Herman Ponsteen: grootste baantitel sinds T iemen Groen Horn ontdekte scheidsrechter Herman Prins al jaren geleden N Winnen van een klassieker is j krijgen van Nobelprijs ZATERDAG 16 JUNI 1973 LEIDSE COURANT PAGINA 41. (Van onze sportredactie) NIJVERDAL Vorig jaar kwam hij vrij wel uit het niets naar voren. Goed, wielerin- siders hadden altijd al wel wat gezien in de gespierde knaap, maar h ijzou er zoals zovelen ook wel niet komen. Hij trainde immers zó weinig, dat de basis voor een grootse carrière ontbrak. In de vakantiewe ken werd de trainingsarbeid wat geïntensi veerd en zie: prompt reikte Herman Pon steen in zijn eerste "echte" baanwedstrijd naar de vierde plaats op de kilometer. Dat overtuigde Herman Ponsteen ervan dat hij op de baan minstens evenveel mogelijkhe den had als op de weg. In die overtuiging werd hij luttele weken later gesterkt, want toen drong hij en passant een aantal ge vestigde renners opzij schuivend door tot de finale van het individuele achtervolgings- toernoo. Roij Schuiten, de tempobeul uit Zandvoort, was in die finale zijn tegenstan der. Schuiten zou die finale op zijn sloffen winnen, zeiden de kenners. Maar wat hadden zij zich vergist. Als een furie raasde de formidabel koersende Nijverdaller over het ovaal van de Olympische wielerbaan in Amsterdam. Lange tijd lag hij zelfs vóór op de gedoodverfde favo riet, maar Herman Pon- steen-onervaren als hij was plofte in de laat ste ronden in elkaar en eindigde op de tweede plaats. Ponsteen's (wan kele) reputatie als baan renner was gevestigd. Deze winter toog hij in gezelschap van Rini Langkruis naar de war me oorden van Barbados en versloeg daar zelfs mannen als de fameuze Fransen Moreion en Trentiin en de Deense stijlrijder Niels Fredborg. Vorige week zondag zet te Herman Ponsteen de kroqn op het werk. Met een kilometer-van-we- reldklasse reed hij zich in de nationale lauwer krans. Het lijdt nu geen twijfel meer: Herman Ponsteen is het grootste baanta- lent van Nederland. En een veelzijdig talent, want baan-coach Frans Mahn kan zijn pupil op vier onderdelen inzetten: 1 kilometer tijdrit, ach tervolging, tandem (met Rini Langkruis) en ploe- genachtervolging. Herman Ponsteen heeft zijn mogelijkheden op de baan leren kennen. Hij weet, nu hij f.siek vol groeid is, hoe hij de zaken moet aanpakken. Recht streeks gevolg daarvan: zijn nationale titel op de kilometer. En het zou best eens kunnen zijn dt er in de loop van het seizoen nog het een en ander aan eremetaal bij komt. Niet alleen de titel, maar meer nog de ma nier waarop hij die titel veroverde, bewijst de grote klasse van Pon steen, die zijn "gouden" rit op het knusse baantje van Sloten nog eens de revue laat passeren: „Ik heb veel geleden op dat baantje in Sloten. Maar omdat ik op deze manier kampioen ben geworden, doe ik het vervolg altijd zó. Kei hard van start en dan maar zien hoever je komt. In mijn geval was dat zo'n 500 meter. Toen kreeg ik een enorme tik. HERMAN PONSTEENtoekomst op de boon ZUID OOST BEEMSTER— Leo Horn zag er al ruim een jaar geleden wat in. „Die scheidsrechter Prins uit Zuid Oost Beemster kan een hele goeie worden. Ik wed, dat als die jongen een half jaar goed be geleid wordt, hij zo in de eredivisie kan fluiten". De door zijn „azijn zure" publicaties in de scheidsrechterswereld een omstreden figuur geworden Leo Horn, zag zijn toekomstvisie al voor een groot deel wer kelijkheid