De Solex rijdt al 25 jaar SAMEN SOLEXEN MEI ALS TOETJE BELEGDE BROODJES EN GLAS MELK ALLEREERSTE „RIJWIEL MET HULPMOTOR" In die goeie ouwe tijd.., ZATERDAG 2 JUNI 1973 De eerste Solex uit 1948; de eerste fiets, waar mee je niet hoefde te trappen. De vouw-Solex met afneembare motor, zoals deze begin dit jaar op de tweewieler RAI werd geïntroduceerd. In het begin van de jaren '50 waren Solexrally's enorme happenings. Uit alle hoeken van het land tufte r imelpunt. Zo kon het gebeuren dat een groot aantal sol ex rijders elkaar onderweg trof. De Solex is tot zes jaar geleden bij Van der Heem in Den Haag geassembleerd. Als de werktijd voorbij was, dan zwermden vele; werknemers op een Solex de fabriek uit. Zij werden door de fabr iek in de gelegenheid gesteld zo'n Solex voor „een prikkie" tekopeq DEN HAAG - Waar is de tijd gebleven, dat vijfduizend Neder landers op het dolle idee kwa men op hun Solex te stappen en cn masse naar Schiphol te tuf fen? In die tijd was een Solex nog helemaal „het einde". Van daar ook de enorme belangstel ling voor zo'n massale Solexral ly met als slotapotheose brood jes en een glas melk in een vliegtuighangar. Die tijd ligt al weer ver achter cns. Er zijn misschien niet zoveel Nederlan ders meer, die daaraan met weemoed terugdenken. Wie dat in elk geval nog wel doet is de heer J. Mcrsmans, directeur van de Groep Twccwielers van R.S. Stokvis Zonen, de man die al sinds 1951 met de verkoop van Solex ie maken heeft. In juni is het 25 jaar geleden dat de Solex in ons land werd geïntroduceerd. De eens zo populaire enige echte en eerste „fiets met hulpmotor" is op sterven na dood. De heer Mersmans geeft het rui terlijk toe. Werden in de topja ren 40 tot 50 duizend Solexen verkocht, in 1972 waren dat er nog maar 7000. Toch weigert ds hoer Mersmans aan de definitie ve ondergang van de Solex, waarvan er totaal 700.000 zijn verkocht, te geloven. Niet omdat met het verdwijnen van Solex een flinke winstbron aan R. S. Stokvis Zonen ontnomen wordt; op de Solex-verkoop wordt op het ogenblik immers niets verdiend, wel aan die an dere brommer, de Puch, die ook door Stokvis wordt geïmpor teerd. De Solex heeft het bijna moeten afleggen tegen het knetterend lawaai en het blinkend chroom van al die andere bromfietsen. Bromfietsen, die de aanduiding „rijwiel met hulpmotor" niet meer waarmaken. Die aandui ding is uitsluitend van toepas sing gebleven op de Solex. •Solex is de „lelijke eend" onder de brommers, Dit rijwiel met hulpmotor werd gedurende de oorlogsjaren ontwikkeld in de Franse fabriek van Solex-carbu rateurs. In die tijd werd ook de basis gelegd van de Citroen 2 CV, die kortgeleden het 25-jarig bestaan vierde. De overeenkomsten tussen Solex en 2 CV zijn opmerkelijk. Beide vervoermiddelen blinken uit door hun eenvoud en economi sche bruikbaarheid. Alleen de Fransen verstonden de kunst een voertuig zo in elkaar te schroeven, dat het vervangen van kapotte of versleten onder delen een kwestie werd van een handomdraai. Lassen was er nauwelijks bij. Bij de introduktie in 1948 kostte ten Solex 375 gulden (inclusief 5 procent omzetbelasting). Tegen- Voordig betaal je voor een Solex j»"0 gulden (inclusief 16 procent Samen sportief op de Solex, was toen nog heel gezellig. btw). In feite is de Solex er al leen maar goedkoper op gewor den. Moest Jan-met-de-pet in 1948 anderhalve maand sappelen om zich een Solex te kunnen veroorloven, tegenwoordig lukt dat al na anderhalve week wer- Sober De grote populariteit in de be ginjaren was niet zo verwonder lijk. Er waren maar weinigen, die zich een auto konden veroor loven. En toen in 1948 (eerder kon niet, want er waren niet voldoende grondstoffen om de produktie op te zetten) een rij wiel met hulpmotor