknok of bleekscheet". (Love their neighbour). In 1983 ben ik 24 jaar. Ik ben getrouwd met een goede paard rijder. We wonen in een dorp en we hebben een kind van 2 jaar, waar er later nog wel twee bij zullen komen; een stuk of vijf. Ons kind is hele maal niet bang van de paarden. We hebben een grote manege waar we zelf les geven. Met wedstrijden hebben we al veel prijzen gewonnen. Ons kind zit al op de kleuterschool, 's Mor gens breng ik haar weg met de electrische auto of te paard. Ik ben helemaal niet streng te genover mijn kind. Een kilometer bij ons huis vandaan is een heel groot meer. Daar komen veel toeris ten, die ook paard komen rij den. We hebben een grote tuin .f M .-<> Vak li1 IIENRIëTTE WESSELMAN: „De zee is brandschoon". (Ik in 1983) met appel- en perenbomen erin, en ook veel bloemen. We wor.en vijf kilometer van het strand vandaan. Soms gaan we met de paarden een strandrit maken en we gaan er ook wel eens zwemmen. Dan gaan mijn vader en moeder ook mee. We nemen brood mee in wegwerpzakjes van papier. Want dan wordt het water niet meer vuil. De zee is brand, schoon. We nemen kleren mee van papie. Als we die zat worden gooien we ze in de prullenmand. Ik hoef nooit het huis te stoffen want al lk op een knop druk komt er een zacht windje, zodat a! het stof naar buiten waait. Huishouden hoef ik dus nooit te doen want dat gaat allemaal electrisch. In 1983 zou ik 23 zijn en kleu terleidster willen zijn van een stuk of tien kinderen. Naar nv'jn werk toe zou ik rijden in een heel moderne car die op batterijen reed en dus nooit hoefde te tanken. De school begon om half elf zodat ik me 's morgens niet zo hoefde te haasten. Hij duurde tot half eer en de kinderen hoefden 's middags niet meer naar school. Dan had ik tijd om te gaan zwemmen in mijn privé- zwembad, golven op de mid- get-golfbaan of varen op mijn jacht die in de Middellandse Zee lag. Daar zou ik heen gaar. met mijn vliegtuig die er in een kwartiertje heen vloog en een bar en een leesboek aan boord had. De kinderen en ik zouden sa men zes weken op vakantie AN JA VAN RUITEN: „Eerst met kinderen dan met verloofde op vakantie". (Ik in 1983) raar Spanje gaan en daar slie pen in een der beste hotels. Wc zouden overdag gaan va ren of zwemmen in zee, pony- rjden op het strand en andere d.nger. doen. De school had zes maanden vakantie, we zouden vijf maanden 's zomers vakan- t e hebben en een maand met Kerstmis. Als ik terug zou ko men uit Spanje zou ik na een maand nog twee maanden met mijn verloofde naar Zwitser land gaan en daar gaan skiën of paardrijden, be-gen beklim men of andere dingen gaan doen. We hebben daar een paar paarden die het hele jaar daar staan. Zij worden ver zorgt door een boer, die ze ook wel gebruikt. Thuis hebben we eer manege dus die kunnen daar wel blijven staan. LOUISE ROELOFSEN: „Vissen en ratten dood op het water". In 1983 ben lk 23 jaar cn hoop dat ik dar, verpleegster ben in een kindertehuis. In mijn vrije tijd ga ik dan op een paard rij den, dat ik gekocht heb. Ik geef hem de naam Moonlight. Als ik 22 ben ben ik nog niet getrouwd, dat zal misschien nog wel lang duren. Ik rij geen auto en geer. brommer en ik rook niet. Met mijn fiets kom Ik even ver alleen duurt het wat langer. Als ik geld heb ga ik mis schien verhuizen naar Rijswijk of ik ga emigreren maar ik denk niet dut dat doorgaat want als ik ga emigreren dan heb ik geen werk. Als ik hier niet slaag voor verpleegster dan richt ik een mar.ege op maar het zal niet prettig zijn voor pony's en paarden want er is dan veel meer vervuiling. Ik en ook andere mensen zul len daar niet tegen kunner.. Ik zal niet meer kunnen zwem men in de meren, want dan zwem je tussen vissen en rat ten, die dood op het water drij ven. Ze bouwen steeds meer huizen bij terwijl er al genoeg zijn. Hierdoor zou ik toch buiten de steden blijven wonen. Ik zou en stuk grond kopen met een klein huis en grote stallen, daar omheen omheining. Er komen paarder en honden te lopen. Ze kunnen dan allemaal los lopen. Ik ben voorlopig nog geen 23 maar 12 jaar, dat is wel Jammer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 15