worden. Herman Prins werd namelijk deze maand officieel toegevoegd aan de lijst van betaalde scheidsrechters. En daarmee heeft de 20 jaar jonge Noordhollander zich definitief bij de arbitrale toplaag geschaard. Er zijn immers maar in totaal dertig wedstrijdleiders, die in het betaal de voetbal mogen fluiten. ..En daarvan staan er zo'n twintig op de A-lijst. Die fluiten afwisse lend in de eredivisie en eerste divisie. Daarnaast zijn er nog tien scheidsrechter op B-lijst. Die leiden de wedstrijden bij de beginnende jeugd en ook wat duels in de eerste divüsie. Bij die laatste categorie mag ik dus uitkomen". Vertelt Herman Prins met nauwelijks verho len trots. En hij verblikt tevreden de kamer in van het ouderlijk huis, waar veel bloemfelicitaties getuigen van zijn promotie. Een opmerkelijke overstap, want slechts twee amateurscheidsrechters uit heel Nederland konden worden toegevoegd aan de fel begeerde "betaalde" lijst. Legt Hermar. Prins do procedure uit. „Uit elk voetbaldistrict mogen 'wee amateurr-cheidsrtchters w„.den voorgedragen voor een plaats in_ het betaalde voetbal. Daar hoorde ik dit jaar bij. Vorig jaar toen ik pas een half seizoen in de eerste klas bij de ama- 'eurs had gefloten was er trouwens ook al sprake van dat ik op die voordracht zou worden geplaatst. Toen waren er in West drie kandi daten. En daarvan viel ik uiteindelijk af. Dat was toen wel een bit- 'ere pil voor me. Een forse teleurstelling. Die dit jaar werd opgehe ld omdat ik nu wel werd voorgedragen. Maar ja, daarna was het n°g een moeilijke zaak, want uit heel Nederland stonden dus twaalf vnateurscheidsrechters kandidaat voor een plaats in het betaalde voet- ial. Ik voelde mijn benen zwellen, dacht aan tem po te verliezen en zag nog nauwelijks de baan- markering. Aan de streep was ik totaal uit geput en niet eens meer in staat om op eigen kracht van de fiets te stappen. Ze hebben me er afgesleept en ik heb 5 minuten naar lucht ge snakt. Toen was alles weer voorbij. Ik herstel de vrij gauw en nadat ik nog eens een kwartiertje op de home-trainer had "uitgefietst" was ik al weer zo fit als een hoentje. Daarom is dit naar mijn idee de beste methode. Vooral als je verteld wordt, dat je die laatste vijfhonderd me ter, die wel honderd ki lometer leken, nog snel ler hebt afgelegd dan de eerste vijfhonderd me ter. Op deze wijze blijf ik rijden". Herman Ponsteen wil het zelf beleven. Zelf zoeken naar de midde len, waarmee hij zijn vorm kan verbeteren. Daarmee neemt hij risi co's. Zelfs voor het re cente nationale kam pioenschap. Hij onder kende de konsekwenties van de uitputtende solo, die hij enkele dagen voor het titelfeest, in de Ronde van Nijverdal on dernam. Tijdens de koers ook berekende hij de mentale gevolgen van een eventuele misluk king van die eenzame jacht. En toch zette hij door Heerlijk was dat en echt omdat hij graag voor ei- n'et 20 slecht voor je gen publiek wilde win- spieren als vaak wordt nen, dat ook, maar voor- beweerd. Ik zag er ook al omdat hij zichzelf wil- geen gevaar in vooral de leren kennen. Her- niet omdat ook Trentin man Ponsteen. Moreion en Fredborg „Toen het dan allemaal niets anders deden dan niet lukte voor het thuis- zwemmen. Diep in de front in Nijverdal was ik middag pakte ik dan de erg teleurgesteld. Maar fiets en reed me op de ;ik ben niet zo gauw te haan helemaal los. «demoraliseren. En zo wilde ik mijn on- En over de