werd geïn troduceerd, stormde het publiek er op af. Concurrentie was er voorlopig niet. Later probeerde Pluvier het nog even met „het eitje van Berini", maar dat werd een flop. Aanvankelijk werd de pro duktie van Solex voorzichtig op gezet. Er ontstond echter een enorme vraag zodat er zelfs wachtlijsten aan te pas kwamen. Om hoog op de wachtlijst te kunnen komen schakelden velen hun huisarts in. Die moest ver klaren, dat het bezit van een So lex een medische noodzakelijk heid was. Solex werd een begrip. Toen la ter ook andere bromfietsmerken de markt bestormden, bleef,het publiek ook die „dingen" hard nekkig „Solex" noemen. Het heeft jaren geduurd, voordat de gewoonte weer verdween. Overi gens zijn er nu nog wel mensen, die elke willekeurige bromfiets Solex noemen. De populariteit van Solex was niet minder te danken aan de geringe koster, van onderhoud en brandstof. Een Solex gaat ge middeld zeven jaar mee. Het motortje verslindt 1 liter ben zine op 75 kilometer, hetgeen neerkomt op een cent per kilo meter. Met een volle tank kom je 100 kilometer ver. De Solex- bezitters rijden jaarlijks gemid deld zo'n vijf- tot zesduizend ki lometer per jaar. Fans Hoewel de totale omzet aan So lexen drastisch is verminderd telt deze brommer nog een vas te kern van trouwe „fans". Die hebben in 1948 voor het eerst een Solex gekocht en zijn daar na nooit meer overgestapt op een andere brommer. Sommigen van hen zijn al aan hun zevende Solex bezig. Het spreekt haast vanzelf, dat deze groep Solex-be- zitters gezocht moet worden in de middelbare leeftijdsklasse en onder 65-plussers. Daarmee is het koperspubliek van tegen woordig goeddeels geschetst. Als daar nog de groep huisvrouwen aan wordt toegevoegd is de So lex-klantenkring kompleet. Die klantenkring moet als zeer moedig beschouwd worden. Re cente onderzoeken hebben im mers aangetoond, dat als gevolg /an de toegenomen verkeers drukte mensen van middelbare 'eeftijd en ouder het te gevaar lijk vinden zich met een twee wieler in het verkeer te bege ven. „Die vluchten", aldus de heer Mersmans, „in het open baar vervoer, óf kopen een DAF". Daarom meent de heer Mers mans, dat niet de andere brom fietsen concurrenten zijn van de Solex, maar dat juist de vier wieler als DAF als grootste con current moet worden be schouwd. De meeste ex-Solex-be- zitters rijden nu in een DAF. Dat is dan de schuld van de overheid, die nagelaten heeft de berijders van tweewielers vol doende te beschermen. Fietspa den worden opgeofferd; allerlei verkeersmaatregelen zijn niet in het belang van de tweewieler. „Ook al dwing je de mensen van het openbaar vervoer ge bruik te maken, dan nog blijven ze zich daartegen verzetten. Men wil immers onafhankelijk b'ijven. zeker waar het gaat om vervoer. In ons land is geen adequaat openbaar vervoer denkbaar. Dat kan alleen goed funktioneren in metropolen als h -oorbeeld Londen en Parijs, waar het financieel haalbaar is De Solexberijders i gaan heel anders gekleed. een uitstekend metronet aan te leggen. Laat de overheid als de auto zonodig verbannen moet worden dan tenminste nog de tweewieler toestaan. Een tweewieler, die het milieu niet al te zeer belast, is de scho ne en geruisloze fiets. En na de fiets volgt de Solex, sinds 1948 de meest schone en stille brom mer". Het kan niet ontkend worden, de heer Mersmans spreekt voor ei gen parochie. Maar evenmin kan ontkend worden, dat hij in veel opzichten het gelijk aan zijn zijde heeft. Daarom ziet hij de come-back van de Solex ook helemaal zitten. Kentering De toegenomen aandacht van de jeugd voor het milieu ziet de heer Mersman als het begin van een kentering. De jeugd wil af van de poespas, het uiterlijk vertoon. Hij wijst daarbij op de toegenomen