afmattende gerief ook in Amsterdam solo in Nijverdal die hij verdrijven. Dat lukte op het glooiende par- echter niet. En toen het koers hardnekkig ver- zaterdagmiddag regende volgde, die hij pas en we de haan niet op staakte toen het comple- konden, zag ik het alle- te veld zich op hem maal erg somber in. stortte en die zijn spie- Met Frans Mahn ben ik rengestel, zo kort voor naar de bioscoop ge- het baankampioenschap gaan, die middag en in het ongerede had kun- hebben we naar een Ja- nen brengen, ventileert Panse knokfilm gekeken. Herman Ponsteen een Het gekke is dat ik daar opinie, die steunt op de inspiratie heb gevon- zelfverzekerheid. „Stijf- den v00r de kampioens- heid was met de kou en wedstrijden, de regen in de Ronde Ik zag karatespecialisten van Nijverdal een lo- aan het werk en dat gisch gevolg. Maar op de heeft kennelijk nogal in- vrijdag voor de kam- druk op me gemaakt, pioenschappen ben ik al Op de wedstrijddag zelf naar Amsterdam ge- had ik mijn gedachten gaan, naar Frans Mahn. nog steeds bij die explo- Ik ben er onmiddellijk sieve karatemensen". op de fiets gestapt, om Ook nu nog, nu hij in de me los te maken Dat tweede klas van de Al- lukte nauwelijks. Maar melose MTS zit, kampt massage heb ik gewei- met trainingsuren. Maar gerd. Natuurlijke massa- omdat hij Herman Pon- ge lijkt me veel beter, steen met een tekort Toen ik aan het begin persé topsport wil be- van dit seizoen op Bar- drijven, heeft hij zich op bardos zat zwommen we de baan geconcentreerd, 's middags voor de wed- al zou bij voldoende gelegenheid tot trainen de weg de voorkeur krijgen. Ponsteen: „Ik train maximaal dertig kilometer per dag. En dat is veel te weinig om je tussen die indrukwek kend brede wegtop te nestelen. Ergens vind ik dat jammer. Omdat ik toch ook wel graag eens wilde zien wat ik nu werkelijk in een klassie ker kan bereiken of wat ik in een meerdaagse étappewedstrijd kan presteren. Ik ben er voorlopig nog niet aan toe. Ik kan wel 180 kilo meter tussen de wielen rijden, maar geen initia tieven ontplooien. En dat zou ik toch echt willen". Het vorig jaar nog was Ponsteen een brute krachtpatser op de ach tervolging. Nu al won hij het respect van de wielerwereld door zijn imponerende kilometer tijdrit. Ponsteen is zelf ook nog verbaasd over die prestatie: „Ach alles wat ik tot dusver op de baan heb klaargespeeld heeft me nog verrast. Dit dus ook". Vreemd was het aan de andere kant toch ook weer niet dat hij zijn prestatiecur ve omhoog joeg. Hij trainde immers gerich ter dan ooit. Begon als een bezetene aan de conditietraining van Frans Mahn op Papen dal. moest wat terugne men toen hij zijn inzet met lichte blessures moest bekopen en ging de weg op met de licht ste versnellingen op ad vies van Bert Boom. „Om souplesse te kwe ken", stelt hij. Nog steeds imiteert hij de baantraiingen op de weg. Eén keer nog maar zeulde hij naar de Apel- doornse wielerbaan om zijn vorm wat bij te schaven. Bezwaarlijk vindt hij die geringe trainingsfaciliteiten niet. Daar krijg je macht. „Op de weg kun je alles doen, wat goed voor een baanrenner is. En als je dan enkele dagen voor een belangrijk kam pioenschap op de baan fiets, heb je je baantred zo te pakken. En boven dien heeft het fietsen en trainen op de weg na tuurlijk een grotere charme dan het wat doelloos rondjes-rijden op de piste. .Als ik dan ook niet zo veel succes had met het baanfietsen dan zou ik er direct mee stoppen. Per slot van rekening verdien je op de baan met veel pijn en moeite vijfentwintig gulden als je het erg goed doet, ter- wil je in een criterium aan een elfde of twaalf de plaats genoeg hebt om een gelijkwaardig bedrag in je portemon- naie te steken. Maar eerlijk, één keer bij dat wereldkampioen schap op de baan zijn, is me liever dan vijf over- Volledig uitgeput leunt Ponsteen na zijn magistrale kilo meterrace over hef stuur van zijn fiets. Pas later bleek dat de tweede 500 meter nog sneller was ge gaan dan de eerste halve kilometer. winningen in criteria". Ponsteen verder: „Toen Tiemen Groen tien jaar geleden voor het eerst onder de vijf minuten kwam op de achtervol ging stond heel Neder land op zijn kop. Roy Schuiten en ik kwamen vorig jaar in de buurt van de 4.50 maar er was nauwelijks respons. Dat weerhoudt me er niet van om door te gaan. Voorlo pig met als belangrijkste doel 'n carrière als baanrenner. Op de baan moet ik nog weer iets laten zien. Want deze winter wil ik ook aan enkele amateur zesdaagsen deelnemen. Met Peter Nieuwenhuis heb ik Ludwigsfhafen gereden. Dat ging goed. Deze winter wil ik het intensiveren." Daarvoor reist hij, Herman Pon steen, nog weer naar Barbados. In oktober, om nog eens weer, zoals hij dat zelf zegt, „aan de bak" te rammelen. Om ook het buitenland te laten zien wie Her man Ponsteen is. Even serieus. Er zijn tal van coureurs, die hun leven en streven recht als geslaagd en vervuld beschouwen indien het hen lukt o&fe maar èén klassieker te winnen. De verpletterende meerderheid vyn het fietsende volk slaagt daar niet in. Het behalen van de zegepalm in een klassieke wegwedstrijd is slechts te vergelijken met het verkrijgen van de Nobelprijs voor het één of ander. De Nobelprijs is de gouden kroon op een egghead, de zegp- praal in een klassieker is de gordel van smaragd om de lendenen van een spierbal. De opbrengst is nagenoeg gelijk, want het loopt in beide gevallen gezellig in de tonnen. Er zijn coureurs, die in de beste jaren van hun leven nooit een bier tje pikken, nooit een sigaretje roken en nooit ..ons Liesjekieteleb. Die jongens gaan met de kippen op stok en zitten nog vooraleer f* eerste haan kraait op het smalle zadel. Ze trappen zich jarenlang ongans, zonder ook maar een keer in de prijzen te vallen. Die kna pen verdienen zoveel als een vuurspuwer, die barst van de armoe maar hooguit zijn wangen en huig verbrandt, terwijl die ongclukfii- ge ploeteraars zich de zielen schroeien. Ze rijden jaar in jaar Uit met als enige gezel de hoop, die op hun stuurstang zittend lang- zaam ineenschrompelt tot een afzichtelijk poppetje als een half* lucifer zo groot en m*t zwarte tanden, mat flaporen om wat wind t* vangen en met doffe ogen van de dope. De overwinning in een e£- kelc klassieker zou van hun hel een hemel hebben gemaakt. Mafr er is nu eenmaal meer hel dan hemel op dit ondermaanse. Deze inleiding dient overigens uitsluitend om de prestatie van Fd<Q> Merchx nog eens gedegen in de verf te zetten en vooral niet om al te veel aandacht te vragen voor de prutsers, de lantaarndragers, de sukkelaars in de harde wielerwereld. waar slechts de sterke wint tji in leven blijft. In die wrede wereld is leedvermaak een deugd «t wordt de zwakke voortdurend vernederd, totdat de verlossende ezef- trap hem met kapotte nieren en afgestompte hersens achter eert tweederangs tapkast