belangstelling voor ouderwetse damesfietsen. Degelijkheid is een paar jaar een „vies" begrip geweest. Daar komen de mensen nu van terug, daartoe een beetje gedwongen door de alsmaar stijgende prij zen. De Solex was en is nog steeds degelijk. De bromfietsverkopers verkoch ten liever een Puch of zo. Aan die brommers viel veel meer te verdienen. De verkoopprijs was hoger, hij had meer onderhoud en service nodig, hij verbruikte meer benzine en hij sleet har der. De Solex ging gewoon te lang mee en was te goedkoop in onderhoud. Het publiek is er ge woon ingetuind, het heeft zich laten meeslepen door de mode makers. Hoe oerdegelijk de Solex is, wordt geïllustreerd door het mo tortje, dat sinds 1948 nauwelijks is veranderd. Dat motortje was zijn tijd eigenlijk ver vooruit. Er kwam geen brandstofpomp aan te pas. Tegenwoordig noe men zo dat een „inspuitmotor". Ook de overbrenging is zo sim pel als maar kan. De motor drijft een rol aan, die gemaakt is van een soort schuurpapier (carburundum), welke op het voorwiel gedrukt voor de voort beweging zorgt. De voornaamste verandering kwam in 1961, toen Solex met de automatische koppeling kwam. Tot dan waren er twee manie ren om de Solex op gang te brengen. De eerste was met de rol op de voorband op openge trokken klep flink trappen en bij enige snelheid de klep weer dichtdoen, zodat het motortje ging draaien. De tweede metho de was flink snelheid maken en dan de rol op de voorband „flik keren". Deze tweede en veel gebruikte methode deed de voorband wel extra hard slijten. Onder norma le omstandigheden kon de voor band met z'n speciale loopvlak 10.000 kilometer mee. Het nadeel van die eerste So lexen was dat ze telkens op nieuw gestart moesten worden, als je stilstond. In de beginjaren was dat overigens ook weer niet zo'n groot probleem, want het was nog niet zo druk op de weg, dat er veel gestopt moest wor den. Ook waren er toen nog nau- v/ I jks stoplichten. Na 1961 kon de Solexmotor ook blijven draaien als je stilstond. Onveranderd sinds 1948 bleef het zwanenhalsframe. Dit type fra me gaf de meeste stijfheid en veiligheid. Ook in dit opzicht was de Solex zijn tijd vooruit. Er was geen aparte heren- oh dames-Solex, zoals er heren- enl damesfietsen waren. De heer Mersmans noemt het! onderscheid tussen heren- en da mesfiets „de grootste flauwe kul". „Je hebt toch ook geen he ren- of damesauto! Het zwanen halsframe van de damesfiets is in principe veel sterker, dan de constructie die bij de herenfiets wordt gebruikt. De stang op de herenfiets is in feite volkomen overbodig: die zit er alleen maar om te laten zien, dat dege nen, die erop zit, een man is. Een soort geslachtssymbool". Men heeft getracht de Solex in de loop der jaren aan te passen aan de modieuze wensen van het publiek. Zo kwam er in 1964 ineens een blauwe Solex. Blauw was het eerste blauwtje dat men met Solex liep. Vrijwel niemand kocht een Solex met die kleur. Men gaf gewoon de voorkeur aan de zwarte Solex. Zwart hoorde bij dit rijwiel met hulp motor. Zwart is immers de kleur van de degelijkheid. Op de Tweewieler RAI, die be gin dit jaar is gehouden, is een vouw-Solex met afneembare motor geïntroduceerd. Volgens de heer Mersmans heeft de fa briek daar nu alweer spijt van. De vouwfiets is immers een mo degril. Die dingen worden in de praktijk slechts tweemaal ge vouwen. De eerste maal als ze uit de fabriek komen en de tweede maal bij de koper thuis. Solex moet gewoon Solex blij- *en. Daarmee heeft deze aller oudste brommer zijn zilveren jubileum gehaald. Een jubileum zonder glans, gezien de terugge lopen belangstelling. Maar glans zou die oerdegelijke Solex ook volkomen misstaan. GUIDO'HALLEEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 14