poot. Daar gaat het nu niet om, want docfjt of levend de soldaat is niet belangrijk, belangrijk is slechts dood en levend de veldheer. Eddy Merckx heeft in zijn carrière zo'n 25 klassiekers en builendidfr viermaal de Tour de France, vier maal de Giro d'Italia en eenmaal de Vuelta van Spanje gewonnen. Dat is meer dan welke andere coi}* reur ook en je moet de overwinningen van een Rik van Looy en een Fausto Coppi optellen om er ten naaste bij een Merckx van te mar ken. Merckx is de grootste aller tijden en zal dat tot in de eeuwig heid amen blijven. Neem nu die Giro. Hij vertrok in de roze leiderstrui en kwam aan. Alleen des nachts trok hij het kleinood uit, maar dat was om het te laten wassen. In deze Giro bewees Merckx andermaal en overtuigender dan ooit, dat hij over alle registers beschikt. Een man als Coppi was rijk aan registers, maar bezat ze niet allemaal, want hij kon bijvoorbeeld niet sprinten. Dat kan Merckx weer wel en hif bewees dat in Keulen, waar hij de crème de la crème van de sprin terselite eerst in de hemden zette en toen achter zich aan over de meet trok. „Merckx is een onuitputtelijk vat van macht en speed. Leo Hom ontdekte de i Prins. Daarvan vielen er na een half seizoen al zes af. En van die overblij- venden zijn er uiteindelijk twee gekozen. En daar was ik dus bij. Waarschijnlijk op grond van de rapportcijfers die ik het hele seizoen heb gehad. Over 57 wedstrijden gerekend had ik een gemiddelde dat op een hon derdste na een acht was. De rapporteurs mogen overigens niet hoger gaan dan een negen en niet lager dan een drie". Herman Prins bekend lachend dat er in dat laatste succesvolle sei zoen ook een onvoldoende voor hen werd genoteerd. „Ik heb er een vijfenhalf bij". Voegt hij er relativerend aan toe. „Och je moet dat scheidsrechteren natuurlijk ook niet gaan overtrekken. Je moet blijven beseffen dat het een hobby is. Tenslotte zijn er veel belangrijker dingen in het leven". Al ontkent de concencieuze bankemployé niet, dat het scheidsrechte ren altijd een vrij grote rol in zijn leven heeft gespeeld. „Ja, ik voelde me altijd al tot de man in het zwarte pak aangetrok ken. Als vrij jonge knaap al. Ik was zeventien toen ik me opgaf als scheidsrechter. Dat heb ik gedaan, omdat ik wel wist dat ik geen stervoetballer zou worden. De techniek ontbrak bij me. In die jaren had ik een groot voorbeeld. Dat was Piet Roomer. Dat vind ik een enorme goede scheidsrechter. Ik kocht zelfs wel het KNVB-boekje om te zien waar hij floot. Dan ging ik naar wedstrijden van hem kijken. Ja, in die periode droomde ik natuurlijk wel eens van een tijd dat ik zelf zo zou staan. Maar dat schudde je dan weersnelvanjeaf.Ik wist te goed hoe lang en hoe moeilijk de weg naar de top zou zijn HoewelIk had wel de ambitie om hogerop te komen. Dat vind ik gezond. Je moet altijd streven naar het hoogste". De jonge herman Prins maakte vrij snel carrière In het zwarte koor der fluitisten. Na een jaar of zes („ik had natuurlijk aanvankelijk het nadeel dat ik te Jong was") promoveerde hij uit de afdeling Noordhol land, naar de grote KNVB. „Toen ging het eigenlijk wat te snel. Na een paar wedstrijden moest ik invollen in de tweede klas omdat de scheidsrechter had afgeschre ven. Die wedstrijd floot ik vrij goed. Daardoor werd ik gelijk inge deeld in een standaard derde klasse. Maar dat was te vlug gegaan. Ik ben toen weer teruggezet voor een jaar. Ik moet echter zeggen dat ik toen heel begeleid ben. Het was ook redelijk dat terugzetten. Daarna is het gewoon doorgegaan. En de laatste twee jaar floot ik in de eerste klas. Daarin heeft Leo Horn dus die wedstrijd gezien. Ik ge loof trouwens dat het de enige amateurwedstrijd ia geweest, die hij het hele seizoen heeft gezien". Herman Prins lacht er maar om. Al is hij eerlijk genoeg om toe te geven dat hij zich wel gevleid voelde door die lof van Horn. „Tenslot te is het wel een man, die grote verdiensten heeft gehad, vooral als actief scheidsrechter". Waarmee ook dat diplomatiek is beantwoord, met de voorzichtigheid die de scheidsrechter kenmerkt, die in de pu bliciteit komen, „k geloof wel, dat het komt door het rapporterings systeem. Je kijkt tenslotte wel uit". Herman Prins lacht teer. De man die door zijn lengte van 1 meter 92 cm direct al 'n voordeel heeft („Je kan alles wat gemakkelijker overzien"), ziet wel wat in de schcidsrechterij. „Ik heb natuurlijk wel mee dat ik nog jong ben. Theoretisch gezien zou ik nog achttien jaar kunnen fluiten als betaald scheidsrechter. Er zijn echter genoeg voorbeelden van scheidsrechters die ook jong in het betaalde voetbal betaalde scheidsrechter Herman terecht kwamen, maar het niet gered hebben". BERT VOSKUIL Sportbrief uit Brussel door Jan Wintraecken een superatleet, die verbijsterend snel recupereert en uithoudings vermogen aan gezondheid paart", aldus volkomen Juist onze collega Luc van Loon van de Standaard. Over de registers van Eddy Merckx zou een boek te schrijven zijn. En men zou een essay kunnen wijden aan het antwoord op de vraag Tn welke hoedanigheid hif nu wel het allergrootst is. Als sprinter? Als klimmer? AU UjdrijderAU finiseur? AU fond-rijder? Als dalct? Als doordraver? Het antwoord: Merckx is het grootst In zijn com pleetheid, zou ten dele neerkomen op het ontwijken van do ham vraag. Merckx is bikkelhard. Zijn hertenogen, zijn aarzelende taal, zijn be minnelijkheid. zijn goedertierendheid en dat al ten dele zaUgvé.r-. klaarde koorknapelijke uiterlijk; dat bedriegt allemaal. In feite is Merckx en bonk graniet met een kop van gepolijst staal erop. Hij brult nooit en schreeuwt niet. maar zijn fluisteren is messcherp en hij heeft er de wind onder als een koppelbaas. Hij is een man met een hart van steen, die thuis uithuilt maar in het métier geen me delijden kent. Wie zich verzet, gaat voor de bijl. Vergeleken met Merckx was Rik van Looy in zijn tijd een bierpaterka bij de trap pisten en Fausto Coppi een expediteur van wijwater naar waterar- me oorden. Merckx is een beul. die zijn slachtoffers in de ogen kijken kan. want ook daarin ziet hif slechts zichzelf. Merckx is de enige gevallen en gel, die het predikaat van duivel nog niet aangemeten kreeg, omdat hij nog net geen staart verworven heeft. Merckx is de schrik der renners, de zweep der galeiboeven, de gesel der slaven van de weg. Maar zijn Claudine heeft hem lief in hun villa te Slerrenbeck en overal war ze hem ziet, waar ze hem speurt. Hij is zwart en zij is blond. En als Merckx bij zijn Claudlna Is, worden zijn ogen nat, zijn handen zacht. Dan smelt liet ijs om zijn hart en blinkt een zilveren lijst om zijn zwarte ziel. Van engel naar duivel, dat is maar een stap. Omgekeerd zfjn het er tweo. Over het wielerleven schrijven zijn. Eddy Merckx zouden talrijke boeken te.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 11